Kroniek van de coronacrisis
Deel 4: Naar een corona-bestendige samenleving door vaccinatie?

Civis Mundi Digitaal #102

door Piet Ransijn

 

Deel 3 ging over de verwachtingen en vooruitzichten ten aanzien van een vaccin, deel 4 over andere kanten van een coronabestendige samenleving, met name wat betreft de gezondheidszorg, de economie, de politiek en de levensstijl in het algemeen.

 

Algemeen: samenwerking en rekening houden met anderen

Wat betreft een coronabestendige leefwijze werd door psycholoog Lammert Waslander opgemerkt “dat volwassen gedrag betekent dat men behoeften kan uitstellen, dat men het eigen gedrag in de lange termijn kan plaatsen, dat men een afweging kan maken van belangen en argumenten en dat men een burger is die naast rechten ook plichten heeft," (Volkskrant 27 aug. Opinie &Debat, ’Coronabeleid stuit op infantiele consument’). Het rekening kunnen houden met anderen bij het voldoen aan de eigen wensen en behoeften is een essentieel kenmerk van het samenleven en van beschaafd, geciviliseerd gedrag. De crisis noopt ons tot meer samenwerking en rekening houden met elkaar. Niet alleen met ouderen en zwakkeren, maar ook met jongeren en hun levensperspectief.

Onze samenleving en cultuur ontwikkelt zich naar toenemende onderlinge afhankelijkheid of interdependentie volgens socioloog Norbert Elias in zijn monumentale studie Het civilisatieproces en andere sociologen, zoals Goudsblom en Wilterdink (resp. in Nihilisme en cultuur en Samenlevingen). Met horten en stoten, conflicten en concurrentie groeit wereldwijde samenwerking. Autarkische samenlevingen zoals in Noord-Korea of bij de Amazone-indianen zijn nauwelijks meer mogelijk en hebben het moeilijk. Samenwerking heeft de toekomst volgens o.m. de evolutiewetenschappers Teilhard de Chardin en Peter Turchin in Ultrasociety: How 10.000 years of war made humans the greatest coöperators on earth.

Een andere sprekende titel is The Reconstruction of Humanity van de socioloog Sorokin over de wederopbouw na de oorlog. Humanity betekent zowel mensheid als menselijkheid. Antropoloog en multidisciplinair wetenschapper Jared Diamond stelt: ‘Samenwerking door corona is de grootste reden voor hoop’ (NRC 5 mei). Onder andere de samenwerking tussen wetenschappers, die altijd al sterk internationaal georiënteerd waren, uitzonderingen daargelaten zoals Nazi-geleerden (Zie Werner Heisenberg, Het deel en het geheel, nr 101). Hoewel zijn prognosen van coronadoden aan de hoge kant bleken, ziet hij ongelijkheid, kernwapens en klimaatverandering als grotere bedreigingen, die eveneens samenwerking vereisen. De betrekkelijk snelle aanpak van de coronacrisis lijkt daarvoor een generale repetitie.

De coronacrisis vraagt ons menselijke waarden te respecteren en rekening te houden met anderen. Ook bij de verdeling van vaccins over de wereldbevolking. We zien een voortdurende spanning tussen individuele en sociale belangen van diverse bevolkingsgroepen, zoals ouderen en jongeren en tussen stedelijke, regionale, nationale, internationale en mondiale belangen, die niet strijdig met elkaar hoeven te zijn bij een wat ruimere visie. Corona lijkt ons te leren dat het niet meer mogelijk is uitsluitend rekening te houden met jezelf. Het virus is zo besmettelijk dat het onze neus drukt op de relaties met anderen. Er zullen vast wel meer algemene kenmerken van een crisisbestendige samenleving zijn, maar voorlopig volstaat dit basisprincipe van een verantwoorde leefwijze die rekening houdt met anderen, zoals Confucius en andere wereldleraren ons lang geleden al voorhielden (zie de artikelen van Hans Kuijper). Vervolgens gaan we in op diverse sectoren van de samenleving.

  

De gezondheidszorg

De (gezondheids)zorg was cruciaal toen de coronacrisis de volksgezondheid bedreigde en is dat nog steeds. In vorige artikelen, ook die van de arts, neuroloog en ziekenhuisbestuurder Maarten Rutgers, werd het belang van een gezonde leefstijl, voeding en meer benadrukt naast het belang van een optimale gezondheidszorg en de rol van medicijnen en vaccins. Het is de bedoeling dat de serie Nieuwe wegen in de gezondheidszorg die Rutgers is begonnen, wordt voortgezet met aandacht voor zowel reguliere als complementaire en alternatieve benaderingen.

