'Hoe de moraliteit uit het kapitalisme verdween'

Civis Mundi Digitaal #149

Samenvatting van NRC-artikel

Samenvatting NRC 6 juli 2024, Egbert Kalse

 

Dit artikel sluit aan bij de interviews met Stiglitz en Mazzucato in CM 147.

“De afgelopen decennia veranderde de burger in een calculerende consument. Prikkels om te consumeren, te gokken, te winnen zijn overal en het lukt weinigen om tegen de stroom in te zwemmen. Hoe is het zover gekomen, en valt het tij nog te keren?” luidt de aanhef. Het begint met een paar voorbeelden van legaal gedrag dat moreel gezien vraagtekens oproept. Zoals coronasteun vragen als corona je niet treft. Het komt neer op kortzichtig eigenbelang, winsten privatiseren en verliezen socialiseren op kosten van de samenleving. Zoals bij omvallende banken die met belastinggeld overeind zijn gehouden. De burger calculeert zijn winst en verlies. “Hoe nam de burger... de afslag naar de calculerende consument?”

“In zijn recente boek De weg naar de vrijheid beschrijft Nobelprijswinnaar en vrijemarkt-criticus Joseph Stiglitz hoe samenlevingen zich vormen naar de economische regels die daarin dominant zijn. Via het onderwijs, via sociale contacten, via het werk, via de media sijpelt het economisch kader elk leven binnen.” Sinds de jaren tachtig was dat het neoliberale kapitalisme, waar ze zich naar zijn gedragen “’In een wereld waarin winst domineert.” Miljardairs, topmannen en grote investeerders zijn de ‘sterren’. “De dikke-ik- mentaliteit... lijkt het definitief gewonnen te hebben.”

Prikkels tot consumeren zijn toegenomen. “Vliegreizen voor iedereen... Fast Fashion... Tientallen festivals. “De grenzen van het kapitalistische systeem komen in rap tempo in zicht. Klimaatverandering, groeiende ongelijkheid... vragen actie die het eigenbelang overstijgt en juist gemeenschapszin behoeft. Maar de bereidheid daarvoor... lijkt kleiner dan ooit.”

 

  

 

Economie en moraliteit: Smith en Keynes 

Adam Smith beschreef in The Theory of the Moral Sentiments dat mensen zich ook “interesseren voor het geluk van anderen”. Keynes benadrukte de rol die de overheid.kon spelen, vooral in “zware tijden”. “Economie is in wezen een morele wetenschap”, schreef hij, “er wordt gebruik gemaakt van waardeoordelen”. Dus: “Niet slechts homo economicus, maar homo socialis. Moraliteit en gemeenschapszin maakte dus wel onderdeel uit van de grondleggers van de moderne economische theorie. Tot enkele decennia geleden... Sindsdien zijn de moraliteit en de op waarden gestoelde economische theorie... naar de zijlijn gedirigeerd... Waar kan dit zo misgegaan zijn? Waar ligt het kantelpunt?

Volgens econoom Hans Stegeman ging dat geleidelijk. “De golf van dereguleringen sinds de jaren tachtig heeft de weg vrijgemaakt voor ongebreideld kapitalisme met Reagan en Thatcher... In Nederland is het subtieler gegaan, beleidsmatiger en bureaucratischer.” Het ging o.m. via modellen van het Centraal Planbureau. “De individuele portemonnee komt [daarin] in plaats van een andere moraal of collectiviteit.”

“Het gebrek aan moraliteit is namelijk inherent aan het kapitalisme,” volgens econoom Irene van Staveren van de Erasmus Universiteit. Smith gebruikte de term ‘vrije markt’, niet de term kapitalisme, waarmee het eigenbelang, het accumuleren van bezit de belangrijkste beweegreden werd. De markt hoeft niet kapitalistisch te zijn. Dat is niet “het enig haalbare economische systeem”, zoals het zich profileerde. Het is misgegaan toen men dat aannam. “De prestatiemaatschappij, het idee dat je verantwoordelijk bent voor je eigen succes èn falen, is alomtegenwoordig... Het zorgt voor een permanent gevoel van onrust... Maak ik wel de goede keuzes?... Hoe bescherm ik wat ik heb?

