Verwantschap van Israël met het apartheidsbewind in Zuid-Afrika een leugen? Een verantwoording

Civis Mundi Digitaal #8

door Wim Couwenberg

Verwantschap van Israël met het apartheidsbewind in Zuid-Afrika een leugen? Een verantwoording

Wim Couwenberg

 

1. Een vergelijking die niet waar mag zijn met het oog op onze verbondenheid met Israël

Meermalen heb ik in Civis Mundi en andere tijdschriften een vergelijking gemaakt van de politiek van Israël met het apartheidsbewind in Zuid-Afrika.[1] Dat wekt, naar ik bemerkt heb, nogal wat irritatie. De bekende arabist Hans Jansen noemde die vergelijking eerder een leugen en herhaalt dat in het Bulletin van de Stichting Wiesenthal Fonds van september 2011. Die reactie valt te begrijpen. Zo’n vergelijking is immers een heel onaangename mededeling in dit land. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog koestert Nederland immers een bijzondere emotionele band met Israël vanwege het extreme geweld dat Joden in die oorlog is aangedaan en vanwege ook de bijzondere religieuze en historische relatie tussen joden- en christendom. In het licht hiervan is het ook niet verwonderlijk dat de Nederlandse media over het algemeen pro-Israël zijn[2] evenals het Nederlandse buitenlandbeleid dat zich krachtens onze grondwet in dienst stelt van bevordering van de internationale rechtsorde, maar desondanks de ogen sluit  voor de talrijke schendingen van internationaal recht door Israël (zie Sleutel tot vrede in het Midden-Oosten, Civis Mundi, 4, 2008). En onlangs blokkeerde Nederland ook een eensgezind EU standpunt inzake mensenrechtenschendingen van Israëlische en Palestijnse zijde. Nederland blokkeerde daarmee de totstandkoming van een coherent Europees beleid over dat conflict op een moment waarop dringend behoefte is aan een eigen rol van de EU in dat conflict. Dat betreft nu vooral een eensgezind EU-standpunt inzake de Palestijnse aanvrage tot erkenning van Palestina als volwaardig lid van de VN, waarbij Nederland opnieuw dwars ligt.

Bij dit alles komt nog, dat apartheid in Nederland een heel kwalijke betekenis gekregen heeft sinds de anti-apartheidsstrijd in de jaren ‘70 en ’80, toen kolonialisme een groot taboe was geworden evenals het daarmee verbonden apartheidsverleden; een verleden, dat Nederland ook gekend heeft toen het Nederlands-Indië als koloniale mogendheid bestuurde. Het is moeilijk in deze kwestie objectief te blijven, luidt de titel van een artikel in Erasmus Magazine van 8 september 2011 over het onderzoek dat enkele studenten van de master Media en Journalistiek van de EUR gedaan hebben met betrekking tot het Israëlisch-Palestijnse conflict. Gezien het bovenstaande is dat evenmin verwonderlijk. Toch nopen de regels van wetenschappelijke integriteit waaraan wetenschappers zich dienen te houden, tot een reflectie op dit conflict, waarin zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de feiten, zoals zij zich bij dat onderzoek voordoen, ook al botst dat op gevestigde en emotioneel verankerde vooroordelen. Die laten zich door een zakelijke analyse, naar te begrijpen valt, niet zomaar terzijde schuiven. Vandaar dat ik nogmaals probeer mijn standpunt in deze kwestie nader toe te lichten en te verantwoorden. Ik doe dat als onpartijdig waarnemer en dus zonder hierbij enig eigen belang te verdedigen.

