Civis Mundi Digitaal #25
Bespreking van: Steven Paas, Israëlvisies in beweging. Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, Uitgeverij Brevier, 2014.
Een ontluisterend beeld van het idool van het Israëlisme: de staat Israël
Explosieve conclusies inzake relatie Israëlisme en het Israëlisch-Palestijns conflict
Jan Schnerr*
Bespreking van: Steven Paas, "Israëlvisies in beweging. Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie". Uitgeverij Brevier, 2014
De theoloog Steven Paas heeft een boek geschreven over het "Israëlisme". Hij behandelt de geschiedenis van deze stroming die grotendeels overlapt met het "christian zionism". Paas komt uit bij het naoorlogse en hedendaagse Israëlisme en waarschuwt voor de gevaren ervan, voor het christendom en voor de vrede. Hij trekt enkele brisante conclusies ten aanzien van de relatie tussen Israëlisme en het Israëlisch-Palestijns conflict.
Het "Israëlisme"
Paas duidt met Israëlisme al die stromingen in het christendom aan die een "uitzonderlijke, abnormale religieuze fascinatie hebben voor het nabijbelse Israël": het volk (de joden), het land (Palestina; vanaf 1948: Israël) en de religie (het Judaïsme). Zijn beschrijving van het historische Israëlisme begint bij de oudheid en eindigt bij de moderne naoorlogse varianten. De kenmerken van die moderne varianten zijn: (1) een letterlijke uitleg van de bijbel, in het bijzonder waar het de profetieën over de eindtijd betreft, (2) het geloof dat de staat Israël een vervulling van de bijbelse profetie is, en (3) de opvatting dat het klassieke christendom medeverantwoordelijk is voor het antisemitisme omdat het Oud Testamentische "Israël" (het toenmalige land en joodse volk) heeft vervangen door een Israël, in de betekenis van de gemeenschap van gelovigen, de Kerk.
Waarom interessant?
De vrij strikte benadering vanuit de bijbeltekst stelt Paas in staat om de ontwikkeling van het Israëlisme te schetsen over vele eeuwen en in verschillende landen, zonder historische en politieke zijpaden in te slaan. De vele verwijzingen en voetnoten maken het boek voor de geïnteresseerden tot een naslagwerk. De voorreformatorische tijd (Augustinus, de kruistochten) komt kort aan de orde, de katholieke kerk slechts zijdelings. Ondergetekende heeft het boek gelezen als niet-gelovige. Het was voor mij interessant omdat het inzicht verschaft in de vraagstukken die spelen binnen het hedendaagse protestantisme. Het gaat om zaken waar men als "moderne" stedeling zelfs via de familie- en vriendenkring nauwelijks in doordringt. Bovendien geeft het een scherp inzicht in de (ook historische) achtergronden van de tot nu toe voor een buitenstaander moeilijk te begrijpen wereld van christelijke steun voor Israël. Daarom was het voor mij verrassend om juist een traditioneel theoloog het universalisme van het christendom te zien verdedigen en zich te zien verzetten tegen een bijbelexegese die politiek opportunisme accommodeert. Als relatieve buitenstaander spreekt mij dat, ondanks de exclusieve elementen in dat wereldbeeld, meer aan dan het beeld dat zich meestal vanuit de bijbelbelt als christendom aan de niet-kerkelijke burger opdringt. In het algemeen vulde het boek voor mij, levend in een christelijke, Europese cultuur, lacunes in de kennis over dat christendom en het protestantisme.
Historie
Het Israëlisme was er (onder andere benamingen) veel eerder dan de staat Israël. Paas beschrijft de lange geschiedenis van de voorlopers van het moderne Israëlisme in de zeventiende en achttiende eeuw en van het religieuze zionisme van de negentiende eeuw. Het gaat om stromingen waarbinnen meestal een of andere vorm van het millennialisme (de verwachting van een 1000-jarig rijk voorafgaand aan of volgend op de wederkomst van Christus) gepaard gaat met een bijzondere belangstelling voor het land Palestina/Israël en voor het joodse volk. Het is een rijke geschiedenis. Een van de interessante episodes is bijvoorbeeld die van de Amerikaanse Puriteinen, die zich sterk identificeerden met de Hebreeën in het Oude Testament (Paas, blz. 114 e.v.). Het is deel van een breder fenomeen, namelijk de rol die het wij-zijn-Israël gevoel heeft gespeeld in het opkomende Europese nationalisme en onder de kolonistengemeenschappen vanuit Europa. Zoals in het geval van de Zuid-Afrikaanse Boeren.