“Bij veel ernstige ziektes speelt leefstijl een belangrijke rol. Als we niet roken, gezond eten en voldoende bewegen, is onze kans op die ziektes een stuk minder” (Volkskrant 7 sept., Teun van der Keuken. Rotzooi’). ‘Rotzooi’ is iets dat we beter niet kunnen eten, maar supermarkten zijn ermee gevuld. Terwijl het CBL, Centraal Bureau Levenmiddelen, er weinig of niets aan doet. “Van de kinderdrankjes voldoen maar elf van de 148 aan de criteria en van alle onderzochte kindertoetjes niet één. Helemaal schokkend is dat 69 procent van het babyvoedsel niet aan de richtlijnen voor gezonde voeding voldoet. Terwijl goede voeding in de eerste levensfase essentieel is voor een goede gezondheid in de rest van het leven. Daarom wil Unicef dat supermarkten voortaan alleen nog maar gezonde producten in het babyschap zetten... De kans daarop is klein... ‘Het is de verantwoordelijkheid van de ouders’,” zegt het CBL. Laten we daar ook eens wat aan doen en niet hoofdzakelijk bezig zijn met de corona-hype, die de aandacht afleidt van meer wezenlijke en onnodige misstanden, zoals ongezonde voeding, die veel mensen met karrevrachten inslaan. 

Volgens Maarten Rutgers, Trudy Dehue en vele anderen staat de gezondheidszorg evenals de voedingsindustrie teveel onder invloed van de commerciele belangen van de industrie, waardoor de zorg nogal op het gebruik en de promotie van medicijnen is gericht. (Zie M. Rutgers Gezondheidszorg als handelswaar: Worden we daar beter van? en Trudy Dehue in Betere mensen: Over gezondheid als keuze en koopwaar, resp. besproken in nrs 94,29 en 30). De gezondheidszorg is niet onafhankelijk meer en voornamelijk afhankelijk van de overheid en semi-particuliere instellingen. Dat geldt ook voor de (medische) wetenschap. Industriële belangen hebben de overhand in onze samenleving. Veranderingen in de gezondheidszorg hangen samen met veranderingen in de economie. Alles hangt met alles samen.

De Pharma-industrie is cruciaal bij de ontwikkeling en productie van een coronavaccin en de gezondheidszorg in het algemeen. Er gaan stemmen op dat het algemeen belang vóór industriële winstoogmerken gaat. Pharmaconcerns zeggen toe coronavaccins voor kostprijs te willen leveren. Wat dit precies inhoudt, is niet duidelijk, ongetwijfeld met voldoende marge. Om duidelijkheid te bieden, is transparantie nodig en samenwerking met overheden en NGO’s zoals de WHO, die op zijn minst een vinger in de pap dienen te hebben om ontwikkelingen en bekostiging in de hand te kunnen houden. Eigenlijk lijkt toenemende (internationale) overheidscontrole en bemoeienis onvermijdelijk. Op dit vlak is er beweging gaande die zich uitstrekt over de hele economie. 

https://www.arnhemsekoerier.nl/nieuws/nieuwsflits/1000512/introdans-geeft-gratis-danslessen-in-coehoornpark 

Meer gedifferentieerde gezondheidsbenaderingen

Wat de gezondheidszorg betreft lijkt er ook een ontwikkeling gaande naar meer gedifferentieerde gezondheidsbenaderingen en een gezonde leefwijze. De populaire belangstelling voor complementaire en alternatieve geneeswijzen lijkt vooralsnog groter dan de professionele medische belangstelling. Dit hangt mogelijk samen met het gegeven dat medische opleidingen sterk het stempel dragen van de Pharma-industrie en volgens C.F. van der Horst reeds door de Rockefeller Foundation daarop zijn afgestemd (zie zijn boek Dodelijke leugens: Artsen en patiënten misleid. De titel doet denken aan de Amerikaanse politiek).

Ook is er behoefte aan een medische en farmaceutische industrie die meer in dienst staat van het algemeen belang en minder de commerciële belangen dient. In hoeverre is het ethisch gezien aanvaardbaar om rijk te worden van de ziekte en ellende van andere mensen? Lijkt dit niet op opportunisme: ethisch gezien een verwerpelijke reactie op de crisis? Het ziet ernaar uit dat het collectieve bewustzijn en de overheden die zich daarop afstemmen door middel van de kiezers, dergelijk onethisch gedrag minder gaan tolereren en respecteren. Ook in het bedrijfsleven, de Pharma industrie niet uitgezonderd, zijn er (soms) stemmen te horen die pleiten voor maatschappelijk en ecologisch verantwoord ondernemen, niet alleen voor winst van aandeelhouders. Het inzicht daagt dat we niet eeuwig kunnen doorgaan met het exploiteren van de natuurlijke omgeving, dieren en medemensen.

