Waardigheid is geen luxe maar essentieel

Civis Mundi Digitaal #145

door Patricia van Bosse

Bespreking van Michele Lamont, Seeing Others, How Recognition Works- and How it Can Heal a Divided World. One Signal Publishers, Atria Books (ebook), 2023.

 

Omdat er zoveel aandacht gaat naar economische omstandigheden, wordt het belang van erkenning en waardigheid vaak uit het oog verloren. In dit boek benadrukt de auteur de rol die een gevoel van waardig zijn speelt voor het welzijn van mensen. Het is gebaseerd op interviews met een reeks van mensen die ze ‘change agents’ noemt en die het tot hun doel rekenen erkenning en waardering van gemarginaliseerden te verbeteren. Een tweede serie interviews werd gehouden met studenten als vertegenwoordigers van de generatie Z, die in 2016 begonnen met hun studie en die in 2020 aan het begin van hun volwassen leven stonden.

Hoewel ze af en toe een vergelijking maakt met de situatie in andere landen is het boek erg toegesneden op de Verenigde Staten. Dat geldt voor het onderzoek waarop het is gebaseerd en op de vele praktische voorbeelden die ze geeft. Maar de basismechanismen die ze benadrukt zijn universeel. Het is mijns inziens van groot belang dat ze aandacht vraagt voor de ‘zachte invloeden’ als erkenning en waardigheid verlenen. Ze houdt een warm pleidooi voor meer inclusiviteit, wat het boek een prettige, sympathieke toon geeft. Het maakt de veelgehoorde oproep tot verbinding concreet. Het gaat over mensen die hoop geven en hoe we de cirkel van mensen die ertoe doen, kunnen uitbreiden.  

Michèle Lamont is professor aan Harvard universiteit, waar ze culturele en vergelijkende sociologie doceert. Daarnaast bekleedt ze vele andere functies in het veld van de internationale sociale wetenschappen. Ze heeft speciale belangstelling voor ongelijkheid, racisme, stigma, sociale verandering en kwalitatieve methoden. Van oorsprong is ze een Franssprekende Canadese en heeft ze het ‘anders zijn’ en een lichte vorm van discriminatie vanwege een buitenlands accent, buitenlandse diploma’s en het vrouw zijn in de universitaire mannenwereld aan den lijve ervaren. Enkele titels van de twaalf boeken die ze eerder schreef:  Getting Respect, Responding to Stigma and Discrimination in the United States, Brazil, and Israel, en The Dignity of Working Men: Morality and the Boundaries of Race, Class, and Immigration. In 2017 ontving ze de Erasmusprijs.

Ze definieert ‘recognition’, door mij vertaald als erkenning, als: ‘het erkennen van het bestaan van mensen en hun positieve waarde, hen actief zichtbaar en gewaardeerd maken, daardoor de marginalisatie verminderen en hen openlijk integreren in een groep.’ (Inleiding)

 

Michèle Lamont

De Amerikaanse Droom

In de VS was ‘de Amerikaanse Droom’ een verhaal dat velen hoop heeft gegeven. Met name voor de boomers, geboren in de periode na de Tweede Wereldoorlog was dit een sterk richtinggevend verhaal. Er was een periode van economische groei en technologische innovatie. Men geloofde in de buitengewone bestemming van Amerika en zag het als het land waar hard werk beloond wordt. De Amerikaanse Droom heeft de collectieve identiteit vormgegeven, waarin het doel om welvaart te creëren centraal stond, maar daarmee ook standaarden wie ertoe doet, noties wie vertrouwen verdient en welke groepen er buiten vallen, bijv. omdat ze lui zijn. Wat de droom was, was niet duidelijk omschreven, zodat groepen er hun eigen uitleg aan konden geven.  (Zie hierover CM 37 en 143 Wie regeert de VS? Deel 3)

In de recente geschiedenis hebben decennia van neoliberaal beleid tot ongelijkheid geleid. Behalve voor de superrijken heeft dat voor alle andere sociaaleconomische lagen negatief uitgepakt. De meritocratische principes en de neoliberale scripts van het zelf versterkten het beeld dat door hard werken en eigen verdienste sociale mobiliteit mogelijk zou zijn. Het heeft echter geleid tot hypercompetitie en dat heeft een grote wissel getrokken op de mentale gezondheid.

