Civis Mundi Digitaal #80
De hoge status van de vrouwen is van heel wat oudere datum dan de late steentijd (40.000 jg), Machteld. Ik durf zelfs te veronderstellen dat die al dateert vanaf dat onze soort nog in het mensapen-stadium verkeerde! Volgens Frans de Waal zijn we bonobo-achtigen, en inderdaad hebben we van hen duidelijk meer weg dan van chimpansees. Al bij de bonobo’s zijn de vrouwen ’oppermachtig’.
Toen door klimaat-afkoeling en -uitdroging mensaap-populaties hun voorouderlijke regenwoud kwijtraakten en zich aan een savanne-omgeving moesten aanpassen, waren het de mannen die hun groepjes tegen de roofdieren aldaar verdedigden met hun stenen, maar waren het de vrouwen die voor het eten en al het overige zorgden en schrapers en hakmessen vervaardigden met die stenen.
Hoe het begonnen is dat wij talige en religieuze wezens zijn geworden -- wat ons onderscheidt van onze ’familieleden’ -- dat schrijf ik toe aan een meidenspelletje Hints, al zo’n 4,5 mjg.
Waardoor dat van niets tot echt gebarentaal, dus met een woordenschat en zinsbouw, is gaan uitgroeien schrijf ik toe aan het gaan gebruiken van het vuur; ook weer een vrouwen-uitvinding, want het had met eten te maken. De uren welke het kampvuur toevoegde aan hun dagen (voordien moesten de aapmensen nog steeds tegen de valavond hun overnachtingsnest in de boomkruinen maken), hebben hun gebarencommunicatie met sprongen doen evolueren. Want het waren uren die zich alleen leenden voor communicatie. uren doorgebracht met nachtelijke performances.
Gebarentaal? Niet die van onze doven natuurlijk want ze waren niet doof. Hun gebaren gingen vergezeld van alle mogelijke mondklanken, medeklinkers (waarover verderop meer). De oudste huidige talen, de klik!-talen van de Hadza en de San-Bushmen, zijn er nog ’fossielen’ van.
Het vuur heeft hen macht gegeven over hun mededieren, heeft hen bovendien tot H. erectus-mensen doen worden, en heeft groepen in staat gesteld hun prooidieren achterna te gaan buiten de tropen, naar Eurazië, tot in het huidige Indonesië en China toe.
Wel twee miljoen jaar veranderde er nauwelijks wat, want waarom zou dat ook? Voor de vrouwen hoeven de dingen die werken, niet te veranderen. De paleo’s verbazen zich nog steeds over 2 miljoen jaar hetzelfde ontwerp vuistbijl (vrouwenwerktuig). En ook hun latere vrouwenbeeldjes hebben gedurende 30.000 jaar nauwelijks verandering ondergaan.
Rond 600.000 jg gingen de mannen zo’n bot geworden vuistbijl aan hun speren bevestigen en gingen ze vervolgens zelf speerpunten kloppen van steen (voordien waren graafstokken en speren voorzien van in het vuur geharde en afgeschraapte punten, en dat zou zo ook nog heel lang blijven, weten de paleo’s). Rond 500.000 jg waren de mannen, tot nu toe alleen prooi-achtervolgers met duurloop, echte jagers geworden en begon de Midden-Steentijd (Middle Stone Age, MSA). Enkele MSA-groepen migreerden weer naar Europa en werden de voorouders van de Neanderthalers. Andere gingen richting Azië en werden de voorouders van de Denisovans.
Maar de vrouwen bleven nog heel lang hun hoge status behouden in hun economie (zorgen voor kinderen, eten, onderdak, kleding, medicijnen, alles met hun altijd bezige handen, en de mannen voor de veiligheid en later ook voor het veelbegeerde vlees - maar jachtsucces was hachelijk). Daarom waren de vrouwen ook leidend bij het dansen/zingen van de Scheppingsverhalen en andere rituelen -- en vandaar de vrouwvijandigheid van de latere baardmannen.
