Civis Mundi Digitaal #27
De gloed van de oerknal of Big Bang. Foto door Planck satelliet bij aankondiging lezing Prof dr John Heise, Utrecht
Door Piet Ransijn
Overeenstemming
Wim Couwenberg wees op de overeenstemming van de bijdragen van en over Gerrit Teule en van mij in vorige nummers en stelde mij voor een reactie te schrijven. In deze reactie volgt na de inleiding
1. een samenvatting van de eonen-theorie met een gedicht over de binnenkant’
2. aanvulling vanuit de kwantumfysica: het uitsluitingsprincipe van Pauli en de non-lokale ruimte
3. aanvullingen vanuit de filosofie: de monaden-filosofie en de geest-lichaam kwestie
4. aanvulling vanuit de sociologie: Waarheen? De betrekkelijkheid van geplande evolutie
5. dichterlijke toegift, geschreven bij het schrijven van dit artikel: Een groter plan?
Actie en reactie. Als het Ene zich bewust wordt. Het Ene is toen niet verdwenen
Overeenstemming in denken, voelen en bewustzijn geldt voor veel mensen. Ons bewustzijn lijkt als dooreen soort veld verbonden met anderen. Hierover gaat mijn artikel over veldtheorieën elders in dit nummer. We kunnen deze verbinding een bewustzijnsveld noemen of, met een term van Sheldrake, een morfogenetisch veld. Sheldrake en anderen menen dat mensen vaak op elkaar zijn afgestemd ideeën en ook bij ontdekkingen. Des te meer naarmate zij meer met elkaar verwant zijn of met dezelfde dingen bezig zijn. De term ‘afgestemd’ doet denken aan een stemvork die trillingen of vibraties voorbrengt, die resoneren, zoals bewustzijn ook vibraties kan hebben. We gaan hier niet in op hoe die afstemming ook in zijn werk kan gaan, maar op de bijdrage van Teule.
Inleiding: Kwantumfysica en speculatieve filosofie
Naast overeenstemming zijn er in onze benaderingen ook verschillen. Maar deze vullen elkaar aan. Het artikel van Teule in nr. 26 is specifiek gericht op de Oerknal en de evolutie daarna. Mijn artikel gaan meer algemeen over de complementariteit van kennisgebieden. Wij knopen aan bij verschillende deskundigen. Teule gaat in op Jean Charon, hij verwijst naarTeilhard de Chardin en Rupert Sheldrake. Ook noemt hij Carl Jung, Roberto Assagioli en John Wheeler. Het werk van Charon doet denken aan De ziel van het heelal (1939) en Man, Mind and the Universe van de Zweedse astronoom Gustav Strömberg. Teule gaat meer in op ‘de ziel van elektronen’, die verbonden zijn met de ziel van het universum. Hoe dat zit, is nog niet duidelijk.
De grondleggers van de kwantumfysica, waarover is geschreven in vorig nummer, kunnen moeilijk worden beschouwd als omstreden speculatieve denkers. Zij hebben in hun denken voortdurend moeten speculeren om vooruit te kunnen. De filosofie van de grondleggers van de kwantumfysici heeft veel minder aandacht gekregen dan de ontdekkingen waartoe deze heeft bijgedragen.
De visie van de grondleggers is niet zomaar te veronachtzamen en te verwerpen als louter speculatief. Kwantumfysicus en Nobelprijswinnaar Josephson wijst op de afkeer van fysici van iets dat zweemt naar mystiek. Dat zien we ook bij gnostiek, religie en esoterie, ook al hielden grondleggers van de natuurwetenschap van Kepler en Newton tot Einstein, Eddington, Bohr, Heisenberg en Pauli zich daarmee bezig.
Sinds de bestseller Tao van de fysica van Fritjof Capra, zijn vele werken verschenen over fysica en oosterse filosofie. Vaak bevatten zij een hoog gehalte aan analogieën. Deze maken weinig indruk op fysici die zich serieus nemen als ‘harde’ wetenschappers. Daarom zijn enkele titels slechts genoemd in mijn artikelen over de zachte kant van ‘harde’ grondleggers.
De wetenschappelijke gemeenschap neemt over wat als experimenteel aangetoond of bewezen wordt beschouwd. De filosofische visie kan van de hand worden gewezen als irrelevant en speculatief als deze buiten het vigerende paradigma valt. Grondleggers worden dan als het ware opgesplitst in fysicus en filosoof. Hun onderzoeksresultaten worden geadopteerd. De daarmee verbonden filosofische visie wordt vaak genegeerd. Dit lot trof ook Jean Charon.
Begripsverheldering: wat houden ziel en geest in?
Teule schreef eerder een boek Hebben we een ziel? Zo ja waar?Dit is in nr 23, april in Civis Mundi besproken. Er zijn raakvlakken met deze reactie, die verder niet ingaat op dit boek.
In volgend gedichtje een kort antwoord.
De tempel van de ziel 2014 08 29
De ziel verblijft
sinds hij op aarde viel
in de tempel van de ziel
Tot de dood hem verdrijft
naar hemelse eonen
waar wij niet kunnen komen
Teule gebruikt de begrippen ziel en geest. In mijn artikel in nr. 26 blijkt dat deze begrippen onduidelijk zijn gedefinieerd en elkaar vaak overlappen. Ziel en de geest zijn gangbare begrippen en daarom moeilijk te omzeilen. Teule geeft geen definities van ziel en geest, wel aanduidingen, die het dragen van informatie betreffen. Hij gebruikt de term menticles, van het Latijnse ‘mens’ dat geest betekent. Het zijn een soort geestdeeltjes. Deze deeltjes zullen niet in het paradigma van de wetenschappelijke gemeenschap en van de meeste fysici passen.
