Civis Mundi Digitaal #132
Bespreking van Jaap Tielbeke, We waren gewaarschuwd, Over een profetisch milieurapport en wat we er (niet) mee deden, Das Mag, 2022.
Vorig jaar was het 50 jaar geleden dat de Club van Rome, een denktank van rijke industriëlen, met een baanbrekend rapport kwam, Grenzen aan de groei, geschreven door Donald en Donna Meadows met medewerking van een aantal onderzoekers van MIT (Massachusetts Institute of Technology). Het waarschuwde voor de gevolgen van doorgaande economische groei voor onze natuurlijke omgeving. Het schetste een apocalyptisch beeld van toenemende milieuvervuiling, schaarste en uitputting van energie, materialen en andere natuurlijke hulpbronnen. Het boek maakte enorme indruk en was een instant succes met 37 vertalingen en een miljoenen oplage. In Nederland gingen er 250.000 exemplaren van over de toonbank.
Jaap Tielbeke schetst in zijn vermakelijk boekje, dat eerder als een longread in De Groene verscheen, met veel gevoel de toenmalige tijdgeest en hoe het bewustzijn van de gevaren in de loop van de jaren naar de achtergrond is geraakt, overschaduwd door het niet uitkomen van de voorspellingen en het opkomen van een technologisch optimisme als dat vergroening prima te combineren zou zijn met economische groei. Met de toenemende opwarming van het klimaat worden we echter steeds meer met de neus op de feiten gedrukt: het rapport Grenzen aan de groei had het nog niet zo verkeerd. Nu rest ons niets anders dan een serieuze strategie van ‘degrowth’.
Rapport van de Club van Rome
Eind jaren zestig begon algemeen het besef door te dringen dat de welvaartsgroei een enorme tol vroeg in de vorm van toenemende milieuverontreiniging, onleefbare binnensteden, en uitbuiting van de Derde Wereld voor grondstoffen en olie. Reden voor een aantal industriëlen in 1968 een denktank op te richten om de milieuproblemen aan de orde te stellen. Het eerste rapport van de club De grenzen aan de groei [1] sloeg in 1972 in als een bom. Het vernieuwende van het rapport was dat een MIT-groep met behulp van een computermodel mogelijke toekomstige scenario’s van de industriële ontwikkeling had doorgerekend. Het bleek dat een exponentiële groei na een aantal decennia op de natuurlijke grenzen van de aarde zou stuiten met desastreuze gevolgen. Het was zaak de economische groei voortijdig te beperken zodat er geen onomkeerbare catastrofes zouden uitbreken.
In 1972 vond ook de eerste VN-conferentie in Stockholm plaats, waar twaalfhonderd gedelegeerden uit 113 landen over het milieu spraken en met elkaar verklaarden dat toekomstige generaties niet het slachtoffer mochten worden van de ongeremde groei. De conferentie leidde tot de oprichting van het United Nations Environmental Program (UNEP), waarmee het milieubeleid in de VN-structuur werd verankerd. Verder kwam er een Earth-Watch-programma, een netwerk van meetstations dat de wereldwijde luchtvervuiling zou gaan monitoren. Speciale aandacht daarbij was er voor “het gehalte kooldioxide CO2 in de dampkring als gevolg van de industriële activiteiten”.
Vrij snel daarna brak de eerste oliecrisis uit als gevolg van de olieboycot van de Arabische landen, als wraak voor de westerse steun aan Israel in de Yom Kippur oorlog (1973). Economisch volgde een moeilijke tijd met economische recessies, een groeiende inflatie en werkloosheid. Het zal tot begin jaren negentig duren voordat de milieuproblemen en de mogelijke schaarste aan grondstoffen weer nieuwe aandacht krijgen.
In de loop van de jaren plaatsen economen ook vraagtekens bij de uitkomsten van het rapport: lang voordat de voorraden uitgeput raken zullen grondstoffen duurder worden en daarmee besparingen en innovatie uitlokken; hetgeen inderdaad gebeurde. Koper was het eerste metaal dat uitgeput zou raken, maar het omgekeerde gebeurde, de bewezen voorraden groeiden en rond 1990 was de koperprijs lager dan ooit. Hetzelfde gebeurde met de bewezen olievoorraden, die in korte tijd verdubbelden. Kortom, het oorspronkelijke model hield te weinig rekening met de feedback loops van technologische innovaties en nieuwe exploraties.
Duurzaamheid
In 1992 belegt de VN de ‘Earth Summit’ in Rio de Janeiro waar 178 landen vertegenwoordigd zijn, alsmede vele NGO’s. Anders dan de Stockholm conferentie komen nu wel prominente wereldleiders naar de klimaattop, maar de sfeer is anders. Na de val van het IJzeren Gordijn en is er een enorm optimisme in technologische innovatie en marktwerking. Zoals VS-president George Bush verwoordt: “De economie in de VS is sinds 1972 met 57 procent gegroeid, de hoeveelheid lood die de lucht ingaat is met 97% teruggedrongen, de CO-uitstoot (koolmonoxide) met 41%, en ons water is gezuiverd en onze natuurparken schoongemaakt.” Kortom, waar maken we ons zorgen over?
