Civis Mundi Digitaal #122
De gevangenis en de ideologische reorganisatie van de jihadisten
Rusland en de onafhankelijkheidsstrijd in Catalonië
Moskou, de Europese Unie en de Balkan
De gevangenis en de ideologische reorganisatie van de jihadisten
Yvan Colonna, de Corsicaanse onafhankelijkheidsstrijder die tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld voor de moord op de prefect van Corsica in 1998, is in maart op zijn beurt in de gevangenis vermoord door een medegevangene, een jihadist. De dood van Colonna, die nu als een martelaar wordt vereerd, is op Corsica aanleiding voor het weer oplaaien van de onafhankelijkheidsstrijd.
De moordenaar van Yvan Colonna is een gevangene die een statuut heeft, een reputatie. Deze agressie kan in een veel bredere context geplaatst worden. Sinds 2015-2016 is er, met de komst van tientallen uit Syrië teruggekeerde en nu achter de tralies zittende jihadisten, duidelijk sprake van een nieuwe dynamiek in de gevangenissen. Deze nieuwe gevangenen hebben de bestaande evenwichten in de gevangenissen, die per definitie instabiel zijn, veranderd. In 2017 waren er al vechtpartijen tussen Corsicaanse gevangenen en een aantal nieuwkomers.
Waarschijnlijk is de gevangenis de belangrijkste plek voor een ideologisch herstel, want de nieuwkomers zijn veel groter in aantal dan in het verleden. Zij profiteren voor zover en zoveel mogelijk van hun vrije tijd om te lezen en van gedachten te wisselen. Dat vertaalt zich bij een aantal van deze nieuwkomers in een ideologische perfectionering. De gevangenis is een op zichzelf staand gebied dat men in relatie moet brengen met wat op internet gebeurt en met wat er op buitenlandse fronten plaatsvindt. De Europese jihadistische beweging, die grotendeels in de gevangenis zit, heeft begrepen dat nu het moment aangebroken is om lessen te trekken uit een ervaring die eindigde in een nederlaag, maar die ook onthulde dat zij met een veel groter aantal waren dan zij gedacht hadden. Een zeker aantal groepen probeert de exegese van de vergissingen van Daech weer te geven. De gevangenis is een observatieruimte die ons veel kan leren over de huidige evolutie van het jihadisme.
De geschiedenis van het Europese jihadisme wordt gemarkeerd door een zeker ritme van uitbreidingsfasen, die zich vertalen in aanslagen, en fasen van herstel, van reconstructie. Onze maatschappijen zijn tijdens deze « oorlogsfasen » altijd veel te laat wakker geworden en hebben zich vrijwel nooit geïnteresseerd voor fasen van zwakheid. Men heeft altijd de neiging gehad om te geloven dat elke neergang van het jihadisme definitief was: de wens is de vader van de gedachte. Dat heeft ertoe geleid dat de jihadisten ons steeds hebben kunnen verrassen.
In de huidige periode, die men als post-Daech kan benoemen, zijn er vaste elementen en nieuwigheden. De vaste elementen zijn de wil om de principes van het jihadisme recht overeind te houden en om de jihad te vervolgen, ondanks het militaire échec. Daarvoor moet men de recruteringsnetwerken reorganiseren en alle rivalen in de beweging politiek en religieus buitenspel zetten. Wat de nieuwigheden betreft is er de rol van vrouwen. Daech had hen in het jihadistisch project geïntegreerd als de hoofdspelers van ideologische transmissie. In fasen van zwakheid is het belang van deze transmissie groot, en vrouwen hebben daarin dan ook een onmisbare plaats via het krijgen en opvoeden van kinderen. Het jihadisme kan bovendien gestalte krijgen binnen familieverband. Men ziet dit verschijnsel in de gevangenissen via huwelijksstrategieën die een bindende kracht rond de clans smeden. Dit fenomeen kon men in de jaren 2000 in Irak en in de Sahel observeren.
