Civis Mundi Digitaal #96
De huidige Covid-19 pandemie is intussen niet meer uit het dagelijkse nieuws weg te denken. We ondergaan verontrust, neutraal of gelaten de stortvloed van berichten die over ons wordt uitgestort. Naast de officiële bulletins van het RIVM en de overheid wemelt het van de krantenberichten. Het is niet de bedoeling hier op al deze andere berichten in te gaan. Elders in dit nummer besteedt Piet Ransijn daar aandacht aan.
Daarnaast zijn er enkele noemenswaardige andere artikelen van de laatste tijd, die de moeite van het aanhalen waard zijn.
Was de pandemie voorspelbaar?
Voor velen is het de grote vraag, hoe heeft het zover kunnen komen? Hadden we het niet zien aankomen?
Het antwoord is echter heel helder. We weten al jaren dat een grote pandemie tot de mogelijkheden behoort. Niet voor niets is er op diverse plekken in de wereld grootscheeps geoefend met een pandemie, zo ook in de veiligheidsregio Rotterdam.
In Zwitserland verscheen een week geleden een zeer interessante bijdrage[1] van de hand van Prof. Dr. med. Dr. h.c. Paul Robert Vogt, hoogleraar hart- en vaatchirurgie. Naast alle mogelijke kanttekeningen bij het Zwitserse gezondheidszorgsysteem, de reactie van de politiek op het optreden van deze pandemie, ten dele overigens ook geldig voor de Nederlandse situatie, geeft hij een overzicht over wat ons had moeten wakker schudden, mede aan de hand van wetenschappelijke publicaties die de pandemie voorspelden. Vrijwel alle zijn ze niet op waarde geschat.
Zijn overzicht (niet geheel letterlijk overgenomen. Vertaling door auteur):
Dit lijstje overziend lijkt het er sterk op dat er struisvogelgedrag vertoond is. Dit is overigens niet nieuw, ook bij eerdere pandemieën zagen we dit, zoals in de periode voor en aan het begin van de Spaanse griep.
Effect maatregelen
In Zwitserland werd nog een opmerkelijke constatering[2] gedaan. Weliswaar zeggen de onderzoekers, zoals we dat bij voortduring horen, dat er nog meer data nodig zijn om definitieve uitspraken te doen, maar toch. Net als in Nederland is daar al enige tijd sprake van een plateau in de ontwikkeling van de pandemie, naast een niet gelijkmatige verdeling van de bekende infectiegevallen, ziekenhuisopnamen, IC-opnamen en sterfte over de kantons. De kantons Geneve, Tessin en Vaud zijn het zwaarst getroffen. Ze grenzen aan Italië of Frankrijk, waar Covid-19 fors huishoudt. De noordelijke, Duitstalige kantons zijn veel minder getroffen. Hier zijn Bazel en Zürich wat meer geraakt. De wat kleinere centrale kantons eigenlijk nauwelijks. Afgezien van de ligging aan de grens en veel grensverkeer door mensen die in het ene land wonen en in het andere werken zijn er nog geen goede verklaringen voor de verschillen gevonden. Wellicht spelen hier ook de grote agglomeraties met een concentratie van mensen een rol.
De maatregelen die afgekondigd zijn, verschillen per kanton, omdat het primaat voor de volksgezondheid aldaar ligt. Pas in tweede instantie greep de overkoepelende overheid, de ‘Bund, zoals de Zwitsers zeggen, in met landelijke maatregelen. Recent is een analyse verschenen waarin de uitbreiding van de pandemie onderzocht werd. Ook in Zwitserland aanvankelijk de situatie dat één persoon zo’n drie anderen aanstak. Nu is dit reproductiegetal, Rt, terug naar minder dan 1, zelfs mogelijkerwijs al 0,6.