De hogere middenklasse heeft een angst om neerwaartse mobiliteit te ervaren. In series op televisie en in films zijn de neoliberale waarden en het consumentisme sterk oververtegenwoordigd, bijv. in de ‘rags to riches’ verhalen. Populaire series zoals Succession en The White Lotus laten de lotgevallen van de zeer rijken zien, en stellen daarmee een norm wat de moeite waard is in het leven. Over de hele linie , ook in de lagere sociale klassen, gelooft men dat de rijken hun welvaart aan hun harde werk te danken hebben.

Toen de levensstijl en waarden van de hogere sociale klasse meer legitimiteit en invloed kregen, ging een groot segment van de populatie zichzelf negatiever bezien en het gevoel van waarde kelderde. Er is de neiging om waarden als zuiverheid en goedheid te verbinden met de mensen die het sociaal en economisch goed hebben, terwijl in toenemende mate in de gesegregeerde zwarte wijken de misdaad overheerst. Hoewel de droom nog steeds een verhaal is dat sterk de overtuiging kleurt, is het steeds duidelijker geworden dat deze droom niet voor iedereen bereikbaar is. Voor immigranten is het nog steeds een overtuigend verhaal. Wat steeds buiten beeld is gebleven zijn de donkere kanten van de Amerikaanse Droom, dat de rijkdommen verkregen zijn ten koste van de tot slaaf gemaakten, de oorspronkelijke bewoners, vrouwen , Aziatische Amerikanen en andere  geëxploiteerde groepen.

 

De lagere sociale klasse

In de laatste decennia is het minimumloon niet genoeg gestegen om de inflatie bij te houden, zijn de vakbonden leeggelopen en hebben vooral de mannelijke arbeiders hun rol als kostwinner verloren, waardoor ze ervaren dat hun status is afgenomen. Omdat ze echter wel het neoliberale model geïnternaliseerd hebben, schrijven ze dat toe aan zichzelf, in plaats van aan de systeemkenmerken. Ze voelen zich de mindere van andere groepen en wijten het aan hun gebrek aan inzet. ‘De Amerikaanse Droom en zijn mythe van meritocratie trekt grenzen tussen zij die ertoe doen en zij die dat niet doen. Dit wordt de basis van de sociale hiërarchie, en gaat samen met een gepantserde moralistische rechtvaardiging dat zij die economisch succes hebben de grootste waarde hebben. Deze opvatting  heeft pas een sterke invloed gekregen onder het neoliberalisme.’ (hfst 2) 

Problemen hebben zich opgestapeld: onder de witte niet hoger opgeleide bevolking is er een verslechtering van de mentale gezondheid, een toename van de aantallen zelfmoorden, dood door overdosis drugs en alcohol. Een goed opvangnet ontbreekt, er is een dysfunctioneel gezondheidssysteem. Deze groep ontleende zijn relatieve waarde aan het neerkijken op de zwarte armen en uitkeringstrekkers, maar intussen is hun situatie ook precair. Hun slechte economische positie schreven ze toe aan individuele tekortkomingen.

 

Andere gemarginaliseerde groepen

Naast de arbeidersklasse zijn er religieuze, etnische en raciale groepen, en seksuele minderheden voor wie de situatie moeilijk is. In groot deel van de 20 eeuw was er steeds meer tolerantie en inclusie, nu is er een omkering van die trend. Ongeveer vanaf het presidentschap van Trump is er een sterke toename van haatmisdaad, vooral tegen immigranten, moslims, latino’s en Afrikaanse Amerikanen. Sindsdien is de juridische bescherming van lgbtq+ mensen, het verkrijgen van abortus en discriminatie op het werk afgenomen. De toenemende stigma’s waar armen mee te maken krijgen, zijn dubbel erg voor hen die al gediscrimineerd worden. 

Vrouwen uit lage inkomensklassen hebben het moeilijker gekregen. De inkomenskloof is gebleven, abortusrechten staan onder druk. Dit maakt ook dat vrouwen voelen, dat zij er minder toe doen en door de overheid minder als onafhankelijk en competente burgers gezien worden. Een gevolg van deze ontwikkelingen is ook dat het sociale klimaat is verhard, ondanks dat er grote demonstraties zijn geweest in 2020 en 2021. De vrij algemeen geïnternaliseerde neoliberale modellen van het zelf hebben de grenzen tussen groepen versterkt en de competitie tussen groepen geïntensiveerd.