Een andere nieuwigheid is dat er nu 100% Europese ideologen zijn. In drie decennia is hun aantal van enkele tientallen gestegen tot duizenden personen. Het verschijnsel is endogeen geworden. Mensen en politieke leiders die een vast verband tussen jihadisme en migranten leggen, hebben niets van het probleem begrepen. Er zijn Fransen, Belgen, Duitsers… die hun weg, hun oriëntatie vinden in de jihadistische leerstellingen, ook in hun eigen maatschappij. Dat zal ongetwijfeld de opkomst tot gevolg hebben van echt intellectuele jihadisten die hun eisen in de meest subtiele bewoordingen weten te formuleren. De gevangenissen zijn voor deze ideologen de wieg voor het perfectioneren en de verbreiding van hun ideologie. En dat moet nauwlettend geobserveerd moet worden, om in de toekomst niet weer door het jihadisme verrast te worden.
Geschreven in april 2022
Rusland en de onafhankelijkheidsstrijd in Catalonië
Een paar dagen na het verboden onafhankelijkheidsreferendum van Catalonië in 2017 was er in Barcelona een ontmoeting tussen een afgevaardigde van Vladimir Poetin en Carles Puigdemont, de organisator van het referendum en de voorzitter van de rechtse partij JxCat. Het doel van het onderhoud was een aanbieding van Rusland: in geval van een Catalaanse afscheiding van Spanje zou het 10.000 soldaten en 500 miljard dollar beschikbaar stellen in ruil voor faciliteiten om er een financiële plaats voor cryptogeld te creëren. Rusland, altijd bereid om westerse democratieën te destabiliseren, zoals met haar inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezing in 2016 en die in Frankrijk in 2017, beoogde een sterke destabilisering van de Europese Unie door te gokken op een burgeroorlog in Spanje en het uiteenvallen van het land.
De banden tussen de Catalanen en de Russen al dateren uit de Sovjet-tijd. Ook na de ineenstorting van het Sovjetimperium werden er in Barcelona op hoog niveau bijeenkomsten met de Russen gehouden. In 2018 onthulde een rapport van de Amerikaanse senaat de activiteiten van de Russische maffia in Catalonië. En dit rapport liet ook zien dat de Russen op het hoogtepunt van de Catalaanse crisis er investeerden in sociale media en hun eigen toegewijde media « Russia Today » en « Sputnik » mobiliseerden om een onafhankelijk Catalonië aan te moedigen.
De geschiedenis is een spionageroman waardig, waarin een hyperrealistisch geopolitiek onderwerp in scène wordt gezet. Maar het gaat hier in werkelijkheid om een « Catalan gate » dat funeste gevolgen had kunnen hebben. Dat is wat onderzoeksjournalisten van het « Organized Crime and Corruption Reporting Project » onthullen rond deze duistere Catalaans- Russische ontmoeting, die overigens al in 2020 bekend werd gemaakt door een Spaanse rechter die een onderzoek deed naar het achterover drukken van publieke fondsen ten voordele van de onafhankelijkheidsbeweging in Catalonië.
Deze stinkende affaire kan duurzaam het leven van Carles Puigdemont zuur maken, nu hij zijn vertrek als president van zijn partij JxCat voorbereidt en achtervolgd blijft door een Europees arrestatie-mandaat op verzoek van de Spaanse regering. De onafhankelijkheidsvoorstanders van de met president Pere Aragonès i Garcia in Catalonië aan de macht zijnde linkse ERC stellen nu zijn houding aan de kaak. Op 21 april eiste het Catalaanse parlement dat Puigdemont uitleg moest geven over de banden met Rusland. In september 2021, toen de New York Times de bijeenkomsten onthulde van Puigdemont, zijn kabinetschef Alay en hoge functionarissen van de Russische inlichtingendienst, bijeenkomsten die moesten leiden tot de creatie van de beweging « Tsunami démocratic » (deze lag aan de oorsprong van de onafhankelijkheidsmanifestaties in 2019) verklaarde de Catalaanse Europarlementariër Jordi Canas voor het parlement in Brussel: « De toenadering van Rusland met de Catalaanse separatisten vertaalt perfect de strategie van president Poetin: het destabiliseren en het verzwakken van de Europese Unie door campagnes van desinformatie en door het steunen van separatistische politieke bewegingen van extreem-rechts ».