Wat in de analyse opvalt, is dat de teruggang van drie naar minder al zichtbaar is op het moment dat de stevigste maatregelen nog genomen moeten worden. In Zwitserland werd de eerste patiënt op 25 februari opgemerkt. Vanwege de situatie in Noord-Italië waren er al enkele maatregelen van kracht, vooral in Tessin. Met de toename van gevallen namen ook de maatregelen toe. Tenslotte werd op 16 maart de noodtoestand in het gehele land uitgeroepen met vergaande maatregelen, steviger nog dan in Nederland. De analyse die nu gepubliceerd werd, laat zien, met alle voorbehoud die gemaakt kan worden, dat de daling in Rt tot 1 al bereikt was op 13 maart, 3 dagen voor de noodtoestand. Nadien schommelt Rt rond 1, om na 24 maart naar 0,6 te gaan. Voorlopige conclusie: de eerste maatregelen, ‘social distancing’, handen wassen, thuisblijven bij symptomen, geen grote evenementen, hebben al behoorlijk effect gehad. De strengere nadien, ‘lockdown’, hebben in ieder geval bijgedragen tot stabilisering. Of het effect ervan anders of groter is, kan niet worden gezegd.
Tot zover deze analyse, die nog veel openlaat.
Internationaal
Interessant is een internationaal overzicht in dezelfde krant[3]. Hierin wordt duidelijk dat in Europa Nederland ongeveer dezelfde ontwikkeling laat zien als Zwitserland. Noorwegen en Tsjechië doen het veel beter, met eerder en sneller een ‘lockdown’. Oostenrijk zit er tussenin. Overigens het eerste van deze landen met een aangekondigde geringe verlichting van de maatregelen. In Zwitserland is dit eveneens aangekondigd, zonder concreet te worden, per 26 april. In Nederland wachten wij in spanning op 21 april, wanneer misschien verlichting per 28 april wordt gemeld.
De eerste publicatie[4] uit Wuhan met gegevens over de ontwikkeling van de epidemie in relatie tot de maatregelen laat zien, dat bij geringe maatregelen het aantal besmette personen nog steeds blijft stijgen, om na strengere maatregelen weer te dalen. Belangwekkend is dat de Rt daalde na de invoering van het ‘cordon sanitaire’, geen autoverkeer meer, geen bijeenkomsten meer, dragen mondmasker bij naar buiten gaan en quarantaine in eigen huis bij klachten. Het blijft onduidelijk of de verdere verscherping van de maatregelen nadien het proces nog heeft versneld. Het heeft in ieder geval geen stijging veroorzaakt of een verlenging van de plateaufase. Wel was het aantal besmette personen nogal wisselend zonder dat hiervoor een duidelijke verklaring kon worden gevonden. Het bevestigt in de ogen van de auteurs, maar ook van de schrijvers van de Editorial[5] van de JAMA, dat de maatregelen, zoals die nu bijna overal worden genomen, ook de juiste zijn. Omdat in deze pandemie de maatregelen in de verschillende landen op andere tijdstippen zijn genomen en ook verschillend in intensiteit, moet gewacht worden op latere studies om de effecten ervan te kunnen beoordelen. Gehoopt wordt dat hierdoor een duidelijker beeld ontstaat welke maatregelen, in welke volgorde, er bij een volgende grote uitbraak genomen moeten worden.
Het is in ieder geval duidelijk, ook wanneer naar de data[6] uit Italië wordt gekeken, dat bij een uitbraak snel rigoreuze maatregelen moeten worden getroffen. Dit klemt des te meer in een omgeving waarin veel ouderen leven en veel sociale contacten bestaan met grotere bijeenkomsten. Daarnaast herbergt Italië een relatief grote populatie die rookt, COPD heeft en verschijnselen vertoont van hartaandoeningen. Het gevolg was een groot patiëntenaanbod in de ziekenhuizen, die als nieuwe bron voor de verspreiding gingen functioneren. Pas in een late fase besloot men patiënten zonder ernstige klachten thuis te laten. Een neveneffect is het grote aantal besmette ziekenhuismedewerkers. Voeg dat bij het laat treffen van maatregelen als handen wassen en in huis blijven, en het probleem is duidelijk. Decentrale bevoegdheden voerden aanvankelijk ook tot een lappendeken aan maatregelen.