 

Afweging van belangen

De afweging van economische en volksgezondheidsbelangen was een heikel punt tijdens de crisis. De complementaire en ogenschijnlijk tegenstrijdige verwevenheid van belangen is duidelijk gebleken. Bij de maatregelen werd het precaire evenwicht tussen beide belangen steeds afgewogen. Naar gelang het aantal besmettingen namen verschillende landen verschillende maatregelen van een strakke lockdown tot een gematigde ‘intelligente lockdown’ of geen lockdown, zoals in Zweden. Economische belangen waren niet alleenzaligmakend. Gezondheid bleek belangrijker dan geld, hoewel er wel brood op de plank moet blijven komen. De economie moet blijven draaien en gezond blijven, voor zover de economie dat (nog) is.

Over de balans van belangen schrijven o.m. arts-microbioloog Marc Bonten en epidemioloog Frits Rosendaal (‘Covid-19 vraagt dure offers, maar niets doen kost ook veel geld’, NRC Opinie 31 aug.). Het is een misvatting dat we beter af zouden zijn (geweest) met een meer laissez faire beleid en minder maatregelen, zoals sommige kritici ons willen doen geloven. Maatregelen voor het indammen van besmettingen zijn noodzakelijk. Het is een voordurend zoeken naar de optimale balans. Discussie daarover kan helpen die balans te vinden. Economische èn menselijke waarden dienen daarbij richtinggevend te zijn. Ook hier zien we de verbinding van economie met ethiek, die in het volgende meer naar voren komt.

 

Economie en industrie

De economie heeft een flinke klap gehad, waar zij weer bovenop wordt geholpen door overheidssteun. “De economie draait al een half jaar met de handrem erop... Overheden proberen de financiële gevolgen te beperken via allerlei subsidieregelingen. Maar dat houden ze geen jaren vol. Als ze financieel niet meer in staat zijn bedrijven en burgers te helpen, zullen die in de problemen komen. En als zij de schulden niet meer afbetalen, komen banken in de problemen. Dan komt er bovenop de coronacrisis een nieuwe kredietcrisis.” (‘Is een 90-procent-economie gedoemd in te storten?’ Peter de Waard, Volkskrant 25 sept.).

De geldkraan staat nog open. ‘Vermogens blijven groeien in crisis’ (Volkskrant 24 sept). Maar “de meeste burgers worden armer, waarbij de laagste inkomens twee keer zo hard worden getroffen als de hoogste,” volgens De Waard. Het werkt sociale ongelijkheid in de hand, die de economie niet ten goede komt. Overheidssteun impliceert dat de overheid dient te bepalen wie wel en wie geen steun krijgt. Daarbij kan zij bijv. milieu- en duurzaamheidseisen en maatschappelijk belang in acht nemen. Dit brengt een toename van overheidsbemoeienis met zich mee. Het geeft de overheid meer mogelijkheden om sturend op te treden. Neoliberalisme en vrije marktwerking lijken over hun hoogtepunt heen. Er verschijnen veel kritische boeken over, zie nr 100 ‘De economie na de pandemie’.

Komt er een tijd van minder liberalisering en meer ‘socialisering’ van het bedrijfsleven? De sociaaldemocratie leek in het slop geraakt. Krabbelt die weer op? Komt er nu een nieuwe opleving en nieuwe vorm van samenwerking tussen overheid en industrie? Behalve in het boek van George Monbiot met de negatieve titel Uit de puinhopen: Een nieuwe politiek in een tijd van crisis zijn er behalve kritieken nog betrekkelijk weinig constructieve en haalbare voorstellen en alternatieven uitgewerkt (zie nr 88, Patricia van Bosse, Een nieuw verhaal over saamhorigheid Deel 2: Initiatieven, ideeën en enige opmerkingen).