Wat mij teleurstelt, is dat een geleerde, i.c. hooggeleerde intellectueel als Hans Jansen zich in deze kwestie zo door zijn vooroordelen laat leiden. Dat de Palestijnen in dit conflict niet zonder politieke zonden zijn, wordt volstrekt niet aangevochten. Zij hebben bijvoorbeeld te lang geaarzeld het volkenrechtelijk onderbouwde bestaansrecht van Israël als nieuwe staat in het Midden-Oosten te erkennen en te accepteren. Vanwege hun militaire inferioriteit tegenover de indrukwekkende Israëlische militaire machtsontplooiing hebben Palestijnen bovendien de grote fout gemaakt door na de eerste intifada, waarin geweldloos verzet voorop stond, in arrenmoede  hun toevlucht te nemen tot geweld om zodoende het recht op een eigen staat af te dwingen. De diplomatieke koers die nu gevolgd wordt, biedt, lijkt me, meer perspectief. Maar waar het hier om gaat is de vraag, waar het Israëlisch-Palestijnse conflict om draait. Is het een religieus geïnspireerd beschavingsconflict of is het het tragische sluitstuk van het Europese dekolonisatiedrama?

 

2. Punten van verwantschap

Het Israëlisch-Palestijnse conflict wordt wel voorgesteld als een religieus of ideologisch geïnspireerd beschavingsconflict, een onderdeel van de botsing tussen de westers-liberale wereld en het geradicaliseerde deel van de islamitische wereld. Het is de Arabieren te doen om de dominantie van de islam in Israël en elders in de wereld, zo wordt van rechts-zionistische zijde gesteld, waar men de ideologie van ‘Eretz Israël’ (recht van Israël op het gehele bijbelse land) aanhangt en uitdraagt. Het is een visie die inmiddels ook weerklank vindt in het verkiezingsprogramma van de PVV[3] en mede de achtergrond vormt van het anti-islam standpunt van die partij en zijn leider.

 

2.1 Intern kolonialisme

Het Israëlisch-Palestijns conflict is ook gekarakteriseerd als de laatste koloniale oorlog.[4] En dat lijkt mij meer in overeenstemming met de historische realiteit. Het herinnert aan het Europese kolonialisme, waarvan ontstaan en ontwikkeling van de staat Israël een laatste restant is. Het gaat hier namelijk om een koloniaal project, dat na de eerste wereldoorlog van zionistische zijde met steun van Engeland als koloniale mogendheid in Palestina in gang gezet is. De zogenaamde terugkeer van Joden uit Europa en andere delen van de wereld naar Israël is in de literatuur geïnterpreteerd als een specifieke - i.c. interne - vorm van kolonialisme en als zodanig vergelijkbaar met het interne kolonialisme in Zuid-Afrika onder het apartheidsbewind.[5]

De in 1948 gestichte staat Israël vertoont in zijn grondslag en beleid evenals het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime onmiskenbaar etnisch-nationalistische en koloniale trekken, zoals een exclusief Joods karakter; discriminatie van in Israël achtergebleven Arabieren die als een bedreiging van dat exclusief joodse karakter ervaren worden[6]; en kolonisatie en territoriale expansie via de nederzettingenpolitiek in bezet gebied[7], opgevat hetzij als welkome gebiedsuitbreiding hetzij als ‘bevrijding’ van het bijbelse en historische Israël en als zodanig geïnspireerd door de zogenaamde Groot-Israël ideologie.[8] De spontane Palestijnse volksopstand in 1987 - de eerste intifada - was een begrijpelijke rebellie tegen de agressieve Israëlische nederzettingenpolitiek.[9] Maar ook de onteigening van Palestijnse grond, de belemmering van de bewegingsvrijheid van Palestijnen, economische blokkades en dergelijke duiden op een beleid dat herinnert aan het interne kolonialisme zoals dat tijdens het Zuid-Afrikaanse apartheidsbewind in praktijk is gebracht.[10]