Europa, Verenigde Staten
Verbazingwekkend is de invloed die het christelijk zionisme in de negentiende eeuw heeft gehad op de Engelse elite, in de hoogtijdagen van het Britse imperium. Palestina was na de opmerkelijke veldtocht van Napoleon in 1799 geleidelijk een rol gaan spelen in het Europese machtsspel. Engelse, Franse en Pruisische elites kregen belangstelling voor christelijke bewegingen die banden hadden met het "Heilige Land". Grotere politieke relevantie krijgt de discussie onder protestanten eind negentiende, begin twintigste eeuw door de verbinding tussen het politieke zionisme (het joodse nationalisme) en het religieuze zionisme (aanvankelijk vooral onder niet-joden). Die verbinding leidde in Engeland tot de Balfour Verklaring van 1917. Daarin beloofde de Britse regering om zich in te zetten voor een "joods tehuis" in het toenmalige Palestina.
Paas houdt zich bij zijn leest: de ontwikkeling van het Israëlisme en niet het schrijven van politieke geschiedenis. In het hoofdstuk over de aanloop naar en de periode van het Duitse nationaal socialisme loopt dat wel enigszins door elkaar. Ik kreeg overigens de indruk dat er weinig raakpunten zijn tussen het Duitse Israëlisme en de opkomst van het nationaal-socialisme.
Toch zijn in Europa deze stromingen minder succesvol geweest dan in de Verenigde Staten. Alles bijeen: tot de Tweede Wereldoorlog bleef het, zeker qua politieke invloed een bescheiden onderstroom in het westerse christendom. Waarbij er door anderen, onder meer door Karin Armstrong, op is gewezen, dat ideeën uit het vroegere Europese Israëlisme twee tot drie eeuwen overleefd hebben onder brede lagen van de Amerikaanse bevolking. Deze "silent majority" begon echter pas in de jaren ’70 van de vorige eeuw politieke macht te ontwikkelen en respectabiliteit te krijgen. Dat gebeurde in de slipstream van de juni-oorlog van 1967 en liep tegelijk op met de explosieve toename van de betekenis van de holocaust in "American life" en de doorbraak van de joodse Israëllobby. Zie Peter Novick (The Holocaust in American Life) en Mearsheimer/Walt (The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy). Daaraan voorafgaand had de symboliek van de oprichting van de joodse staat in 1948 al zeer de aandacht getrokken in Amerikaanse christelijke kring.
Oude Testament: Israël en het Verbond
"Israël" heeft in het Nieuwe Testament een andere betekenis dan in het Oude Testament. Althans in de traditionele bijbelexegese, in welke traditie Paas staat zoals de lezer vanaf bladzijde 1 duidelijk wordt. In het Oude Testament staat "Israël" ogenschijnlijk alleen voor het fysieke land zelf en voor het volk van de Israëlieten. Het staat in het Nieuwe Testament volgens de christelijke traditie voor de gemeenschap van de gelovigen, ofwel de Kerk. Daar kunnen mensen toe behoren van alle etnische groepen waar ook ter wereld. Het christendom als universele godsdienst! Bij het moderne, naoorlogse Israëlisme wringt dat. Men wil het concrete land, de joden van nu en de bestaande (joodse) staat inpassen in een christelijk geloof waarin die staat een centrale rol speelt. Dat vereist een bijgestelde visie op het joodse volk en het judaïsme. Joden kunnen niet meer als gewone heidenen worden beschouwd zoals alle andere niet-christenen. Ook worden de verschillen tussen christendom en judaïsme binnen het Israëlisme van hun scherpte ontdaan. En daar vloeit vaak uit voort, hetgeen als een rode draad door het betoog van Paas loopt: de aantasting van de centrale rol van Christus, ten behoeve van de "dialoog" met het judaïsme.