Eerder in 1988 was het Brundlandt rapport Our Common Future verschenen met een pleidooi voor ‘sustainability’ ten opzichte van toekomstige generaties. Het idee was dat de economie “duurzaam” gemaakt kon worden, al was nog wel de aanname dat de industriële output in de wereld nog drie keer groter moest worden om alle landen hetzelfde welvaartsniveau te geven als de geïndustrialiseerde landen. Maar gelijktijdig zou met efficiencyverbetering en het gezamenlijk beheer van de ‘commons’ zoals de oceanen, bossen, en de ruimte, de biodiversiteit worden hersteld en het energie- en grondstoffenverbruik kunnen worden teruggedrongen.
In 1988 werd het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) opgericht dat vijfjaarlijks overzichtsrapporten zou uitbrengen om de stand van het wetenschappelijk klimaatonderzoek samen te vatten met daarbij een overzicht van de technologische en politieke ontwikkelingen. Het IPCC gaat ook jaarlijks de Conference of Parties (COP) meetings organiseren om de politieke voortgang te begeleiden.
De grenzen voorbij
In aanloop naar Rio schrijven de oorspronkelijke auteurs van Grenzen aan de groei een nieuwe geactualiseerde versie van het rapport onder de titel De grenzen voorbij [2] dat echter niet meer de ontvangst krijgt van de oorspronkelijke versie. Wel wordt hier nu de opwarming van de aarde door de CO2 uitstoot voor het eerst expliciet genoemd.
Wat Tielbeke niet noemt is dat de Club van Rome in 1988 al een “herziening” van het eerste rapport van de Club van Rome publiceerde in de vorm van de publicatie Voorbij de grenzen van de groei door Eduard Pestel [3]. In deze publicatie komen de feedback loops ook aan de orde en wordt expliciet gesteld dat de Club van Rome niet wilde pleiten voor een ‘nulgroei’ zoals sommige critici veronderstelden naar aanleiding van enkele opmerkingen achter in het oorspronkelijke rapport. Ook wordt van de maatschappij een vermogen verondersteld om tijdig een naderende ‘collaps’ te detecteren en een tegenbeweging in gang te zetten. Ook in dit rapport wordt al expliciet gewezen op het ‘broeikaseffect’ door de stijging van het CO2 gehalte door de uitstoot van de fossiele brandstoffen, met als gevolg klimatologische veranderingen en een stijging van de zeespiegel die niet te overzien zouden zijn. Waterstof wordt genoemd als nieuwe energiedrager als er voldoende elektriciteit met zonne-energie kan worden opgewekt.
Een belangrijk resultaat van Rio is Agenda 21, een actieplan met programma’s en doelstellingen voor sociale ontwikkeling, monitoring en management van natuurlijke hulpbronnen, bescherming inheemse bevolkingsgroepen, en kennisuitwisseling. In 1997 wordt het Kyoto-protocol getekend voor het terugbrengen van de uitstoot van CO2 in de komende jaren door emissierechten in te voeren. Het protocol gaat in 2005 in maar de effecten blijven de eerste jaren uit omdat er te veel vrijstellingen zijn vergeven aan de bestaande industriële uitstoters.
Voorbij de grenzen
In 2002 is er weer een klimaattop, nu in Johannesburg. Na 9/11 staat de internationale samenwerking wat minder op de agenda en is alle aandacht gericht op het bestrijden van het ‘rijk van het kwaad’. Andermaal wordt er geen voortgang geboekt met het klimaatfonds dat armere landen moet helpen te verduurzamen. Ook nu onthoudt de VS zich van substantieel support voor de klimaatacties. Bedrijven sluiten steeds meer aan onder het motto ‘profit, people, planet’, maar het eindrapport is teleurstellend. De klimaatagenda is verbreed tot algemene ontwikkeling, maar daarmee ook verwaterd.
Het geluid van de klimaatsceptici wordt sterker. Bjørn Lomborg publiceert in 2001 zijn boek The Skeptical Environmentalist [4], die het klimaatprobleem erkent maar pretendeert dat alle problemen zullen worden opgelost door meer innovatie, meer groei en meer ontwikkeling in de Derde Wereld. In armoede is er geen klimaatbewustzijn, dat komt pas bij een bepaald welvaartsniveau. Terugkijkend zien we dat technologie een enorme verbetering heeft gebracht. Ook het ‘gat in de ozon’ werd door internationale coördinatie snel opgelost. Voor onze toekomst zouden we niet hoeven te vrezen. Schaarste aan hulpbronnen zou vanzelf de belangstelling en het technologisch vermogen wekken voor herstel en duurzaam gebruik. Een groot deel van zijn statistische analyses worden later ontkracht, maar het zaad van de verwarring is gezaaid.
De auteurs van Grenzen aan de groei publiceren in 2004 nog wel Limits to Growth, The 30 Year Update, maar de sfeer wordt steeds somberder. De grenzen zoals in 1972 aangeven hebben nog niets aan relevantie verloren, maar de politiek blijft doof voor serieuze maatregelen. De opwarming van de aarde gaat onverdroten door. Donna Meadows, nog wel genoemd als co-auteur, is inmiddels overleden, en na deze publicatie trekt Donald Meadows zich ook terug. Hij geeft de moed op.