Het ziet eruit als apartheid, het riekt naar apartheid, het voelt als apartheid, maar op de een of andere manier wil de wereld dat niet zien, constateert Arjan El Fassed, een Nederlander met een Palestijnse achtergrond.[11] Bij een onbevangen beoordeling toont de oprichting van de exclusief joodse staat op een aantal punten, lijkt mij, onmiskenbaar verwantschap met het streven van Afrikaner nationalisten naar een zuiver blanke (apartheids)staat zoals dat in Zuid-Afrika sinds 1948 operationeel gemaakt is. De eed van trouw aan Israël als joodse staat die niet-joodse immigranten sinds kort moeten afleggen, als zij in aanmerking willen komen voor Israëlisch staatsburgerschap - joodse immigranten zijn daarvan vrijgesteld - onderstreept opnieuw die verwantschap. En het ligt in de bedoeling ook alle Israëlische burgers, inclusief Israëlische Arabieren, daartoe te verplichten. We wonen hiermee, zo reageerde hierop de invloedrijke commentator van het links-liberale dagblad Ha`aretz Gideon Levy, in een officieel goedgekeurd etnocratisch, theocratisch, nationalistisch en racistisch land.

 

2.2 Herlevend militarisme

Als westerse enclave in een niet-westerse regio en late exponent van Europees kolonialisme en als zodanig een voorpost van westerse macht is Israël evenals eerder Zuid-Afrika onder het apartheidsbewind een land geworden dat voor zijn zelfhandhaving zo sterk leunt op militaire macht en wapengeweld dat we hier evenals inzake de VS[12] kunnen spreken van herlevend militarisme, temeer gezien de neiging te snel militaire middelen in te zetten in plaats van serieuze diplomatieke stappen te zetten in de richting van zijn vijanden.[13] Dat bijna alle leidinggevende politici sinds zijn ontstaan (o.a. Shamir, Moshe Dayan, Begin, Rabin, Netanyahu, Barak en Sharon) een militaire achtergrond hebben en hun politieke gezag mede ontlenen aan hun prestaties in de krijgsmacht; dat het militaire budget in Israël evenals in de VS als een heilige koe geldt; en dat zich ook daar een militair-industrieel complex ontwikkeld heeft, dat mede de bezetting van Palestijns gebied mogelijk maakt, het zijn evenzovele uitingen daarvan.

Dit alles werd onlangs nog eens onderstreept op een driedaags symposium te Amsterdam over de militarisering van de Israëlische maatschappij. Israël is een van de meest gemilitariseerde samenlevingen ter wereld. Vandaar dat de militair daar hét rolmodel is geworden en vandaar ook de grote invloed van het militaire apparaat op de Israëlische politiek, het onderwijs, de media, ja op de hele Israëlische cultuur. Het leger doordringt de hele samenleving. Het is hét bindmiddel van de natie. Geen wonder dan ook dat Israël geen wet heeft inzake gewetensbezwaren voor dienstweigering.

 

2.3 Nationaal veiligheidsyndroom

Evenals Zuid-Afrika onder de apartheid, is Israël in de ban geraakt van een nationaal veiligheidssyndroom, is het een ‘nation in war’ geworden en vallen elementaire mensenrechten van Palestijnen daar probleemloos aan ten offer. Israël kent alleen mensenrechten voor Joden zoals het apartheidsregime in Zuid-Afrika die alleen kende voor blanken, constateerden in de jaren zeventig al Joodse advocaten die optraden als verdedigers van Palestijnse arrestanten.[14] Geheel in lijn hiermee ligt de wet Nationaliteit en Toegang tot Israël van 2003. Die ontzegt Palestijnen het recht op een verblijfsvergunning in Israël of Israëlisch staatsburgerschap. Als een Israëlische vrouw en een Palestijnse man willen trouwen en samenwonen is dat laatste als gevolg van die wet derhalve niet mogelijk. Dat roept eveneens herinneringen op aan het apartheidsbewind in Zuid-Afrika waar zwarten en blanken evenmin met elkaar mochten trouwen en samenwonen. Onder invloed van dit veiligheidssyndroom is Israël ook een natie geworden, waarin navelstaren een volkssport geworden is, zoals dat voorheen ook het geval in Afrika onder de apartheid.