Ziel en geest kenmerken zich door bewustzijn. Ook deze term vraagt toelichting. Bewustzijn betekent ‘wetend zijn’. Het voorvoegsel ‘be’ be-treft de be-trekking tot zichzelf of iets anders. ‘Wetend zijn’, weten en informatie, wetten of wetmatigheden, specifieke ken-merken verwijzen naar een soort inherente kennis, codering of informatie. Deze ken-merken zouden in overeenstemming met de visie van Teule in elementaire deeltjes aanwezig zijn en worden waargenomen als fundamentele kwantumeigenschappen of kwantumgetallen, zoals massa, elektrische lading, spin, locatie, energie, snelheid, e.d.
1. De eonen-theorie: hypothesen van Charon en Teule
Over de oerknal zijn veel ideeën, die vaak speculatief zijn. Is de eonen-theorie ook een speculatieve theorie? De eonen-theorie van Charon, Complex Relativity Theory (1977), kan verschijnselen verklaren, die andere theorieën niet verklaren of anders verklaren. Deze theorie wordt als volgt samengevat doorRuud van Wees, in Civis Mundi nr. 24 Geest en ziel als de binnenzijde van materie en lichaam, boekbespreking van: Gerrit Teule, Hebben we een ziel? Zo ja, waar dan?
“Het elektron is volgens deze theorie het fysisch waarneembare punt (de buitenkant) waarachter een kleine tijdruimte (de binnenkant, vergelijkbaar met een miniem zwart gat) schuilgaat. Charon noemde deze kleine tijdruimte een ‘eon.’ Daarbinnen vinden geestelijke processen plaats in een plasma van virtuele fotonen, ergo: licht. Het voor ons waarneembare elektron vormt zo de toegang tot een geestelijke of imaginaire tijdruimte buiten de voor ons toegankelijke tijd en ruimte, dus non-lokaal. Daar huist volgens de eonen-hypothese de zetel van informatie, ervaring, bewustzijn, geheugen, liefde, communicatie, wil en daadkracht, waarop de evolutie vanaf het begin is gebaseerd…
Materie is dus in wezen bezielde materie ofwel: psychomaterie, een term van Charon en Teule… die inhoudt dat we pas een compleet plaatje van de werkelijkheid kunnen krijgen als we die benaderen vanuit zowel de natuurkundige als vanuit een psychologische invalshoek… het bewustzijn in brede zin. Waarbij het non-lokale karakter van bewustzijn ook kan leiden tot waarnemingen die niet aan de eigen fysieke zintuigen zijn gebonden en als zodanig buitenzintuiglijk zijn...Dit maakt begrijpelijk dat Teule het citaat van de bekende psychiater en dieptepsycholoog Carl Jung aanvoert: ‘Vroeg of laat zullen de kernfysica en de psychologie van het onbewuste elkaar naderen als ze allebei, onafhankelijk van elkaar en vanuit tegenovergestelde richtingen, vooruitstoten naar het gebied van het buitenzintuiglijke. Carl Jung, Aion,’” aldus Ruud van Wees in zijn samenvatting van de eonen-theorie.
In hoeverre is de theorie verifieerbaar of falsificeerbaar ‘in Popperiaanse termen’, zoals Teule schrijft? Dit lijkt geen gemakkelijke klus met de volgende geciteerde hypothesen. Intuïtieve en buiten-zintuiglijke waarnemingen dan zintuigelijke waarnemingen kunnen hierbij noodzakelijk zijn. De filosoof Schelling noemt deze uitbreiding van zintuiglijke waarneming ‘verruimd empirisme’ in mijn artikel over verenigende veldteorieën en bewustzijn. Voor verder onderzoek is een verruiming van paradigma en onderzoeksmethoden voorgesteld. Kortom: een ingenieuze, moeilijk te toetsen theorie, die doet denken aan gnostiek.
Het innerlijk oog van de gnosis
De binnenkant* 2014 09 26
Om de innerlijke kern te weten
is ons verstand niet toegemeten
Ieder deeltje heeft een binnenkant
voorbij de grens van het verstand
Ons zicht kan daar niet komen
We kunnen daar niets horen
Het is niet hoorbaar voor de oren
Komen we daar als we dromen?*
Het is een ontoegankelijk gebied
dat niemand hoort noch ziet
Als de ogen zich naar binnen richten
kan het in een helder ogenblik oplichten
De intuïtie ziet vanuit de binnenkant
Voorbij de zinnen en het verstand
Want die zien slechts de buitenkant
De intuïtie ziet het grotere verband
Ziet de dingen in een groot bezield geheel
Ziet de ziel van ieder samenstellend deel
De snelste meest doordringende fotonen
kunnen in die binnenkant niet komen
Fotonenstralen raken slechts de buitenkant
Zoals de zinnen en het splijtende verstand
Als het licht ontstoken is van binnen
blikken wij voorbij de uiterlijke zinnen
Wanneer de blik naar binnen keert
zien we hoe de wereld is geïntegreerd
Een innerlijke non-lokale integratie
verbindt elk deeltje, iedere vibratie
In een onderliggend integrerend veld
door fysici sinds Einstein al verondersteld
Het bevindt zich in een andere dimensie
Voorbij iedere bekende zichtbare frequentie
Daar zien wij overal de innerlijke kant
van binnen stralen door de buitenkant
In ieder samenstellend onderdeel
straalt het samenbindende geheel
*Na lezing boekbespreking G Teule, Hebben wij een ziel. Zo ja, waar dan?