Terug naar 2017. Op 26 oktober, drie weken na het illegaal gehouden referendum, maakte Carles Puigdemont zich op om eenzijdig de onafhankelijkheid van Catalonië uit te roepen. Dat is het cruciale moment dat Puigdemont, toen president van de « Generalitat », uitkoos om de afgezant van Poetin, Nikolai Sadovnikov, te ontmoeten. Deze Russische zakenman, een met de meester van het Kremlin zeer bevriende ex-diplomaat, bood Puigdemont substantiële steun aan voor zijn onafhankelijkheidsstrijd: 10.000 soldaten en 500 miljard dollar. Een duizelingwekkend voorstel, met op de achtergrond een gewapend conflict in Spanje en een burgeroorlog waarop Poetin gokte. De onderzoeksrechtbank in Barcelona gaf aan dat « de enorme geldsom bestemd was om de Catalaanse schuld te betalen in ruil voor wetgeving die cryptogeld toestond » en dat de beschikbaarheidsstelling van de soldaten « alvast een aankondiging was van waarschijnlijk tragische gebeurtenissen in Catalonië, die een gewapend conflict met de Spaanse staat zouden ontketenen met een onbekend aantal doden ». Puigdemont verwierp dit aanbod, maar zijn vertrouwelingen bleven na 2017 de afgezanten van het Kremlin ontmoeten. Puigdemont bleef de Russische houding veroordelen, ook in Oekraïne, maar zweeg als het graf over de blijvende contacten met de Russen, die hem via hun contacten met zijn vertrouweling Jordi Sarda Bonvehi nog steeds geld beloofden.
Het einde van alle onthullingen is nog niet in zicht.
Geschreven in mei 2022
Moskou, de Europese Unie en de Balkan
De Russische inval in Oekraïne heeft de vastberadenheid van de Europeanen versterkt om de democratie en de veiligheid van Europa te verzekeren. Tegelijkertijd kijken veel politici en wetenschappers naar de Balkan en vrezen zij voor de invloed van Rusland in deze regio, die talrijke problemen kent, waaronder politieke instabiliteit, economische problemen, en brain drain. De situatie is des te meer verontrustend door spanningen die dertig jaar na het uiteenvallen van Joegoslavië nog altijd niet opgelost zijn.
Een Russische invasie in de Balkan – Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Noord-Macedonië en Servië – lijkt mij niet erg waarschijnlijk, mede omdat Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië al lid zijn van de NAVO. Rusland kan evenwel gemakkelijk doorgaan met het destabiliseren van de regio en zo de kansen van de zes landen om lid te worden van de Europese Unie, waarop ze sinds 2005 hopen, te saboteren.
Er zijn al vragen opgeworpen over de wijze waarop Bosnië-Herzegovina lid van de EU kan worden nu Milorad Dodik, lid van het drievoudige Bosnische presidentschap, doorgaat met zijn afscheidingsaspiraties voor de Servische Republiek van Bosnië, daarbij gesteund door Rusland. De aspiraties van Kosovo voor EU-lidmaatschap blijven geblokkeerd door de weigering van onder meer Rusland en Servië om de onafhankelijkheid van het land te erkennen. Servië, ook kandidaat voor toetreding tot de EU, zoekt nog steeds naar een delicaat evenwicht tussen zijn aanpassing aan de buitenlandse politiek van de EU en zijn historische en culturele banden met Rusland. Deze spanning was duidelijk zichtbaar toen op 11 maart de Servische president Vucic bij een persconferentie met de Duitse minister van buitenlandse zaken weigerde de Russische invasie te benoemen: hij deed deze af met een vage verwijzing naar « wat zich in Oekraïne afspeelt ». Binnenlands vindt hij steun voor nauwere relaties met Rusland, zoals een opiniepeiling van de Europese Raad van buitenlandse relaties aantoont: 54% van de Serviërs beschouwt Rusland als een bondgenoot en 95% als een noodzakelijke partner.
