Eindejaarsoverpeinzing

Civis Mundi Digitaal #129

door Maarten Rutgers

Deze periode van het jaar worden we als het ware overladenmet kritische terugblikken, verzoenende woorden, aandacht voor de betekenis van Kerstmis en goede voornemens. We hebben een jaar achter ons dat behoorlijk gedomineerd werd door de oorlog in de Oekraïne, waarover Jef Abbeel diverse boeken heeft besproken in CM. Ook zorgen en opluchting over de coronapandemie die uiteindelijk aan het verdwijnen is. We hebben – tegen alle verwachtingen in – laten zien dat ons energieverbruik stevig lager kan. En niet onbelangrijk, we beginnen ons zorgen te maken over de ongewenste effecten van de digitalisering. Hierbij hoort de toenemende discussie over de macht van de zogenaamde Big Five – Meta, Apple, Microsoft, Amazon en Google. En niet in het minst over welke vermogens hun eigenaren hebben (zie ook CM 123 en 127). Onderwerpen die tot vele bespiegelingen geleid hebben, omdat het gaat om macht en hebzucht. Dat laatste is de moeite waard om te overdenken; een poging daartoe, juist in deze periode van het jaar.

 

Hebzucht

Vele eeuwen lang heeft het begrip hebzucht of avaritia een negatieve betekenis gehad. Het behoorde tot de zeven hoofdzonden, zoals vastgesteld door Paus Gregorius I (540-604), nadat er al eerder over gesproken en geschreven werd. De andere zijn: superbia (hovaardigheid, ijdelheid), luxuria (onkuisheid, (wel)lust), invidia (jaloezie), gula (onmatigheid, gulzigheid), ira (toorn, wraak), acedia (gemakzucht, luiheid). Hiertegenover staan zeven deugden: prudentia (voorzichtigheid, wijsheid), justitia (rechtvaardigheid), temperantia (gematigdheid, zelfbeheersing), fortitudo (moed, standvastigheid), fides (geloof), spes (hoop) en caritas (naastenliefde, liefdadigheid).

Een hoofdzonde werd tevens gekoppeld aan een demon, een soort duivel. Het was een twee-eenheid. De combinatie hoofdzonde-demon werd door de Duitse bisschop Peter Binsfeld – Petrus Binsfeldius (ca. 1540-1598) opgesteld in 1589. Hij werd berucht om zijn heksenjachten in de Eifel, die culmineerden in de bekende heksenveroordelingen en verbrandingen in Trier, die tot de ergste in die periode gerekend worden. Over macht gesproken! Daarnaast schreef hij een Heksentraktaat – Tractatus de confessionibus maleficorum et sagarum – dat gedurende een vele jaren als een van de standaardwerken voor de heksenvervolgingen gegolden heeft. Het is radicaler dan de honderd jaar eerder verschenen Hexenhammer die we tegenkwamen in CM 127.

In het geval van hebzucht was er de koppeling met de demon met de naam Mammon bij. De combinatie avaritia-Mammon geeft al aan dat er geld in het spel is, immers we kennen de uitdrukking ‘de mammon dienen’ – geldzuchtig zijn. Het begrip komt uit de Bijbel en wordt soms wel als geldduivel vertaald. In de Statenvertaling wordt in Mattheus 6:24 geschreven: “Gij en kont niet Godt dienen ende den Mammon.”

 

 

Dante, Bosch en meer

Op veel schilderijen en fresco’s uit de middeleeuwen worden deze zeven hoofdzonden allegorisch uitgebeeld. Ze spelen alle eveneens een belangrijke rol in La Divina Commedia, De Goddelijke Comedie, van de beroemde Italiaanse schrijver Dante (1265-1321). Het dichtwerk bestaat uit drie delen: Inferno, Hel, vervolgens Purgatorio, Louteringsberg en tot slot Paradiso, Paradijs. De zeven hoofdzonden zijn terug te vinden in de Louteringsberg.

De Divina Commedia werd in 1940 opnieuw bezorgd, in het Nederlands vertaald en van commentaar voorzien met behulp van de notities van Wilhelmina Kuenen, bekend Dantedeskundige in de eerste helft van de vorige eeuw, en aantekeningen bij voordrachten, door haar leerlinge en linguiste Frederica Bremer. Al met al een mooie klassieke uitgave.

