Civis Mundi Digitaal #55
De psycholoog Sarah Durston bepleit een nieuwe blik van de wetenschap, niet meer reductionistisch en lineair maar holistisch.[1] Als voorbeeld van ‘relationeel denken’ wordt de ecologie genoemd. In 1998 heb ik in Wageningen mijn proefschrift “Farming Systems Research and Spirituality. An analysis of the foundations of professionalism in developing sustainable farming systems” verdedigd.[2] Daarin betoog ik dat het ontwerpen en ontwikkelen van ecologisch en maatschappelijk duurzame landbouwbedrijfssystemen niet alleen op intellectueel redeneren gebaseerd kan zijn. Ik noem dit de illusie van intellectueel holisme. Zelfs in multidisciplinaire teams met natuurwetenschappers en sociale wetenschappers, die waarlijk interdisciplinair samenwerken, is het onmogelijk om alle relevante ecologische, economische, politieke, sociaal-structurele en culturele factoren in ogenschouw te nemen. Interdisciplinair samenwerken is alleen mogelijk als wetenschappers een basale kennis van verschillende wetenschapsgebieden hebben, anders kun je niet zinvol met elkaar praten. Tevens zijn een coöperatieve persoonlijkheid en een gemeenschappelijke doelstelling nodig. Maar zelfs als aan deze voorwaarden is voldaan resulteert interdisciplinaire samenwerking niet noodzakelijkerwijs in een holistisch beeld van de werkelijkheid en werkzame oplossingen, simpelweg omdat de complexiteit van veel problemen te groot is. Het menselijke intellect of brein, al dan niet uitgebreid met ICT-hulpmiddelen, kan het eenvoudigweg niet behappen.
Het nadenken over “het bewustzijn als onbegrepen fenomeen” leidde bij Durston tot de vraag of zoiets als bewustzijn wel begrepen kan worden door hersenen te reduceren tot een gestructureerd netwerk van miljarden zenuwcellen. Ze vraagt zich af of de trend om de psychologie en psychiatrie als vakken zo ‘hard’ mogelijk te maken, door zoveel mogelijk op te schuiven in de richting van de biologie, wel nuttig is. In navolging van Antonio Damasio lijkt het me raadzaam een onderscheid te maken tussen bewustzijn, de menselijke geest en hersenen. De vraag is hoe we van patronen van activiteit en inactiviteit in neuronen (een materialistisch-reductionistisch gegeven) tot mentale beelden of voorstellingen (gedachten) komen. Damasio schrijft: “Er bestaat een groot hiaat in ons huidige inzicht in de wijze waarop neurale patronen in mentale voorstellingen veranderen”.[3] Hoe het proces van het construeren van gedachten tot stand komt kan niet verklaard worden. De onophoudelijke gedachtestroom, de voortdurende ‘film-in-het brein’ (Damasio) of het continue innerlijke gepraat heeft ongetwijfeld elektrochemische correlaten in de hersenen, maar het oorzakelijke proces is niet duidelijk (of nog niet duidelijk, zoals materialistisch-reductionistisch georiënteerde wetenschappers zullen zeggen).
Verificatie transcendent bewustzijn als bron van onze gedachten
Men kan beargumenteren dat als er een ‘film-in-het brein’ is, er ook een ‘filmscherm’ moet zijn waarop de filmbeelden (gedachten) geprojecteerd worden. Men dient een onderscheid te maken tussen bewustzijnsinhouden (zoals mentale voorstellingen of gedachten) en het bewustzijn-als-zodanig, het zuivere bewustzijn of het transcendent bewustzijn. Deze toestand van transcendent bewustzijn kan persoonlijk ervaren worden als een diepe, verenigende stilte die voorbij alle gedachten ligt. Het is een toestand van complete mentale stilte en tegelijkertijd een volledige innerlijke waakzaamheid, een paradoxale toestand van met rust verzadigde alertheid.