*De zogenaamde astrale wereld, een non-lokale ruimte of dimensie?
Zie Andrë Sonnet, De raadselachtige wereld van de droom; Frederik van Eeden, Over Dromen;
Herms Romijn, Het slapend en dromend bewustzijn; Erich Fromm, Dromen, sprookjes, mythen. e.a. bronnen
2. Aanvullingen vanuit de kwantumfysica over het gedrag van elektronen
Verklaart de eonen-theorie ook hoe verschillende deeltjes, waaronder eonen, een geheel vormen, een universum of kosmos, zoals de kwantumveldtheorie? De volgende beschrijving van elektronen volgens de kwantumfysica vult de eonen-theorie aan. Elektronen gedragen zich als fluctuerende deeltjes waarbij ook virtuele fluctuaties uit een onderliggend (vacuüm) veld verschijnen en verdwijnen. De ‘zee van Dirac’ was hiervan een prototypische weergave. ‘Panta Rhei: alles stroomt’ in een soort flux van een fleeting, fluctuerend veld, volgens wetmatigheden en patronen van de Logos, de kosmische orde. Heraclitus schreef 500 v Chr. wat de wetenschap nu aan het ontdekken is.
Elektronen en andere deeltjes hebben een corpusculaire structuur, belichaamd in deeltjes. Zij hebben ook een fluctuerend golfkarakter. De grondleggers van de kwantumfysica hebben dit in principes en formules geformuleerd, zoals de golfvergelijkingen van Schrödinger en Dirac. Deeltje en golf zijn complementair, volgens het complementariteitsprincipe van Bohr. Genoemd uitsluitingsprincipe van Pauli verklaart de individualiteit, exclusiviteit, spreiding en verschil in eigenschappen van elektronen, waardoor ze niet op elkaar vallen en de schepping van het universum niet ‘in de (oer)soep loopt’.
Deeltjes zijn niet te lokaliseren zonder het bewustzijn van de waarnemer. Alsof de fluctuerende virtuele realiteit van het deeltjesveld vorm krijgt in het bewustzijn en zonder bewustzijn virtueel blijft. De positie en de vorm zijn niet met zekerheid weer te geven. Alleen in termen van waarschijnlijkheid, volgens het onzekerheidsprincipe van Heisenberg. De veldbenadering complementeert de deeltjesbenadering van de eonen-deeltjestheorie en beschouwt de deeltjes in het kader van een groter geheel een verondersteld verenigend veld.
Het uitsluitingsprincipe van Pauli als basisgegeven
Eén van de grondbeginselen van de moderne fysica is het uitsluitingsprincipe van Pauli, dat raaktakvlakken heeft met de eonen-theorie. Pauli schreef samen met Jung een boek, Naturerklärung und Psyche en een briefwisseling. Ook het boek van Remo Roth, Return of the World Soul: Wolfgang Pauli, C.G. Jung and the Challenge of Psychophysical Reality ligt in de lijn van Charon en Teule.
Het uitsluitingsprincipe wordt toegelicht in Civis Mundi nr. 26 onder de kop Wat houdt kwantumfysica in? en in het vervolg in dit nummer 27. Daarin wordt een verband gelegd met het recent ontdekte experimentele gegeven van teleportatie, dat aan de TU te Delft is aangetoond. Teleportatie is de overdracht van informatie of energie, die dan op verschillende plaatsen tegelijk is. Evenals bij de eonen-theorie veronderstelt dit verstrengeling of verbinding zonder medium, alsof deeltjes, informatie of entiteiten op elkaar zijn afgestemd, van elkaar ‘weten’ of met elkaar verbonden zijn op een wijze die wij nog niet weten, zoals bij zoveel dingen.
Electron beam welding.
Electron beam flare | EBW machine Image Credit: Joining Technologies | Ebwelding | Ebtec. Electron beam welding creates a narrow beam of high velocity electrons in a vacuum environment and generates a fusing heat source that can unite most metals and alloys.
Het uitsluitingsprincipe houdt in dat een deeltje, met name een elektron, niet dezelfde genoemde kwantumeigenschappen heeft als een ander deeltje of elektron. Dit principe verklaart dat elektronen verschillende eigenschappen, banen en plaatsen hebben, waardoor ze niet in elkaar vallen, zoals in een ‘oersoep’, van bijv. vóór de oerknal. Het verklaart de structuur van atomen en daarmee van de hele fysische wereld. Het veronderstelt ook dat elektronen ‘weet hebben’ van elkaar. Ze lijken op een of andere manier geïnformeerd over eigenschappen van andere deeltjes, zodat ze deze uitsluiten voor zichzelf. Verschillende elektronen sluiten elkaar uit en zijn ‘levensvatbaar’ als zelfstandige deeltjes of entiteiten, die inherent andere informatie bevatten of een andere codering hebben. Dit lijkt een andere algemeen aanvaarde verklaring, die met een Nobelprijs is gehonoreerd, dan de eonen-theorie. Maar het uitgangspunt van mogelijk ‘bezielde’ deeltjes en ‘psychofysisch monisme’ (in termen van Pauli) stemt overeen. Dat geldt ook voor de ‘gnostische’ inspiratie van Pauli en Charon.