In de Canti – de Gezangen – komt ieder van de zeven hoofdzonden terug in zeven ommegangen van de Louteringsberg. Iedere zonde heeft een eigen terras, een ommegang. Hier verblijven de zielen tot zij gelouterd zijn – het is hun laatste kans – en verder mogen reizen richting Paradijs. De zielen van degenen die zich overgegeven hadden aan avaritia – de gierigaards, de hebzuchtigen en de verkwisters – liggen op de vijfde ommegang vastgeketend op de grond, het gelaat naar beneden, totdat ze voldoende gelouterd zijn. Het speelt zich af in de 19e Canto – Gezang – van het verhaal.

 

“Com’ io nel quinto giro fu dischiuso,

Vidi gente per esso che piangea,

Giacendo a terra tutta volta in giusó.”

 

In de genoemde, mooie klassieke vertaling – zo dicht mogelijk bij de tekst van Dante blijvend en niet vrij op rijm - klinkt dat zo:

 

“Toen ik [Dante] op den vijfden ommegang in de ruimte kwam,

Zag ik daar mensen verspreid, die weenden,

Op den grond liggende geheel ter aarde gekeerd.”

 

Hier op deze ommegang ziet Dante de mensen liggen die tijdens hun leven zich vooral of uitsluitend bezig hebben gehouden met hebzucht en gierigheid, met het slijk der aarde. Ze worden nu gedwongen liggend in dit slijk naar de aarde te kijken opdat zij gelouterd worden en leren dat zij horen op te kijken naar het hoogste. Anders geformuleerd hun christelijke plicht vervullen. Het is boeiend dat de zielen dit zelf wensen om zo een toestand van reinheid te bereiken. De Louteringsberg is bij Dante de plaats waar de zielen in de gelegenheid zijn hun hart te reinigen.

Om met de laatste te spreken ziet Dante het als “de gezegende gelegenheid, die ons gegeven wordt om te geraken tot de oorspronkelijke reinheid van hart, waarin we rijp zijn om God te zien.” Het gaat voor de zielen om een eigen behoefte dit te ondergaan. “De boetelingen […] zoeken daartoe de pijn; zij wensen ongestoord met hun zware boetedoening voort te gaan tot het uur der bevrijding gekomen is.” Het gaat erom door middel van deze “vrijwillig, met warme overtuiging gedragen straf vrije mensen te worden, waardig het Aards Paradijs te betreden.” Voor Dante is dit Aards Paradijs op de top van de Louteringsberg gelegen. Een mooie afsluiting: “Leven, uitsluitend gekeerd naar het aardse, verminkt, doodt onze ziel; maar, uitsluitend gericht op het bovenaardse, zou het de ziel verarmen en beperken.” Een verstandig, maar ook liefdevol evenwicht is hier de beste weg.

 

Ook Jheronimus Bosch heeft een prachtig schilderij nagelaten, vervaardigd aan het begin van de 16e eeuw. Het bevindt zich in Madrid, in het Museo del Prado. Het is bijzonder omdat het een rechthoekig schilderij in olieverf op hout is, waarop centraal een grote cirkel met vier kleinere cirkels in de vier hoeken eromheen. In de grote cirkel zien we in het midden in een cirkel een afbeelding van Jezus, halfnaakt afgebeeld als Man der Smarten. Onder in de ronding staat geschreven: “Cave cave dns [dominus] videt, Pas op, pas op, de heer ziet [je of het].” Eromheen zijn in de cirkel de zeven hoofdzonden afgebeeld.

Bij de hebzucht zien we een rechter die rechtspreekt en met zijn linkerhand steekpenningen aanneemt. De kunstwereld is er niet zeker van hoe het werk vroeger gepresenteerd werd. Het lijkt erop dat het een tafelblad geweest kan zijn of een deel van een plafond. De compositie laat eigenlijk niet toe dat het een hangend kunstwerk is. Zeker is men er niet van. In het Museo del Prado wordt het als ‘tafelblad’ tentoongesteld. Daarnaast is het onduidelijk of het werk werkelijk van Bosch is of van een leerling. Maar bijzonder mooi is het wel.

