Civis Mundi Digitaal #140
Themanummer Filosofie-Tijdschrift Jaargang 33, nr. 2 maart/april 2023. Gompel & Svacina.
Overzicht:
Evert van der Zweerde, Inleiding
Pascal Huiting, Filosofie en poëzie – het goddelijke ter sprake brengen [bij] Vladimir Solovjov
Evi Zacharia, De vermommingen van de Antichrist in 19de-eeuws Rusland
Josephien van Kessel, Russische religieuze filosofie in ballingschap: Broedertwist en generatieconflict
Elisa Pontini, ‘De meest vrije mens in de Sovjet-Unie’
Ilja Pavlov, Perestroika en de jaren negentig in Vladimir Bibichins hermeneutiek
Veronika Sjarova, Geschiedfilosofie in hedendaags Rusland: Problemen, methoden en alternatieven
John van der Stokker, De Russische mens en zijn ziel
Meer bekende existentiefilosofen als Berdjadev en Sjestov ontbreken. Zij worden wel genoemd door Bernard Delfgauw in De wijsbegeerte van de 20e eeuw. Ook filosofische romanschrijvers als Dostojevski en Tolstoi komen niet aan de orde, alleen als toehoorder bij Solovjev. Zij worden door William Barrett in zijn boek Existentialisme besproken als voorlopers van de existentiefilosofie.
De uit Duitsland afkomstige en later naar Riga, de hoofdstad van Letland, uitgeweken cultuurfilosoof Walter Schubart (1897-1941), wiens vooroorlogse werken in het Nederlands zijn vertaald, toont verwantschap met slavoviele Russische denkers. In De komende Europese mens (Europa und die Seele des Ostens)en in Dostojevski en Nietzsche verwacht hij een overwinning van het materialisme door een Geestelijke omwenteling vanuit Rusland en Azië. Ook Alexander Doegin, die door Poetin wordt gelezen en geprezen, komt er niet aan te pas. Evenmin Vladimir Megre van wie de boeken over een Siberische mystica Anastasia in bepaalde kringen gretig worden gelezen. Hij inspireert een spirituele milieubeweging, die in een volgend artikel aan de orde komt. Rusland heeft dus meer te bieden dan onderstaande filosofen.
Inleiding
“Zoals overal bestaat filosofie ook daar uit kritische reflectie op de werkelijkheid en op de eeuwige vragen van de filosofie”, schrijft Evert van de Zande, hoogleraar ethiek en politieke filosofie te Nijmegen, die gepromoveerd is op de Russische filosofie. Ook de Russische filosofie heeft Griekse wortels en werd beïnvloed door de Europese filosofie. Wat maakt dan het verschil uit? Allereerst het verband tussen filosofie en religie en de grotere nadruk op ethische en metafysische dan op politieke of kentheoretische thema’s. De sociale en politieke omstandigheden hadden ook invloed op hun filosofische existentie en vrijheid van denken. De filosofie werd scherp in de gaten gehouden door het regime. “Kritisch denken was er bijna altijd verdacht.” (p2) Daardoor zijn een aantal filosofen gevlucht of verbannen en publiceerden ze in het buitenland. Verder was de Russische filosofie relatief geïsoleerd en vooral gericht op Rusland en de Russische cultuur en wordt weleens geëtiketteerd als ‘etnocentrisch ‘en ’slavofiel’.
De recente geschiedenis toont twee breuklijnen: de Russische revolutie en de val van het communisme in de Sovjet Unie.
Portret van Vladimir Solovjov door Ivan Kramskoy, 1885
Deel 1 Solovjov over Sophia: ‘O eeuwige vriendin, ik noem jou niet bij name’
De invloedrijkste Russische filosoof was Vladimir Sergeevitsj Solovjov (1853-1900), een boezemvriend van Dostojevski en eveneens religieus geïnspireerd. De goddelijke wijsheid in vrouwengestalte, Sophia, speelt een prominente rol bij Solovjov, schrijft de Tilburgse filosoof Pascal Hueting, die is gepromoveerd op een proefschrift over Kierkegaard en Solovjov. Hij is goed thuis in het denken van Duitse idealisten als Schelling en Hegel, de filosofie van Spinoza en de mystiek van Jakob Böhme, waarin het goddelijke een belangrijke rol speelt.
