Civis Mundi Digitaal #143
Bespreking van Ludo De Brabander en Soetkin Van Muylem, Gaza. Een geschiedenis van kolonisatie. EPO, 2024.
Dit boek gaat deels over de schrijnende toestanden in Gaza en deels over de geschiedenis van Palestina sinds 1950. Het begint met de gruwelijke aanval van Hamas op Zuid-Israël op 7 oktober 2023, waarbij 1.200 Israëli’s en buitenlanders gedood en ca. 240 ontvoerd werden. Redenen voor de aanval: de hopeloze situatie van de Palestijnen, de normalisering van de relaties tussen Israël en enkele Arabische landen door de Abraham-akkoorden van 2019-2023. Israël was drie dagen vooraf vaag verwittigd door Egypte, maar het onderschatte Hamas en reageerde daarna disproportioneel met als doel Hamas helemaal uit te roeien. De auteurs noemen het een genocide en zeggen dat Israël alle Gazanen naar de Sinaï wil drijven, wat zijzelf (en ook Egypte) niet wensen.
De 200.000 Palestijnen die in 1948/49 naar de Gazastrook vluchtten, vormen nu met 1,7 miljoen 80% van de bevolking. Na de annexatie door Israël in 1967 kwamen er 21 nederzettingen met 8.000 kolonisten. In 2005 haalde Israël die kolonisten weg, maar het behield de controle over de grenzen en over het verkeer van mensen en goederen met een afsluiting van 60 km. Voor elektriciteit, telecom, brandstof en medicijnen is Gaza volledig afhankelijk van Israël. Al vóór deze oorlog leefde 81% onder de armoedegrens en was 50% werkloos. Het bbp per inwoner bedroeg een kwart van dat op de Westoever. Volgens de auteurs had Israël op 4 november 2008 zes Hamas-militanten gedood voordat Hamas zijn raketten afvuurde en zo de oorlog van 2008-2009 ontketende, terwijl de Westerse media de schuld bij Hamas legden. Zij zeggen ook dat Hamas, dat de vernietiging van Israël als doel heeft, in 2006 bereid was tot een wapenstilstand van 50 jaar, als Israël alle bezette gebieden zou verlaten, wat niet zal gebeuren. Bij de Oslo-akkoorden van 1993 was de euforie groot, maar er kwam weinig van terecht: Israël behield alles, het aantal kolonisten nam nog toe, de vluchtelingen mochten niet terugkeren en in 2000 volgde een tweede intifada. De auteurs ramen het aantal kolonisten op 700.000 (p. 86). Andere bronnen spreken van 400.000 op de Westoever en 200.000 in Oost-Jeruzalem, samen 600.000. Ca. 177 controleposten op een oppervlakte van 1/5 van België, 1/7 van Nederland en een ‘apartheids-muur’ van 750 km verhinderen de Palestijnen om in Israël te werken, zich te verplaatsen van de ene enclave naar de andere en van de Westoever naar Gaza. Die muur werd in 2004 afgekeurd door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en door de Algemene Vergadering van de UNO, maar Israël negeerde dit. De Israëli’s hebben hun eigen netwerk van 980 km wegen zonder controles. Israël heeft de facto een einde gemaakt aan een tweestaten-oplossing. Desondanks hebben de VS in 2017 Jeruzalem officieel erkend als hoofdstad, in 2018 hun ambassade naar daar verplaatst en blijven ze veruit de grootste sponsor. Ook de EU kiest telkens de kant van Israël en is de grootste handelspartner.
De geschiedenis van Gaza en van de Palestijnen volgt vanaf p. 123 en beslaat bijna de helft van het boek. De auteur is Lucas Catherine, die niet genoemd wordt op de titelpagina. Hij begint rond 1850, in de Ottomaanse tijd en vertelt over de toenmalige export van fruit en landbouwproducten. Na pogroms in Rusland volgden in 1878 e.v. de eerste Joodse nederzettingen. Herzl droomde in 1896 van een Joodse staat ‘van de Nijl tot aan de Eufraat!’ (p. 129). De eerste grote confrontatie tussen Arabieren en Joden vond plaats in 1929. Catherine schetst een heel negatief beeld van de ‘zionistische’ kolonisatie van Palestina. In 1947 verdeelden de VN met resolutie 181 Palestina. De Joden kregen 56% voor 650.000 mensen of 1/3de van de bevolking, de Palestijnen 42% voor 1,3 miljoen inwoners. 2% (Jeruzalem) was internationaal gebied. Daar woonden 100.000 Joden naast 105.000 Arabieren (p. 156). Catherine beweert dat er in de VN niet veel enthousiasme was voor het plan, maar hij verzwijgt dat een grote meerderheid voor stemde: 33 voor, 13 tegen, 10 onthoudingen.
