Aarde en milieu

Civis Mundi Digitaal #127

door Jan de Boer

Klimaatopwarming… nou en? Er spelen toch belangrijker zaken?
De Europese Unie en illegale visvangst

Klimaatopwarming… nou en? Er spelen toch belangrijker zaken?

 

Het laatste rapport van het IPCC, het « Intergovernmental Panel on Climate Change » van de VN, heeft in april haar nieuwste rapport uitgebracht, met de waarschuwing dat als er binnen drie jaar geen drastische maatregelen genomen worden om de klimaatopwarming tot 2 graden Celsius te beperken – wat ook al catastrofale gevolgen heeft – de klimaatopwarming zijn weg vervolgt met ten minste gemiddeld 3 tot 4 graden aan het einde van deze eeuw. Uiteraard met ongekende catastrofale gevolgen, zoals in de loop van de komende twintig tot dertig jaar een stijging van het zeeniveau met ten minste 2 tot 3 meter en eind deze eeuw of eerder ruim 6 meter. Gevolgen: levensgevaarlijke veranderingen van zeestromingen (waaronder de warme golfstroom die waarschijnlijk verdwijnt), onder water staande wereldsteden, verlies van landbouwgronden, verwoestijning van grote delen van de wereld, honderden miljoenen klimaatvluchtelingen, oorlogen, uitbraken van ziekten, ineenstortende regeringen, dood en verderf…

De klimaatconferentie COP27, die in november in Egypte gehouden wordt als het zoveelste vervolg op het klimaatakkoord van Parijs (2015), moet deze drastische maatregelen waarmaken. Maar daar lijkt het in de verste verte niet op. Op de COP26 in Glasgow hadden de landen beloofd hun klimaatplannen omhoog bij te stellen, wat nodig was omdat na het klimaatverdrag van Parijs de klimaatopwarming rustig doorging. Slechts 28 landen hebben nieuwe plannen ingediend, die overigens weinig ambitieus zijn. Binnen de G20, verantwoordelijk voor 80% van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, hebben Mexico en Turkije niets van zich laten horen. De onlangs bij wet aangenomen grootste uitgaven voor het klimaat in de geschiedenis van de Verenigde Staten zijn onvoldoende om zelfs de gestelde doelen in 2030 te halen, laat Bill Hare, directeur van het onderzoekscentrum « Climate Analytics » weten. Australië blijft de enorme gas- en steenkoolprojecten in het land steunen. India en China hebben hun doelen niet bijgesteld, en stoten nu zelfs meer broeikasgassen uit dan ooit tevoren. Geen enkel land van de G7 heeft zich laten zien op de rondetafelconferentie over de klimaataanpak die door de algemeen secretaris van de VN, Antonio Guterres, was georganiseerd. De beloften van de rijke landen om de arme landen financieel bij te staan in de strijd tegen de klimaatopwarming zijn zij niet nagekomen. Een aantal olielanden, waaronder Saoedi-Arabië, doet niet meer mee; om over Rusland maar niet te spreken, waar de klimaatopwarming in het noordpoolgebied de permafrost doet verdwijnen, waardoor eindeloze hoeveelheden methaangas (nog veel gevaarlijk dan het CO2) in de atmosfeer komen. Enzovoort, enzovoort.

« Alle lichten blijven op rood staan wat betreft de ambitie om tegen de opwarming van het klimaat te strijden », laat Lola Vallejo, directrice van het « Institut du développement durable et des rélations internationales » mij weten.

Natuurlijk zullen er op de COP27 ook wel beloften gedaan worden, maar zolang beloften in het kader van de COP’s niet bindend zijn, worden ze grotendeels niet nagekomen, zo is de trieste ervaring.

De tot voor kort uitvoerende secretaris van het Conventie-kader van de Verenigde Naties over het klimaat, Patricia Espinosa, vat het goed samen: « De COP27 vindt plaats in de meest complexe geopolitieke context die wij sinds de Tweede Wereldoorlog gekend hebben. De pandemie is niet achter de rug, de energie- en voedselcrises treffen heel veel landen, creëren instabiliteit en leiden tot andere prioriteiten. De oorlog in Oekraïne put financiële bronnen en reserves uit, met als gevolg dat het voor de ontwikkelde landen waarschijnlijk heel moeilijk is om (meer) geld voor de strijd tegen de klimaatopwarming op te brengen… ».

De COP27 – ik schreef dat al eens eerder – wordt geen succes, en de klimaatopwarming gaat ondanks de waarschuwing van het te optimistische IPCC gewoon door, met als gevolg dat de menselijke samenleving binnen twintig tot dertig jaar ineen gaat storten, aldus goed onderbouwde wetenschappelijke conclusies van internationale instellingen en universiteiten. En zo belanden wij in het begin van de zesde uitstervingsgolf op aarde, nu voor de eerste keer door levende wezens, de mens, veroorzaakt.

Zoals ik meer dan veertig jaar geleden schreef: de mens zal het met de brandnetel mogelijkerwijs wel overleven, maar over met hoevelen en onder welke condities hoeven we ons geen enkele illusie maken.

 

Geschreven in oktober 2022

 


De Europese Unie en illegale visvangst

 

In de hele wereld is er sprake van massale visfraude van miljoenen tonnen vis. Tussen 11% en 19% van de vissen wordt gevist zonder dat op te geven, zonder vergunning, zonder respect voor maten en quota’s, buiten het visseizoen, met verboden materieel of in verboden zones.