 

Noodzaak om de narratieven te veranderen

‘Behalve de allerrijksten voelen alle andere groepen zich in enige mate wankel door een aanslag op hun welzijn door moeilijkheden, teleurstellingen en angst, en hebben waardigheid en stabiliteit nodig.’ (hfst 3)  De nadruk op de individuele oorzaken heeft geleid tot een populariteit van wellness industrie, en op de waardering van ‘grit’ als individuele eigenschap, waarbij de structurele factoren over het hoofd gezien worden.

Een verandering dat minder groepen buitengesloten worden is een multidimensionale puzzel met economische, politieke en culturele aspecten. Om een echte impact te hebben, zullen we een ander narratief moeten omarmen, andere houdingen aannemen. Een narratief is een perspectief dat gedeeld wordt door leden van een groep. Het geeft richting aan hun leven en bepaalt ook wie waarde heeft en ertoe doet. Een duidelijk voorbeeld van een narratief is hoe Trump over immigranten sprak en deed voorkomen of ze een grote bedreiging voor het land waren.

Vaak zijn de narratieven  subtieler en meer impliciet in hoe we de werkelijkheid beschrijven. Hoe meer mensen ze delen hoe populairder ze zijn. Er zijn positieve en negatieve narratieven. De positieve geven mensen ageny en sociale weerbaarheid, bv de Critical Race Theory. Mensen hebben ze gemaakt, mensen hebben de mogelijkheid ze te veranderen. Soaps hebben een aantoonbaar effect, bijv. de musical Hamilton.

 

https://www.theaterkrant.nl/tm-artikel/hamilton-revolutie-musicaltheater/

De Broadway musical over het ontstaan van de VS gespeeld door mensen van kleur kreeg veel aandacht

 

Omdat er zoveel aandacht en invloed naar economische factoren is gegaan en er vooral kwantitatieve benaderingen werden gehanteerd, zijn sommige problemen beter zichtbaar geworden, maar andere uit beeld verdwenen en zo is er weinig aandacht geweest voor narratieven. Er is in de recente decennia wel een verandering op gang gekomen. Economen hebben meer samenwerking gezocht met sociologen. Ook inzichten van de cognitieve psychologie, bijv. Kahneman, Thinking fast and slow,  hebben aandacht gehad.

Sommigen stellen dat moreel tribalisme is verankerd in de menselijke aard. Het zou de oorzaak zijn van de polarisatie en daarom moeilijk te veranderen. Daartegenover stelt de auteur dat we allerlei verschillende scheidslijnen gebruiken bij onze evaluatie van mensen en dat die kunnen verschuiven of veranderen. De context van onze opvattingen is van groot belang. Grenzen en indelingen zijn veranderlijk omdat wij ze maken. We hebben de mogelijkheid om ons de toekomst opnieuw voor te stellen en te bedenken in wat voor maatschappij we willen leven.

 

De change agents

Er zijn een flink aantal schilders, fotografen, theatermakers en schrijvers in wiens werk de erkenning en waardering van bepaalde groepen centraal staat. Een voorbeeld is de vooraanstaande fotografe Catherine Opie die de ‘queer’ gemeenschap portretteerde op een manier zodat mensen hen zullen zien zoals zij zichzelf zien. Een ander voorbeeld is een moderne versie van het iconische schilderij van Norman Rockwell uit 1943 de Four Freedoms. In de nieuwe versie met foto’s is de raciale diversiteit van hedendaags Amerika te zien.

 

   

Vrijheid van meningsuiting   Vrijheid van angst       Vrijheid van behoefte      Vrijheid van religie   

https://en.wikipedia.org/wiki/Four_Freedoms_%28Rockwell%29

 

De gemoderniseerde versie van de Four Freedoms, die veel werd gedeeld op sociale media

https://www.facebook.com/ArtsForBiden/photos/a.115395336781718/131281198526465/?paipv=0&eav=AfZAzx43qW-qVpIZ0kP7hGgdi6p9EBJBuNERGyRX8s84YMOzzpfUlTi8TUPCVLDhE5Y&_rdr

 

Kunstenaars scheppen tegennarratieven, waarin ze meer dimensies van de identiteit van groepen laten zien en hun gemeenschappelijke menselijkheid benadrukken. Dat is een tegenovergesteld uitgangspunt van de neoliberale zelfervaring, die mensen isoleert en hen stimuleert om individueel succes te behalen. Het gaat om het aan elkaar geven van erkenning en is gericht tegen stigmatisatie, die de rechtvaardiging is voor discriminatie.

