Naar een op waarden gebaseerde economie

Civis Mundi Digitaal #58

door Toon van Eijk

Bespreking en analyse van: Arjo Klamer, Doing the Right Thing: A Value Based Economy. 2017.2nd ed. London: Ubiquity Press.

Economie professor Arjo Klamer heeft een interessant boek geschreven over een op waarden gebaseerde economie dat aandacht verdient van economen, politici, beleidsmakers en andere burgers. Hieronder zal ik een aantal belangrijke citaten uit zijn boek weergeven met daaronder mijn commentaar. Voor een uitgebreidere analyse van zijn belangwekkende boek verwijs ik naar mijn website.[1] Het is duidelijk dat een op waarden gebaseerde economie weinig op heeft met het adagium ‘meten is weten’. Niet alles kan gekwantificeerd worden. En kwaliteit staat vaak op gespannen voet met kwantiteit.[2]

 

The alternative to instrumental reasoning is substantive reasoning. Such reasoning focuses on what is important, on values and also on what is worth striving for. (Klamer 2017:p.xii)

Substantiële rationaliteit is vanuit maatschappelijk oogpunt gezien ongetwijfeld adequater dan een dogmatische focus op instrumentele rationaliteit. De vraag is echter of substantiële rationaliteit omvattend genoeg kan zijn? Kunnen we met intellectueel redeneren, met onze rede, met ons verstand werkelijk omvattend denken? Ik kom hierop terug.

 

Five different spheres are available for the realization of values, or their valorization. Each sphere has a distinctive logic and rhetoric. They are the cultural, oikos, social, market, and governmental spheres.

In onderstaand Diagram 1 worden de vijf door Klamer onderscheiden sferen schematisch weergegeven.

 

 

 

Klamer onderscheidt de vijf sferen van markt (M), overheid (G), sociale sfeer (S), culturele sfeer (C), en oikos of thuis (O). Het is duidelijk dat M, G en O gedeeltelijk overlappen met S. In dit diagram is de culturele sfeer C de meest omvattende sfeer. Ik zou een nog meer omvattende sfeer aan het diagram toevoegen en wel de sfeer van het collectieve bewustzijn. Dit collectieve bewustzijn is het geheel van alle individuele ‘bewustzijnden’. Aangezien alle vijf sferen uiteindelijk gevormd worden door individuen (in hun verschillende rollen als consument, producent, burger, politieke partij lid, vakbondslid, coöperatie lid, kerklid, theaterbezoeker, en gezinslid of familielid) is het geheel van al de individuele ‘bewustzijnden’, i.e., het collectieve bewustzijn, de meest omvattende sfeer in een samenleving. In dat geval speelt het onderliggende collectief bewustzijn een belangrijke rol in de realisatie van waarden in de andere vijf sferen.[3]

 

Accordingly, culture (C1, C2 and C3) matters. In the end, it is all that matters. All the rest is subordinate, or instrumental for the realization of culture. (p.10)

Klamer onderscheidt cultuur in C1 (cultuur in antropologische zin), C2 (cultuur als Civilisatie) en C3 (cultuur in de vorm van de kunsten). Cultuur is ontegenzeggelijk een belangrijke factor in het maatschappelijke ontwikkelingsproces, maar wordt zoals hierboven aangegeven geïnspireerd en gedreven door de nog meer omvattende sfeer van het collectieve bewustzijn.

 

In order to work with and on the basis of values, we need to work sensibly, using phronesis, as the Greeks call it. We need to weigh options, deliberate, experiment and evaluate, all in striving to do the right thing. (p.xv)

Het afwegen van opties, discussiëren, experimenteren en evalueren zijn gegrondvest in onze ratio, in ons intellect. Mijns inziens is de ontwikkeling van phronesis of praktische wijsheid ook gebaseerd op bewustzijnsontwikkeling (in de zin van spirituele ontwikkeling). Phronesis vereist een hoog ontwikkelde vorm van intuïtief denken, die op zijn beurt afhangt van bewustzijnsontwikkeling.