Sterfte
Ten slotte wordt in het artikel over Italië de vraag gesteld naar de causale relatie tussen het virus en de hoge sterfte. Er is immers geen onderscheid gemaakt tussen sterven ten gevolge van de virale infectie en sterven, terwijl tevens een besmetting met het virus is aangetoond. Verder had 98,8% van de gestorvenen één andere aandoening; 48,6% zelfs drie of meer.
Ook uit Nederlandse cijfers[7] over opname op de IC, een continue lopende registratie van alle Nederlandse IC-patiënten, blijkt dat het hebben van meer dan één andere aandoening een ongunstiger prognose meebrengt. Ook in deze Nederlandse rapportage het fenomeen dat meer mannen dan vrouwen op de IC terechtkomen. Dit is, zij het in mindere mate, ook bij andere ernstige longontstekingen het geval. In vrijwel alle leeftijdcategoriën zijn er nu meer patiënten met COVID-19 op de IC dan er de voorafgaande twee jaren met longontstekingen waren. Een grote uitzondering vormen de 80-plussers. Zij zijn minder vertegenwoordigd.
Opvallend is dat in de leeftijdcategorie hoger dan 25 jaar meer patiënten voorkomen met een BMI boven 25, hetgeen overgewicht betekent, dan bij de longontstekingsgroep. Andere aandoeningen komen vele malen minder voor. Met de nodige slagen om de arm kan nu geconcludeerd worden dat de overlevingskansen op de IC voor COVID-19 patiënten niet ongunstiger zijn dan voor de longontstekingsgroep. De cijfers laten ook zien dat de leeftijdscategorie 70-plus verreweg de meeste sterfgevallen kent.
Milieu
Onderzoekers van de Harvard T. H. Chan School of Public Health laten in hun publicatie[8] van 5 april 2020 zien dat er een grote correlatie bestaat tussen blootgesteld zijn aan fijnstof en talloze ziekten, waaronder long- en hartaandoeningen. Bij de laatsten en nog vele andere aandoeningen is genoegzaam aangetoond dat langer durende blootstelling aan fijnstof en ozon een negatieve invloed heeft. De resultaten van het onderzoek laten zien dat een dergelijke langer durende blootstelling aan fijnstof gepaard gaat met een vergrote kwetsbaarheid en daarmee een veel hogere kans om aan COVID-19 te sterven. De onderzoekers spreken zelfs over twintig keer zo groot. Dit zou mede kunnen verklaren waarom in industriegebieden met hoge luchtvervuiling meer COVID-19 patiënten worden gevonden.
De huidige maatregelen, bijna wereldwijd, hebben al tot een forse vermindering[9] van de luchtvervuiling geleid. Hierdoor zou de piek in COVID-19 kleiner kunnen zijn geworden dan anders; ook is er wellicht wat minder sterfte. Het al decennia bestaande probleem is hierdoor niet verdwenen.
Ook het RIVM[10] gaat hier nu aandacht aanbesteden en participeren in een internationaal onderzoek. Gewaarschuwd wordt voor te snelle conclusies. Zoals zo vaak, er moet eerst meer onderzoek worden gedaan.
Andere geluiden
In een interview in de Volkskrant[11] plaats de voormalig Denker des Vaderlands, Marli Huijer, vraagtekens bij de ‘intelligente lockdown’. Zij is overigens niet de enige, maar zij kiest een interessante invalshoek. Zij vindt dat er te veel aandacht voor de cijfers is. Hierdoor komen andere fenomenen in het gedrang. Hoe belangrijk het gezondheidszorg perspectief ook is, er is meer. Dit laatste moet meer en beter worden gewogen bij de besluitvorming. Dit lijkt nu verwaarloosd te worden. Er moeten hierover kritische vragen gesteld worden. Misschien niet veel nu, maar dan toch zeker later. Een groot zorgpunt voor haar is, dat het haar na al die weken nog steeds onduidelijk is of het doel de middelen heiligt en wat dan het doel van de maatregelen is. Gaat het om de IC-beden, minder besmettingen, minder sterfgevallen, met als bijkomende vraag, wanneer ben je een coronasterfgeval? “Beter het zekere voor het onzekere nemen?”. Er zijn te veel onduidelijkheden. Dat behoeft straks discussie. En tot slot, laten we accepteren dat “mensen uiteindelijk ergens aan dood gaan”. Het spreekt voor zich dat ook zij een hoog aantal sterfgevallen in korte periode niet omarmt.