De Europese Unie (EU) had zich geëngageerd om deze verboden zee-producten van haar markten uit te bannen in 2020. « Daar is ze niet in geslaagd, » constateert de Europese Rekenkamer in een op 26 september gepubliceerd rapport met de conclusie: « De lidstaten moeten veel harder optreden. »

Illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) is « één van de ernstigste bedreigingen van zee-ecosystemen, » laat de in Luxemburg gevestigde Rekenkamer weten in een hoorzitting gewijd aan de door de EU en haar 27 lidstaten ingestelde maatregelen om deze ecologische ramp te bestrijden.

Op mondiale schaal betreft het jaarlijks 10 tot 26 ton vis ter waarde van 10,4 tot 23,9 miljard euro, volgens in 2009 gepubliceerde schattingen uit « PLOS ONE » die in het rapport van de Europese Rekenkamer zijn opgenomen. Deze illegale handel eindigt met name op de borden van de Europese consumenten, de belangrijkste importeurs van deze producten van de visvangst. De illegale praktijken ondermijnen de inspanningen voor een duurzame visvangst en « brengen heel wat vissoorten op de rand van verdwijning », terwijl 94% van alle vissoorten al slachtoffer zijn van overbevissing, aldus de Europese Rekenkamer.

Het is aan de lidstaten om zich in het kader van de Europese gemeenschappelijke politiek inzake visvangst de middelen te verschaffen om passende maatregelen in te voeren. De voor deze hoorzitting verantwoordelijke Eva Lindström concludeert in een antwoord op verzoek van het Europese Parlement dat de maatregelen van de lidstaten « niet van een afdoende doeltreffendheid getuigen » door te grote onderlinge verschillen en een zeker gemis aan een zorgvuldige en snelle uitvoering.

Overigens is deze opgave niet eenvoudig. De EU importeert 60% van de door haar geconsumeerde visserijproducten: vooral uit Noorwegen, vervolgens uit China, Groot-Brittannië, Equator, Marokko, de Verenigde Staten en IJsland, voor een bedrag van rond de 32 miljard euro in 2020. Maar de controles door de lidstaten moeten ook op hun eigen vissersvloten plaatshebben die vissen in de Baltische Zee, in Het Kanaal, in de Middellandse Zee of zelfs in de Indische Oceaan. De Europese vissersvloten met hun 79.000 boten zijn verantwoordelijk voor 6% van de mondiale productie met een opbrengst van jaarlijks 6,3 miljard euro. De EU heeft zich in haar rol als belangrijke mondiale handelaar voorzien van een systeem van legalisering waarbij zij vissersboten met haar vlag waar dan ook kan controleren. De rapporteurs schrijven dat dit « de traceerbaarheid heeft verbeterd en de controles op de ingevoerde producten heeft versterkt ».

Een ander wapen dat effect heeft, is dat van een gele of een rode kaart voor landen die niet meewerken in de strijd tegen de IOO-visvangst. Als een informele dialoog geen succes heeft, dient de gele kaart als een waarschuwing en de rode kaart als radicale strafmaatregel. In dat laatste geval moeten de lidstaten zich onthouden van alle import uit het gestrafte land. Sinds 2012 zijn er 27 procedures gevoerd, waarvan zes geëindigd zijn met een rode kaart voor onder meer Cambodja en de Federale Islamitische Republiek van de Comoren. De rapporteurs schrijven dat het systeem « zeker nuttig is, maar niet onfeilbaar », vooral omdat het landen betreft met wie de handel in vis weinig om hakken heeft. De lidstaten zijn gehouden aan het inspecteren van ten minste 5% van de gevangen vis als een schip zijn lading ontscheept. De ijver daarbij verschilt echter sterk tussen lidstaten. Denemarken en Polen respecteren deze regel bijvoorbeeld absoluut niet. Het gebrek aan homogeniteit wat betreft uitgedeelde boetes door de regeringen aan hun vissers voor ernstige administratieve overtredingen is enorm: tot 1624 euro in Roemenië, tot 600.000 euro (!) in Spanje. Voor echt strafbare sancties varieert het bedrag van 10.224 euro in Bulgarije tot 16 miljoen euro (!) in Estland. Veel landen, waaronder het grootste Europese vissersland Spanje, stellen zich overigens vaak tevreden met een eenvoudige waarschuwing voor al hun grote schepen die ver buiten de gemeenschappelijke wateren vissen. De rapporteurs: « Dat doet ernstig twijfelen aan de evenredigheid van deze boetes en hun afschrikkend effect. »

Van 2015 tot 2019 zijn in de EU 345.510 inspecties gehouden, waarvan 13% ten minste één vergrijp aantoonde. Om samenwerking aan te moedigen, coördineert het Europese Agentschap van Viscontroles gemeenschappelijke operaties met de inspecteurs van verschillende nationaliteiten. In 2020 zijn zo 38.450 operaties uitgevoerd. De EU heeft overigens voorzien om 797 miljoen euro te wijden aan hulp aan de overheden om hun controle-missies goed uit te voeren: het equivalent van 15% van het Europese Fonds voor zee-aangelegenheden, visserij en aquaculturen, gedurende de periode 2021-2027.

Desalniettemin constateert de Europese Rekenkamer een duidelijke achterstand op dit gebied: de gegevens over de echtverklaring van vangsten blijven grotendeels op papier hangen en worden niet gemeenschappelijk gemaakt. De Europese Commissie heeft evenwel een informaticamiddel ontwikkeld, genaamd Catch, dat de mogelijkheid biedt om de opsporing van fraude en het automatiseren van controles te vergemakkelijken. Zij heeft dit in 2019 ter beschikking gesteld aan de lidstaten. Maar door een duidelijk gebrek aan goede wil om cijfers over de visvangst te delen, heeft geen enkele lidstaat van Catch gebruik gemaakt. Brussel denkt er daarom nu (terecht) over om het gebruik ervan verplicht te stellen.

 

Geschreven in oktober 2022