Het geest-lichaam vraagstuk, non-lokale ruimte en bewustzijn
De hypothese van de non-lokale ruimte, die nog niet geheel onomstreden is, kan verschijnselen verklaren, die anders moeilijk zijn te verklaren of onverklaarbaar zijn. Hypothetische begrippen zoals zwaartekracht, die uit aantrekkingskracht tussen massa’s wordt afgeleid, zijn eigenlijk ook moeilijk te verklaren abstracties. De recente ontdekking van het Higgs-deeltje, kan over zwaartekracht meer opheldering geven, zie mijn artikel over veldtheorie. Voor niet-fysici is dit minder toegankelijk.
De non-lokale ruimte kan meer opheldering geven over andere vraagstukken, die te maken hebben met de geest-lichaam kwestie. Deze ruimte zou de hypothetische plaats kunnen zijn waar herinneringen en gedachten kunnen zijn opgeslagen. Deze zijn niet in hersengebieden en hersencellen te lokaliseren. Neurowetenschapper Penfield heeft dit als een van de eersten aangetoond en na hem vele anderen. De hersenen fungeren meer als ‘doorgeefluik’ of radiotransmitter voor informatie die elders zou zijn opgeslagen.
Als informatie en geheugeninhouden niet in de hersenen zijn te lokaliseren, hoe en waar zou dan de persoon of het ik en de persoon zelf in het brein gelokaliseerd kunnen worden, zoals Schrödinger zich eerder afvroeg? Ook op deze eerdergenoemde vraag van Teule is voor zover bekend nog geen bevredigend antwoord gegeven. De non-lokale ruimte en de eonen-theorie kunnen een bijdrage leveren tot verheldering van deze klassieke mind-body kwestie. Teule gebruikt de visuele term ‘binnenkant’ van een elektron als de non-lokale plaats waar informatie kan zijn opgeslagen.
We nemen waar dat gedachten in ons bewustzijn plaatsvinden. Ze verschijnen en verdwijnen. Maar waar is dat bewustzijn en deze innerlijke bewustzijnsruimte en waar zijn de gedachten en herinneringen gelokaliseerd? En wat is die non-lokale ruimte? Zijn daar ook lagen of gradaties? In de Indiase filosofie zijn er diverse lagen van de geest. De (opslag)plaats van impressies en van de geest, in het Sanskriet manas, verwant met mentaal en mind, wordt citta genoemd. Er zijn ook diverse loka’s, verwant met ons woord locatie. Loka’s zijn geestelijke locaties, ruimten of werelden. Het begrip akasha betekent ruimte, maar komt wellicht niet precies overeen met ons fysische ruimtebegrip. De term akasha-veld wordt ook gebruikt door Lazlo en anderen, maar dat laten we evenals de Indiase filosofie verder buiten het bestek van deze reactie.
3 Aanvulling vanuit de filosofie: de eonentheorie en de monadentheorie van Bruno en Leibniz
Evenals in de eonen-theorie wordt in de oude monadentheorie het deeltjes-aspect benadrukt. Individule eenheden worden in een corpusculair, in deeltjes gestructureerd geheel gezien. Menticles: geestdeeltjes, zijn het basisbegrip van de eonen-theorie. Deze vormt eigenlijk een soort geestelijke atoomtheorie waarin onnoemelijk veel eonen-deeltjes een rol spelen.
De eonen-theorie zegt dat deeltjes met elkaar communiceren, met elkaar in verbinding staan en op elkaar reageren. Bij de monadentheorie van Bruno en Leibniz, de Duitse ‘collega’ van Newton en Spinoza, is de wereld een complex van puntvormige bezielde energiecentra. Deze vormen bij Bruno in steeds grotere gehelen een bezielde kosmische eenheid. Bij Leibniz weerspiegelen individuele monaden het hele universum. Ze zijn naar buiten toe afgesloten, “hebben geen vensters’’, aldus Störig, Geschiedenis van de filosofie (p 72); Vloemans, Leven en leer der grote denkers (p 268, 383).
De overeenkomst van vensterloze monaden met eonen is opvallend:
“Principieel kunnen wij van buitenaf niet in een eon kijken, omdat het een andere en voor wetenschappelijk onderzoek afgesloten tijdruimte is. Hoe de informatie in het eon gecodeerd is… en of wij die codering ooit nog eens zullen begrijpen, is in de toekomst verborgen,” aldus Teule.
Zoals eerder vermeld lijkt hiervoor uitbreiding van onderzoeksmethoden nodig en ‘verruimd empirisme’. De monadenfilosofie gaat mogelijk terug tot de gnostiek, waardoor ook Charon en Pauli zijn geïnspireerd. In een gnostisch beeld zijn eonendeeltjes als het ware bezielde geestvonken van het oervuur bij de oerknal. Insiders spreken over de ziel als ‘geestvonkatoom’ bij het Lectorium Rosicrucianum van de Rozenkruizers, genoemd naar de legendarische Christian Rosenkreuz.
De deeltjestheorie van eonen lijkt een atomistische variant van de kosmische visie die zo oud is als de oudste religies, een visie die we vinden bij Schrödinger, Eddington, Schelling, Spinoza, Bruno, Plotinos, Plato en de Oepanishaden, dat het universum in wezen één realiteit van geestelijke aard is (zie mijn artikel in nr. 26, augustus). Volgens Schrödinger één bewustzijn, dat zich in vele delen en deeltjes manifesteert. Niet alleen bij de oerknal, maar in een voortdurend proces van ‘scheppende evolutie’ (een term van de Franse filosoof Bergson).