In een project werd aan 150 mensen gevraagd wat het voor hen betekent een donkere man te zijn in deze tijd in de VS. Het meest genoemd werd dat ze over het hoofd gezien werden, onderschat, genegeerd of beledigd. Een ontkenning van hun waardigheid vonden ze erger dan wat we in het algemeen zien als discriminatie: moeilijkheden om een huis te krijgen en situaties op het werk.

 

Meer aandacht voor erkenning en identiteit

Vroeger lag de nadruk van activisten meer op wettelijke veranderingen, zoals het recht om te stemmen. Nu is er meer aandacht voor erkenning zelf, hoewel de strijd op andere terreinen ook nog doorgaat. Maar bewegingen zoals Black Lives Matter en Me Too hebben een brede aanhang en grote invloed.  Sociale rechtvaardigheid is nu een buzzwoord.  We horen veel over woke zijn, wat oorspronkelijk als betekenis had om aandachtig te zijn voor subtiele vormen van discriminatie en onrecht. Maar conservatieven gebruiken het nu als een scheldwoord en zien het als een overtrokken claim van discriminatie, intolerantie en elitisme, cancel culture en aanval op vrije meningsuiting.

 

https://eu.usatoday.com/story/news/nation/2016/07/11/black-lives-matter-what-what-stands/86963292/

 

Er is sprake van identiteitspolitiek, dat is de politieke actie van groepen die gedefinieerd zijn door karakteristieken als ras, etniciteit  of seks oriëntatie ipv klasse. Lamont verwijst naar het invloedrijke boek van Arlie Hochschild over populisme, Strangers in Their Own Land. Zij onderzocht de opvattingen van witte arbeiders en zag dat zij een verlies van waardigheid ervoeren. Zij kozen in grote getale voor Trump in 2016. Zijn toespraken gaven hen woorden voor hun woede, voor de aanval op hun mannelijkheid omdat het kostwinnerschap buiten bereik kwam en gaf globalisatie en immigratie daarvan de schuld. Helaas zien ze zien erkenning als een zero-sum game: als zij anderen waardering geven gaat dat ten koste van zichzelf en ze proberen hun relatieve dominantie te handhaven. Maar de demografie verandert en dat geeft een toenemende angst.

Weinig waardering en erkenning ervaren is slecht voor de gezondheid. Stress geeft chronische gezondheidsproblemen, depressies en een lagere levensverwachting. Lamont stelt dat de stigmatisatie en erkenning het meest invloedrijk zijn, en dan pas de verdeling van materiele middelen. Er is een zeer centrale rol van waardigheid! Het is geen secundaire overweging of een luxe.

 

Erkenningsketens

Wat helpt om een narratief te veranderen, is als er een netwerk is van change agents  en organisaties waarvan de boodschap en activiteiten elkaar versterken. Lamont geeft een aantal voorbeelden van kunstenaars, organisaties, stichtingen, ook in de kunstwereld die samenwerken en zich richten op het verbeteren van de houding ten opzichte van donkere mensen in de VS, waar na vierhonderd jaar onderdrukking nog veel werk is te verrichten.

Een voorbeeld: in een fotoproject met teksten wordt aandacht gevraagd voor de diversiteit van hoe zwarte mensen zichzelf zien. In plaats van de stigma’s zien we dan een mens. Organisaties richten zich op de mogelijkheden in plaats van op problemen. Fotografie en films laten donkere mensen zien waarin ze zich kunnen herkennen. Na de opkomst van Black Lives Matter hebben veel instituties de boodschap van sociale rechtvaardigheid en verandering aandacht gegeven. Meer mensen van kleur kregen leiderschapsrollen. We moeten nog zien of deze veranderingen resulteren in een blijvende transformatie.

Tech platforms als Patreon en Youtube, waarop heel diverse creatieve makers hun scheppingen kunnen laten zien, helpen de scope van waardering te vergroten. Netflix heeft een aantal documentaires en shows in zijn programma opgenomen waarin de plaats van zwarte mensen verruimd werd. In de serie Bridgerton werd het verschil zwart en wit niet relevant gemaakt. Het draagt bij aan een ruimer worden van de erkenning.