Ook arts en filosoof Bert Keizer wijst ons in zijn column[12] op een probleem, een dilemma.
Het is een oud en bekend dilemma. Wie offer je op om zoveel mogelijk anderen te redden? Een dilemma waar we niet mee uit de voeten kunnen. En toch handelen we nu alsof we een oplossing weten. We kunnen niet anders in de gegeven omstandigheden. We accepteren het en slaan ons voor het hoofd dat we niet meer kennis hebben over een dergelijke pandemie. Keizer is eerlijk, hij weet het ook niet, zoals ook de experts en de beslissers. Hij sluit af met “dus hobbelen we aarzelend achter Rutte en het RIVM aan. Over twee jaar weten we wat we hadden moeten doen. Zinloze kennis.”
Hopelijk helpt het ons toch in een volgende situatie, zou ik denken.
Quo vadis
Het verbaast ons niet dat er intussen opgeroepen wordt op enige tijd terug te keren tot de situatie van vroeger. Als deze pandemie achter de rug is, hebben we waarschijnlijk weliswaar een wereldwijde recessie, maar die zullen we bestrijden zoals we dat altijd doen. We moeten terug naar ‘business as usual’ en economische groei. Het gemakkelijkst is het om even niet aan het milieu te denken en de economie zo snel mogelijk weer op te stoken. Trump denkt er in ieder geval zo over en waarschijnlijk velen met hem. Hier en daar is het zelfs nu aan de orde om milieumaatregelen terug te draaien[13].
Niet iedereen is het met deze gedachtegang eens. Het is hèt moment om na te denken hoe we verder willen met de aarde, met onze globale samenleving. Een groot aantal wetenschappers heeft dat al gedaan. Ze hebben een Manifest[14] uitgebracht, waarin ze een vijftal actiepunten opsommen.
Een interessante aanzet. Gaat deze wel ver genoeg? Er komen vast wel venijnige commentaren, maar ook steunbetuigingen. En natuurlijk verbeteringen, waarover we lang kunnen praten. En een besluit? En dan de uitvoering? Er is wel wat te doen.
Slot
Als we deze mix aan berichten overzien, wordt duidelijk dat de pandemie vele facetten heeft, die met elkaar samenhangen. Nog veel is niet duidelijk en behoeft verder onderzoek.
Eerder zagen we al, dat de manier waarop wij met onze leefomgeving omgaan, vooral met de dierenwereld, maar ook de plantenwereld, fors bijdraagt aan het ontstaan van de huidige problematiek. Zie mijn publicatie ‘Anders denken: het Coronavirus als volgende wekroep?’ in dit nummer en andere publicaties. Nu is ook duidelijk aan het worden dat luchtvervuiling en daarmee het klimaat een rol speelt. We kunnen daar nog aan toevoegen dat de verandering van wonen in kleine gemeenschappen naar wonen in miljoenengrote steden, met intensieve uitwisseling van contacten en grote mensenmassa’s, het gevaar van het optreden van een epidemie behoorlijk vergroot. Het is te zien aan de concentratie van besmette mensen en patiënten in de grote stedelijke gebieden, waar meestal ook veel industrie te vinden is.
Samenhangend met bovenstaande is onze ongezonde levenswijze, waardoor steeds meer mensen een aandoening hebben, die hun weerstand tegen infecties vermindert. We kunnen hier onder meer langzamerhand wel van een andere pandemie spreken, die van obesitas, overgewicht. Ongezond voedsel, te grote vleesconsumptie, te groot suikergebruik, weinig bewegen, spelen hier een grote rol. Dit is mede een oorzaak voor de aantasting van ons milieu en de klimaatveranderingen.
