Evenwicht tussen verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid. Maar hoe dan?

Civis Mundi Digitaal #41

door Toon van Eijk

Vraagstelling

 

Momenteel zijn we in het westen getuige van een ‘zichzelf waarmakende voorspelling’ met betrekking tot het aanwakkeren van wantrouwen tussen populistische politici en jihadisten. Het geschetste beeld wordt belangrijker dan de feiten. Hoe kunnen we deze onzinnige wedloop doorbreken? Hoe kan een balans tussen vertrouwen en wantrouwen, en tussen verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid, bewerkstelligd worden? Hoe kan brede maatschappelijke cohesie worden bevorderd?

 

Afstemming in het poldermodel

 

In het onderstaande diagram zijn de drie domeinen in onze samenleving weergegeven: de overheid of de staat, de markt en het maatschappelijk middenveld met hun bijbehorend publiek, privaat en groepsbelang[1]. De centrale driehoek in dit diagram wordt gevormd door de individuen die de betreffende samenleving en zijn drie domeinen gezamenlijk vormen. In hun rol als burger in de staat, consument en/of producent in de markt, en lid van maatschappelijke organisaties in het maatschappelijk middenveld, zijn zij de uiteindelijke ‘bouwstenen’ van de samenleving. Deze individuen zijn door hun verschillende gelijktijdige rollen de verbindende schakel tussen de drie domeinen. Als de staat, de markt en het maatschappelijk middenveld op elkaar afgestemd dienen te worden om sociale cohesie en effectieve samenwerking te bewerkstelligen, dan zou dit logischerwijs via individuen moeten verlopen.

 

De drie domeinen in de samenleving/gemeenschap met een onderliggend collectief bewustzijn

 

 

Het is praktisch gezien onmogelijk om alle ingezetenen van een samenleving bij deze afstemming te betrekken, daarom vaardigen we vertegenwoordigers van de belanghebbenden uit de verschillende domeinen af. In het beroemde Nederlandse poldermodel werkt het ‘polderen’ als de deelnemers uit de drie domeinen op de een of andere manier effectief en efficiënt afstemming kunnen bereiken. Hiervoor is allereerst een hoog niveau van maatschappelijk vertrouwen nodig. De talrijke ingezetenen dienen de door hen gekozen vertegenwoordigers te vertrouwen en deze vertegenwoordigers dienen elkaar te vertrouwen.

 

Maatschappelijk vertrouwen

 

Maatschappelijk vertrouwen of ‘sociaal kapitaal’ is de lijmdie de staat, de markt en het maatschappelijk middenveld bij elkaar houdt. Het sociaal kapitaal is het geheel van onderling vertrouwen, sociale normen en netwerken. De opbouw van sociaal kapitaal binnen natiestaten is een proces dat decennia, of misschien wel eeuwen, in beslag neemt. Daarom resulteren snelle machtswisselingen, zoals in de Arabische Lente, niet onmiddellijk in bloeiende democratische natiestaten. Maatschappelijk vertrouwen is een sleutelfactor. Het bepaalt voor een groot deel hoe mensen zich individueel en collectief gedragen. Mijn premisse is dat maatschappelijk vertrouwen gegrondvest is in een onderliggend collectief bewustzijn. Een hoog niveau van maatschappelijk vertrouwen is een (zichtbare) manifestatie van een (onzichtbaar) coherent collectief bewustzijn. De individuen met hun gezamenlijk collectief bewustzijn zijn de verbindende schakel tussen de drie domeinen in een samenleving. Een coherent collectief bewustzijn faciliteert verdraagzaamheid en vreedzaam samenleven.

 

Collectief bewustzijn

 

Wat is dit collectief bewustzijn? Sociale wetenschappers als Sorokin en Durkheim zeggen dat de maatschappij iets buiten en iets binnen ons is. De maatschappij heeft een objectief en subjectief aspect (concrete sociale structuren en een collectief bewustzijn). Het collectief bewustzijn van een groep mensen is het geheel van de met elkaar in wisselwerking staande menselijke geesten. Het collectief bewustzijn en de sociale structuren zijn de binnen- en buitenkant van dezelfde maatschappelijke werkelijkheid. Zichtbare maatschappelijke structuren zijn manifestaties van onzichtbaar collectief bewustzijn. Het collectief bewustzijn is de basis van alle maatschappelijke (sub)structuren. Alle individuen, die deel uitmaken van deze substructuren en die samen het collectief bewustzijn vormen, zijn verbonden door een collectief bewustzijn. Het collectief bewustzijn is als het ware de integrerende, innerlijke structuur van een maatschappij.

