Civis Mundi Digitaal #27
Bespreking van: Hugo Verbrugh. De naam van het probleem: Pierre Abélard en het geheim van ProbleemGestuurd Onderwijs. Uitgeverij Ad. Donker. Rotterdam, 2014. ISBN 9789061006879. 96 pp.
ProbleemGestuurd Onderwijs – nieuwe stijl in historisch perspectief
Hans van de Braak*
Bespreking van: Hugo Verbrugh. De naam van het probleem: Pierre Abélard en het geheim van ProbleemGestuurd Onderwijs. Uitgeverij Ad. Donker. Rotterdam, 2014. ISBN 9789061006879. 96 pp.
Een moderne vorm van onderwijs
Dit boekje is een autobiografisch getint essay over een moderne vorm van onderwijs die volgens de auteur vatbaar is voor verbetering. De klassieke onderwijsvorm is gebaseerd op hoorcolleges en komt in essentie neer op één-richtingsverkeer tussen docent en studenten. Een bekend nadeel is de passiviteit van studenten die ook niet wordt opgelost door het gebruik van power points en video’s. Behalve dat apparaten de afstand tussen docent en student vergroten, zijn docenten ook niet opgewassen tegen concurrerende interesses van jonge mensen. Verbrugh herinnert aan de klacht van Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie in Nijmegen, die zich in 2013 in een landelijk dagblad beklaagt over ’een zaal vol kinderen die allemaal zitten te eten, praten, whatsappen en facebooken’. De vraag is dan ook of PGO het euvel kan oplossen. Het concept van PGO is in Nederland voor het eerst toegepast in de geneeskundige opleiding van Maastricht waar studenten geconfronteerd worden met problemen uit de medische praktijk. Die problemen moeten ze in groepsverband identificeren, vervolgens individueel bestuderen in de vakliteratuur en tenslotte in groepsverband rapporteren wat hun bevindingen zijn. De onderwijsgroepen worden begeleid door tutoren die erop toezien dat de problemen correct worden geformuleerd en de juiste literatuur is bestudeerd.
Wie stuurt het PGO?
Verbrugh beschrijft hoe hij als afgestudeerd arts met een passie voor filosofie in aanraking is gekomen met PGO en na zijn pensioen terecht komt in de psychologie-opleiding van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Die is onder leiding van bouwdecaan Henk Schmidt, afkomstig uit Maastricht, georganiseerd op basis van het PGO-concept. In de Rotterdamse opleiding verzorgt Verbrugh het keuzevak Toegepaste wetenschapsfilosofie waarin hij ruimte heeft gemaakt voor problemen die de student zelf inbrengt. Dat vloeit voort uit de vraag die de auteur zichzelf en anderen heeft gesteld: wie stuurt het PGO? Voor hem is dat niet vanzelfsprekend de docent. Hij vindt eigenlijk dat alle onderdelen van de opleiding zijn aanpak moeten overnemen. Ik vermoed dat dit voorstel om de huidige rolverdeling evenwichtiger te maken, op verzet zal stuiten. De ervaring leert dat in opleidingen waar PGO halfhartig is ingevoerd, docenten deze onderwijsvorm al associëren met het dubieuze ‘projectonderwijs’ uit de jaren zeventig.
De ervaring van Verbrugh met PGO is dat het weinig of geen aandacht besteedt aan het oudste probleem in de filosofie: hoe komen wij aan kennis? Zijn inspiratiebron is de Middeleeuwse theoloog en filosoof Pierre Abélard die leefde in een tijd waarin intellectuelen intens zochten naar en streden om het juiste antwoord op die vraag. De verdienste van Abélard was vooral dat hij meer logische argumentatie aanbracht in discussies over geloofskwesties. Door zijn superieure debatteerkunst en scherpe tong schijnt hij veel vijanden te hebben gemaakt. Tegenstanders beschuldigden hem van ketterij met het gevolgd dat zijn boek werd verbrand.
Abélard is niet alleen bekend om zijn intellectuele kracht maar ook om zijn ongelukkige liefde voor Héloïse. Zij was een getalenteerde leerling van hem die zwanger raakte waardoor hij de woede van haar oom/voogd over zich afriep. Handlangers van deze oom zagen kans om Abélard te castreren, maar hij schijnt deze aanslag miraculeus genoeg te hebben overleefd. Het stormachtige leven van Abélard is te lezen in zijn vertaalde autobiografie: Het verhaal van mijn rampspoed (Uitgeverij Ad. Donker). De geliefden hebben levenslang contact gehouden, vooral via brieven waarin ook theologische en filosofische kwesties aan de orde kwamen. Ofschoon Verbrugh het niet zo formuleert, staat hun correspondentie eigenlijk model voor PGO-nieuwe stijl omdat Héloïse in haar brieven problemen voorlegt aan Abélard die hij vervolgens uitlegt. De auteur van dit essay heeft een prettige en luchtige stijl van schrijven die lezers zal aanspreken.
* Hans van de Braak is Emeritus hoofddocent Evolutionaire Psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is gepromoveerd op Belastingweerstand: Een proeve van fiscale sociologie (Kluwer 1981). Verdere publicaties onder meer Economische sociologie; Een wild dier: De auto als lustobject; The Prometheus Complex: Man’s Obsession with Superior Technology; Sociodynamica: Waarom de wereld constant verandert; Ontsnappingskunst: Evolutie van de creatieve geest; en Evolutionary Psychology.