 

In Theory of Moral Sentiments Adam Smith depicts people in their moral life, acting out of sympathy for others, and seeking to be virtuous. (p.19)

In principe kan deugdzaam of goed gedrag op drie manieren tot stand komen: we gehoorzamen aan - en/of identificeren ons met - extern opgelegde normen (re-actief gedrag), we luisteren naar interne waarden (pro-actief gedrag), of we gebruiken een combinatie van beide manieren. Zie Diagram 2 hieronder.[4] Hoewel de laatste optie het meest waarschijnlijk is, lijkt meer aandacht voor het ontwikkelen van deugdzaam gedrag op basis van interne waarden gewenst. Dit is in overeenstemming met Klamer’s benadering.

 

Diagram 2: Conceptueel kader dat individuele actoren en maatschappelijke structuren, en bewustzijn en gedrag met elkaar verbindt

 

Values are at stake, people are becoming or made aware of them, and then make them real by acting upon them. (p.21)

Terecht benadrukt Klamer telkens weer dat niet alleen het zich bewust worden van waarden belangrijk is, maar vooral ook het realiseren van deze waarden in daadwerkelijk gedrag. Alleen in feitelijke gedragsveranderingen kunnen we de valorisatie van waarden zien (en eventueel meten). In Diagram 2 heeft bewustzijnsontwikkeling niet alleen betrekking op het zich bewust worden van waarden, maar vooral op daadwerkelijke pro-actieve gedragsveranderingen.

 

Valorization is the realization of relevant values, financial or not. I focus in this book on the cultural, academic and, less explicitly, religious institutions because it is their goal to do good, that is, to do the right thing. (p.22)

Ik ben bang dat de culturele, academische en religieuze instituties tot nu toe te weinig focussen op de valorisatie die het meest essentieel is, i.c., de ontwikkeling van het volledige potentieel van het individuele (en daardoor collectieve) bewustzijn door middel van effectieve en efficiënte technieken voor bewustzijnsontwikkeling.

 

A virtue is a value that we attribute to actions. A virtuous person is someone who has internalized the important virtues. As long as you and I consciously strive for practical wisdom, we probably have not internalized that virtue. (p.27)

Om deugdzame personen te worden dienen we de deugd van phronesis of praktische wijsheid te internaliseren. De onderste route in Diagram 2 verdient mijns inziens daarom meer aandacht. Bewustzijnsontwikkeling resulteert in phronesis, in vrij, pro-actief gedrag.

 

Adam Smith uses in his The Theory of Moral Sentiments, which could be read as a treatise on phronesis, the impartial spectator as a device to check your actions (Smith, 1759). The impartial spectator is the voice you and I carry in us, that tells us whether or not our actions are right. It is our conscience speaking. (p.28)

De schrijver Hermann Hesse noemt deze onpartijdige waarnemer of innerlijke stem de deugd van eigenzinnigheid (the virtue of self-will).[5] Ik denk dat het vermogen om deze innerlijke stem te horen en vervolgens spontaan te handelen overeenkomstig deze stem afhangt van ons niveau van bewustzijnsontwikkeling. Wanneer ons zenuwstelsel, de fysieke hardware die de drager is van ons bewustzijn, verontreinigd is met onzuiverheden (stress) kunnen we onze innerlijke stem niet of nauwelijks horen. Het spontaan volgen van de innerlijke stem heeft betrekking op de onderste route in Diagram 2. Zolang de meesten van ons echter geen toegang hebben tot een volledig gezuiverde of verfijnde innerlijke stem, is aanvulling met de bovenste route in Diagram 2 gewenst.

 

The [economic] modeling gives an idea the aura of “science.” The idea of phronesis makes us realize that too much is involved in doing the right thing, that calculation is therefore nigh impossible, and modeling quite hopeless. The process of phronesis is difficult to trace, and hard to catch in the form of rules and (predictable) patterns. Rationality suggests a neatly ordered process; phronesis evokes the image of a mess. (p.29)

Hier ben ik het volledig met Klamer eens. Dit verwijst naar wat ik eerder de illusie van het intellectuele holisme heb genoemd.[6] Het is een illusie te denken dat complexe (terugkoppeling) relaties op hoge niveaus van integratie met alleen het discursieve verstand begrepen kunnen worden. Phronesis, praktische wijsheid of intuïtief inzicht is nodig om het dagelijkse ‘aanmodderen’ effectiever te maken.