De strijd over de universaliteit van het Verbond dat God sloot met "zijn volk" en over de plaats van dat joodse volk ("Israël") in de nabijbelse wereld is bijna zo oud als het christendom. In de eerste eeuwen na het begin van de jaartelling, toen christendom en judaïsme nog concurrerend waren en de gunsten van de machthebbers in het Romeinse Rijk wisselend werden toegedeeld, kreeg de christelijke theologie geleidelijk een vrij algemeen aanvaarde vorm. Met de komst van Christus werd, aldus de gangbare leer, de bedoeling van het Verbond definitief duidelijk: het was Gods bedoeling om de hele mensheid te redden, via een universeel verbond. Het ging (dus) al in het vroegste christendom om het "geestelijke Israël", kortom de hele christenheid, etnisch jood of niet. Het fysieke Israël waaronder Jeruzalem en andere heilige plaatsen in Palestina, kwamen vanaf de elfde eeuw met de kruistochten weer in beeld bij de Europeanen. De Reformatie, in de zestiende eeuw, leidde uiteindelijk tot een waaier van stromingen rond de thema’s eindtijd, duizend-jarig Rijk, de Wederkomst, de plaats van het joodse volk en tot nieuwe discussies over de betekenis van het woord "Israël" in het Oude en Nieuwe Testament. Sommigen voorzagen zelfs de herbouw van de tempel, het opnieuw invoeren van offers en het herstel van de Hebreeuwse taal, etc. Voor Paas is het Verbond tussen God en "Israël" het scharnierpunt in deze complexe discussie.
Universaliteit
Ook voor een niet-gelovige, levend in een van het christendom doordrenkte maatschappij, is het onderscheid tussen een universeel christendom en een meer etnische visie op de bijbel interessant. Interessant vanwege de invloed die dat onderscheid heeft voor het al of niet openstaan voor anderen dan de eigen groep, in de eigen (Nederlandse of Europese) maatschappij. En vanwege de consequenties in het politieke domein, bijvoorbeeld op buitenlands politiek gebied. De westerse landen met hun christelijke tradities hebben enorme invloed op de gang van zaken in Afghanistan, Iran, Irak, Syrië, Libanon en Israël-Palestina. Temeer omdat in de militaire supermacht Amerika het christen-zionisme een sterke politieke beweging is geworden na de jaren ’70 van de vorige eeuw. In combinatie met de joodse Israëllobby is dat een formidabele machtsfactor in Washington. En na de Tweede Wereldoorlog hebben ontwikkelingen in het Amerikaanse christendom via de moderne media ook in Europa grote invloed gekregen; in Nederland onder andere via de Evangelische Omroep.
Alle bijbelexegeten, te beginnen met Agustinus, hebben moeite gehad met het in een logisch verband brengen van alle teksten in het Oude en het Nieuwe Testament. Paas doet daartoe een, ik zou bijna zeggen heroïsche poging. Vanuit zijn perspectief noodzakelijk. Zeker waar het gaat om de kern van de discussie rond het Israëlisme: het Verbond tussen God en zijn volk respectievelijk de mensheid. Hij ziet het Verbond en de heilsbelofte als universeel, bedoeld voor de gehele mensheid. Wie zoals ik in de eerste plaats met een historische blik naar de bijbel kijkt en het boek plaatst in zijn eeuwenlange ontstaansgeschiedenis, heeft uiteraard geen moeite met eventuele inconsequenties. Wie zoals veel vrijzinnige christenen de verhalen ziet als metaforen waarmee God zijn bedoelingen duidelijk maakt en bovendien ook naar de historische context, zal ook zelden of niet in de problemen komen.