 

psychologie van hebzucht

tilburguniversity.edu

 

De langzame verandering in opvatting over het omgaan met geld, het oppotten van geld en van macht heeft ertoe geleid dat hebzucht bijna gewoon geworden is. Filosoof Joris Linssen heeft er nog niet zo lang geleden een heel boek overgeschreven, Hebzucht: Een filosofische geschiedenis van de inhaligheid. Zijn insteek is het filosofisch denken over de hebzucht. Enerzijds is er afkeuring te vinden, anderzijds zou zonder een vorm van hebzucht de handel en daarmee de economie niet gedijen. Hebzucht dus als tweesnijdend zwaard.

Voor vele moderne economen en politici is hebzucht, zij het niet te extreem, een voorwaarde voor de welvaart en daarmee ook onmisbaar. Het zou daarmee ook een kernpunt zijn van de neoliberale ideologie. De schrijfster en filosofe Ayn Rand was midden twintigste eeuw erg duidelijk in haar opus magnum Atlas Shrugged – bijna meer verkocht in de Verenigde Staten dan de Bijbel – over hebzucht – greed, naast zelfzuchtigheid – selfishness. Ze noemt haar filosofie, wellicht beter haar ideologie objectivism.

Hans Achterhuis beschrijft dit liever als de “utopie van de begeerte” in zijn De utopie van de vrije markt. Een van de exponenten van de positieve kant van hebzucht is voormalig president Donald Trump. Hij was hier open over, zoals blijkt uit een verkiezingstoespraak in Des Moines, Iowa, op 28 januari 2016. Hij herhaalde en herhaalde, “my whole life I‘ve been greedy, greedy, greedy. […], I am so greedy, but now I want to be greedy for the United States.” De toehoorders gingen bijna uit hun dak van vreugde en juichten hem langdurig toe.

 

 

De spiegel van Bertold Brecht en Kurt Weil

De op vele plaatsen levende onvrede met hebzucht en inhaligheid wordt op verschillende manieren aan de kaak gesteld. Een mooie en speelse manier is door middel van een theatervoorstelling. En wat is er beter dan terug te grijpen op een fraai ouder werk en er nu een aangepaste en moderne versie van te maken. De Vlaamse regisseur Ivo van Hove confronteert ons in een modern jasje met een wat in de vergetelheid geraakte opera van Kurt Weil en Bertolt Brecht; de eerste schreef de muziek en de laatste het libretto. Het was niet de eerste keer dat de heren gezamenlijk een voor hun tijd moderne opera schreven. De Dreigroschenoper, de Driestuiversopera, uit 1928 was hun grote doorbraak. Later schreven zij – hoogst toepasselijk in het kader van dit artikel – onder meer nog Die sieben Todsünden der Kleinbürger, een ballet met zang, dat zijn première beleefde op 7 juni 1933 in het Théatre des Champs-Elysées te Parijs, overigens zonder groot succes. Zoals vrijwel altijd zong Weils vrouw Lotte Lenya de hoofdrol.

Ivo van Hove koos een ander succesvol stuk, maar minder bekend en gespeeld, Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny. De première ervan – overigens zonder Lotte Lenya – had plaats op 9 maart 1930 in de Opera van Leipzig. De voorstelling verliep tumultueus doordat er door meerdere mensen geprotesteerd werd, opgestookt door leden van de NSDAP. Dit kreeg een vervolg met voortdurende relletjes. Niet alleen hierom was de opera uitzonderlijk. De opbouw uit losse scenes die geen doorlopend verhaal bieden was een novum. Brecht gebruikte dit om duidelijk te maken dat je niet achteroverleunend naar een mooie voorstelling keek, maar naar een rauwe werkelijkheid die tot nadenken zou moeten stemmen. Brecht wilde zijn boodschap direct en onverkort overbrengen. Ook Weil wees in zijn muziek op de nieuwe ontwikkelingen en op andere stijlen dan gebruikelijk. De muziek getuigde van de dagelijkse deuntjes en meer volks vermaak, althans volgens de elite. Hij onderstreepte hiermee de onmiddellijke nabijheid van de werkelijkheid in de operavorm.