 

De onzichtbare hand van het collectief bewustzijn

 

Het collectief bewustzijn is een cruciale factor in processen van maatschappelijke verandering, omdat het de interacties tussen de verschillende maatschappelijke substructuren coördineert. Het collectief bewustzijn is een soort ‘onzichtbare hand’ die de dingen bij elkaar houdt en die een orkestrerende kwaliteit heeft. Het huidige neoliberale tijdsgewricht wordt gekenmerkt door een breed gedragen geloof in de orkestrerende kwaliteit van de ‘onzichtbare hand’ van de vrije markt. Dit is echter een niet wetenschappelijk te funderen vooronderstelling, zoals een kleine minderheid van economen betoogt. De hypothese dat de orkestrerende kwaliteit van de onzichtbare hand van het collectief bewustzijn maatschappelijk vertrouwen en cohesie bevordert, lijkt mij aannemelijker en wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek (zie voor referenties: www.toon-van-eijk.nl).

 

Integriteit versus integratie

 

Maatschappelijk vertrouwen en verdraagzaamheid zijn relatief gemakkelijk op te bouwen in kleine gemeenschappen. De paradox lokalisering versus globalisering is hier relevant. Het is een paradox, een schijnbare tegenstelling, omdat mensen zich in principe zowel thuis kunnen voelen in het eigene als in het grotere geheel. Het is zaak de kring waarin vertrouwen aanwezig is geleidelijk aan uit te breiden tot er sprake is van waarlijk kosmopolitisch gedrag. De inbedding in steeds grotere kringen van maatschappelijk vertrouwen is ruimer naarmate het coherent collectief bewustzijn meer mensen omvat (van je eigen familie tot uiteindelijk de aarde als geheel). De paradox lokalisering versus globalisering is gerelateerd aan de paradox integriteit versus integratie. In het ideale geval kan persoonlijke integriteit samengaan met globale integratie: een gezonde complete persoonlijkheid, levend op een bepaalde plek op aarde, kan waarlijk kosmopolitisch gedrag vertonen in de zin van ecologisch en maatschappelijk verantwoord gedrag. Maar persoonlijke integriteit gaat vooraf aan integratie. Zelfvertrouwen gaat vooraf aan vertrouwen in anderen. Een ‘geheelde’ persoonlijkheid beschikt over meer verdraagzaamheid en empathie.

 

Spiritueel kapitaal

 

Mijns inziens zijn individueel en collectief gedrag gegrondvest in (individueel en collectief) bewustzijn. En omdat het collectief bewustzijn gevormd wordt door het geheel aan individuele ‘bewustzijnden’ staat individueel bewustzijn centraal. Individuele bewustzijnsontwikkeling verwijst hier naar het geleidelijk ontwikkelen van een complete of geheelde persoonlijkheid: het is spirituele ontwikkeling die in persoonlijke integriteit resulteert. Dergelijke bewustzijnsontwikkeling resulteert in individuele gedragsverandering en daardoor, geleidelijk en uiteindelijk, in verandering van maatschappelijke structuren van binnenuit. Effectieve en efficiënte technieken voor bewustzijnsontwikkeling kunnen tegelijkertijd persoonlijke integriteit en maatschappelijke integratie, verdraagzaamheid zonder verlies van eigen identiteit, bewerkstelligen.

 

Ondanks het vele gemopper is Nederland volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau nog steeds een high trust society. Na meer dan 20 jaar in het buitenland gewoond te hebben kan ik uit eigen ervaring bevestigen dat Nederland een uitermate vrij, prettig en goed geordend land is. De dominante causale relatie tussen verschillende vormen van kapitaal is mijns inziens als volgt: spiritueel kapitaal → sociaal kapitaal → financieel kapitaal. Een relatief hoog niveau van spiritueel kapitaal resulteert in een coherent collectief bewustzijn, wat meer sociaal kapitaal genereert, wat op zijn beurt meer financieel kapitaal voortbrengt. Een duurzame samenleving met ecologisch en maatschappelijk verantwoord gedrag van burgers, inclusief verdraagzaamheid, vraagt dan vooral bewustzijnsontwikkeling.

 

Paren van tegenpolen

 

De paradoxen integriteit versus integratie of zelfassertiviteit versus zelftranscendentie of onverdraagzaamheid versus verdraagzaamheid dienen simpelweg ‘geleefd’ te worden op hogere niveaus van bewustzijn. Helaas is loyaliteit binnen strikte groepsverbanden vaak sterker dan individuele morele integriteit (zoals te zien is in legereenheden, clubs van neoliberale financiële speculanten, en bij voetbalhooligans). De regressieve kuddementaliteit legt te veel nadruk op de integriteit van de groep en te weinig op integratie in het grotere geheel. Het aanwakkeren van etnische of religieuze identiteiten en de bijbehorende onverdraagzaamheid door populistische politici is daardoor relatief gemakkelijk.