In 1948 vielen de Arabische landen Israël aan, maar met vijf landen waren ze volgens de auteur slechts met 20.000 soldaten tegen 120.000 Joden. 418 Palestijnse dorpen werden verwoest, 2/3 van de Palestijnen verdreven, velen afgeslacht, banktegoeden in beslag genomen (p. 162-167). De auteur vertelt er niet bij dat de Arabische landen toen 1 miljoen Joden verjaagd hebben. De ‘Wet op Terugkeer’ (1950) geldt niet voor de ca. 750.000 Palestijnen, die ondertussen met vele miljoenen zijn. Slechts 1 miljoen Palestijnen kreeg het Israëlische staatsburgerschap. En de ‘Wet op het eigendom van afwezigen’ (1950) kent de grond en de huizen van de vluchtelingen toe aan de Joodse staat en het Joods Nationaal Fonds, ook als ze maar 1 km ver waren gevlucht.
Het analfabetisme, de werkloosheid, armoede, kindersterfte liggen bij de Palestijnen veel hoger dan bij de Joden. In 1945 had elke Palestijn gemiddeld 1,9 ha landbouwgrond, nu nog 0,07 ha. 2 miljoen Palestijnen wonen in Israël naast 8 miljoen Joden (p. 187-191).
De auteur vertelt dan over de oorlogen van 1956, 1967 en 1973, de winst die de Arabieren behaalden in 1973 en de toenemende invloed van de VS sinds 1956. In 1964 werd de PLO opgericht in 1965 Al Fatah en in 1970/71 werden de Palestijnse terreurgroepen verdreven uit Jordanië naar Beiroet.
In 1974 werd de PLO door de VN erkend als enige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. Maar in 1982 werd de PLO ook uit Libanon verdreven naar Tunis. Na de moord op president Gemayel werd een slachtpartij aangericht in Sabra en Shatila. Onder druk van de eerste Intifada (1987-1993) kwamen de Oslo-akkoorden tot stand. In 2000 volgde een tweede opstand. Het historisch overzicht eindigt (helaas al) in 2006 met de overwinning van Hamas in de Palestijnse verkiezingen.
Dan volgen nog nuttige kaarten met de toestand in 1947, 1967, 1993 en 2005. Helaas in zwart-wit en dus niet al te duidelijk. Noten en bronnen sluiten het boek af.
Beoordeling
Het boek geeft de trieste toestand van de Palestijnen in Gaza en op de Westoever goed weer. Het taalgebruik doet soms denken aan een pamflet en is minder neutraal dan in de boeken van Khalidi en Diepenhorst, die hier ontbreken.
De vele begrippen worden uitgelegd, maar niet herhaald in een lijst of index. De spelling wijkt soms af van de gebruikelijke: Haim Weizmann (p.144, 151, 204) i.p.v. Chaim; Negeb (p.180-183) i.p.v. Negev. De geschiedenis komt achteraan i.p.v. vooraan. De auteurs zeggen dat Gaza met zijn stranden toeristisch potentieel heeft (p. 14)), maar ze verzwijgen dat de meisjes ingepakt moeten zijn volgens islamistische kledingvoorschriften. Ze spreken over onderwijs met kwaliteit (p. 14), terwijl de universiteiten van Gaza slecht scoren. Ze vergeten ook dat Gaza niet enkel door Israël geblokkeerd wordt, maar ook door Egypte, dat geen Gazanen wil toelaten.
In de bibliografie mis ik de vertaling van het boek van Ilan Pappé, De etnische zuivering van Palestina (2004), heruitgegeven in 2023 als De Nakba. De etnische zuivering van Palestina. Ontbreken ook: Rashid Khalidi, ‘De 100-jarige oorlog tegen Palestina’ en Jan-Auwke Diepenhorst, Rivalen in het Beloofde Land. Een geschiedenis van Joden en Palestijnen. Twee degelijke boeken.
©Jef Abbeel, februari 2024 www.jefabbeel.be