De geschiedenis van Rusland in persoonlijke constateringen

Civis Mundi Digitaal #138

door Jef Abbeel

Bespreking van Hans Driessen, Michel Krielaars en Eva Peek, Dit volk heeft zijn God op aarde. Ooggetuigen van de Russische geschiedenis. Uitgeverij Pluim, 2023.

 

Dit is een uitgebreidere versie van Ooggetuigen van de Russische geschiedenis, dat in 2007 verscheen. Het bestaat uit 152 getuigenissen, waarvan er hieronder een aantal volgen. Het ontdekken van de samenhang worst aan de lezer overgelaten, maar is  wel opvallend aanwezig. Aanleiding tot dit boek is de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, die bij velen de ogen heeft geopend voor terugkerende constanten: wreedheid, geklungel, blinde gehoorzaamheid aan en verafgoding van de leider, corruptie, onverschilligheid van vele Russen. Het lijkt wel alsof de Russen 

een despoot nodig hebben, een idee dat Poetin ook graag verkondigt. De nieuwe titel komt uit de brieven van de Custine, de Franse gezant in Rusland van 1839 tot 1843. De getuigen zijn zowel Russen als buitenlanders.

Het boek begint in 1091 in Kiev met een fragment uit de Nestorkroniek, de oudste geschiedenis van Oekraïne en Rusland, geschreven in het Kievse Holenklooster. Moskou anno 1476-1477 werd gekenmerkt door 9 maanden bittere koude per jaar en mateloos drinken. Een wrede massa-executie van edelen in 1570 doet de lezer beseffen waarom Ivan IV de bijnaam ‘De Verschrikkelijke’ kreeg.

In 1697-98 bezocht Peter de Grote West-Europa om bij te leren, de Russische marine op te bouwen en om bondgenoten tegen de Turken te zoeken. Een Duitse dame getuigt over haar ontmoeting met deze “lange, mooie man”, die “wel wat beter gemanierd zou mogen zijn.” (p. 57). Hij liet de Europese geschiedenis vertalen uit het Latijn en eiste dat de vertaler ook de passages opnam waarin de Russen niet mooi voorgesteld werden (p. 71).

De brand van Moskou (1812) wordt beschreven door een Franse legerdokter. Hij werd aangestoken door vrijgelaten Russische gevangenen. Enkel het Kremlin en de kerken ontsnapten omdat ze van steen waren. Na de opstand van de Dekabristen in 1825 werden er vijf opgehangen; de andere 595 kregen 20 jaar dwangarbeid in Siberië. De ophanging verliep moeizaam: de galg was te hoog, de touwen te kort, er braken  drie touwen en de koordenwinkel was dicht…

In 1839-1843 maakte de Custine een reis door Rusland. Hij constateerde allerlei wreedheden, waarbij het publiek deze liet begaan. Hij zegt: “Dit volk heeft nog steeds zijn God op aarde, de keizer wordt verafgood door zijn onderdanen.” (p. 116-120).

Tsaar-bevrijder Alexander II werd in 1881 vermoord, omdat zijn hervormingen niet snel genoeg gingen. Daarna veranderde Rusland weer in een dictatuur met een oppermachtige geheime politie. Nicolaas II werd in 1894 tsaar tegen zijn zin. Tijdens de feesten kwamen meer dan duizend mensen om het leven in het gedrang, maar het feest ging door.

Het meest aangrijpende getuigenis is dat van een pogrom in 1903, in Kisjinjov, nu Chisinau in Moldavië. Een politieagent en twee patrouilles soldaten keken toe toen relschoppers Joden afmaakten en van een dak naar beneden gooiden te midden van het hoongelach van de toeschouwers. De getuige zegt niet hoeveel er afgeslacht werden: het waren er 49, plus vele gewonden en groepsverkrachtingen.

Op ‘Bloedige Zondag’ (9 januari 1905) wilden hongerige arbeiders een petitie aanbieden aan de tsaar, maar ze werden beschoten en er vielen honderden doden. Raspoetin werd de rampzalige raadgever van de tsarina en van de tsaar. Hij bezocht meerdere prostituees per dag. In 1916 werd hij vermoord omdat hij tijdens de oorlog te veel macht kreeg. In maart 1917 trad de tsaar af. Het afscheid van zijn troepen verliep emotioneel.