 

Substantive rationality relies on phronesis, as it requires the realization of values while weighing a complexity of factors. (p.31)

Ik denk dat phronesis en de daaruit voortvloeiende substantiële rationaliteit bevorderd worden door bewustzijnsontwikkeling. Uit eigen ervaring weet ik dat een universitaire interdisciplinaire training en het vervolgens langdurig werken in multidisciplinaire teams niet gemakkelijk in phronesis uitmondt. Het intellectuele redeneren dient met bewustzijnsontwikkeling aangevuld te worden.

 

I conclude that the presumption that people are greedy and self-interested is not helpful … Greed and self-interest are false guides for doing the right thing. (p.43) I will actually show that the most important goods that we strive for, we share with others. That makes cooperative or social behavior the norm, and selfish behavior the aberration. (p.42) Does this make my perspective hopelessly naïve and unrealistic? (p.42)

Spinoza maakt interessante en ongebruikelijke opmerkingen over eigenbelang en sociaal gedrag. Mijn recente boek over Spinoza’s filosofie bevat hoofdstukken met titels als: Eigenbelang en de christelijke God; Het concentrische ik; De rede van sociale wezens; Het welbegrepen eigenbelang; Aangeboren gemeenschapszin; Sociale integratie; Zelftoe-eigening als integriteit en integratie; Oikeiose of zelftoe-eigening.[7] Ik kan hier niet in detail treden, maar Spinoza’s concept van oikeiose en Klamer’s gebruik van het woord oikos zijn aan elkaar gerelateerd. Vanuit mijn perspectief gezien wordt coöperatief of sociaal gedrag buiten de eigen groep (dus op grotere schaal) alleen de norm wanneer het collectief bewustzijn coherent en van hoge kwaliteit is. Ook zou ik zeggen ‘beter naïef dan kortzichtig’.

 

In classical economics, virtues played an important role. Adam Smith dedicated an entire book to the discussion of Moral Sentiments (Smith, 1759). Yet, standard economics has silenced such a discussion for being normative and therefore not scientific. (p.49)

Klamer heeft al eerder in zijn boek aangegeven dat alle discussies normatief of met waarden beladen zijn. Dus ook de wetenschappelijke discussie binnen de standaard economische wetenschap is onontkoombaar met waarden beladen.

 

As Aristotle and other Greek philosophers teach us, virtues are internalized behavioral values. An honest man is honest simply because he is, and not because he fears punishment, or expects compliments. Being able to do the right thing is reserved for virtuous people. You need to be aware of your values; you need to assess the situation. But when it comes to being honest and loyal, you just do it. (p.58)

De deugden als geïnternaliseerde gedragswaarden verwijzen naar de onderste route in Diagram 2; het is pro-actief, vrij gedrag; je doet het gewoon. Straffen of complimenten behoren tot de bovenste route van re-actief gedrag in Diagram 2. Wat Klamer deugdzame mensen noemt, heet bij Spinoza de ‘weldenkenden’ en Spinoza geeft aan dat het hier een erg kleine groep mensen betreft. Vanuit mijn (ook met waarden beladen) perspectief focussen Spinoza en Klamer te veel op het ‘zich bewust worden van’ waarden en te weinig op bewustzijnsontwikkeling als zodanig, in de zin van het ervaren van ‘bewustzijn-als-zodanig’.[8] Naar mijn mening vraagt een ‘vermogen om het goede te doen’ om meer bewustzijnsontwikkeling.