 

 

https://www.vox.com/22215076/bridgerton-race-racism-historical-accuracy-alternate-history

Bridgerton is een historische serie die ‘kleurenblind’ werd gecast             

 

De communicatie-adviseurs die op allerlei plekken in de maatschappij werkzaam zijn spelen een potentieel grote rol, omdat zij narratieven bedenken waarvan ze vermoeden dat die resoneren bij groepen. Daarnaast zijn er organisaties als Change.org, die petities promoot als een middel voor sociale verandering. Mensen kunnen daar ook geld doneren, het was een van de eerste crowdfunding platforms.

Media zijn belangrijk in hoe mensen zichzelf ervaren en zich naar buiten toe laten zien, en in het uitwisselen van ideeën. Dit is uitgewerkt in de klassieke studie Imagined communities van Benedict Anderson. Daarin wordt betoogd dat hoe verschillende groepen in boeken en tijdschriften werden weergegeven, dit de nationale collectieve identiteiten in Europa grotendeels heeft vormgegeven.  Analoog daaraan kunnen groepsidentiteiten zich pas verspreiden en sociale bewegingen gepopulariseerd worden als ze tot uitdrukking gebracht worden op enige wijze. In onze tijd zijn digitale media van het grootste belang en de toegang daartoe is gedemocratiseerd. Vooral jongeren maken vrijwel uitsluitend gebruik van deze media en niet van kranten en televisie. We zien ook de opkomst van infotainment media, die wel soms onverdraagzaamheid en polarisatie hebben aangewakkerd.

Andere instituties zoals vakbonden, die vroeger belangrijk waren om solidariteit onder arbeiders te cultiveren, zijn sterk verminderd. Wel zijn er nieuwe initiatieven ontstaan bv om minimumloon te verhogen.

Religie is ook sterk in invloed afgenomen. Hoewel er nog wel acties zijn vanuit kerken om ongelijkheid te verminderen en stigma’s aan de kaak te stellen. Ook zijn er initiatieven om interreligieus samen te werken. Onze gedeelde menselijkheid is essentieel om stigma’s te voorkomen.

Onderwijs is vanouds een institutie die een grote invloed heeft. Er zijn in deze tijd ook invloeden die een verruiming van waardering willen tegenhouden, zoals het verbieden van Crititcal Race Theory. Hoger onderwijs, waar 50 % van jongeren in de VS aan deelneemt is in dit verband belangrijk omdat het in principe grote mogelijkheden heeft om waarderingskloven te dichten.

Alles bij elkaar is er een gecombineerde impact in een verandering van hoe mensen gezien worden en zichzelf zien. Veranderen van narratieven is als een ondergrondse revolutie, die langzaam herkadert hoe groepen gezien worden.

Er zijn change agents en erkenningsketens zowel links als rechts. Sommige hebben ook immorele doelen en zaaien haat. Er is een terugslag van de grote beweging van de decennia in de tweede helft van de vorige eeuw om de maatschappij meer inclusief te maken. Hun invloed valt echter buiten het bestek van het onderzoek van Lamont. Het is wel zo dat ze ondanks hun negatieve toon soms aan groepen een narratief van erkenning bieden.

   

Kunstenaars en activisten

Wat voor strategieën gebruiken degenen die de narratieven willen veranderen?  Eén is om dicht bij de werkelijkheid te blijven en de multidimensionale aspecten van de geleefde situaties te laten zien. Een andere keuze is om ongewone perspectieven in te nemen, waardoor een beroep op emoties gedaan wordt. Nog een mogelijkheid die wel gebruikt wordt is om humor en absurdisme te gebruiken in verhalen die een verdrietige werkelijkheid vertellen, het Trojaanse paard. Een heel andere invalshoek is dat er actief carrièremogelijkheden voor leden van gemarginaliseerde groepen opengesteld worden. 

Filmmakers, seriemakers hebben veel mogelijkheden hoe hun verhalen in te richten, maar moeten wel rekening houden met organisaties die soms niet te veel risico’s willen nemen. Komieken hebben minder  mogelijkheden maar wel alle vrijheid. Beroemdheden zoals Ophrah Winfrey kunnen zichzelf blijven maar door hun bekendheid een nieuw narratief bevorderen. Kritiek op hen is er ook, ze idealiseren het ondernemerschap en versterken de neoliberale zelf ervaring. Omdat Amerika zo hypermaterialistisch is, is materieel succes soms wel versterkend voor sommigen, maar blijft ambigu in zijn uitwerking.

