Civis Mundi Digitaal #130
Samenvatting van Herman Hümmels, Ontarmende economie. Uitgegeven in eigen beheer. Te bestellen op: www.stukjes.info.
Toen mijn boek klaar was kreeg ik de vraag naar een korte samenvatting. Dat vond ik moeilijk. Nu het proces van publiceren achter de rug is wil ik toch een poging wagen.
De kern
Het boek ‘Ontarmende economie’ beschrijft de aanzet tot een nieuwe economie. Het gaat om een economie waarbij de hoofddoelstelling niet een neoliberale groei is (zo hoog mogelijk bbp), of gelijkheid voor iedereen, maar een wereld zonder armoede. Het boek begint met de beschrijving van algemene denkkaders en begrippen die gebruikt worden. Vervolgens komt het begrip ‘economie’ aan de orde, waarbij het uitgangspunt is dat elk
systeem zich uit zelfbehoud handhaaft:
Uit die neiging tot zelfbehoud ontstaan behoeften die bevredigd moeten worden op straffe van uiteenvallen van het systeem (dood, entropie). Sommige behoeftebevredigers (goederen) moeten gemaakt worden. Dit kan alleen door arbeid te verrichten. Er ontstonden markten om goederen te ruilen. Het marktprincipe is niet meer dan een neutraal gereedschap voor het verhandelen van goederen. Arbeidsdeling zorgde voor een efficiëntere productie. Geld werd als tussenruilmiddel gebruikt (gestolde arbeid). Arbeid levert geld (waarde) op. Tot zover komt het model overeen met de neoliberale visie. In het boek maak ik een belangrijk onderscheid: door arbeid verdiend geld kan op twee manieren gebruikt kan worden: 1. voor productie (ter investering of voor de bevrediging / consumptie) en 2. om te speculeren (rijk worden; niet door te arbeiden, maar door te handelen met foute financiële producten). Het geld dat voor speculatie gebruikt wordt, is door machthebbers (profiteurs, aandeelhouders) van de werkers (arbeiders) afgenomen. Door de neoliberalen wordt dit ‘winst maken’ genoemd. Gevolg: uiteengroeien van de rijken ten opzichtige van de minder rijken en armen (tweedeling). Speculeren is gedrag met een foute bedoeling. Het volgende model komt overeen met de ontarmende visie: Door het gebruik van geld aan een bedoeling te koppelen, ga je anders tegen de processen van zelfhandhaving aankijken (dit is overigens niet het enige onderscheid tussen de twee modellen). Gevolg is een andere maatschappij. Mensen gaan anders met elkaar om, wat tot een menswaardiger leven voor iedereen leidt; menswaardiger dan de neoliberale maatschappij waarin we nu leven. Een aantal zaken zijn een logisch gevolg van de ontarming. In het boek worden genoemd: een baangarantie en een basisinkomen, geen winst maken, afschaffen van erfenissen, hervorming van het eigenaarschap van land en huizen, maatregelen in het belang van klimaat, biodiversiteit en dduurzaamheid.
Bandbreedte maatschappij
De ontarmende economie is een aspect van een ‘bandbreedte maatschappij’. Dit kan voorgesteld worden door twee horizontaal lopende lijnen: een bodem (armoedegrens) en een plafond (rijkdomsgrens). De bandbreedte tussen de twee lijnen stelt elk gedrag voor dat zich in vrijheid en rechtmatig afspeelt (rechtsstaat). De bodem is een gegarandeerd minimuminkomen en het plafond stelt een maximum inkomen voor. Deze tolerantiegrenzen gelden voor elke werker en burger in het land. De overheid fungeert als expansievat (de overheid kan geld scheppen als dit nodig is en eventueel geld aan de omloop onttrekken).
Ander model
Het gaat in het boek om de eerste ruwe schets van een ander model dan het neoliberale model, en impliciet ook om een ander model dan het communistische model. Het is daarmee utopisch en moet verder uitgewerkt worden voordat het een echt schilderij is. De schets betreft een andere manier van denken over geld en de functie ervan in een menswaardige maatschappij. Dit begint bij een andere doelstelling van het proces dat wij ‘maatschappij’ noemen. Het maatschappelijke doel van dit proces in het ontarmende economiemodel is duidelijk: een wereld waarin niemand in financiële armoede hoeft te leven. Dit is een keuze die gemaakt is. Dit kiezen is geen onderdeel van het domein van ‘de economen’; het bepalen van de doelstelling behoort tot het domein van de politiek. Maar als die doelstelling eenmaal bepaald is voor een ontarmende economie, dan volgen daaruit een aantal consequenties. Een paar ervan heb ik beschreven. Het boek beschrijft een utopie (een doelstelling). De vraag naar de realiseerbaarheid staat of valt bij het antwoord op de vraag wat wij, als maatschappij, willen. Neoliberalen zullen als kritiek aandragen dat de concurrentie oneerlijk winstmaken recht zal trekken (zie o.a. ook de recensie van Erik Jansen in het vorige nummer van CM). Voor mij is gebleken dat het neoliberale model niet werkt. Denk aan gigantische ongelijkheid die erdoor ontstaan is. Met concurrentie-op-zich is niets mis, integendeel. Mensen kunnen op allerlei gebied met elkaar concurreren; neoliberalen concurreren echter op kwantiteit en op geld (winst), ontarmers concurreren op kwaliteit en duurzaamheid. De bijstelling van de huidige economie in de richting van de ontarmende doelstelling kan geleidelijk gaan, stap voor stap. Rekening zal gehouden moeten worden met de concurrentie vanuit het buitenland, maar daarvoor zijn aanvullende invoer- en uitvoermaatregelen mogelijk.
Bedoeling van het boek
Na een periode van vijftien jaar op afstand bezig te zijn geweest met ontwikkelings- werk in Nepal, besloot ik een aantal ideeën, die ik in de loop van mijn leven opgedaan had, in boeken vast te leggen. Door mijn ervaringen was ik geïnteresseerd geraakt in het verschijnsel ‘armoede’. Armoede is een welhaast wereldwijd verschijnsel. Ook in Nederland leven mensen in armoede. Wat is armoede? Het gevolg van armoede is een toenemende (maatschappelijke) ‘tweedeling’. Op dit thema borduurde ik verder. Armoede is: bepaalde zaken niet kunnen kopen. Er geen geld voor hebben. Wat is geld? Zo levert elk antwoord weer een nieuwe vraag op. Dit proces heb ik in mijn boek beschreven. Waarbij ik geprobeerd heb dit zo simpel mogelijk te doen, met een breed publiek voor ogen, omdat alle mensen samen de economie maken. Dit gemeenschappelijke is een belangrijk volgend thema: democratie; machtsgebruik; machtsmisbruik… Het is dus geen wetenschappelijke verhandeling, ook al worden hoog abstracte begrippen gebruikt. Maar toch ook: voer voor economen? Een belangrijke bijbedoeling met dit boek was: een bijdrage leveren aan een discussie over economie.
Samengevat
De werkende klasse kun je als de buffer van het neoliberale model zien (als het fout gaat krijgt de werknemer ontslag). De ontarmende economie draait dit om: de rijken vormen de buffer (de sterkste schouders); het huidige economiemodel ondersteboven. De woorden ‘kapitalisme’ en ‘solidariteit’ gebruik ik niet als argumentatie.
[1] Uitgegeven in eigen beheer. Te bestellen op: www.stukjes.info.