Bij de overheidssteun werd gezegd dat hierbij het maatschappelijk belang van de onderneming een belangrijke rol dient te spelen. Met als gevolg omstreden miljardensteun voor de KLM, als onmisbaar bedrijf van nationaal economisch en sociaal belang. De zogenaamde ‘preteconomie’ zou dan wat minder in de prijzen vallen. Het is niet geheel duidelijk wat daaronder valt. Cultuur, horeca, uitgaansleven, vakantie en vrije tijd? Het is duidelijk dat deze sector het (ook) moeilijk heeft. Het oude kroeg- en uitgaansleven met popconcerten en andere grote evenementen passen minder goed in een coronabestendige samenleving en brengen risico’s mee. Dat geldt voor alle samenkomsten. Er zijn aanpassingen nodig. De overheid kan moeilijk risicovolle ondernemingen gaan stimuleren. Die konden misschien wel een schadevergoeding krijgen, maar kunnen niet blijvend de hand ophouden.

Het is nog afwachten in hoeverre de miljardensteun van de overheid de economie weer vlot kan trekken. Het laat zich aanzien dat op termijn ingrijpende economische hervormingen nodig zijn, misschien van het kaliber dat Keynes indertijd voorstelde, die een andere kant op gaan dan het neoliberalisme. Veelzeggend is de kop: ‘Al biedt de staat coronasteun, het beleid is nog niet neo-keynesiaans’ – Noodsteun, De terugkeer van de staat’ (NRC 22 aug.).

Enige tijd geleden werd een toptien van economen samengesteld met Marx als verrassende derde na Adam Smith en Keynes, vóór de neoliberalisten, die op hun retour lijken. Als we deze economische visies zouden combineren en ons erdoor laten inspireren, bieden zij misschien een degelijke klassieke basis voor een nieuwe, maatschappelijk en economisch verantwoorde totaalvisie. Van Smith zijn beide klassieke werken onlangs in het Nederlands uitgegeven, dit jaar zijn Theory of Moral Sentiments. Is dit een voorbode dat economie en ethiek weer meer met elkaar worden verweven, zoals in de tijd van Smith, toen economie nog onderdeel was van moral philosophy? Ook de economische visie van Marx is doorspekt met ethische principes, zoals het gelijkheidsprincipe, dat bij hem meer prominent aanwezig is dan het liberale vrijheidsprincipe van de vrije markt. De markt dient anders dan tegenwoordig op grond van de morele visie van Smith ook volgens ethische beginselen gereguleerd te worden. 

 

Neokeynesianisme versus aandeelhouderskapitalisme

De mate van overheidscontrole versus vrijemarktwerking is een klassiek thema in de economie. De huidige tendens verschuift van vrije markt richting overheid, zoals na de grote crisis in het interbellum. De Britse Keynes-biograaf en economisch historicus Robert Sidelsky en de Italiaans-Amerikaanse topeconoom Mariana Mazzucato pleiten voor een terugkeer naar keynesiaans overheidsbeleid en een grondige heroverweging van de economie. Zij zijn niet de enigen en vinden o.m. gehoor bij de Franse econoom Jean Pissany-Ferry, die pleit voor een groene economie die minder afhankelijk is van de (wereld)markt, met een grotere rol van de overheid. Piketty wordt niet genoemd. Die zal er ook wel oor naar hebben. 

“Het aandeelhouderskapitalisme – waarbij winnaars zich verrijken en overheden en burgers keer op keer opdraaien voor de verliezen – ...noopt tot heroverweging van het gangbare economische model. Zelfs de top van het Amerikaanse bedrijfsleven keerde zich tegen het eendimensionale aandeelhouderskapitalisme. Een reeks bestuursvoorzitters maakte zich toen ook sterk voor andere belanghebbenden... Regeringen zouden wereldwijd op zoek moeten gaan naar een nieuw permanent evenwicht tussen staat, bedrijfsleven en burger. De verwaarlozing van het publieke domein... toont volgens de auteurs het falen van het huidige economische model aan.”

“Zij citeren Adam Smith, de oervader van de moderne economie, die in zijn The Wealth of Nations al schreef dat de overheid de taak heeft te zorgen voor een goede basisinfrastructuur... ‘En aangezien de lijst met publieke goederen zich heeft uitgebreid met toegang tot data en digitale technologieën, moeten we ambiteuzer zijn om te leveren wat de maatschappij nodig heeft om te bloeien’... Ze bouwen hun ‘begrotingsgrondwet’ op twee klassieke keynesiaanse pijlers: gerichte begrotingssteun voor initiatieven tegen klimaatverandering en creatie van werkgelegeheid, ofwel het bieden van baangaranties:... overheidsbanen die boven het minimumloon betalen en die gericht zijn op sectoren van de toekomst” (NRC 22 aug. Bespreking van hun boek Toward a New Fiscal Constitution). Klaas van Egmond, in Een vorm van beschaving, en ook anderen hebben dit al naar voren gebracht. “Op economisch gebied wordt [daarin] gepleit voor een kleinere rol van de aandeelhouders en de banken in het bedrijfsleven” (Boekbespreking door Hans Vincent in nr 2).