Politieke activisten, politici en politieke media spelen een cruciale rol. Ze spreken soms jongeren aan die kritisch zijn op het kapitalisme en een beweging ondersteunen voor democratisch socialisme. Dat heeft in de VS nooit een grote aanhang gehad, maar is wel groeiend. De namen van Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez komen in gedachte. Ook de financiële crisis, de Occupy beweging en de hogere kosten van wonen en hoger onderwijs dragen bij aan deze verschuiving. Lamont noemt een aantal tijdschriften waarin deze ideeën uitgedragen worden. Ze geven een stem aan jongeren die niet meer geloven in de Amerikaanse Droom.

Daarnaast zijn er change agents die hopen het kapitalisme meer inclusief en rechtvaardig te maken en vragen aandacht voor de noden van alle groepen, alle stakeholders. Zij zijn minder direct gefocust op de erkenning van mensen en meer op de distributie van welvaart. Maar ook dat is nodig.

‘Hoewel hun werk onzichtbaar is voor de gemiddelde persoon, scheppen ze langzaam maar zeker nieuwe narratieven die focussen op erkenning en het uitbreiden van de waardigheid van alle groepen. ‘(hfs 6)

 

Generatie Z

Deze generatie is tijdens het onderzoek tussen de 18 en 23 jaar. Geïnterviewd zijn jongeren die hoger onderwijs volgen. In de VS is dat ongeveer de helft van de jongeren. Meer dan de helft betrof mensen van kleur, ongeveer de helft kwam uit een geprivilegieerde omgeving, de andere helft waren jongeren die als eerste van hun familie hoger onderwijs volgden. Deze jongeren hebben altijd het internet gekend en in hun vormende jaren maakten ze de pandemie mee.

In wat voor wereld willen deze jonge mensen leven, wat is hun ‘cohort narratief’? Ze hebben er geen vertrouwen in dat ze op een traditionele manier de Amerikaanse Droom kunnen waarmaken. Ze zijn kritisch op een leven van competitie dat een voorspelbare weg volgt en economisch en professioneel succes belooft. Toch onderschrijven ze wel nog aspecten van de Amerikaanse Droom, ze combineren de intentie om hard te werken met een nieuwe nadruk op bijdragen aan de gemeenschap om erkenning, gelijkheid en sociale verandering te bevorderen.

Ze willen een meer pluralistische wereld creëren  gebaseerd op ethische en politieke keuzen met een bredere opvatting van wat succes inhoudt. Ze maken meer ruimte voor persoonlijk welzijn. Ook zijn ze voorstander van persoonlijke projecten die mensen toestaan om hun eigen ding te doen, ze zoeken persoonlijk evenwicht en geven voorrang aan authenticiteit en zelfactualisatie. In hun politieke opvattingen staan ze ervoor om een betere en duurzame wereld te creëren. Ze voelen sterk dat het nodig is om mensen van kleur en seksuele minderheden te ondersteunen.

Lamont denkt dat ze deze waarden blijven houden bij het opgroeien. Het zijn postmaterialistisch waarden van de middenklasse jongeren die hun materiele noden vervuld hebben, zoals dat ook in de jaren ‘70 was. Intussen is echter de culturele context zeer veranderd. Er is veel meer aandacht voor inclusieve onderwerpen, kwesties die met identiteit te maken hebben zijn van veel groter belang voor alle generaties dan enkele decennia geleden. Lamont is hoopvol dat als deze generatie posities in de maatschappij gaat innemen, hun invloed toeneemt.

 

https://think-online.nl/blog/generatie-z-met-deze-insteek-zijn-ze-echt-wel-te-bereiken

 

Gemeenschappelijke menselijkheid

De kloof tussen de winnaars en verliezers is de laatst decennia toegenomen. Vooral voor de groep arbeiders die geen hoger onderwijs hebben genoten is de situatie verslechterd. Voor veel beroepen zijn nu hogere diploma’s nodig. Naast de initiatieven die gericht zijn op een betere verdeling van mogelijkheden en middelen, stelt ze dat nieuwe narratieven die breder zijn dan economisch succes nodig zijn. In onze standaarden van wie en wat waardig is, zullen we ook spiritualiteit, moraliteit, altruïsme, creativiteit en maatschappelijk bewustzijn moeten erkennen, waarin we onze gemeenschappelijke menselijkheid kunnen vieren. Ze verwijst naar Amartya Sen, die de UN inspireerde om welzijn niet alleen in termen van materiele rijkdom maar ook in termen van ‘vermogen om ergens naar te streven’ op te nemen, de mogelijkheden die mensen hebben om te plannen, te hopen en te dromen.