 

 

Nu, 2022, in Vlaanderen geen protesten, slechts goede recensies. Niet alleen voor het stuk en de inhoud ervan als zodanig, maar zeker ook voor het gebruik van moderne technieken tijdens de voorstelling. Een mooie vondst is de cameraman die de gehele voorstelling over het toneel loopt en uitvergroot op de op het toneel aanwezige schermen een diepere inkijk geeft in het spel, maar ook spannende detaillering biedt in een verder vrijwel decorloos en sober toneelbeeld. Ik heb genoten van de voorstelling in de Opera van Gent met een schitterende prestatie voor de Zwitsers-Nederlandse mezzo-sopraan Maria Riccarda Wesseling als de weduwe Leokadja Begbick, een van de drie voor de politie vluchtende sloebers. Op de vlucht, wegens prostitutie en bedrog gezocht. Op weg naar de lonkende goudaders in het westen van de Verenigde Staten. Zij stranden door autopech in de woestijn en besluiten dan op advies van de weduwe Begbick daar ter plekke een stad te stichten, Mahagonny te noemen. Het doel, geld verdienen aan de gouddelvers die langs komen, aangetrokken door hetgeen geboden wordt in de stad met centraal het “Hotel De Rijke Man”. Na korte tijd tiert de prostitutie welig, er wordt gegokt en gedronken.

 

tijd.be

 

Voor steeds meer mensen, ontevreden met hun leven, met hun leefwereld, is dit het beloofde land, waar alles kan en mag. De mannen trekken met veel geld verstopt onder hun hemd naar Mahagonny en zingen:

 

“Auf nach Mahagonny!

Die Luft ist kühl und frisch

Dort gibt es Pferd- und Weiberfleisch

Whisky und Pokertisch”

 

En in de vertaling van Tom Kleijn:

 

“Op naar Mahagonny,

de lucht is fris en fel,

daar vind je vrouwen, paardenvlees,

whisky en pokerspel.”

 

Een lege wereld

De toon is gezet. Lange tijd gaat het goed, maar uiteindelijk zien velen in dat het slechts een loos leven is. Steeds meer mensen verlaten de stad. De stad vervalt en aan het slot brandt de stad, maar nog steeds zijn er mensen die niet opgeven. Ze demonstreren voor het behoud van de verworvenheden van Mahagonny, hebzucht, rijkdom, geld, bezittingen, met grotere en kleine borden met erbij passende teksten, zoals “voor het voortduren van het gouden tijdperk”, maar ook – zij het op een zeer klein bord – “voor de domheid”. Ze hebben nog niet door dat ze niet meer te redden zijn.

De anderen, de vertrekkenden, hebben gemerkt, zoals Ivo van Hove dat in een interview stelt, dat “ze al heel snel vervallen in een groot misverstand: ze vermengen wat welvaart is – rijkdom, geld en bezittingen -, met wat welzijn is – je goed voelen en echt gelukkig zijn.” Ze leven in een lege wereld, waarin “ze vermeerdering van bezit ten koste van alles laten gaan.” De Vlaamse krant De Tijd: “Genot regeert en op gebrek aan geld staat de doodstraf.”

Van Hove heeft voor deze opera gekozen, al in 2019 regisseerde hij deze in Aix en Provence, vanwege de gelijkenissen met de huidige tijd. Toneel, maar ook andere kunst biedt de gelegenheid een spiegel voor te houden. In een door Van Hove geciteerde uitspraak van de Amerikaanse schrijver/journalist Ta-Nehisi Coates komt dit alles toegespitst terug: “kunst moet de wereld in al zijn brutaliteit en schoonheid reflecteren.” In deze opera van Brecht en Weil wordt vooral de brutaliteit zichtbaar, terwijl de hoofdrolspelers zelf menen van de schoonheid te kunnen genieten. Zij tonen ons het effect van hebzucht; het verlies van welzijn en uiteindelijk een leeg leven, waarin de kudde voortrekt naar de volgende gelegenheid om nog meer rijkdom, geld en bezittingen te verwerven. Een soort perpetuum mobile, een tredmolen waar je niet meer uitkomst als je niet wakker wordt voor andere zaken in je leven. Een leegte die niet gevuld kan worden zonder besluit anders te leven.