 

It takes training and endless practice to get it right, to be virtuous in one’s actions … Most of the training we get takes place at home, on the street, in the schoolyard and later at work. (p.58)

De training en voortdurende praktijk vinden plaats in de bovenste route van Diagram 2 waar we continue getraind worden in maatschappelijke structuren, zoals ons thuis, de straat, de school, de werkplaats en andere delen van het maatschappelijk middenveld. Wanneer we voldoende training ontvangen kunnen extern opgelegde normen in interne waarden veranderen in een proces van internalisatie. Dit internalisatie proces is echter een black-box proces: we weten niet wat er gebeurt binnenin de box. Ook daarom is meer aandacht voor de onderste route in Diagram 2 gewenst.

 

In the end all probing gets us to name a transcendental good … The lesson of Tao is that we are either on our path or not. It is not something we can aim for. The wise men and women will tell us to let go, to cease aiming, and to just be. Such way of being will show up as a practice, or praxis involving meditating, reflecting, being silent, showing compassion and so on. (119)

We kunnen Tao inderdaad niet afdwingen in de zin dat we er zeker van zullen zijn ‘verlicht’ te worden, er is geen garantie van verlichting, maar we kunnen onze ontvankelijkheid voor verlichting wel systematisch trainen door middel van de regelmatige beoefening van een of andere praxis van bewustzijnsontwikkeling.

 

Cultural inequalityis the inequality in the distribution of cultural sources, such as civilization, art, spirituality or what some people would call a meaningful life … This is the most substantive form of inequality. We have no clue what it is. As far as I know, no attempt has been made to develop a measurement or indicators to get a sense of the magnitude of cultural capital and its distribution. Perhaps it is even senseless to try … A monk without any financial wealth whatsoever would end up dirt poor in Piketty’s account, but may be richer than most of us in terms of cultural accounting. (p.142)

Ik maak een onderscheid tussen cultureel en spiritueel kapitaal. Het is inderdaad onmogelijk om directe indicatoren van spiritueel kapitaal te ontwikkelen. Dit kapitaal kan niet direct kwantitatief of kwalitatief gemeten worden, maar de indirecte effecten in het dagelijks leven van verschillende niveaus van spiritueel kapitaal kunnen wel gemeten worden. Bijvoorbeeld, een persoon met een hoog niveau van spiritueel kapitaal (een persoon dus met een hoog ontwikkeld bewustzijn) zal in het algemeen beter presteren op allerlei meetbare indicatoren zoals fysieke gezondheid, mentale gezondheid, school prestaties, werk prestaties en geluk indexen. Wetenschappelijk gevalideerde resultaten vereisen statistische analyses, die op hun beurt experimenten met groepen personen van voldoende grootte vereisen. Peer-reviewed onderzoek naar de individuele en collectieve effecten van de beoefening van bijvoorbeeld de Transcendente Meditatie techniek toont statistisch significante resultaten.[9]

 

Taking stock … How to do so? Usually we do so using phronesis, our practical wisdom, weighing qualities of the various sources. We figure out that we have neglected friendships, need to invest in our spiritual sources, or may take another job to increase the financial capital. Measurements play a limited role in this process of phronesis. It really is a matter of practice and experience … it is the daily practice of generally muddling through. (p.144)

De ontwikkeling van phronesis of praktische wijsheid vraagt mijns inziens inderdaad een investering in spirituele bronnen. De onontkoombare dagelijkse praktijk van ‘aanmodderen’ kan aanzienlijk verbeterd worden door bewustzijnsontwikkeling.

 

Foucault’s notion of governmentality … is what characterizes neo-liberals. They are people who operate in G [in government organizations], or think in terms of G [as also managers in large private companies do], and adopt the logic of M as a strategy in their politics. Neo-liberals, therefore, are governors, or people who identify themselves with governors, who advocate free markets and entrepreneurship, as managerial solutions for societal problems … They are the politicians who want to liberalize markets and privatize government organizations. Yet because they are governors, they also seek ways to somehow stay in control. That is why we have witnessed a surge in supervisory institutions, regulations and accounting procedures. (p.167)