Politiek opportunisme
Wie zoals de "christenen voor Israël" de teksten zo leest dat daaruit de juistheid van een politiek in het heden (zoals de actuele landroof in de Westelijke Jordaanoever) kan worden afgeleid, verplicht zich eigenlijk tot een exercitie à la Paas. Paas wordt vanuit die kring opvallend fel bekritiseerd. Merkwaardige is niet alleen die felheid vermengd met hoon, maar ook de betrekkelijke oppervlakkigheid. Er is blijkbaar een probleem dat verder gaat dan meningsverschillen op het niveau van geleerde tekstuitleg. Ik denk dat het probleem inhoudelijk hieruit bestaat dat de tekstuitleg van Paas integraal is en abstraheert van de actualiteit, terwijl het Israëlisme meer de weg volgt van de krenten uit de pap. Die selectieve methode past, lijkt mij, ook beter bij het vermoedelijke doel: het kunnen beschouwen van hedendaagse politieke gebeurtenissen (zoals de oprichting van de staat Israël in 1948 en de joodse kolonisatiepolitiek na de oorlog van 1967) als de vervulling van hetgeen in het Oude Testament staat. Voorzover ik (fragmentarisch) met die redeneringen heb kennis gemaakt, kwam mij een zeker politiek opportunisme tegemoet van Amerikaanse snit. Grote stappen snel thuis. Mogelijk verbergt zich achter Christenen voor Israël een even serieuze tekstanalyse en exegese. Ik ken die literatuur niet (Paas verwijst er op veel plaatsen wel naar). Maar deze stroming, die groot geworden is in de periode van toenemende aandacht voor de jodenvervolging en van de Israëlische militaire successen, zal daardoor ongetwijfeld gevoelig zijn voor politiek opportunisme. Politiek in combinatie met eeuwige waarheden (in mijn woorden: in combinatie met een geloofstraditie van 2000 jaar) is een niet stabiel mengsel. Paas haalt vernietigend uit. Maar dat komt hierna.
Een groot deel van de geschiedenis van het Israëlisme had zich dus al afgespeeld voor de Tweede wereldoorlog (ik vond het opmerkelijk om te lezen dat Abraham Kuyper er niets van moest hebben). De gebeurtenissen van 1948 en 1967 hebben echter geleid tot een "revival" van visies waarin de joodse staat en het joodse volk in het centrum van de heilsgeschiedenis staan. Het is onvermijdelijk dat in deze context de afstand tussen bijbelinterpretatie en politiek opportunisme kleiner wordt.
Antisemitisme, de eindtijd en de joden
Paas komt in zijn boek tot twee conclusies. Eén: in het naoorlogse Israëlisme zit een flinke portie compensatie van schaamte of schuldgevoel over de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Inclusief hier en daar het onbewust wegdrukken van (de angst voor) het eigen antisemitisme door middel van een geforceerd filosemitisme. Met andere woorden, het geloof dat zich met hogere waarheden moet bezighouden die gelden voor mensen overal ter wereld, laat zich leiden door recente historische gebeurtenissen (de jodenvervolging) in dit toevallige deel van de wereld (Europa). Twee: Het Israëlisme komt tegemoet aan het verlangen om hogere, maar abstracte (religieuze) waarheden om te vormen tot tastbare, fysieke zaken. In dit geval de reëel bestaande joodse staat Israël. Dat heeft tot nu toe kunnen functioneren: wie goede oogkleppen op had kon na 1948 en zeker na 1967 lang volhouden dat onder Gods toezicht van deze staat een groot succes is gemaakt. De treurige werkelijkheid in Israël en in de bezette gebieden zal het steeds moeilijker maken om het "reëel bestaande Israël" die hulpfunctie in Gods heilsplan blijvend te laten vervullen.
Nog iets over dat antisemitisme. Paas komt bij herhaling terug op de opdracht tot zending, ook onder de joden. Men kan dat als niet-gelovige terzijde schuiven, al was het maar (eigenlijk een christelijk argument) vanwege het geringe succes. Echter, het christendom van de traditie gaat ervan uit dat er maar één weg is naar de verlossing: via Christus, de Zoon van God. Afrikanen, moslims, joden, Javanen, heidenen uit de Randstad en anderen die dat niet geloven moeten dus tot geloof worden gebracht om ze te redden. Nu verwachten veel aanhangers van het Israëlisme dat joden massaal zullen worden bekeerd aan het einde der tijden, nadat de christenen zijn opgenomen in de hemel. Probleem opgelost, lijkt het. Tijdens de "grote verdrukking" zal er volgens die leer echter eerst een massaal sterven plaatsvinden onder al die heidenen, waaronder dus ook de joden, nadat de christenen "... in een flitsend moment zullen zijn opgenomen in de hemel ..." (Paas). Wat de joden betreft, is dat massale sterven niet acceptabel voor het naoorlogse Israëlisme. Dit leidt binnen het Israëlisme tot leerstellige capriolen op het slappe koord op weg naar een visie op joden als een aparte categorie mensen. Misschien kan men het betoog van Paas (die zijn sporen heeft verdiend in de zending in Afrika) ook zien als een poging om de bijbelteksten volledig in hun waarde te laten en tegelijk het tribale element buiten het christendom te houden. Naastenliefde, zendingsbewustzijn en universalisme horen in deze visie bij elkaar.