In zijn Voorlezingen over de Godmenselijkheid (1878) komen filosofie, religie, mystiek, politieke filosofie en poëzie bij elkaar. Dostojevski en Tolstoi waren toehoorders bij sommige lezingen ,die vooral bij dichters aansloegen. “Filosofie was voor Solovjov een religieuze roeping. Het was letterlijk Sophia, de goddelijke wijsheid, die hem meermaals riep en aan het denken zette.” (p4)
In het gedicht Drie ontmoetingen uit 1898 bezingt Solovjov Sophia als de liefde van zijn leven: “In ’t grove kleed van stoffelijk bestaan, / Mocht ik het onvergankelijk purper strelen, / En vóór mij ’t licht der godheid op zien gaan...” Sophia omschrijft hij als “zowel het eeuwige lichaam van God als de eeuwige ziel van de wereld.” (p4,5) Hij verwijst naar de bijbelboeken Wijsheid van Salomo en Spreuken acht en negen waar een gepersonifieerde wijsheid van God wordt opgevoerd.
Drie ontmoetingen met Sophia
Toen hij negen jaar was had hij zijn eerste mystieke ontmoeting met Sophia in de gestalte van een meisje. “’Jij stond blij stralend, knikte naar mij even, / Waarna jij in een nevel weer verzwond’... Beelden van aardse en hemelse schoonheid gaan geruisloos in elkaar over.” Hij ziet haar als een “godmenselijk wezen”. Mogelijk betreft het een meisje op wie hij verliefd werd en ging dat over in Sophia als een Eeuwige geliefde, een thema dat ook bij de Sophie van de Duitse dichter Novalis en bij de ’Ferne Geliebte’ van Beethoven voorkomt.
Twee andere ontmoetingen vonden plaats in de bibliotheek van het British Museum in Londen en in de Egyptische woestijn, waar hij de oorsprong van de Sophia-figuur probeerde te benaderen via de Egyptische de godin Isis die “het moederprincipe van het universum belichaamt”. In scheppingsverhalen “baart zij de zichtbare wereld” en “in de mens het bewustzijn van de nieuwe mens”. (p5)
Van mystieke filosofie was aanvankelijk geen sprake. Rond zijn dertiende jaar keer Solovjev zich radicaal af van het christendom onder invloed van het materialisme. “Ik heb alle fasen van de negatieve ontwikkeling van het Europese denken in de afgelopen vier eeuwen na elkaar doorgemaakt Ik werd eerst deïst, toen pantheïst, daarna atheïst en uiteindelijk materialist.... In Spinoza’s denken vond Solovjov een... een panentheïstisch godsbegrip, waarin God niet bóven de wereld staat maar zelf de wereld ís, waarmee hij zich kon verenigen.” (p7) Het kwam overeen met zijn begrip van Sophia.
Vergeestelijking van de materie
Ook Schopenhauer, Schelling en Hegel hadden invloed op zijn denken. Hij streefde onder hun invloed in zijn filosofie naar “vergeestelijking van de materie”, het verbinden van idealisme en materialisme. “ Hij denkt de geschiedenis van het denken en geloven als een proces van godmenselijkheid, een proces waarin de gehele mensheid en God steeds meer tot elkaar komen... Sophia is de drijvende kracht achter de beweging van de godmenselijkheid... De dynamiek van de godmenselijkheid vindt een hoogtepunt in het leven van Christus... Een voorbeeld voor... de mensheid. ” (p8)
Religie wil hij zien als verbindende kracht tussen mensen onderling, tussen God en mens en tussen mens en wereld, niet slechts een persoonlijk geloof. Socialisme en positivisme verklaart hij uit het tekortschieten van de religie, met name op het sociale vlak. De religie bood mensen geen beter leven, geen betere wereld. Daardoor zochten mensen heil in andere stromingen. “Zeventig jaar vóór de oprichting van de Wereldraad van Kerken... presenteert hij een voorstel voor de hereniging van de oostersorthodoxe Kerken en de Rooms-katholieke Kerk” (p8) Het is er nog niet van gekomen.
De secularisatie en afkalving van de christelijke kerken heeft zich verder doorgezet en seculiere stromingen zijn nog altijd prominent aanwezig. De verbinding tussen mensen onderling en tussen God en mens en ook de verbinding met de natuur verkeert in een precaire situatie, waarin onder meer het ecologisme en personalisme een antwoord geven. Overigens heeft het Russische denken soms raakpunten met het personalisme, dat elders in dit nummer en het vorige nummer wordt besproken. Maar de Russische cultuur lijkt vanouds meer collectivistisch dan individualistisch en personalistisch ingesteld.