Schepping uit het niets is m.i. een enigszins onduidelijk begrip, evenals de begrippen ziel en geest. Wat is het niets? Is het leegte? Het ontbreken van iets, zoals duisternis afwezigheid van licht is? (Zijn er geen gradaties van manifestatie of potenties zoals bij het begrip virtuele energie? Als er iets uit het niets zou komen bevat het niets kennelijk toch iets? Bij de ‘zee van Dirac’ en andere theorieën wordt de term virtuele deeltjes gebruikt of potentiële deeltjes, bijv. een elektron-positron paar lost op in het niets als niet gemanifesteerd virtueel veld van potentiële energie.
Opmerkelijk is dat Dirac en Heisenberg in overeenstemming met Plato en anderen evenals Teule spreken van de schoonheid van kennis, waarin verbondenheid, symmetrie en harmonie tot uitdrukking komt. Waarheid en schoonheid zijn bij Plato wezenskenmerken van het Goede. ‘Eenvoud is kenmerk van het ware’ is een uitdrukking die Dirac zal aanspreken. Toen hij bij een bezoek aan de Sovjet-Unie werd uitgenodigd om een lezing te geven, schreef hij op het bord: "Natuurkundige wetten moeten wiskunde, schoonheid en eenvoud bezitten." (Wikipedia)
Map of the Universe: first year Microwave Background Map by WMAP satellite
Weten en informatie als fundamenteel gegeven in de realiteit
Informatie en weten zou een fundamenteel gegeven zijn van de realiteit en van elementaire deeltjes, in het bijzonder van elektronen, volgens de eonen-theorie van Charon. In oude filosofieën en religies van onder meer de Indiërs en de Grieken kent de wereld een kosmische orde. De Veda, verwant aan ons woord weten, bevat de basis en blauwdruk, die inherent is in de schepping en er mogelijk aan voorafgaat, aldus Narada Kush in zijn boek De Veda’s. Informatie is mogelijk meer fundamenteel dan energie. Energie ‘gedraagt’ zich volgens formules die informatie zijn. Energie zou volgens Einstein e.a. meer fundamenteel dan materie zijn. Massa is gecondenseerde of verdichte energie.
Zuiver inhoudsloos bewustzijn (dat vooraf gaat aan weten zou meer fundamenteel dan informatie kunnen zijn. Informatie bestaat uit inhouden of coderingen van bewustzijn in bits, getallen of andere eenheden. Dat is dus geen ongedifferentieerde eenheid zoals het onnoembare Tao dat niet gezegd kan worden volgens het Taoïsme van Lau Tse aan het begin van zijn Tao Tse Tsjing.
Bewustzijn, informatie, energie en materie gaan in elkaar over in gradaties van manifestatie en concretisering van waarneembaar naar niet waarneembaar. Daar voorbij is het niet-gemanifesteerde, dat ab-soluut, wordt genoemd. In die betekenis staat het letterlijk los van het manifeste. Ook het woord ab-stract betekent los gemaakt. We weten nog niet hoe deze samenhang en manifestatie is en in zijn werk gaat. Een abstract begrip of informatie-eenheid wordt geabstraheerd of losgemaakt van de concrete materie. Dit begrip kan als idee op zichzelf bestaan in het bewustzijn, dat een hypothetisch gezien een non-lokale ruimte kan hebben. Volgens Plato bestaat een idee in de ideeënwereld en volgens Popper bestaat een begrip of gedachte in wereld 2, de geest. Dit is een andere dimensie van de realiteit dan de fysische tijdruimte van de objectieve wereld 1.
Materie in gradaties van manifestatie en materialisatie
Eigenlijk zijn er een soort gradaties van manifestatie en materialisatie. Massa en gewicht of zwaarte(kracht) wordt sinds Leibniz en de zwaartekrachttheorie van Newton beschouwd als kenmerk bij uitstek van materie. Bij Descartes en Spinoza is uitgebreidheid, dus volume, het kenmerkende. Gewichtloze zaken als elektromagnetische velden, nemen ook ruimte in, maar ze hebben geen massa, zoals licht, dat bestaat uit gewichtloze fotonen. In die zin zijn ze niet materieel, wel fysisch.
Er lijkt een geleidelijke overgang van zogenaamde ‘grofstoffelijke’ materie in antieke esoterische of hermetische wetenschappen naar ‘fijnstoffelijke’ gewichtloze ‘materie’ en energetische substanties in de richting van ziel, geest, informatie en bewustzijn, die meer abstract en minder manifest lijken. De westerse tegenstelling tussen geest en/of ziel en materie lijkt weinig genuanceerd en gedifferentieerd vergeleken met bijvoorbeeld Indiase filosofie en Egyptische mythologie. Een nuancering van ons begrippenapparaat lijkt wenselijk, zo niet noodzakelijk om deze niet gemakkelijk te doorgronden materie beter te begrijpen.
Antropomorf
Teule gebruikt soms antropomorfe, mensvormige begrippen als ‘besluiten’ en ‘keuze’, alsof een intelligentie of soort van godheid besluiten neemt bij de manifestatie van de schepping en opdrachten geeft aan de eonen of elektronen: “Ga heen en kom tot bewustzijn”. Mooi gezegd. Als metafoor is dat verhelderend, beeldend, visionair. Maar het kan ook beperkend zijn en nog meer bezwaren oproepen, hoe mooi en sprekend dit antropomorfe beeld van een bezield heelal ook is.