In andere artikelen werden bedenkingen geuit dat het dataverkeer als publiek domein in handen is van een paar Big Techreuzen. Een ongewenst monopolie waar in de VS en ook elders over wordt gesteggeld. Het is nog ver weg dat deze reuzen staatsbedrijven worden. Dat zou echter Big Brother praktijken à la Orwell in de hand kunnen werken, die ook niet zijn uitgesloten door samenwerking van Big Tech met de staat als Big Brother. Enige overheidsregulering van dit publieke domein, waarbij iedereen belang heeft, en ook het meepikken van op zijn minst een graantje van de miljardenwinsten lijkt een wenselijke en noodzakelijke toekomstige ontwikkeling.

 

Een grotere rol van de overheid

‘De staat mag weer bijsturen. Maar hoe?’ is de vraag in een NRC-artikel waarin o.m. wordt verwezen naar The Enterpreneurial State van Mariana Mazzucato, dat door diverse partijen wordt aangehaald. Er is overeenstemming dat het kapitalisme moet worden hervormd, de marktmacht van grote bedrijven moet worden beteugeld, met nam Big Tech. “De publieke sector was toe aan een herwaardering. De overheid mag interveniëren, een ondernemende rol spelen en risico’s nemen die de markt niet aandurft. Het risico is dan dat de overheid opdraait voor investeringen waar bedrijven de vruchten van plukken, zoals zij er ook voor opdraait als banken of belangrijke bedrijven zoals de KLM dreigen om te vallen. De socioloog Wright Mills wees hier reeds op: bij een gemengde economie steunt de staat bedrijven. Daarbij mogen we ons realiseren dat het geld van de overheid van belastingbetalers komt en wordt doorgesluisd naar meer vermogende bedrijven, waardoor de rijken rijker worden en de belastingbetaler armer.

Over de keuzen en de richting van de investeringen verschillen de partijen van visie, voor zover ze een visie hebben. “Links valt daarbij terug op klassieke overtuigingen als herverdeing van vermogens en winsten. Rechtse partijen zien meer in het beteugelen van marktmacht.” Een te sterke overheid overheid ‘’kan betekenen dat er een soort staatskapitalisme ontstaat” in plaats van “‘democratisering’ van de economie, niet van de staat of grote bedrijven, maar werknemers en burgers moeten zeggenschap hebben.” Bij een middenpositie wordt gedacht aan “’een maatschappelijke onderneming, corporatievormen die de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal proberen te overbruggen [zoals] woningcorporaties... niet statelijk maar ook niet privaat. Ze proberen partijen en belangen te bundelen in een sociale doelstelling.” De overheid kan ook een klimaatneutrale economie aansturen, innovatie aanjagen en ‘’de economie sturen naar grote veranderingen”. Geen enkele partij is voor hernationalisering. Wat het precies gaat worden zal de toekomst leren. Partijen lijken nog in een verkennend stadium en zullen verschillende keuzes maken en accenten leggen. Een aantal is nog bezig met hun verkiezingsprogramma’s. “De verhouding tussen staat, economie en burgers’’ zal een belangrijk thema zijn.

Er wordt gewaarschuwd tegen ongericht investeren, net als tegen ongericht bezuinigen: ‘Laat ze geen 20 miljard weggooien’ (NRC Opinie, 10 sept. Sweder van Wijnbergen, hoogleraar economie UvA). Hij pleit voor een strategisch concept met een analyse van prioriteiten voor publieke investeringen. ‘Groeifonds? Er is behoefte aan visie’ op toekomstige ontwikkelingen die nodig zijn en prioriteit verdienen, dus weloverwogen keuzes (Volkskrant Opinie & Debat 10 sept. Bram van Groenendaal). Frans Kalshoven schrijft dat de overheid niet zozeer groter en sterker moet zijn maar beter, verwijzend naar een publicatie van de denktank Denkwerk met o.m. Hans Wijers, oud-minister economische zaken en Feike Sijbesma, oud DSM topman, Publiek en effectief, het kan! Naar een kwalitatief hoogwaardige robuuste pubieke sector in Nederland (Volkskrant 19 sept.). Een mond vol. Er valt volgens het rapport veel te verbeteren aan de gezondheidzorg, het onderwijs, het openbaar bestuur enz. Het zijn andere geluiden dan marktwerking en winstmaximalisatie. Er lijkt enige beweging in de nodige hervormingen om de samenleving te verbeteren met de economie en als onderdeel, niet als doel.