 

 

De recensent van De Tijd kijkt naar de start van het operaseizoen en constateert “hebzucht domineert. […] De menselijke hebzucht wordt vakkundig gefileerd.” Deze opera was opnieuw een waarschuwing van de sociaal en politiek bewogen schrijver Bertold Brecht en componist Kurt Weil aan de toeschouwer in hun tijd voor het gevaar van het kapitalistische maatschappijmodel. In de huidige tijd verplaatst – bijna een eeuw later – laat het zien dat in onze huidige samenleving de toestand niet beter geworden is. Nog steeds is hebzucht een zeer belangrijk onderdeel van de samenleving. De voorbeelden zijn er genoeg. De vraag die over blijft is hoe het verder gaat; gaat het aflopen zoals in de opera? Waar het niet hebben van geld je de doodstraf oplevert – hier letterlijk, maar elders op zijn minst figuurlijk? Is de hernieuwde opvoering op diverse plaatsen in de wereld niet een oproep vanuit de culturele invalshoek om ons te bezinnen op de ontwikkelingen?

Het theater houdt ons opnieuw – zoals vrijwel altijd – een spiegel voor. De periode rond Kerst en de jaarwisseling is een goed moment stil te staan bij deze oproep, in de spiegel te kijken en na te gaan wat wil ik eigenlijk en wat kan ik doen onder de omstandigheden. Wordt het niet tijd anders om te gaan met de samenleving? Het laat zien dat onbeperkte vrijheid die leidt tot hebzucht, tot zwelgen in rijkdom als een soort Dagobert Duck, tot de taferelen in de opera van Brecht en Weil, geen oplossing is. Het wordt een keurslijf voor hen die hebzuchtig zijn. Het leidt tot een toenemende ongelijkheid in de wereld, zoals bijvoorbeeld Thomas Piketty, maar hij niet alleen, ons toont. En tenslotte tot een gedeelde samenleving die door geweld in welke vorm dan ook, groot of klein, geteisterd wordt.

 

italie.nl

 

Afronding

Dante laat zien dat loutering mogelijk is. Hij drukt de hebzuchtige zielen met hun aangezicht in het slijk, waarin zij zich gedurende hun leven gewenteld hebben, totdat zij hebben leren opkijken naar het hogere, waarna zij zich werkelijk in het Aards Paradijs mogen verheugen. Zij worden vrije mensen. Bosch laat de onoprechtheid zien van de vertegenwoordiger van Vrouwe Justitia, waardoor er geen rechtvaardigheid en gelijkheid meer bestaat, veroorzaakt door hebzucht. Hij biedt hier geen oplossing, slechts de waarschuwing. Weil en Brecht laten de morele verloedering zien die hebzucht met zich meebrengt, maar ook de doorstart op zoek naar een nog veelbelovender oord van lust en vertier, versterkt door de uitvoering zoals Ivo van Hove ons die voorschotelt. Ook hier een waarschuwing, maar ook een rauwe oproep afstand te nemen van het kapitalistische maatschappijmodel. Linssen laat zien dat hebzucht twee kanten heeft. Zonder (een beetje) inhaligheid functioneert de moderne samenleving niet goed. Kan het ook anders?

Het is uiteindelijk Dante die ons de oplossing laat zien. Er zijn andere doelen in het leven te stellen dan rijkdom, geld en bezittingen verwerven. Hij laat ook zien dat het niet eenvoudig is. Het verlangt ‘slechts’ een eigen besluit om andere wegen in te slaan. En dan volhouden. Hier geldt, goed voorbeeld doet goed volgen, ook al is de beweging voorlopig klein. Het is nu het moment hierover na te denken, tot goede voornemens te komen en de eerste stap te zetten. Het vraagt bewustwording in jezelf om tot andere doelen te komen. Alleen zo kan vrijheid werkelijk beleefd worden en kunnen wij zoals Dante weergeeft, vrije mensen worden en zijn. Een voortdurende innerlijke worsteling om zover te komen. Of voor ons het Aards Paradijs er zo uitziet als bij de Italiaanse dichter zal ieder van ons zelf moeten bepalen. Het gaat er nu om, op weg te gaan, werkelijk vrij te willen worden.

 

-------------------

Een drietal foto’s Mahagonny verstrekt door Maria Riccarda Wesseling