Antropomorf Bijbels beeld van de schepping: Gods geest die over de wateren zweeft
Of de geest van Darwin, die een vergelijkbare baard had? St. Martinuskerk, Markelo
De scheppende intelligentie die in de schepping inherent en transcendent zou zijn
Bewustzijn, geest en ziel als fundamenteel gegeven
Het bewustzijn, waarmee wij waarnemen is een fundamenteel gegeven. David Chalmers, bijvoorbeeld, die zich erin heeft verdiept, ziet het als fundamentele natuurlijke grootheid. Bij de relativiteitstheorie en de kwantumfysica is de waargenomen realiteit relatief en afhankelijk van de waarneming, het waarnemende bewustzijn. Dit is vooralsnog niet overtuigend te herleiden tot materie of iets anders.
Bewustzijn als verenigende basis of veld kan ook conform de visie van Teule plausibel maken waarom wij ons in de wereld vertrouwd voelen. Er zou een (continuüm van) bewustzijn zijn, waarmee wij een verbinding of eenheid kunnen ervaren. Bij mystici spreekt men van de unio mystica. Dit zou een verder gevorderde vereniging zijn.
Wat Teule hierover schrijft, komt overeen met de visie van Schelling in mijn artikel in dit nummer. Bij diens ‘verruimde empirisme’ duiden innerlijke ervaringen op het her-kennen van (ons) bewustzijn in de natuur. Veel dichters, filosofen en (natuur)religies hebben hieraan uitdrukking gegeven.
Andere vragen
In het veelzeggende artikel van Teule is veel inzicht gecomprimeerd. Het bevat meer interessante punten om op te reageren. Wat is ‘louter licht’? Licht bestaat uit fotonen of lichtkwanta, golven en/of deeltjes. Betekent louter licht, een lichtveld voorbij deeltjes, dat zich als het ware manifesteert in kwanta? Zoals het zuiver bewustzijn zich manifesteert in bewustzijnsinhouden of ‘gedachten’ als een soort ‘bewustzijnskwanta’, informatie-bits of gedachtegolven?
Verder is er de kwestie van doelgerichtheid, planmatigheid, teleologie versus toeval en blind verloop. Hier past een verwijzing naar het werk van Jung en Pauli en van Deepak Chopra over synchroniciteit en studies over serendipiteit: zogenaamd toevallige ontdekkingen. Bij het uitsluitingsprincipe van Pauli en de (veld)werking in de natuur(kunde) blijken er samenhangen en interdependenties te zijn, net als in de samenleving, die wij nog niet adequaat kunnen verklaren en waar wij hier niet op ingaan.
4. Sociologische aanvulling: waarheen? Betrekkelijkheid van geplande evolutie
Wij weten niet hoe het eraan toe ging bij de oerknal en daarna. Het lijkt zinvoller ons op het heden en de toekomst te richten, die de aandacht vragen. Volgens Teule, Charon, Teilhard de Chardin en anderen is er een evolutie van het bewustzijn naar grotere complexiteit. De mondiale problemen vragen volgens Teule om een mondiaal overlevingsplan. De vraag is of ons menselijk intellect bij machte is zo’n plan te maken. Dit roept de associatie op met de ‘impotente vredesplannen’ die Sorokin noemt in The Reconstruction of Humanity, samengevat in Ransijn en Schulte, Bewustzijn als bewapening. Vrede en ontwapening door groei van collectief bewustzijn, hfst 15.
Waarheen?
Een maakbare samenleving? De betrekkelijkheid van planning
De samenleving blijkt minder maakbaar dan wij hoopten. Een ‘maakbare samenleving’ roept associaties op met de vergeten nieuwe wetenschap van de andragogie, ‘opvoedkunde voor volwassenen’ of ‘veranderkunde’ van de innovatieve visionaire prof. T.T. Ten Have met terecht vergeten handboeken als Planned Change en Sociale technologie. De andragogie lijkt verwant met de naoorlogse Engelse sociologie van Karl Mannheim, Freedom, Power and Democratic Planning, dat echter een bredere strekking heeft. Planning en wederopbouw typeert de naoorlogse generatie volgens onder meer Mannheim in Man and Society in an Age of Reconstruction.
In The Reconstruction of Humanity relativeert Sorokin planning in termen van ‘ímpotent plans for peace’. Sociale en culturele hervormingen dienen samen te gaan met persoonlijke ontwikkeling waarbij ook het ‘bovenbewuste’ wordt betrokken. Sorokin ziet uiteindelijk meer heil in liefde dan in planning in zijn latere werken over altruïsme, zoals The Ways and the Power of Love. Types, Factors and Techniques of Moral Transformation. De evolutie naar een meer altruïstische mondiale samenleving, die ook Teilhard de Chardin voor ogen stond in zijn evolutionaire christelijke visie, kan samengaan met planning, educatie en methoden tot bewustwording.
Mannheim legt ook veel nadruk op educatie als (her)vormende kracht, sociale cohesie en persoonlijke ontwikkeling. Aan het eind van zijn loopbaan speelt religie hierbij een belangrijke rol, ook in niet-kerkelijke zin, aldus Lewis Coser, Masters of Sociological Thought (p 457). Mannheim schreef boeken over cultuur- en kennissociologie, ideologie en utopie en Het generatieprobleem. Generaties kenmerken zich door een eigen ‘tijdgeest’, sociaal-culturele en historische ervaringen, toekomstvisie en wijze van denken en doen. Verschillende generaties en sociale groeperingen geven verschillende antwoorden op de vraag: waarheen?