 

Een evenwicht tussen verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid vraagt om evenwicht tussen zelftranscendentie en zelfassertiviteit. Het overdreven beklemtonen van eigenheid en verschillen tussen mensen is een gevolg van een zwakke identiteit. Als mensen zich bedreigd voelen, zoeken ze naar voortdurende bevestiging van hun identiteit. Mensen met een sterke persoonlijkheid accepteren het feit van individuele diversiteit (persoonlijke integriteit) en de universele eenheid van de mensheid (globale integratie). De tegenpolen in dualiteiten, zoals verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid, hebben beide bestaansrecht. Regelmatige beoefening van technieken voor bewustzijnsontwikkeling bevordert diametrale ontwikkeling oftewel een geïntegreerde groei van kwaliteiten die diametraal tegengesteld lijken.

 

Dialectische integratie

 

De tegenpolen in paren van tegengestelden kunnen onderscheiden maar niet gescheiden worden. Het zijn paradoxen (schijnbare tegenstellingen) die uiteindelijk de twee kanten van één medaille vormen, een eenheid-in-verscheidenheid. Met betrekking tot bijvoorbeeld de man-vrouw polariteit zijn mannen en vrouwen de twee kanten van één medaille en bestaan éénzijdige medailles gewoonweg niet. Men kan betogen dat de tegenpolen gebalanceerd moeten worden of dat ze complementair zijn, maar zulke beweringen zijn intellectuele interpretaties. Hegel spreekt over een dialectische integratie van tegenpolen (these, antithese, synthese). De interactie tussen tegenpolen genereert een derde stadium waarin tegenpolen geïntegreerd worden in een rijkere en hogere synthese, een fase waarin de tegenpolen tegelijkertijd overwonnen en vervuld, getranscendeerd en bewaard worden. Het cruciale woord in Hegels dialectische integratie is aufheben, wat zowel opheffen of tenietdoen als optillen betekent. Het begrip tegenpolen kan alleen maar gekend worden tegen de achtergrond van eenheid of heelheid. Het daadwerkelijk ‘leven’ van de synthese openbaart de niet-dualiteit van paren van tegenpolen. We overstijgen en omvatten ze. Maar Hegels transcenderen van tegenpolen naar een hogere synthese van heelheid vraagt wel om een tijdsinvestering in bewustzijnspontwikkeling. Alleen de zon gaat voor niets op.

 

Divergerende problemen

 

Paren van tegenpolen, ook verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid, zijn binnen de normale logica onverenigbaar: ze laten zien dat het leven groter is dan de logica. Zulke divergerende problemen zijn onoplosbaar op ons normale zijns- of bewustzijnsniveau. Ze moeten geleefd worden op een hoger niveau van gewaarzijn. Om divergerende problemen te kunnen transcenderen is een mobilisatie van hogere vermogens nodig, die niets minder omvat dan "betere mensen te worden", zei Schumacher in 1977. Het vereist diametrale ontwikkeling. Zulke levenskunst is geen zaak van of-of maar van en-en. Het overbruggen en omvatten van paren van tegenstellingen is de essentie en het weefsel van het leven. Het is bepalend voor het bereiken van een ecologisch en maatschappelijk duurzame samenleving.

 

Integrerend vermogen

 

De paradox eenheid-in-verscheidenheid kan niet intellectueel opgelost worden, maar dient simpelweg geleefd te worden op hogere niveaus van bewustzijn. Vooral in een multiculturele samenleving is het belangrijk te beseffen dat eenheid niet afhankelijk is van gelijkheid maar van integrerend vermogen. Hoe groter de verschillen, hoe groter het integrerend vermogen moet zijn. Ook ons woord ‘uni-versiteit’ verwijst naar eenheid-in-verscheidenheid, maar wordt daar het vermogen om tegenstellingen te verenigen onderwezen? Uiteindelijk is de vraag hoe we de tegenpolen verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid integreren een kwestie van eeuwenoude wijsheid. Net zoals trouwens het gezegde ‘als je de wereld wilt veranderen, begin bij jezelf’. Het figuurlijk intellectueel ‘oplossen’ en doen ‘smelten’ van de paradox eenheid-in-verscheidenheid vraagt om bewustzijnsontwikkeling, te beginnen bij een ieder van ons. Dan verdwijnt deze paradox letterlijk als sneeuw voor de zon.

 

Mijn eigen ervaring van 20 jaar wonen en werken in Oostelijk Afrika en een multicultureel huwelijk van 25 jaar met iemand van een ander continent, ras en religie, maken duidelijk dat sommige verschillen welhaast onoverbrugbaar zijn. Dan is het simpelweg zaak om to agree to disagree. Op die manier kan diversiteit op basis van een onderliggende eenheid toch als doorleefde werkelijkheid ervaren worden.

 



[1] Zie voor referenties eerdere artikelen van de auteur in Civis Mundi.