“Als je mensen vraagt wat ze echt belangrijk vinden, noemen ze niet geld of status. Ze noemen allemaal gezondheid en sociale relaties... dat het jou en je naasten goed gaat... Veel mensen willen intrinsiek dus het liefst wèg uit het systeem waar zij nu in gevangen zitten. De vraag is alleen: hoe?” Naomi Wolf geeft een illustratief voorbeeld in de boekbespreking in dit nummer. Het overkwam haar dat zij werd buitengesloten.

 

 

John Rawls’ Theory of Justice

Volgens Rawls in zijn A Theory of Justice “weegt je eigenbelang... mee in je oordeelsvorming Om die vooringenomenheid te doorbreken, introduceerde hij het begrip ‘oorsponkelijke positie’.” Voorafgaand aan of onbewust van onze huidige maatschappelijke positie, die dan dus niet van invloed op onze keuzes kan zijn.  We maken dan oorspronkelijke keuzes, niet bepaald door onze sociale en economische positie, bijv. om ons bezit of onze rijkdom te beschermen.

“’De kern van Rawls’ gedachtenexperiment is risicomijding: als je niet weet waar je staat, zou het dus ook kunnen dat je aan de ‘verkeerde kant’ van de streep staat [de onderkant van de samenleving] aan de meest kwetsbare kant. En dan is een maatschappij die daar zachtmoedig mee omgaat, eentje die beschermt, te prefereren boven een harde afrekencultuur. Wat goed is voor jou, is ook goed voor anderen – geheel in lijn met de moral sentiments van Adam Smith.” 

 

https://www.commonsnetwork.org/2020/03/12/commons-and-social-security-announcing-our-new-research/

 

Overheid, markt en gemeenschap

De maatschappij zou dan “wat meer richting collectiviteit bewegen... Keuzes die goed zijn voor de hele samenleving” volgens Stegeman, hoewel dat lastig is “’want beleidsmakers nemen... hun eigen verleden mee”. Ze denken niet vanuit ‘de oorspronkelijke positie’ en een meer algemeen belang of algemene positie die voor iedereen zou kunnen gelden. “’In een goed functionerende democratie zou een sterk functionerende overheid de krachten van het kapitalisme moeten beteugelen.” maar de overheid is erdoor ondermijnd en tegenover de markt geplaatst. “Van Staveren wil daarom af van de dichotomie van markt en staat... Als het niet de markt of de staat is, wat is dan de juiste route?... Het makkelijkste antwoord is hoe de gemeenschap weer een rol kan krijgen in het economisch systeem.”

“Doe gewoon het goede. Beteugel het kapitalisme." Consumenten moeten weer [verantwoordelijke] burgers zijn en de waarde van gemeenschapszin herontdekken. Het helpt om “uitwassen van het kapitalisme aan banden te leggen., reclames een halt toeroepen, ingrijpen in te grote machtsconcentraties... maar mensen moeten de waarde van menselijk contact uiteindelijk zelf ervaren... Het gaat deels in tegen het heersende wereldbeeld van individualisme en materialisme... Het systeem... breek je niet af met een beetje anders nadenken.”

Van Staveren: “Terug naar de economie van gemeenschapszin... van community’s... de commons, stukken grond waar de gemeenschappen rechten en plichten hebben.In de meenten konden bewoners in hun basisbehoeften voorzien... Bemoedigend zijn ... de honderde bottum up-initiatieven... Nieuwe vormen van meenten... kleinschalige energiecoöperaties... gezamenlijke moestuinen... woongroepen... ‘De crux is dat de markt weer teruggaat naar de menselijke maat... Dat kan in coöperaties, maar ook in zogenoemde onderlingen, maatschappijen of non-profitorganisaties. Wat nu op kleine schaal gebeurt kan ook in het groot.” Als meer mensen meewerken, meer als gemeenschap, niet alleen als individu. “Economie is wat wij er samen van maken voor ons welzijn, via gemeenschap, markt en overheid. Daar hebben we het kapitalisme helemaal niet voor nodig.”

“Uiteindelijk kan er een omslagpunt bereikt worden. Zoals in de jaren tachtig een kantelpunt was naar het huidige kapitalistische systeem. Maar dan de andere kant op. "Als een kwart tot de helft van de bevolking achter een verandering staat, gaat de rest uiteindelijk mee.”