De aarde

Civis Mundi Digitaal #132

door Jan de Boer

Een genuanceerde blik op de invloed van het IPCC
De milieucrisis en het tekort schietende menselijk denken

Een genuanceerde blik op de invloed van het IPCC

 

Het recente rapport van het IPCC is een laatste waarschuwing: als de klimaatopwarming nu niet definitief wordt aangepakt, is het te laat; nu zijn er nog mogelijkheden om een verdere catastrofe te voorkomen. Is dat waar? Om daarop een goed antwoord te kunnen geven, moeten we weten hoe de alarmerende rapporten met mogelijke oplossingen tot stand komen.

In de context van klimatologische urgentie heeft het IPCC zich doen gelden als de stem van het klimaat die stelt wat er moet gebeuren in de strijd tegen de klimaatverandering tegenover de leiders van landen die niet voldoende actief zijn op dat terrein. Zijn autoriteit en zijn legitimiteit zijn in de loop der tijd opgebouwd dank zijde wilskracht van excellente wetenschappers en experts, de kracht van wetenschappelijke argumenten, maar ook zijn capaciteit om zich te institutionaliseren en de koppeling tussen wetenschap en politiek te organiseren.

En dat was niet altijd het geval. Het IPCC was het doelwit van groepen klimaatsceptici die het met name in 2010 beschuldigden van het vervalsen van gegevens of het maken van fouten. Maar vervolgens veranderde het IPCC onder meer zijn procedures om zijn legitimiteit veilig te stellen. Zo heeft het IPCC zich doen gelden als een model van internationaal onderzoek en worden zijn conclusies nog maar heel weinig in twijfel getrokken. De onderwerp biodiversiteit werd overgenomen door het IPBES, het intergouvernementele wetenschappelijke en politieke platform betreffende de biodiversiteit en ecosystemische diensten, en er gaan stemmen op die pleiten voor soortgelijke organisaties voor pandemieën of mondiale plasticvervuiling.

Het IPCC is erin geslaagd het klimaat op de agenda te plaatsen en er met een zekere regelmaat aan te herinneren dat het dringend noodzakelijk is om dit kolossale probleem aan te pakken. En dit doet het met één stem, want het IPCC ruimde de verwarring veroorzaakt door talrijke nationale en internationale evaluaties en aanbevelingen in de jaren 1980-1990 uit de weg. Vervolgens begeleidde het IPCC de klimaatonderhandelingen: de Conventie van de Verenigde Naties betreffende de klimaatveranderingen (die de COP’s organiseert) werd in 1992 geïnstalleerd op basis van zijn conclusies. In de loop der jaren is de waarschuwingsrol van het IPCC veranderd in een rol van het geven van oplossingen. Zonder direct de politiek te beïnvloeden heeft het IPCC bijgedragen aan de opbouw van het klimaatprobleem. Maar toch moet zijn werkelijke invloed genuanceerd worden. Expertise alleen kan dit probleem, dat één van de meest complexe politieke, sociale, economische en ethische kwesties is en blijft, niet oplossen.

Het IPCC werd in 1988 gecreëerd onder de vlag van de mondiale meteorologische organisatie (OMM) en van het programma van de Verenigde Naties voor het milieu (PNUE), allereerst onder druk van de Verenigde Staten en met name president Ronald Reagan. De Amerikanen wilden de controle houden over de wetenschappelijke expertise toen er gesproken werd over een internationaal verdrag inzake het klimaat, wat door hen als een bedreiging voor hun economie werd gezien. Deze vaste wil om een intergouvernementele organisatie op te richten werd gesteund door het Britse koninkrijk van Margaret Thatcher, de G7, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en veel wetenschappers. Hun idee was om een coproductie van kennis tussen wetenschap en politiek te realiseren en zo rekening te houden met de realiteit, maar vooral ook om overheden te overtuigen van de conclusies van de rapporten.