Het transcendent bewustzijn kan gezien worden als het filmscherm waarop gedachten geprojecteerd worden. Ook dit transcendent bewustzijn heeft neurale of elektrochemische correlaten in de hersenen en fysiologische correlaten in andere delen van het lichaam. Desalniettemin kan niet op een materialistisch-reductionistische wijze bewezen worden dat het ‘bestaat’, simpelweg omdat het een mentale ‘substantie’ betreft. Het bestaan van transcendent bewustzijn kan echter subjectief en intersubjectief geverifieerd worden door beoefening van technieken voor bewustzijnsontwikkeling. Bovendien kunnen de effecten in het dagelijks leven van regelmatige toegang tot het transcendent bewustzijn objectief geverifieerd worden door conventioneel wetenschappelijk onderzoek.[4] Het dominante materialistisch-reductionistische wereldbeeld kan aldus gefalsifieerd worden.
Synthese van rede en intuïtie
Ik ben ervan overtuigd dat meer holistisch, relationeel of ecologisch denken bevorderd wordt door regelmatige ervaring van transcendent bewustzijn, omdat dit niveau van bewustzijn de ‘bron van de gedachten’ is. Aan het transcendent bewustzijn ontspringt het meer intuïtieve denken. Het intuïtieve denken is gerelateerd aan het vermogen om wijze, vooruitziende beslissingen te nemen. In navolging van A.D. de Groot noem ik intuïtie de holistische vaardigheid van anticipatie en integratie.[5] De huidige kloof tussen onze intellectuele en moreel-spirituele ontwikkeling resulteert in velerlei problemen. We dienen te ontwaken uit de droom der rede (Dessaur).[6] Voor het realiseren van een omvattende rationaliteit kunnen we niet alleen vertrouwen op het discursieve intellect: het vereist een effectieve synthese van rede en intuïtie, wat op zijn beurt om meer aandacht voor bewustzijnsontwikkeling vraagt.
Wanneer we beslissingen nemen en handelingen verrichten doen we vaak gewoon datgene wat het beste voelt. Als we meer toegang verkrijgen tot transcendent bewustzijn zal ons gevoel spontaan veranderen. We zien dan af van onjuiste handelingen, gewoonweg omdat het fout voelt. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat we door het proces van bewustzijnsontwikkeling geleidelijk aan meer maatschappelijk verantwoord gedrag gaan vertonen op een spontane, intuïtieve en pro-actieve wijze.[7] Een aansturing van menselijk gedrag door een combinatie van hoogontwikkelde intuïtieve vaardigheid en gezond boerenverstand lijkt de beste optie. Dit houdt ook in: als je de wereld wilt veranderen, begin bij jezelf.
[1] Van der Heijden, M. (2018). Wetenschap moet in relaties denken. Heeft de wetenschap een nieuwe methode nodig? NRC 6/7 januari 2018; Wetenschap. Een interview n.a.v. het boek: Sarah Durston en Ton Baggerman. The universe, life and everything. Dialogues on our changing understanding of reality. Uitgeverij AUP (www.oapen.org). Op deze website kan het boek gratis gedownload worden.
[2] Zie mijn website www.toon-van-eijk.nl voor een weblink naar dit proefschrift.
[3] Damasio, A. (2003). Het gelijk van Spinoza. Vreugde, verdriet en het voelende brein. Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam (p.176).
[4] Dr. David Orme-Johnson is een van de meest toonaangevende onderzoekers naar de effecten van meditatie, met meer dan 100 publicaties op zijn naam waarvan de meeste in peer-reviewed tijdschriften. Op zijn website (http://www.truthabouttm.org/truth/Home/index.cfm) staat een uitgebreid overzicht van de onderzoeksresultaten naar Transcendente Meditatie.
[5] De Groot A.D. (1991). Intuition as a dispositional concept. Heymans Bulletins Psychologisch Instituut R.U. Groningen, HB-92-1055-EX (4th draft, December 1991). Groningen, The Netherlands.
[6] Dessaur C.I. (1984). De droom der rede. Het mensbeeld in de sociale wetenschappen. Een poging tot criminosofie. E.M. Querido’s Uitgeverij B.V., Amsterdam (first published 1982).
[7] Zie eindnoot 4.