Civis Mundi Digitaal #131
Bespreking van Moisés Naím, The End of Power, 2013. Vert. Het einde van macht. Carrera, 2015.
Dit boek is inmiddels tien jaar oud, maar zeker nog relevant. Het biedt een relativering van de ideeën als dat BigTech bezig is de wereldmacht te grijpen. De conclusie van het boek is dat niet alleen de overheden en de supranationale organisaties (EU, VN, WHO, OESO) macht verliezen, maar ook het internationale bedrijfsleven. Moíses Naím was veertien jaar hoofdredacteur van het tijdschrift Foreign Policy, minister van Handel en Industrie in Venezuela, en CEO bij de Wereldbank.
Anarchie
Op wereldschaal worden we in toenemende mate geconfronteerd met ‘failed states’, burgeroorlogen, terroristische aanslagen, corruptie, criminaliteit, en vluchtelingenstromen. Supranationale organisaties als de VN staan veelal machteloos. Hoewel de VS eigenlijk het enige echte machtsblok ter wereld is, is het toch niet in staat de orde te herstellen in de ‘failed states’ van deze wereld. De kosten zijn exorbitant hoog en de regering ontbeert de interne politieke steun om soldatenlevens op de grond te riskeren. Terroristen kunnen met een enkele drone geweldige schade aanrichten.
Ook in het bedrijfsleven ziet Naím een toegenomen instabiliteit. Grote bedrijven hebben het moeilijker, en startups kunnen in korte tijd uitgroeien tot grote spelers, vooral in nieuwe technologie. IBM is in no time voorbijgestreefd door Apple, Microsoft, Alphabet en Amazon, die nu in beurswaarde de top5 van de financiële wereld beheersen. Traditionele mediabedrijven als kranten en televisiezenders verliezen terrein aan nieuwe online streaming-diensten.
Naím ziet een afnemende maatschappelijke cohesie en draagvlak voor solidariteit zoals nodig voor belastingheffing. Hij vreest dat ontwikkelingen die nu nog als zeer wenselijk gezien worden, zoals one-issue partijen, burgerinitiatieven, regionalisering, juridische procedures, etc., de bestuurskracht van de overheden zullen ondermijnen, zodanig dat landen onbestuurbaar worden, en dat groepen met extreme ideeën van links of rechts het machtsvacuüm kunnen opvullen.
De groei van het kosmopolisme
Als redenen voor het kwijnen van de macht noemt Naím de drie “M’s”: More, Mobility en Mentality.
‘More’ staat voor de toenemende complexiteit van de wereld. Er zijn meer bedrijven, meer onderzoekers, meer wetenschappelijke publicaties, meer hoger opgeleiden, meer mensen die Engels spreken, en meer inwoners van steden die minder gebonden zijn aan hun land of streek.
‘Mobility’ staat voor de toegenomen mogelijkheden van transport en informatie-uitwisseling. Vliegtickets zijn goedkoop geworden, het containertransport is snel en efficiënt, het internet en het web biedt een overvloed aan informatie onder handbereik.
‘Motivation’ staat voor de groeiende ambitie van mensen, onafhankelijk van waar ze nu leven. Het staat ook voor de toegenomen individualisering en het verdwijnen van traditionele kaders als familie, cultuur, godsdienst. Men ziet wat er in de wereld omgaat en waar het leven beter is. Iedereen pakt makkelijker zijn boeltje op en verhuist naar een ander land.
Hoewel Naím niet met zo veel woorden ingaat op de technologische ontwikkelingen die aan deze veranderingen ten grondslag liggen, is het duidelijk dat in het bijzonder het internet voor een goed deel verantwoordelijk is voor het afbrokkelen van de traditionele machtsstructuren. We leven nu in een global village, kijken naar dezelfde films en lezen dezelfde boeken, en hebben dezelfde ambities en accepteren minder een falende overheid.
Wereldproblemen
Naím analyseert de veranderingen in machtsvorming en geeft veel voorbeelden van het afnemende politieke vermogen om wereldproblemen zoals klimaatverandering, biodiversiteit, inkomensongelijkheid, en criminaliteit, aan te pakken.
De politieke besluitvorming wordt ook ondermijnd door de groeiende complexiteit van de besluitvorming. In supranationale organisaties als de EU en VN is de besluitvorming veelal gebaseerd op consensus of hebben individuele landen vetorecht. Binnen de VS is er een permanente patstelling tussen de president en het parlement. Voor de zaken van algemeen nut geldt ook het ‘collective action’ (het collectieve handelen) en ‘free rider’ dilemma: iedereen is gebaat bij het stoppen van de klimaatverandering en het redden van bedreigde diersoorten, maar iedereen probeert zijn eigen bijdrage zoveel mogelijk te minimaliseren. De VS geven meer uit aan defensie dan alle andere NATO-partners bij elkaar, maar de politieke wil om als politieagent in de wereld op te treden is niet groot.
De internationale besluitvorming wordt ook verlamd door de groei van het aantal landen (nu ca. 200) en het uiteenvallen van de landen, dwz. in regio’s die steeds meer zelfstandigheid eisen, en steden die autonomer worden. Binnen landen kampen regeringen met een afnemend vertrouwen van hun bevolking, met versnippering van politieke partijen (Nederland heeft nu zestien partijen in het parlement plus nog enkele dissidenten), met moeizame coalities (België kende in 2011 een demissionaire periode van 541 dagen), en het verschrompelen van de vaste aanhang van de politieke partijen. Daarnaast is er een toenemend aantal pressiegroepen en NGO’s die er beter in slagen om de mogelijkheden van sociale media te benutten dan de traditionele partijen.