Ook de kritische noten over een goede afweging van argumenten laten ons zien dat een herbezinning op onze samenleving en de manier waarop wij met de aarde omgaan absoluut noodzakelijk is. Hierbij hoort ook accepteren dat de maakbaarheid van onze omgeving en de mens beperkt is. Uiteindelijk is er maar één zekerheid, we sterven allen ooit een keer.
Het aantal aan te pakken terreinen is groot en samenhangend. Het vraagt overzicht en niet alleen de blik richten op (kleine) deelgebieden. Het is een bewustzijnsvraagstuk dat ook van ons mensen een eigen individuele aanpak verlangt. We kunnen nu niet langer wijzen op de ander die iets moet doen. Nee, we zullen zelf in de benen moeten komen, ons zelf wakker schudden en bewust innerlijk op zoek naar de zinvolle samenhang tussen ons en de aarde, een organisme dat we moeten koesteren. Het is immers onze unieke leefomgeving, die door ons wordt uitgewoond. Ons toedoen bedreigt deze ene leefwereld, laat de wereld verpieteren, zelfs verdwijnen met alle gevolgen van dien. De tijd begint te dringen. De verlossing komt niet uit technologische vernieuwingen, maar uit ons zelf.
[1] https://www.mittellaendische.ch/2020/04/07/covid-19-eine-zwischenbilanz-oder-eine-analyse-der-moral-der-medizinischen-fakten-sowie-der-aktuellen-und-zukünftigen-politischen-entscheidungen/
[2] https://www.tagesanzeiger.ch/ansteckungsraten-flachten-bereits-vor-dem-lockdown-ab-809893127675
[3] https://www.tagesanzeiger.ch/2020/welche-laender-die-kurve-am-schnellsten-druecken-konnten/?nosome
[4] Pan A. et al: Association of Public Health Interventions With the Epedemiology of the COVID-19 Outbreak in Wuhan, China. JAMA online 10 april 2020 (doi:10.1001/jama.202.6130)
[5] Hartley D.M., Perencevich E.N: Public Health Interventions for Covid-19. Emerging Evidence and Implications fora n Evolving Public Health Crisis. JAMA online 10 april 2020 (doi:10.1001/jama.2020.5910)
[6] Boccia S., Ricciardi W., Ioannidis J.P.A: What Other Countries Can Learn From Italy During the COVID-19 Pandemic. JAMA Intern Med. Online 7 april 2020. (doi:10.1001/jamainternmed.202.1447)
[7] NICE: COVID-19 op de Nederlandse Intensive Cares; Patiëntkarakteristieken en uitkomsten vergeleken met pneumonie patiënten op de IC in 2017-2019, versie 10 april 2020 (https://stichting-nice.nl/NICE-COVID-rapport-20200410.pdf)
[8] Wu X. et al: Exposure to air pollution and COVID-19 mortality in the United States, versie 5 april
2020 (https://projects.iq.harvard.edu/files/covid-pm/files/pm_ans_covid_mortality.pdf)
[9] Gardiner B: Pollution made COVID-19 worse. Now, lockdowns are clearing the air. National Geographic, April 2020 (https://www.nationalgeographic.com/science/2020/04/pollution-made-the-pandemic-worse-but-lockdowns-clean-the-sky/)
[10] https://www.ad.nl/binnenland/rivm-mogelijk-onderzoek-in-ruim-40-landen-naar-verband-tussen-luchtvervuiling-en-corona~a08089e0/
[11] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/heiligt-het-doel-de-middelen-filosoof-marli-huijer-ik-weet-eigenlijk-niet-wat-het-doel-is~b70b08df/
[12] https://www.trouw.nl/religie-filosofie/ons-corona-dilemma-wie-gooien-we-voor-de-trolley~bfbad72f/
[13] Gardiner B: Pollution made COVID-19 worse. Now, lockdowns are clearing the air. National Geographic, April 2020 (https://www.nationalgeographic.com/science/2020/04/pollution-made-the-pandemic-worse-but-lockdowns-clean-the-sky/)