De auteurs nemen het belangrijkste deel van het werk voor hun rekening, de productie van de rapporten, maar de 195 lidstaten van de OMM en het PNUE hebben ook een belangrijke rol: zij bepalen het mandaat van het IPCC, bepalen het programma van de werkgroepen, kiezen de leden van het bureau, controleren de productie van de rapporten, stellen de lijsten van auteurs voor en examineren in samenwerking met de auteurs regel voor regel de samenvattingen van de rapporten. Vanaf het begin heeft dit geleid tot veel spanningen en frustraties tussen de experts en de regeringen. Niet alleen over de oplossingen, maar ook over de realiteit van de klimaatverandering, die een aantal landen als Saoedie-Arabië, Qatar, India en zelfs af en toe de Verenigde Staten ter discussie stellen; deze verdeeldheid en meningsverschillen worden verborgen gehouden. De auteurs die een compromis moeten zien te vinden, staan onder grote druk, omdat zij rekening moeten houden met de eisen van de regeringen. Slagen zij daar niet in, dan worden de betreffende verklaringen uit de rapporten verwijderd, en dat komt regelmatig voor.

Dit zoeken naar compromissen heeft vaak als gevolg zeer algemene conclusies, terwijl er enorme verschillen zijn tussen landen wat betreft impact en verantwoordelijkheden. Het IPCC geeft mogelijkheden aan om de transitie te versnellen, maar niet om te begrijpen wat deze transitie afremt, de krachtsverhoudingen en de redenen van het doorgaan van de uitstoot van broeikasgassen. De auteurs mogen niet de namen van landen noemen of hun bereidheid tot actie in twijfel trekken. Zo is het resultaat van de rapporten een « waarheid » die niet stoort, die de politieke en economische krachtsverhoudingen niet ter discussie stelt.

Het IPCC, dat lange tijd als alarmerend werd gezien en in veel ogen nog steeds, is in werkelijkheid zeer conservatief, Het steeds weer zoeken naar een compromis heeft als gevolg een resultaat van de kleinst gemene deler. Daarbij is het IPCC altijd aan de te late kant wat betreft de wetenschappelijke literatuur, omdat het de meest recente studies niet in zijn samenvatting kan meenemen. En de angst om aangevallen te worden door klimaatsceptici dwingt de wetenschappers tot grote voorzichtigheid.

Steeds meer wetenschappers vragen zich daarom af of zij het IPCC nog nodig hebben of wenden zich ervan af. Is hervorming van het IPCC mogelijk? Het IPCC wint er in mijn ogen veel bij door het integreren van sociale wetenschappen en lokale en inheemse kennis in hun rapporten. Ook zou het tempo van evaluatiecycli versneld moeten worden: negen jaar voor een volgend nieuw samenvattingsrapport is veel te lang, daarmee lopen hun rapporten flink achter op de ontwikkelingen. Wellicht kan de productie en de publicatie van veel kleinere rapporten in dit cruciale decennium helpen de ontwikkelingen wat betreft de uitstoot van broeikasgassen beter te volgen.

Maar helaas is het IPCC een zeer bureaucratische organisatie en een aantal landen weigert elke hervorming: zij hebben er belang bij dat het IPCC geen regelmatige evaluaties kan publiceren, zij willen acties zo lang mogelijk uitstellen. Zo lang de wetenschappers van het IPCC aan de leiband van de politiek moeten lopen, kunnen we bij de waarde en de realiteit van de veel te late rapporten van het IPCC de nodige vraagtekens zetten.

 

Geschreven in maart 2023

 

 


De milieucrisis en het tekort schietende menselijk denken

 

Stel je eens een kleine gemeenschap voor van schipbreukelingen op een verloren eiland in de Stille Oceaan. Gezien de beperkte zoetwaterhoeveelheid op het eiland moest besloten worden dat ieder individu, om het overleven van deze gemeenschap te kunnen garanderen, niet meer dan dertig liter water per dag mocht consumeren. Deze schipbreukelingen waren deels rijk en deels arm, maar die financiële verschillen hadden op het eiland geen betekenis, want het ter discussie stellen van de dertig liter water per persoon per dag zou ook het ter discussie stellen van hun individueel en collectief overleven betekenen.

Dit verhaaltje is een metafoor van de actuele situatie waarin de mensheid verkeert. De vraag is waarom wij niet accepteren wat op dit verloren eiland wel geaccepteerd wordt. Daar zijn verschillende redenen voor die het object zijn van antropologisch, psychologisch en experimenteel economisch onderzoek.

De eerste heeft een cognitief karakter. Het is gemakkelijk om fysieke hoeveelheden te begrijpen die in het geding zijn in één situatie en niet die in een andere situatie. We kunnen ons heel goede enkele tientallen liters water voorstellen, maar niet de door de mensheid uitgestoten 40 miljard ton CO2. Iedereen kan zo ook het verschil zien en begrijpen tussen 10 en 100 appels, maar niet het verschil tussen 10 miljard en 100 miljard appels; dat gaat ons begrip te boven. Conclusie: onze gedragingen zijn afhankelijk van de voorstellingen waarmee wij geconfronteerd worden. Als deze voorstellingen te abstract zijn, hebben zij geen invloed op onze gedragingen.