 

 

https://putten.nieuws.nl/nieuws/12447/gemeente-putten-vraagt-jongeren-mee-te-denken-over-coronabestendige-samenleving/ 

Thuiswerken

Een andere economische trend vanwege corona is het noodgedwongen thuiswerken, dat ook na het hoogtepunt van de crisis een meer blijvend karakter lijkt te krijgen. Dit accentueert het belang van internetfaciliteiten en dataverkeer als publiek domein en algemeen belang, waarin de overheid in ons aller belang het nodige te zeggen dient te hebben. Thuiswerken lost het fileprobleem voor een groot deel op en komt ten goede aan het milieu. Het brengt veranderingen in de werk- en de gezinssituatie met zich mee en in het contact met collega’s.

Ook hier zien we een zoeken naar de optimale balans tussen werken thuis en op het werk. Het geeft in elk geval meer mogelijkheden, maar stelt ook geschiktheidseisen aan de woning en werkplek, zoals één of twee werkkamers en bedrevenheid in [MR1] digitaal vergaderen en zo. De digitalisering van de samenleving zal erdoor worden bevorderd. Het eind van deze ontwikkeling is nog lang niet in zicht. De garantie voor persoonlijke vrijheid en privacy is een punt van zorg en aandacht, nu de techische mogelijkheden voor een Big Brother maatschappij zijn toegenomen.

 

Andere economische sectoren

“Het virus werkt als een contrastvloeistof die zwakke plekken in de samenleving [en de economie] aanwijst, zoals het toerisme, transport, de farmaceutische sector, de verpleeghuizen, de vleesverwerkende industrie, zzp’ers... De verkiezingen zijn het moment om daar wat aan te doen.” Over deze sectoren zijn diverse artikelen verschenen. De vleesverwerkende industrie moest inbinden en maatregelen treffen vanwege het grote aantal besmettingen in die sector wegens weinig humane arbeidsomstandigheden. Het massatoerisme en het vliegverkeer ligt ook gevoelig wegens verspreidingsgevaar van besmettingen.

Over de farmaceutische sector en het algemeen belang ervan is al iets gezegd. Het is niet de bedoeling dat deze garen spint uit de coronacrisis. Het is ook niet de bedoeling dat zzp’ers relatief minder overheidssteun krijgen dan multinationals zoals de KLM en dat Jan met de pet weer de dupe is en het gelag betaalt, terwijl de overheid voor Sinterklaas speelt. Over de honorering van zorgmedewerkers is het nodige te doen geweest. De waardering voor hun onmisbare werk komt vooralsnog niet tot uitdrukking in salarisverhoging. 

 

Politiek en overheid

De grotere rol van de overheid weerspiegelt zich ook bij de Nederlandse politieke partijen. “De cononacrisis dwingt schrijvers... tot een fundamenteel andere kijk op de maatschappij. Van links tot rechts groeit de overtuiging dat het tijd is voor een sterkere overheid, zelfs bij de VVD. ‘We willen een krachtige, effectieve staat, die, noblesse oblige, goede kwaliteit levert... Eén ding is zeker: de kleine overheid is uit de mode. ‘Met zo’n crisis begin je een beetje opnieuw’” (‘De staat moet sterker worden’, ‘Politieke partijen storten zich op verkiezingsprogamma’s’, Volkskrant 25 aug.).

“Een sterkere regiefunctie door de overheid en een inperking van de markteconomie wordt van SP tot VVD beleden.” Andere punten die naar voren komen bij diverse partijen zijn bestuurlijke fairness en betrouwbaarheid van de overheid, transparantie, sociale cohesie, het bij elkaar houden van bevolkingsgroepen, de klimaatdiscussie, duurzaamheid en de agrarische sector, Europa, bescherming van kwetsbaren, kansengelijkheid, woningnood, industriepolitiek in het bijzonder wat betreft de pharma-industrie, digitalisering en thuiswerk, werkgelegenheid, flexcontracten en overheidsfinanciën. Bij meer partijen klinken keynesiaanse geluiden: “als het slecht gaat moet er geïnvesteerd worden”. Het zijn geijkte thema’s. Het wachten is op een coherente politieke visie met een afdoende antwoord op de huidige problemen.