We hebben ‘gewoon universalisme’ nodig, waarin we benadrukken wat we allemaal gemeenschappelijk hebben. Zo kunnen we de grenzen verleggen met hen die verschillend zijn, door meer naar overeenkomsten dan naar verschillen te kijken. In een tijd van politieke polarisatie, echokamers en filterbubbles  is dat van groot belang. Naast de nadruk op wat we gemeenschappelijk hebben, speelt het accepteren van verschillen ook een rol. Dat is een zeer nodig tegenwicht tegen de opkomst van verdelende opvattingen die ook op dit moment juist aan kracht winnen. 

Ze erkent dat we op dit moment een terugslag zien, een tegenreactie op de eerdere ontwikkelingen. Het is vaak moeilijk een gemeenschappelijke taal te vinden. Toch zijn er vaak medestanders te vinden, het versterken van de erkenningsketens is van groot belang.

In de politiek zou de vraag of erkenning en het honoreren van waardigheid voor alle groepen altijd een onderdeel moeten zijn van de overwegingen. De dimensie van identiteit speelt impliciet altijd mee in het politieke proces  en beleidsmensen zouden een systematische training moeten krijgen om de implicaties van wetten en beleid voor erkenning te onderkennen. 

 

Bespreking

Het boek is in een optimistische toon geschreven, wat des te meer opvalt door de wat zorgwekkende toon van het nieuws in de wereld dezer dagen. Het was haar bedoeling om geen academisch werk te schrijven ondanks de lange literatuurlijst,  maar breed aandacht te vragen voor wat er voor goede ontwikkelingen zijn. Ze gebruikt de publicatie ook om lezers aan te sporen om op kleine manieren zelf bij te dragen aan de beweging voor een meer inclusieve samenleving door hoe we ons opstellen in onze contacten in het dagelijks leven. Sommige van haar aansporingen zijn wat ingrijpender. Ze zou graag zien dat we gaan wonen in gemengde buurten en kiezen voor meer gemengde scholen voor onze kinderen, om de toegenomen segregatie te verminderen.

Hoewel ik volledig instem met haar analyse dat wij als mensen grenzen en de toekenning van waarde zelf creëren en dat we ook voor iets anders kunnen kiezen, vraag ik me ook af of het zo gemakkelijk is als het soms lijkt in haar boek. Haar analyse komt grotendeels overeen met wat Kwame Antony Appiah stelt in zijn boek The Lies that Bind, besproken in CM 92. De identificatie met bepaalde overtuigingen zijn eigenlijk leugens, maar hij betoogt dat die wel een functie hebben omdat ze ons verbinden.

Ook de artikelenserie van Henk de Vos komt in gedachten in CM 109 tot 115. Hij stelt dat we als mensen vanuit onze evolutionaire geschiedenis een mogelijkheid hebben om in onze samenleving in een gemeenschapsevenwicht terecht te komen, waarin geldt dat iedereen meetelt. Dit kan als we de oriëntatie op statushiërarchie loslaten, de ene oriëntatie blokkeert de andere. 

Lamont betoogt dat degenen die de rechtse of extreem rechtse populisten steunen, eigenlijk ook op zoek zijn naar erkenning en waarde. Helaas zien velen erkenning en waardigheid als een zero-sum-game, waardoor ze door de afname van status op zoek gaan naar zondebokken en anderen negatief bejegenen. De toename van nationalistische sentimenten ziet ze ook in dit verband. Het Amerikaan-zijn, of Nederlander-zijn geeft een positief gevoel van identiteit en aan een dergelijk positief gevoel is grote behoefte.  Toch meent ze dat we de tegenstellingen kunnen overbruggen, als we het gesprek kunnen brengen naar de onderliggende behoefte aan erkenning en waarde, zoals ze in de ondertitel van het boek beweert.

Ze stelt dat het veranderen van de narratieven is als een ondergrondse revolutie. Op diverse plaatsen in het boek vermeldt ze echter dat alles wat ze zegt over change agents, narratieven en erkenningsketens, zowel ten goede als ten kwade kan functioneren. In deze tijd ligt de vraag voor de hand welke narratieven sterker zullen zijn. De opvattingen van de jongere generatie stemmen hoopvol.