 

2.4 Bondgenoot van apartheidsbewind in Zuid-Afrika

Ik herinner er in dit verband aan dat Israël een van de weinige bondgenoten was van het Zuid-Afrikaanse apartheidsbewind. Ondanks VN-sancties bleef het probleemloos militaire en andere zaken doen met dat bewind waaronder ook het beschikbaar stellen van Israëlische nucleaire technologie. Het werd daarvoor nimmer terecht gewezen, terwijl degenen die tijdens de apartheid stelling namen tegen volledige economische en culturele isolering van Zuid-Afrika, van heulen met de apartheid beschuldigd werden. Onder het ANC-bewind zijn de rollen inmiddels omgekeerd en staat Zuid-Afrika nu aan de kant van de Palestijnen in hun verzet tegen de Israëlische bezetting. Dat de moslimgemeenschap in Zuid-Afrika niet of nauwelijks vatbaar is voor radicalisering is hieraan mede te danken. Dat de situatie in Israël vergelijkbaar is met die in Zuid-Afrika onder de apartheid is begin 1988 al door de socioloog J.A.A. van Doorn als columnist van NRC Handelsblad opgemerkt[15].

 

3. Positie Israël tijdens en na de Koude Oorlog

Tot de val van de Berlijnse muur fungeerde Israël als het Amerikaanse bruggenhoofd in het Midden-Oosten tegen de expansie van het wereldcommunisme. Door daar na 1967 als cliënt van de VS op te treden hielp Israël de Sovjet expansie in het Midden-Oosten in te dammen en bracht het pijnlijke nederlagen toe aan Sovjet-cliënten als Egypte en Syrië. Daaraan ontleende het in het Westen jarenlang veel waardering en prestige. In Nederland werd dat het meest expliciet vertolkt door de PvdA-prominent Jacques de Kadt. In zijn boek Methode Israël (1967) verdedigt hij de positie van Israël in dezelfde trant als hij eerder, in 1947, opkwam voor de westerse beschaving in zijn essaybundel Verdediging van het Westen. Die beschaving is superieur aan alle andere.

We moeten haar daarom steeds weer beschermen tegen irrationele tradities in religie, filosofie, literatuur en politiek. Israël zag hij als verdediger van westerse waarden in een gebied dat daar nog niet aan toe is. Het laat op aanschouwelijke wijze zien dat westerse beschaving een toonbeeld is van een vrije samenleving zonder overheersing en onderdrukking.

Na de Koude Oorlog wordt de stemming ten opzichte van Israël geleidelijk aan kritischer. Op wel zeer scherpe wijze komt dat in 2001 tot uiting op de VN-conferentie tegen racisme en apartheid in Durban. Israël werd daar voor het eerst officieel beschuldigd van racisme en apartheid. Dat werd door Israël en de meeste westerse landen onmiddellijk afgestraft als uiting van antisemitisme. Maar die gelaakte verwantschap met apartheid en racisme is nadien door een reeks van onpartijdige waarnemers bevestigd, bijvoorbeeld door een prominent anti-apartheidsstrijder als de Anglicaanse aartsbisschop Desmond Tutu, de Zuid-Afrikaanse hoogleraar internationaal recht John Dugard, sinds 2001 een tijdlang de speciale rapporteur van de VN voor de naleving van mensenrechten in de bezette Palestijnse gebieden, en de voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter in zijn in 2008 gepubliceerde boek Palestine. Peace not Apartheid. De filosoof Hans Achterhuis gaat op dit punt nog verder en breidt de vergelijking met het apartheidsregime zelfs uit tot de huidige wereldsituatie. Die ziet hij namelijk als een mondiale uitvergroting van de Zuid-Afrikaanse apartheidssamenleving. Wat zich daar als in een microkosmos in verhevigde mate afspeelde, ziet hij als een afspiegeling van de huidige wereldmaatschappij waarin wij in het Westen ons niet anders gedragen dan blanke Zuid-Afrikanen dat deden tijdens de apartheid. Qua houding en gedrag zijn wij niet wezenlijk beter.[16]

 

4. Dreigend internationaal isolement

Ondanks een intensief opererende Israël-lobby in het Westen, in het bijzonder in de VS, manoeuvreert Israël zich vooral sinds de Gaza-oorlog in december 2008 steeds meer in een internationaal isolement en reageert het daarop in dezelfde trant als het eveneens in isolement rakende blanke apartheidbewind in Zuid-Afrika met verzuchtingen als: de wereld begrijpt ons standpunt toch niet, we moeten het daarom maar zoveel mogelijk alleen opknappen. Het is vooral in de VN Raad voor de Mensenrechten dat Israël sterk gekritiseerd wordt. Het probleem van die Raad is wel dat een onpartijdige beoordeling van mensenrechtenschendingen daar ver te zoeken is.