De tweede heeft ook een cognitief karakter. Gezien het aantal mensen op Aarde blijft excessieve consumptie van een enkel individu of van een kleine minderheid van personen ontzettend klein in verhouding tot de mondiale consumptie. Daarentegen wordt excessieve consumptie van een enkel individu op dat verloren eiland in de oceaan gemakkelijk geïdentificeerd als een mogelijke concrete oorzaak van een collectieve ramp.

De derde leidt ons naar wat « de kracht van het systeem » genoemd kan worden, met name naar de economische principes ervan. Het huidige economische systeem heeft als wezenlijk kenmerk dat iedereen vrijelijk kan consumeren naar de middelen waarover hij beschikt. Zich tegen deze fundamentele vrijheid verzetten is feitelijk de ineenstorting van het systeem provoceren. Doordat iedereen van dit systeem afhankelijk is, kunnen we ons moeilijk een dergelijk verlies aan vrijheid indenken.

Ook de vierde is gerelateerd aan « de kracht van het systeem ». In de kleine gemeenschap op dat eiland in de oceaan is het gemakkelijk om aan iedereen een beperkte consumptie op te leggen. De fysieke en psychologische nabijheid van deze eilandbewoners, hun concrete onderlinge afhankelijkheid en het duidelijke beeld van hun gezamenlijk lot spelen een beslissende rol. Dat is ondenkbaar op de schaal van onze planeet door het aantal mensen, de afstand tot elkaar en de abstractie die 8 miljard mensen vertegenwoordigen.

De vijfde bestaat uit het feit dat de micro-gemeenschap op het eiland zich als een homogeen geheel beschouwt en dus accepteert dat iedereen aan dezelfde consumptieregels onderworpen is. Maar waar er op onze planeet meerdere maatschappijen samenleven en elkaar beconcurreren, is het kennelijk onmogelijk hun gemeenschappelijke regels op te leggen.

De zesde reden hangt samen met ons begrip van ongelijkheid en rechtvaardigheid. In een in « Nature » gepubliceerd artikel met als titel « Why people prefer unequal societies » laten de auteurs ons weten dat het menselijk brein geëvolueerd is om een egalitaire en rechtvaardige verdeling van rijkdommen voor te staan. Wij houden van gelijkheid, omdat deze heel vroeger bestond. Ongelijkheid was niet te rijmen met het overleven van kleine menselijke gemeenschappen in het Paleolithicum, de oude steentijd. Onze geneigdheid tot gelijkheid is sterk gemoduleerd door onze eis van rechtvaardigheid, die om dezelfde reden in onze hersens is gegraveerd. Dat is de reden waarom wij het bestaan van rechtvaardige ongelijkheden en onrechtvaardige gelijkheden herkennen als gevolg van de meritocratie, die in een planetaire context doet accepteren dat een zeker aantal mensen rijker is dan anderen, daardoor meer kunnen consumeren en dus onze planeet meer verwoesten. De meritocratie is het maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van elk individu is gebaseerd op zijn of haar verdiensten. Als bestuursvorm impliceert het een politieke elite die aan de macht is op basis op de som van individuele verdiensten (capaciteiten, politieke ervaring, diploma’s…).

De conclusie die wij uit dit alles kunnen trekken, is dat er geen oplossing voor de milieucrisis bestaat zonder de acceptatie van een beperking op ons recht om te consumeren, en wij dus afstand moeten nemen van het begrip meritocratie. Die acceptatie zou een ware en uiterst belangrijke antropologische revolutie zijn, de enige die ons de milieucrisis te boven kan doen komen. De enorme ongelijkheid in rijkdom en consumptie heeft geen enkele legitimiteit op een beperkte planeet, ongeacht de huidige kracht van de macht gebaseerd op de meritocratie en gedachten van een wereld zonder grenzen en beperkingen. Denk aan die kleine gemeenschap van schipbreukelingen op dat verloren eiland in de Stille Oceaan!

 

Met dank aan Thierry Ripoli, professor cognitieve wetenschappen aan de universtiteit Aix-Marseille.

 

Geschreven in maart 2023