De grotere rol van de overheid kan totalitaire tendensen met zich meebrengen. Dat zagen we in de beginfase van de coronacrisis en de covidnoodwet versterkt die tendensen. Daarom lijkt principële parlementaire controle en participatie van deskundigen en burgers noodzakelijk. Deskundigen laten zich al horen. De burgers roeren zich in demonstraties, die met protesten weinig zoden aan de dijk zetten omdat men geen alternatieven biedt met voldoende draagvlak en onderbouwing.

“De Kamer wilde onafhankelijke experts... In totaal zijn 98 deskundigen benaderd met de meeste uiteenlopende achtergronden. Veel hoogleraren, maar bijv. ook opiniepeiler Maurice de Hondt, ex CPB [Centraal Plan Bureau]-baas Coen Teulings, een journalist van de website De Correspondent... Alles wordt openbaar... Er was verrassend veel overeenstemming tussen de experts... Iedereen erkent dat het testbeleid beter moet, dat het naleven van regels beter moet... Het allerbelangrijkste is, volgens meerdere betrokken, dat de hegemonie van het Outbreak Management Team doorbroken is.”

Is daarmee de medische ‘expertocratie’ ook doorbroken? Het betreft bij deze informatieronde ook deskundigen. “De politiek kan zich niet verschuilen achter experts... Uiteindelijk moet de politiek de keuzes maken.” Behalve meer pluriformiteit en transparantie, die nog te wensen overlaat, laat de burgerparticipatie, die nu ‘slechts’ vertegenwoordigd wordt door experts, nog op zich wachten. (‘Te veel adviezen over coronabeleid’, Volkskrant 31 aug.).

 

Uiting van ongenoegen https://jmeblommaert.wordpress.com/2017/05/15/populisme-en-zn-blinde-vlekken/

 

Populisme

Een andere politieke trend is het zogeheten rechtse populisme en nationalisme. Door het geringe succes van leiders van deze stromingen, lijkt de belangstelling hiervoor te verminderen, hoewel de aandacht onverminderd naar Trump uitgaat. De stroming wordt vooral beschouwd als een kanaal voor ongenoegen, aldus historicus Piet de Rooy (NRC 22 aug. Opinie &Debat). “De coronacrisis is een katalysator van vele vormen van maatschappelijke onvrede. Grote veranderingen in de samenleving maken de populistsiche reactie tot een duurzame politieke kracht.” Dat zagen we eerder bij het socialisme. “In 1928 was volgens de Franse socioloog Emile Durkheim het socialisme nog ‘een kreet van smart en soms van woede’. Meer sentiment dan theorie dus.” Later werd dat anders.

Een verdienste van de populistische stroming is dat daardoor nationale identiteit, culturele integriteit, etniciteit, immigratie- en vluchtelingenproblematiek hoger op de agenda is komen te staan en er een uitlaatklep is voor gevoelens van ongenoegen. Door de coronacrisis zijn deze thema’s weer wat minder prominent en richten gevoelens van verzet zich ook op het coronabeleid, waarbij zoals gewoonlijk de beste stuurlui aan wal staan.

Het populisme voorziet behalve in een kanaal voor ongenoegen ook in de behoefte aan simplistische oplossingen in een ingewikkelde wereld en om anderen de schuld te geven van onze problemen of deze te verdoezelen en te wijzen naar een aansprekende oorzaak zoals bij complottheorieën. “En dat is een gevaarlijk moment. ‘Dan verschijnt de populistische demagoog ten tonele, die belooft dat hij het allemaal eenvoudiger zal maken voor ons’. De populist treft een gespleten sameleving. Immers wie zich irrelevant voelt en niet gehoord, zal niet snel geneigd zijn te luisteren naar anderen die er een andere mening of visie op nahouden. En wie niet meer luistert naar anderen, is minder in staat compassie en empathie op te brengen voor wie anders is” (Volkskrant, 5 sept, Maartje Laterveer. ‘Zoek controle waar je kunt’, over de Turkse schrijfster Elif Shafak, Zo houd je moed in een tijd van verdeel heid).

 

Een sociaaldemocratisch reveil of een integrale politieke heroriëntatie?

Hoewel in Scandinavische landen het rechtse populisme zich ook nadrukkelijk laat horen, heeft de politiek daar een meer sociaaldemocratische tendens dan elders in Europa. Of deze tendens samenhangt met de redelijk succesvolle crisisbeheersing aldaar, is moeilijk te zeggen. Deze landen scoren immers hoog op uiteenlopende indicatoren van welzijn en overheidsvoorzieningen. Ook in Duitsland nemen de sociaaldemocraten deel aan de regering waarvan Angela Merkel de kar trekt. Een sociaaldemocratisch reveil lijkt in Europa echter nog ver te zoeken.