Rond 200.000 jg hadden sommige vrouwen in ’nilotische’ MSA-groepen in Afrika door het dansen/zingen van het Scheppingsverhaal zoveel neurologische controle gekregen over hun stem --- bij dieren, dus ook mensen, wordt de stem neurologisch aangestuurd vanuit de gevoelscentra van het limbische systeem, een primitief en direct boven de hersenstam gelegen hersengedeelte waar zelfs wij vaak geen bewuste (neocorticale, hersenschors-) controle over hebben, bijvoorbeeld bij plotselinge schrik of angst, of bij gemarteld worden --- dat zij met hun handen vol toch steeds beter woorden konden vormen, mede dankzij de medeklinkers die, (mond)spier-gestuurd als ze zijn en die je dus wél bewust kunt gebruiken. Vanaf toen begonnen wij Anatomisch Moderne Mensen (AMM’s, eng. AMH, of ’Sapiens’: sinds Harari is die achterlijke Linnaeusbenaming weer salonfahig) te worden. We gingen behalve steen ook hoorn en been als werktuigmateriaal gebruiken. Daarmee kun je geweerhaakte speerpunten maken, voor op vissperen. Hiermee kwam voor de AMH’s een nieuwe, rijkere en constantere voedselniche bereikbaar: de waterwereld. Ze werden kustbewoners, mosselbankmensen. Ze konden grotere groepen voeden, groepen die zich ook sneller splitsten. De AMM’s gingen ’fokken als konijnen’, oneerbiedig gezegd.
74.000 jg ontplofte de megavulkaan Toba, met een 6 jaar durende vulkanische winter waardoor het DNA van alle soorten, ook van de onze, een behoorlijke bottleneck laat zien. Deze ramp heeft de MMA-vrouwen meer no nonsense gemaakt, praktischer en minder conservatief. Ze hebben ook hun mannen andere groepen laten weg jagen die, in hun hongersnood afkwamen op ’hún’ mosselbank. Hierdoor kregen de mannen het gevoel dat hun sekse toch minstens even belangrijk voor de overleving was als die van de vrouwen. Hier lag voor mannen de kiem van hun uiteindelijke machtsgreep. Vooral daar waar de voedselparadijzen van Aarde zo vol van groepen raakten dat die met elkaar in oorlog raakten. Want oorlog maakt mannen belangrijk, zoals Marvin Harris zei. Vooral sinds het LGM (het maximum van de laatste ijstijd), tussen 30.000 en 15.000 jg.
Ach, ik vertel mijn verhaal zo graag, sinds ik dat vanaf de jaren 70 ben gaan reconstrueren. Vanaf toen begonnen disciplinewetenschappen zoals antropologie, archeologie, paleoantropologie en ethologie hun onderzoeksresultaten voor iedereen bereikbaar op de markt te brengen, om te beginnen met de Time/Life-serie Het Ontstaan der Mensheid. Nu ben ik 85 en heb ik een boekje geschreven DE MENS voor dummies. Vol nieuwe inzichten. Dat hadden echte filosofen behoren te doen, maar die waren toen juist postmodern geworden. Dat laatste heeft voor ons samenleven een vloek betekend, hou me te goede. Maar voor mij heeft het leuk éénoog-zijn betekend in het land van blinden. Het boekje lijkt wat pamfletterig, te keer als het gaat tegen de academische filosofie-beoefening, maar individuele filosofen valt niets te verwijten: ze zingen zoals ze gebekt zijn. En verder bevat het alleen positief nieuw over ’de mens’. Het telt 120 A4 inclusief de vele plaatjes (waar een uitgever niet vrolijk van wordt). Dus het is nog in ms maar ik print het zo uit en fabriek er een leuk boekje van. Wat ik je gratis toe stuur, Machteld, en aan ieder die ik nu benieuwd heb gemaakt. Mijn mailadres vind je zo op www.humanosofie.nl. Ik heb het ook toegestuurd aan Wim Couwenbergh, en die meldde mij dat hij het tot zijn verrassing in één keer had uitgelezen.
Frans Couwenbergh (*1933) is humanosoof