Naast de politiek ziet Naím ook parallelle ontwikkelingen in het bedrijfsleven en de media. Drempels voor toetreding tot bepaalde sectoren zijn aanzienlijk verlaagd en door snelle opschaling naar wereldniveau kunnen nieuwe spelers bestaande bedrijven in korte tijd overvleugelen. Nieuwe businessmodellen als online shopping omzeilen bestaande distributiekanalen en ook instellingen als universiteiten en musea moeten de nieuwe mogelijkheden van online-learning vrezen.
Draagkracht van de overheid
Hoewel Naím veel aandacht besteedt aan de concurrentiekracht van bedrijven besteedt hij weinig aandacht aan de macro-economische gevolgen van de internet revolutie. Zo is door het goedkope transport een wereldmarkt ontstaan voor producten, die in lagelonen landen worden vervaardigd en relatief eenvoudig gedistribueerd kunnen worden. Ook de technologische mogelijkheden voor mechanisatie, automatisering en toepassing van robots, zijn enorm toegenomen. Dit heeft geleid tot een zeer efficiënte productie op een beperkt aantal plekken en een overproductie van vliegtuigen, auto’s en elektronische apparatuur. Ook voor goederen als staal en melk is een overproductie ontstaan met een zeer prijsdrukkend effect. Franse boeren protesteren tegen de lage melkprijs die ze van de tussenhandel ontvangen, maar feitelijk zijn de hoofdschuldigen hun meer productieve Nederlandse en Deense collega’s die enorme investeringen in schaalvergroting hebben gedaan. Toch, ondanks de miljarden euro’s subsidie van de EU slagen de boeren er nauwelijks in om rond te komen. Idem zal het vergaan met vele andere bedrijfstakken die hun producten op de wereldmarkt moeten verkopen. En vrijwel alle bedrijven hebben nu te maken met de wereldmarkt. Het effect is dat de totale werkgelegenheid in veel landen sterk zal dalen. Ook de kwaliteit van het werk neemt af en vaste contracten worden vervangen door tijdelijk werk.
Belastingontwijking
Daarmee komen we op een punt waar Naím ook minder op ingaat en dat is de afbrokkelende financiële basis waarop overheden moeten opereren en waar ze hun belastinginkomsten vandaan halen. De macht van de overheid ligt toch vooral in de hoeveelheid geldmiddelen die ze weet te verwerven. Met het afnemen van het aandeel van arbeid als aandeel van de bedrijfsinkomsten, daalt navenant de opbrengst van de directe belasting op inkomen.
Het internationale bedrijfsleven is zeer creatief in het ontwijken van belastingen. Dat geldt ook voor de zeer vermogenden. Op de binnenlandse markt maakt het toenemend aantal zzp-ers het lastiger om inkomstenbelasting te innen. Het zal betekenen dat de overheid de komende jaren vooral haar inkomsten zal moeten zoeken in de indirecte belastingen (BTW, accijnzen, etc.). Dit stuit op weerstand van de politieke partijen die dit als een aanslag op de koopkracht zien. Maar de mogelijkheden om de vermogensbelasting te verhogen zijn zeer beperkt, tenzij men het individueel huizenbezit structureel belast.
De overheid zal zich dus de komende jaren genoodzaakt zien de uitgaven aan te passen aan de dalende inkomsten. Het vergroten van de staatschuld is ook geen oplossing want dan komt de overheid het internationale bankwezen weer tegen die de staten in toenemende mate dwingt in de ‘golden straitjacket’ van het neoliberalisme om de kredietwaardigheid te behouden, dwz. lage inflatie, privatisering van overheidsdiensten en nutsbedrijven, deregulering van kapitaalmarkten, afbouwen van subsidies, toeslagen, etc. Het gevolg is dat de economie groeit, maar de overheid krimpt.
Verlies van bestuurbaarheid
Het boek beschrijft in veel detail de maatschappelijke veranderingen die zullen leiden tot verlies van macht van instituties en nationale staten. Collectieve arrangementen nodig voor een geordende samenleving zullen kwijnen en de economische en sociale solidariteit zal worden ondergraven.
Naím maakt zich grote zorgen over de bestuurbaarheid van de wereld. De versnippering in het politieke landschap maakt landen niet zo zeer kwetsbaar voor de macht van totalitaire leiders of grote bedrijven, als wel voor anarchie en apathie. Hij vreest dat we in het Westen in dezelfde anarchie zullen verzinken als er al heerst in andere delen van de wereld.
Natuurlijk kan besluitvorming worden verbeterd door minder tijd te geven aan incidenten die in de media worden opgeblazen (zoals ontsnapte TBS-ers), door het opheffen van het vetorecht in de EU, door het opheffen van de patstelling in de presidentiële stelsels tussen president en parlement (VS, Frankrijk), en door het verhogen van de kiesdrempel (Europees parlement). Ook hoopt hij dat alle experimenten met ‘directe’ democratie die gebruik maken van de nieuwe media (zoals de piratenpartijen en de vijfsterrenbeweging ooit voorstonden) op een goede manier kunnen bijdragen aan een grotere betrokkenheid van de kiezer maar gelijktijdig ook aan een versterking van de politieke besluitvorming.
De wereld kan niet zonder macht, dus volgens Naím zullen zich nieuwe vormen van macht ontwikkelen, autocratisch of democratisch. Deze week publiceerde hij zijn vervolgboek [1]. We zullen volgende maand zien wat het geeft.
[1] Moisés Naím, The Revenge of Power, How Autocrats Are Reinventing Politics for the 21st Century, St Martin’s Press, Febr. 2023.