John Reed beschrijft de plundering van het Winterpaleis en de gevangenneming van de Voorlopige Regering in oktober/november 1917. Hij zegt er niet bij dat die ministers geëxecuteerd werden.

Na de Oktoberrevolutie volgden jaren van vreselijke armoede, honger, nachtelijke huiszoekingen door de Tsjeka, waarbij onschuldigen opgepakt werden en nooit meer terugkeerden. Joerovski beschrijft hoe hij de tsaar en zijn zoon doodschoot en hoe zijn vuurpeloton de rest van de familie uitmoordde op 16-17 juli 1918. Hij zegt er niet bij dat het bevel van hogerhand kwam, nl. van Sverdlov en Lenin.

Een Joegoslavische communist beschrijft het ‘Arbeidersparadijs Moskou’ in 1926 : “In het meest achterlijke land van Europa is iedereen arm en in lompen gekleed”. Hij constateerde ook dat de partij iedere opposant uitroeide en dat er snel tienduizend bevoorrechten waren.

Nina Loegovskaja beschrijft de akelige huiszoeking in 1933, waarbij haar onschuldige vader opgepakt werd. Even akelig verliepen de huiszoekingen bij de koelakken en de massale hongersnood die volgde op de collectivisatie.

De Joegoslavische communist Djilas vertelt dat Stalin alle wandaden van het Rode Leger goedpraatte: vrouwen verkrachten, Duitse vluchtende vrouwen en kinderen doodschieten. Het herhaalde zich in 2022 in Boetsja.

De persoonsverheerlijking van Stalin kende geen grenzen: ‘het grootste genie’ was God geworden. Chroesjtsjov beschrijft de dood van Stalin en de tegenstand die hij in 1956 ondervond toen hij diens misdaden bekend ging maken.

In 1974 werd Solzjenitsyn verbannen omdat hij schreef dat de terreur al tijdens Lenin was begonnen. De kernramp in Tsjernobyl toonde hoe weinig voorzorgen er genomen waren.  Gorbatsjov vertelt hoe klungelig de staatsgreep tegen hem verliep in augustus 1991 en Jeltsin beschrijft hoe hij hem beëindigde.

Bij elke verkiezing koopt Poetins partij alle zendtijd op, zodat de bevolking enkel voor hem reclame krijgt. In 2012 was er groot protest tegen de vervalste verkiezingen, maar dat werd met massaal geweld onderdrukt. Sindsdien is de repressie enkel verergerd, met vele doden als gevolg. De annexatie van de Krim, met goedkeuring van Gorbatsjov,  bezorgde Poetin een grote populariteit. Sindsdien is hij een heilige. In januari 2022 had Rusland nog geëist dat de NAVO al zijn troepen zou terugtrekken uit Oost-Europa en geen nieuwe leden meer zou toelaten.

De inval in Oekraïne leidde tot duizenden oorlogsmisdaden, waarvan de 458 doden in Boetsja de bekendste slachtoffers zijn. Vele Russen geloven dit niet en zeggen dat het Westerse propaganda is. Wie de bloedbaden wel bekend durft te maken in Rusland, krijgt jarenlange gevangenisstraffen.

 

Beoordeling

Dit boek is een degelijk, maar selectief overzicht van bijna duizend jaar Russische geschiedenis. Een aantal  getuigenissen zijn zeer aangrijpend, maar sommige zijn weinig relevant. Het taalgebruik in de oudere teksten is vaak ouderwets. Bij elk van de 152 getuigenissen  staat een korte toelichting van de auteurs. Een kaart met de vele plaatsnamen ontbreekt: de lezer moet zelf zoeken naar Preobrazjenskoje (p. 59-64), Nyenschanz (p. 62), Otsjakov (p. 77), Guttstadt (p. 89) etc. Globaal is het een zeer boeiend boek.

©Jef Abbeel, Turnhout,  september 2023   www.jefabbeel.be