De toekomstige volledige toetreding van de Balkan-landen is in het politieke, economische en veiligheidsbelang van de EU. Maar deze woorden wel gevolgd worden door acties. In plaats van het belangrijkste middel van de uitbreidingspolitiek terug te brengen (het hulpmiddel van het aspirant-lidmaatschap), zoals werd besloten voor de budgetcyclus 2021-2027, zouden de voor de regio beschikbare fondsen naar mijn mening eerder verhoogd moeten worden als de EU een werkelijk engagement wil tonen. Per inwoner krijgen de Balkanlanden slechts 500 euro over de periode 2021-2027, wat nu niet direct getuigt van een sterk engagement.
Bovendien moet de EU een duurzame oplossing vinden voor de huidige massale brain drain die veel Balkanlanden demografisch verarmt en zonder economisch potentieel achterlaat. Volgens schattingen van de Wereldbank hebben tussen 1990 en 2019 ongeveer 4,6 miljoen mensen de zes Balkan-landen verlaten, oftewel 25% van de bevolking. De personen die vertrekken zijn zeer goed opgeleide, liberaal georiënteerde jongeren die hun oorspronkelijke land heel goed zouden kunnen helpen richting een goede Europese toekomst.
Ten slotte moet de EU een krachtiger en veel principiëler houding innemen tegen Rusland, dat doorgaat met het ondermijnen van de Europese politiek betreffende de Balkan en van elke politieke zwakheid profiteert. Dat betreft ook het « Office of the High Representative » (OHR) in Bosnië-Herzegovina, gecreëerd in het kader van het Dayton-akkoord in 1995, en dat Rusland openlijk probeert te ontmantelen. Het OHR heeft als doel de burgerlijke aspecten van het vredesakkoord te verwerkelijken en de instelling van democratische structuren te ondersteunen. De vroegere Hoge Vertegenwoordiger Valentin Inzko had juridische veranderingen bewerkstelligd die de ontkenning van genocide strafbaar stelden; maar dit had juist de huidige afscheidingscrisis van Bosnië tot gevolg, want heel veel Serviërs in Bosnië erkennen nog altijd niet de genocide in Srebrenica. Deze naar mijn mening niet erg verstandige beslissing heeft de verzoening en de versterking van de democratisch structuren beslist niet vergemakkelijkt. Bovendien heeft zij een negatieve reactie van Rusland opgeleverd.
Zelfs de meest optimistische Westerse waarnemer zal moeten toegeven dat Rusland de mogelijkheid heeft om conflicten te voeden en de Balkan-landen aanzienlijk te destabiliseren, terwijl deze regio een steeds belangrijkere rol heeft voor de veiligheidsarchitectuur van Europa. Door het aanwakkeren van territoriale conflicten, het steunen van afscheidings-politici en het ondermijnen van democratische instituties zou het Kremlin zonder ook maar één tank in te zetten de regio in een complete chaos kunnen storten.
Het is naar mijn mening van levensbelang dat de EU nu met de Russische inval in Oekraïne een duidelijke strategie formuleert, waarbij aan de zes Balkan-staten na een impasse van achttien jaar een betrouwbare route voor toetreding tot de EU wordt aangeboden. Dit zal bijdragen aan het tegengaan van Russische pogingen om de daar in de laatste drie decennia bereikte vooruitgang te ondermijnen.
Geschreven in mei 2022