Mijn eigen opstandige linkse generatie wilde autoritaire, sociale structuren hervormen en zelfs ’omver werpen’. De daaropvolgende ‘verloren generatie’, zo genoemd in de de generatiesociologie, kwam moeilijk aan werk. De opstandige generatie van de na-oorlogse geboortegolf bezette tot voor kort heel veel banen. We zitten nu met een overbelaste onbetaalbare verzorgingsstaat met overmatige ‘georganiseerde bemoeizucht’ en hoge staatsschuld voor de volgende generaties. Een meer altruïstische samenleving is volgens het christendom en het socialisme mogelijk en wenselijk is als een volgende fase in het evolutie proces. Deze lijkt echter niet uitsluitend met revolutie en overheidsbureaucratie gepland te kunnen worden, maar dient uit de mensen zelf te komen en vraagt de nodige bewustwording.
Max Weber voorzag de toenemende secularisatie en ‘onttovering’, (af)wijkend charisma en groei van bureaucratisering, als een beknottende ‘stalen kooi’. De meeste mensen wonen en werken in onze informatiemaatschappij in bouwwerken van beton en staal achter bureaus en elektronische schermen.
Elders bleek de communistische heilstaat het tegendeel. Sorokin beschreef dit in zijn dagboek van een sociaal democratisch anti-communistisch revolutionair Leaves from a Russian Diary en Sociology of Revolution. Er waren in de jaren ‘60 ook veel linkse jongeren, die evenals de Beatles, de Beach Boys en vele anderen heil zagen in maatschappelijk betrokken bewustzijnsverandering en inhoudelijke verbetering van de kwaliteit van leven. Bijvoorbeeld door meditatie, bewustwording en een bewuste en gezonde leefstijl. Hierbij is inzicht in bewustzijn en bewustzijnsverandering nodig.
Onbeheersbare en onvoorspelbare sociale processen
Emile Durkheim, Norbert Elias en anderen hebben aangetoond dat sociale processen evenals evolutieprocessen hun eigen betrekkelijk zelfstandige verloop hebben. Ze zijn slechts in beperkte mate bij te sturen en te voorspellen, aldus Wilterdink, Samenlevingen (p. 20). Comte, grondlegger van de sociologie, sprak van een ‘fatalité modifiable’: onze lotsbestemming is enigszins te wijzigen met behulp van inzicht en bewustzijnsverandering. Toekomstperspectief zag hij in een ‘religie van de mensheid’. Zijn leraar St Simon, grondlegger van het socialisme, beschreef ‘het nieuwe christendom’. Evenals Marx benadrukt hij productieve arbeid en zelfverwerkelijking. Dergelijke seculiere christelijke visies zijn verwant met de socialistische visie, de sociale betekenis van religie bij Durkheim, de latere Mannheim, Wubbo Ockels en de mensheidsvisie van Jean Charon en Teilhard de Chardin.
Pierre Teilhard de Chardin
Een voorbeeld: de val van de Berlijnse Muur 25 geleden
Het onbeheersbare en onvoorspelbare karakter van sociale processen bleek bij de onverwachte val van de Berlijnse muur, 28 augustus 1989, dus 25 jaar geleden. Op dezelfde datum worden 25 jaar later Russische milities in de Oekraïne aangetroffen en maakt men zich ongerust over hervatting van de koude oorlog. De val van de muur ‘kwam niet uit de lucht vallen’. Er zijn ingrijpende veranderingen in het collectieve bewustzijn aan voorafgegaan, in 1982 al aangeduid in mijn boek Bewustzijn als bewapening, hfst 10. In Polen leidde Lech Valensa hervormingen. Vaclav Havel in Tsjechoslowakije. In Rusland stond de haperende economie onder druk van de wapenwedloop en begon de perestroika en glasnost, herstructurering en openheid onder Gorbatsjov. De Poolse paus e zag erop toe als religieus wereldleider. Vooral in Polen en buurlanden liet hij zijn morele invloed gelden. Zo zijn er veel voorbeelden van onvoorspelbare en onbeheersbare interdependente sociale veranderingen.
Actie en reactie, afstemming op het geheel
De wet van actie en reactie is een basiswet in de natuur(kunde), in Indiase termen de wet van karma. Dat betekent handelen, actie. ‘Wat je zaait, zal je oogsten.’ Positieve, bevorderlijke en negatieve, afbrekende invloeden werken direct en indirect door in de omgeving als een soort veldwerking, zoals bij negatieve en positieve entropie of wanorde. Sorokin vat zijn levensles als revolutionair en prominent socioloog aldus samen: ‘Love creates love, hate creates hate’. Hij wijdde zich later aan onderzoek van ‘het bovenbewuste’, geestelijke ontplooiing en ‘altruïsme’, een term van Comte.
Het evolutionaire toekomstperspectief is volgens velen, van wie er enkelen genoemd zijn, dat de individuele delen zich al of niet bewust integreren met het geheel in mondiaal en kosmisch verband.
Actie en reactie: als olievlek of een steen in het water
Planning met een ‘losgeslagen’ intellect, dat niet is afgestemd op het geheel en wordt geleid door hebzucht en verwante affecten, heeft ongewenste effecten. Het kan leiden tot atoombommen, excessieve exploitatie van medemensen en kaalslag van de aarde, genetisch gemanipuleerd voedsel voorzien van toxische E-middelen en smaakstoffen om er veel van te eten, naast drugs- en medicijnverslaving. Teule voegt hieraan toe: ”ongebreidelde bevolkingsaanwas, voedseltekorten, schandelijke inkomensongelijkheid, verstikkende bureaucratie, globale vervuiling, achterhaalde en wrede godsdiensttwisten, krankzinnige bewapening, opraken van natuurlijke voorraden en uiteindelijk het onleefbaar maken van deze aarde”.
