Civis Mundi Digitaal #141
In de politieke wereld en die van de media wordt de aanval van Hamas op Israël van 7 oktober vorig jaar als een bloedbad, een aanslag, een pogrom, een genocide beschreven, met in ieder geval in Frankrijk als meest gebruikte term het woord « pogrom ». Ik denk dat deze kwalificatie niet juist is, want deze Russische uitdrukking duidt niet op massale misdaden tegen joden, maar op de vernietiging van hun bezittingen met daarbij gewelddadigheden tegen personen. Wat de pogrom karakteriseert is in feite het door de macht ter plaatse opfokken van een opgewonden meerderheid voor het aanvallen van een binnen de gemeenschap levende minderheid.
In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw waren er in Europa, met name in landen als Rusland en Roemenië, veel anti-joodse pogroms, maar deze term heeft weinig te maken met de aanvallen van Hamas. Allereerst omdat zij niet gericht waren en zijn op de vernietiging van Israëlische bezittingen, maar op het doden van joden. Bovendien zijn de joden in Israël geen minderheid, en is Hamas geen volk, maar een terroristische organisatie. Voor mij zijn deze aanvallen massale bloedbaden met als doel het doden van zoveel mogelijk joden.
Onlangs vergeleek de Nobelprijswinnares van de literatuur, Elfriede Jelinek, Hamas met de nazi’s. Dat is in mijn ogen een onjuiste vergelijking, want het nazi-zijn houdt in het aanhangen van de ideologische politiek van Hitler van na de Eerste Wereldoorlog en het toepassen daarvan door het Derde « Reich » vanaf 1933. Nu is Hamas overduidelijk antisemitisch: zijn handvest bevestigt dat de joden aan de oorsprong liggen van de Franse Revolutie, de Bolsjewistische revolutie in Rusland en de Eerste Wereldoorlog. Maar in mijn ogen is Hamas een islamistische nationalistische beweging die niet meer nazistisch is dan Al Qaida of Iran.
Wat naar mijn idee nieuw is, is dat deze operatie van Hamas mede georganiseerd is voor het maken van foto’s en videobeelden, gezien het grote aantal Hamas-strijders gewapend met filmcamera’s. Omdat de aanvallers hun massamoorden niet konden plegen op een gebied dat zij controleerden, konden zij de bevolking niet terroriseren door hun misdaden te laten zien, zoals de Romeinen dat deden met hun kruisigingen. Hamas heeft dus een visuele terreurpolitiek gecreëerd bestemd om in de hele wereld uitgezonden te worden. Zij hebben een evenement in de meest brede zin van het woord « gerealiseerd », deels ook in scène gezet.
Deze films zijn geïntegreerd in een Israëlische montagefilm om de door Hamas gepleegde verschrikkingen te laten zien. Dit dubbele gebruik was al aanwezig in de Holocaust. Bijna alle beelden van het doodschieten van joden waren « overwinnningsfoto’s » die de moordenaars aan hun vrienden wilden laten zien; dezelfde foto’s werden vanaf 1945 evenwel ook gebruikt om het nazisme aan de kaak te stellen. In het Neurenberg-proces werden overigens weinig door de nazi’s gefotografeerde beelden geprojecteerd: het toenmalige juridische systeem beschouwde beelden niet als werkelijke bewijsstukken. Daar kwam verandering in. In 1961 werden de foto’s van de nazi’s gebundeld in het « album van Auschwitz » en gebruikt in het proces tegen Adolf Eichmann. Later werden zij ook gebruikt voor het opsporen en veroordelen van nazi-beulen.
Sinds de nu bijna twee eeuwen oude uitvinding van de fotografie zijn we er in het algemeen van overtuigd geraakt dat beelden heel gemakkelijk te begrijpen zijn. Maar dat is een foute gedachte: beelden zijn heel vaak bedrieglijk. Laten wij eens kijken naar de foto’s van het « album van Auschwitz », met in het voorjaar 1944 door de nazi’s genomen foto’s van de moord op enige honderdduizenden Hongaarse joden. De historici Tal Bruttmann, Stefan Hördler en Christoph Kreutzmüller hebben aangetoond dat deze 197 foto’s in scène gezet zijn. Hun onderzoek wijst uit dat zij genomen zijn op een chaotisch moment in de historie van Auschwitz – de nazi’s waren toen overstelpt met hun moorddadige werk en de gedeporteerden kwamen in opstand – maar op de foto’s liepen de Hongaarse joden in alle rust naar hun dood. Dit soort geënsceneerde foto’s geven ook in heel veel andere gevallen, ook inzake executies, een fout algemeen beeld van de Holocaust.
Waar de joden slachtoffers en de Duitsers beulen zijn, leven wij bij het zien van deze foto’s mee met de joden. Voor de nazi’s waren de gedeporteerden beslist geen slachtoffers, maar joden in de zin van nazi-termen. De fotograaf wil dus aan zijn meerderen geen slachtpartij tonen, maar de doeltreffendheid van een uitroeiingsproces. Omdat hij niet dezelfde taal als wij gebruikt, ontgaat ons bij het zien van deze foto’s in feite de kern van hetgeen hij vertelt.
Geschreven in december 2023