Planetaire grenzen (bron: Wikipedia)
Planetaire grenzen
Als we geen duidelijke prognoses kunnen maken van de toekomst, kunnen we dan wel aangeven waar de grenzen van de aarde worden overschreden? In 2009 doet Johan Rockström dit door een negental ‘planetaire grenzen’ in kaart te brengen, waarvan er vier inmiddels al overschreden zijn: klimaatverandering, verzuring van de oceanen, stikstof- en fosforverzadiging, en verlies van biodiversiteit. In 2017 vertaalt Kate Raworth het diagram van Rockström in een ‘donut’: naast de ‘planetary boundaries’ die de ecologische randvoorwaarden beschrijven van de maatschappij is er ook een ondergrens als ‘social foundation’ voor de maatschappij met basisvoorzieningen zoals huisvesting, water, werk, en sociale rechten, die minimaal gegarandeerd moeten worden. Hoe die grenzen moeten worden bewaakt en gehandhaafd is in het model niet gegeven.
De donut
De klimaattop in Kopenhagen (2009) probeert concrete doelstellingen voor de CO2 reductie te geven voor 2020, maar de richtlijnen blijven vrijwillig en niet bindend. Terwijl de EU zich wel wil committeren aan concrete doelen, blijven de VS en Canada, en veel andere belangrijke landen daarvan weg. Pas op de COP in Parijs wordt men het eens over het concrete doel de maximale opwarming tot 2C graden te beperken en bij voorkeur daaronder. Daartoe worden emissiereducties voorgesteld van 50-60% in 2030 en 80-90% in 2050 (nett-zero) ten opzichte van 1990. De inspanning blijft echter vrijwillig.
Degrowth
Inmiddels zijn we al goed op weg naar 2030, maar blijven de reducties ver achter bij de beloftes. Vijftig jaar na de publicatie van Grenzen aan de groei begint door te dringen dat we echt grenzen aan de groei moeten stellen. Met name Jason Hickel verwoordt dit streven naar ‘degrowth’ oftewel nul-groei of postgroei, in zijn publicatie Less is more [7]. Het boek begint met een angstaanjagende samenvatting van de huidige milieuschade en laat vervolgens zien dat een maatschappij met een lagere materiële consumptie maar met meer inkomensgelijkheid, een beter alternatief is dan een maatschappij die blijft speculeren op ‘groene groei’. Helaas beschrijft hij niet hoe we die nulgroei politiek en economisch kunnen implementeren.
Inmiddels blijkt uit nieuwe ‘runs’ [8] van het oorspronkelijke wereldmodel van het MIT met geactualiseerde data dat de uitkomsten voor nu binnen de verwachtingen van de oorspronkelijke prognoses van 1972 vallen en dat we nog steeds op weg zijn naar een catastrophe, zij het iets later dan het oorspronkelijke rapport veronderstelde. De jaarlijkse COP-meetings gaan ondertussen door, maar ook in Glasgow (2021) is er nog geen doorbraak in het vullen van het wereldwijde klimaatfonds. De meest recente prognoses voor de terugdringing van de CO2 uitstoot blijven achter bij de planning. De temperatuur van atmosfeer en oceanen blijft stijgen. De waarschuwingen van 1972 hebben tot nu toe weinig uitgehaald.
Tot slot
Jaap Tielbeke heeft een prettig lezend boekje geschreven met veel aandacht voor de hoofdrolspelers, zowel de auteurs van het oorspronkelijke rapport, als de politici en academici die in Nederland betrokken waren bij de goede ontvangst van het rapport. Iets van die sfeer valt ook te lezen in de terugblik van een van de RIVM medewerkers [9]. Een bespreking van de voortgang van de zonne- en windenergie in Nederland is te vinden in De Energietransitie elders in dit nummer.
Noten
[1] Donald Meadows, e.a., Grenzen aan de groei, rapport van de Club van Rome, Aula-pocket, Spectrum, 1972.
[2] Donald Meadows c.s., Beyond the limits, vert. De grenzen voorbij, 1992.
[3] Eduard Pestel, Voorbij de grenzen van de groei, Meulenhoff, 1988.
[4] Bjørn Lomborg, The Skeptical Environmentalist, 2001.
[5] Donald Meadows c.s., Limits to Growth, The 30 Year Update, 2003.
[6] Johan Rockström, c.s., Planetary boundaries, 2008.
[7] Jason Hickel, Less is more, How Degrowth will save the world, William Heinemann, Windmill Books, 2021; vert. Minder is meer, Epo uitgeverij, 2020. Zie ook bespreking van Toon van Eijk in CM#116.
[8] Gaya Herrington, Five Insights for Avoiding Global Collapse, What a 50-Year-Old Model of the World Taught Me About a Way Forward for Us Today, MDPI, October 2022. pdf
[9] Bert J.M. de Vries, Grenzen aan de Groei 1972-2022: een terugblik. Tijdschrift Milieu, april 2022, nr. 2.