In Israël zelf is er eveneens sprake van meer kritiek op de officiële politiek die komt van allerlei kanten: mensenrechtenorganisaties, kritische academici en journalisten, klokkenluiders die wangedrag in het Israëlische leger aan het licht brengen, acteurs die weigeren op te treden in Israëlische nederzettingen in bezet gebied, enz. Sommige academici pleiten zelfs voor een academische boycot van westerse zijde als pressiemiddel, om zodoende het heersende overheidsbeleid om te buigen.

 


[1] Zie o.a. S.W. Couwenberg, De staat Israël  als voorbeeld van intern kolonialisme, Civis Mundi 4, 1998; idem, Israël  en het apartheidsbewind in Zuid-Afrika, een vergelijking, Internationale Spektator, januari 2007; idem, Zuid-Afrika toen, Israël  Nu: Kolonialisme en apartheid zonder perspectief, Streven, februari 2008. Voor een analyse van het apartheidsbewind in Zuid-Afrika, zie S.W. Couwenberg (red.), Apartheid, anti-apartheid en post-apartheid. Terugblik en evaluatie., Civis Mundi Jaarboek 2008, pp. 20-53

[2] Zie Krantenberichten in voordeel Israël, NRC Handelsblad 26 september 2011

[3] Zie verkiezingsprogramma PVV, 2010-2015, ‘De agenda van hoop en optimisme’, p. 40

[4] R. Fisk, The Great War for Civilization. The Conquest of the Middle-East, 2005

[5] Zie o.a. C.A.O. van Nieuwenhuijze en L.A.V. Metzemaekers, Dekolonisatie en intern kolonialisme in: Kolonisatie en dekolonisatie: een evaluatie in historisch en mondiaal perspectief, Civis Mundi 2, 1989; en S.W. Couwenberg, De staat Israël als voorbeeld van intern kolonialisme, Civis Mundi 4, 1998

[6] Binnen de joodse meerderheid is er een groeiende consensus over segregatie van deze Arabieren. Meer dan twee-derde van Joodse Israëliërs, zo blijkt uit een recente opiniepeiling, wenst niet met Arabieren in eenzelfde gebouw te wonen. Zie The Guardian, 24 maart 2006

[7] In 1947 werd 50% van het vroegere Palestina aan de Joden toegewezen. Nu beschikt Israël al over 80% van het voormalige Palestijnse gebied

[8] Zie G. Gorenberg, The Accidental Empire - Israël  and the birth of the Settlements, 1967-1977, 2006

[9] S. Bouman, Veertig jaar na de zege: Israëliërs zijn bekaf en willen niet meer sterven voor een verloren zaak, NRC Handelsblad, 2/3 juni 2007

[10] Zie nader R. Soeterik (red.), Vijftig  jaar Israël - vergeten aspecten, pijnlijke feiten, 1998, pp. 101-116

[11] Zie A. El Fassed, Niet iedereen kan stenen gooien, 2008

[12] Zie A. Bacevich, The New American Militarism. How Americans are seduced by war, 2005

[13] Zie A. Schlaim, The Iron Wal: Israel and the Arab World, 2000

[14] Zie nader S.W. Couwenberg, De staat Israël als voorbeeld van intern kolonialisme, Civis Mundi, 4, 1998

[15] Zie J.A.A. van Doorn, Israel en Zuid-Afrika, NRC Handelsblad, 28 januari 1988

[16] Zie H. Achterhuis, Met alle geweld, 2008, pp 19 en 27/28