Dit is een prachtige samenvatting en verklaring van de huidige management overkill. Managementachtige administratieve en bureaucratische oplossingen voor ingewikkelde maatschappelijke problemen werken zelden. Ik heb dit eerder de illusie van het intellectuele holisme genoemd. De overmaat aan superviserende instituten, regelgeving en accounting procedures is gebaseerd op een gebrek aan vertrouwen, wat op zijn beurt is gegrondvest in een incoherent collectief bewustzijn van de betreffende groep mensen. In plaats van de logica van M hebben we de logica of ‘onzichtbare hand’ van het collectief bewustzijn nodig.[10]

 

How to motivate people to do right? As we saw … each sphere generates a distinctly different system of regulation, stimulus and discipline. (p.173)

De hamvraag is inderdaad hoe mensen te motiveren om het goede te doen? Worden mensen extern en/of intern gemotiveerd? Diagram 2 met zijn bovenste en onderste routes suggereert dat mensen zowel extern als intern worden gemotiveerd, maar de onderste route krijgt tot op heden veel minder aandacht. Een recent voorbeeld is de grootschalige geïnstitutionaliseerde mestfraude in mijn geboortestreek, zuidoost Brabant. De laatste paar decennia hebben duidelijk laten zien dat G en M (inclusief de Rabobank) niet werken, in de zin dat het chronische mestprobleem niet wordt opgelost. Het maatschappelijk middenveld S (boerenorganisaties, coöperaties) heeft ook gefaald. De mestfraude laat ook zien dat S in de zin van de sociale omgeving negatieve gevolgen kan hebben wanneer de meeste boeren elkaar klakkeloos volgen, i.c. het illegale gedrag van hun collega’s kopiëren om te overleven in de onvermijdelijke rat race naar de bodem van het niet-duurzame systeem van de huidige industriële landbouw. De verschillende systemen van regulering, stimulering en discipline in G, M en S van de afgelopen decennia hebben alle gefaald. Ook C en O hebben het mestprobleem niet effectief kunnen aanpakken. Uiteindelijk draait het om ethiek. Het onderscheid tussen de geest en letter van de wet is zoek.[11] Wellicht kan de meest effectieve manier om mensen te motiveren ‘het goede te doen’ gevonden worden in de onderste route van Diagram 2, voorlopig aangevuld met strenge maatregelen in de bovenste route.

 

Al met al is het boek van Arjo Klamer over een op waarden gebaseerde economie uitermate waardevol. Hopelijk zullen veel van zijn collega-economen en andere betrokkenen lessen trekken uit zijn goed gefundeerde betoog.

 

 

Eindnoten


[1] https://toon-van-eijk.nl/wp-content/uploads/2016/04/Comments-on-Arjo-Klamer-book-2017-and-his-reply.pdf

Het commentaar van Arjo Klamer op mijn opmerkingen is in deze pdf file verwerkt.

[2] De filosoof Jan Bor in gesprek met Arjo Klamer: https://www.npo.nl/tussen-meten-en-weten/05-12-2017/KN_1694703

[4] Van Eijk, T. (2015), Eenvoudig leven in een complexe wereld oftewel de paradox van eenheid-in-verscheidenheid. Civis Mundi digitaal # 33, oktober 2015.

[5] Zie: Van Eijk T. (2017). Spinoza in het licht van bewustzijnsontwikkeling. Lulu [Box 5: Hermann Hesse: Eigenzinnigheid, p.173. En Box 7 door Otto Duintjer: Een innerlijk voorportaal en morele geboden, p.227].

[6] Van Eijk, T. (2018), De illusie van holistisch denken. Civis Mundi digitaal # 55, februari 2018

[8] Voor een poging tot omschrijving van dit ‘bewustzijn-als-zodanig’ verwijs ik naar eerdere publicaties in o.a. Civis Mundi.

[9] Zie eerdere publicaties mijnerzijds in o.a. Civis Mundi.

[10] Zie eindnoot 4.

[11] Ingezonden brief over MESTFRAUDE. Het onderscheid tussen de geest en letter van de wet is zoek. NRC 17 Nov 2017. https://toon-van-eijk.nl/wp-content/uploads/2016/04/NRC_Handelsblad_2017-11-17-Mestfraude.pdf