De politieke dimensie
Paas besteedt, zoals gezegd, niet veel ruimte aan de politieke kant van het Israëlisch-Palestijns conflict. Dat is terecht, want het is niet de kern van het onderwerp. Maar de passages die er over gaan zijn "to the point". Zij geven een ontluisterend beeld van het idool van het Israëlisme, de staat Israël. Hier wordt heel duidelijk: als oudtestamentische inhouden (hoe men daar ook tegenover staat vanuit de eigen opvattingen) afhankelijk worden van het wel en wee van actuele en discutabele politieke situaties dan ligt het gevaar van banalisering en instrumentalisering van het geloof op de loer. Paas noemt het Israëlisme bij zijn conclusies dan ook een bedreiging, niet alleen voor de christenen en de Kerk maar ook voor de vrede. Het heeft een sterke drang om de Israëlische politiek moreel te legitimeren en te steunen, ook via de media en financieel.
Nog belangrijker dan het heden zijn de denkbare scenario’s voor de joodse staat die Paas noemt. Het zijn scenario’s waarin de idolen van het Israëlisme, het "joodse volk" en de staat Israël ongeschikt worden om de bijbelse profetie op te projecteren. Dat zou het kleed onder het Israëlisme vandaan kunnen trekken. Paas: "Het Israëlisme is niet stabiel." Filosemitisme met zijn tunnelvisie op Israël zou dan zelfs kunnen veranderen in antisemitisme. De kans dat het door Paas genoemde scenario werkelijkheid wordt (er komt geen Palestijnse staat tot stand en Israël verandert in een apartheidsstaat) is naar mijn mening de laatste tijd toegenomen. Zo’n staat telt dan over enkele jaren meer tweederangs inwoners (Palestijnen) dan etnische joden. De politieke macht van ultra-orthodoxe joden zal verder toenemen en de behoefte aan "dialoog" met christenen zal verdwijnen.
Een voorbode van verandering?
In Europa en in de VS zijn in de publieke opinie verschuivingen waar te nemen ten nadele van Israël. De ontwikkelingen in Israël en in de bezette gebieden die daaraan ten grondslag liggen lijken onomkeerbaar. Het epicentrum van de steun voor het Israëlische beleid is de combinatie van de christelijke en de joodse Israëllobby in de Verenigde Staten. Dat is een zwaar vliegwiel dat langer zal doordraaien dan de vergelijkbare lobby’s in Europa. Als, wat Paas voor denkbaar houdt en ikzelf verwacht, de zelfstandige Palestijnse staat definitief achter de horizon verdwijnt zullen er verschuivingen komen op politiek niveau in de Europese Unie ten aanzien van Israël. Het zal interessant zijn te zien hoe christelijk Nederland, voorzover het Israël steunt en dat meent te moeten doen op religieuze gronden, zal reageren. De publicatie van Steven Paas zou wel eens een voorbode kunnen zijn van veranderingen.
NB:
In het boek van Paas wordt een reis door Israël genoemd. Een verslag van die reis (door een andere auteur) is te vinden op: http://jaffadok.nl/reis-sabeel/
* Jan W.P. Schnerr:
Oud-ziekenhuisbestuurder.
Oprichter (in 2013) en eerste redacteur van de website Jaffadok (http://jaffadok.nl/).
Jaffadok biedt documentatie en standpunten over het Israëlisch-Palestijns conflict. Er is aandacht voor interne Israëlische en Palestijnse kwesties, voor relevante ontwikkelingen in de buurlanden en voor de Israëlpolitiek van de VS en de EU.