Bij dit alles ontbreekt een afstemming op het geheel, die hard nodig is. Deze afstemming is mogelijk door intuïtie en waarneming van het geheel, in termen van Von Weiszäcker. Het kan door kunstzinnige, religieuze of meditatieve eenheidservaringen, door kunstbeleving, natuurbeleving of natuurmystiek, in termen van Lemaire, De waarde van culturen. We kunnen ook soms gewoon spontaan in ons bewustzijn ‘in enen’ de eenheid beleven die wij zijn. Ondanks problemen opent zich het universele geheel ‘waarin wij leven, bewegen en zijn’, Handelingen van de Apostelen 17,28.
Mogelijk bevat het universele geheel of de kosmische orde ook een kosmisch plan waarop wij ons kunnen afstemmen; een plan dat in ons en om ons heen gestalte krijgt op een wijze die het bevattingsvermogen van ons beperkte intellect te boven gaat. We kunnen er over speculeren, filosoferen en mediteren. Wat wij blind toeval noemen, hoeft niet te betekenen dat het toeval blind is, maar dat wij blind zijn voor het mechanisme achter wat ons toevalt; dat wij ons niet bewust zijn van de ordening van het grotere geheel. We zien door een dichte mist een klein topje van de ijsberg in de verte, waar we onder water al haast tegenaan varen. We kunnen gissen en onderzoeken hoe het zit.
Een groter plan? 2014 09 13
De natuur blijft vol geheimen
waar wij weinig van begrijpen
Onthult zich ook een groter plan
dan ons intellect bevatten kan?
Van een meer omvattend zijn
dan ik bevat in mijn bewustzijn
Of is dat wat ik geloof en hoop
en heeft het toch een blind verloop?
Ons weten is een web, uit gissingen geweven
(naar Xenophanus, Magee, Popper, p 31, 34)
Tot slot een toepasselijk citaat van Confucius over planning, educatie en verdieping van ons weten.
‘Wanneer de Ouden de lichtende deugd in het rijk wilden openbaar maken, ordenden zij eerst de staat; wanneer zij de staat wilden ordenen, regelden zij tevoren hun huishouding. Wanneer zij hun huishouding wilden regelen, vervolmaakten zij eerst hun eigen persoon; wanneer zij hun eigen persoon wilden vervolmaken, maakten zij eerst hun hart rechtschapen. Wanneer zij hun hart rechtschapen wilden maken, maakten zij eerst hun gedachten waarachtig; wanneer zij hun gedachten waarachtig wilden maken, verdiepten zij eerst hun wetenschap.’
Confucius, in H.J. Störig, ‘De Oud-Chinese filosofie’ in Geschiedenis van de filosofie. Utrecht, 1962, p. 89-90
De lichtende deugd op aarde, naar Confucius
De werking van actie en reactie 2014 09 01
In de wereld gaat veel mis
Analyse van de duisternis
onthult ook onze ergernis
en noodt ook tot bemoeienis
Toename van licht
Verheldert het zicht
terwijl een repressief beleid
ook in eigen vingers snijdt
Elke handeling en kwaliteit
is een onomkeerbaar feit
heeft zijn werking in de ruimtetijd
waar het als een olievlek verspreidt
Een toename van synergie
gaat gepaard met harmonie
Een meer omvattend inzicht
Plaatst dingen in een ander licht
In een meer geïntegreerd bewustzijn
zou de wereld anders kunnen zijn
naar een situatie waarin ieder deel
afgestemd kan zijn op het geheel
Als het Ene zich bewust wordt 2014 08 27
Bewustzijn als een eenheid
die zichzelf nog niet bewust is
is nog gehuld in lege duisternis
Een ongedifferentieerde eenheid
die vooraf gaat aan de veelheid
die nog niet geschapen is
Als bewustzijn van zichzelf bewust is
wijkt de leegte en de duisternis
Het Ene wordt dan twee en drie en veelheid:
Kenner en gekende en het kenproces in ruimtetijd
waar het zichzelf kent en uit zichzelf creëert
zich scheppend uit zichzelf manifesteert
Zo schept uit zichzelf het Ene dat niet niets is
maar het lijkt op leegte en op duisternis
omdat het in zichzelf nog duister is
Op het moment dat het zich kent
schept het in één oorspronkelijk moment
de ruimtetijd van binnenuit zichzelf
Explodeert het Ene tot het hemelgewelf
dat expandeert in ruimtetijd
volgens Einstein met de lichtsnelheid
Dit gedicht verwijst naar de kosmologie van de Veda’s en de Oepanishaden, zie Narada Kush, De Veda’s
Het Hemelgewelf
Het Ene is toen niet verdwenen 2014 08 30
Het Ene was in een volstrekte rust
Het werd zich toen opeens bewust
Dat gebeurde niet op één moment
Ook niet op een aan te duiden plek
De tijd en plaats zijn niet bekend
Er was toen namelijk geen tijd en plek
Het gebeurde vóór de tijd en overal
De ruimtetijd ontstond met het heelal
Toen ook ontstond het vele uit het Ene
Het Ene is toen niet in enen
opeens in het heelal verdwenen
Maar bleef aanwezig in het vele
Ongedeeld en toch in vele delen
Er was niets anders dan het Ene
Het heeft in het begin geschenen
Er was toen geen gezelligheid
Het ene kon zijn ei niet kwijt*
en schiep daarom de ruimtetijd
Het expandeerde in de ruimtetijd
Ieder ding raakte zijn oorsprong kwijt
en zocht zijn weg weer naar het Ene
dat vanaf de aanvang heeft geschenen
*Het gouden ei volgens de Veda’s: ‘hiranyagharba’
Symbool van geconcentreerde gouden energie voor de Big Bang