De belangrijkste politieke stromingen zijn 1. het liberalisme, dat de nadruk legt op vrijheid, 2. het conservatisme, dat gezin, gemeenschap en traditionele waarden benadrukt, zoals bij de christelijke partijen, en 3. het socialisme, dat het gelijkheidbeginsel en solidariteit accentueert ( Zie Karl Mannheim, Wissenssoziologie en Ideology and Utopia en N. Wilterdink, Samenlevingen, 5.3 Ideologie).

Deze drie ideologische componenten zijn alle van belang voor een gezonde samenleving. Als er een te ver doorslaat, zien we na verloop van tijd vaak een soort correctiemechanisme, waardoor een complementerende stroming weer meer nadruk krijgt. Tegenwoordig zijn ook het ‘ecologisme’ en het conservatieve populisme sterk aanwezig. Het betekent dat milieu, nationale en gemeenschapswaarden meer aandacht vragen.

Of in de toekomst de handen ineengeslagen worden om met vereende krachten de crisis het hoofd te bieden in een integrale politieke heroriëntatie lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk. Daarvoor lopen de meningen nog tezeer uiteen. “Over de vervolgstap – in welke richting moet de verandering gaan – bestaat eensgezindheid. Komt het op maatvoering aan, dan zijn de verschillen groot” (Volkskrant 25 aug., zie boven).

 

Afstandelijke omgangsvormen https://www.dewestkrant.nl/een-borrel-drinken-met-je-buren-gaat-prima-op-deze-15-meter-bank/ 

Levensstijl en omgangsvormen

Een coronabestendige samenleving en economie beperkt contacten die besmettingsrisico’s met zich meebrengen. De economie dient tegen een stootje te kunnen en meer crisisbestendig en zelfvoorzienend te zijn. Dus meer nationale autonomie, minder afhankelijk van verre landen wat betreft eerste levensbehoeften, die veilig gesteld dienen te worden. Luxe goederen en de ‘preteconomie’ mogen minder prominent zijn. Betekent dit een opstap naar een meer sobere levenstijl, die ook ecologisch gezien meer verantwoord zou zijn? (Volgens Marius de Geus, De filosofie van eenvoud, besproken in nr 32). Dit is nog niet of nauwelijks te merken. Lijkt de crisis lijkt over zijn voorlopige hoogtepunt heen of volgt een tweede golf?. Mensen hebben grotendeels hun leefwijze van voor de crisis proberen te hervatten. Er is (nog) geen schaarste, zoals bij de economische crisis in het interbellum. Gezinnen en buurtbewoners waren tijdens de crisis meer op elkaar aangewezen. Veel mensen zijn voorzichtiger geworden met contacten, vooral in (grotere) groepen nadat het groepsgebeuren grotendeels werd stilgelegd tijden de lockdown.

Het leven lijkt hier en daar wat meer ingetogen en afstandelijk. Bijv. de introductie van eerstejaars studenten. Eindexamens en bijbehorende feesten zijn erbij ingeschoten op het hoogtepunt van de crisis. Het leven lijkt soms wat minder uitbundig. De ‘preteconomie’ van uitgaan en cafébezoek heeft het moeilijk, want ‘het café is vaak een primaire besmettingsbron’. “Eerder naar huis zorgt voor minder virusoverdracht.” Dat geldt ook voor minder drankgebruik (NRC 21 sept). Persoonlijk plezier dient jezelf en anderen niet in gevaar te brengen door besmetting, wordt ons voorgehouden. De crisis noopt ons meer rekening te houden met anderen. Een crisisbestendige leefwijze vraagt meer alertheid en zorgvuldigheid in relaties. Knuffels worden selectiever en beperken zich tot huisgenoten en intimi. Groeten en verwelkomen is anders geworden. Geen handen schudden meer, laat staan kussen. De stijlvolle Indiase groet en de meer populaire elleboog vinden ingang als begroetingsgebruiken.

“Psychologen vrezen voor structurele veranderingen. Mensen die van nature sociale wezens zijn, zouden permanent afstandelijker worden... Mensen zijn onzekerder... Als er geen zekerheden meer zijn, dan verliezen we ook de sociale contacten en het zelfrespect... Zelfs als bars en restaurants de deuren weer openen.., zal het oude normaal niet terugkeren” (‘Is een 90-procent-economie gedoemd in te storten?’ Peter de Waard, Volkskrant 25 sept.).

Komt het gezin, waarbinnen de emotionele relaties zich in de moderne tijd concentreren, nog meer onder druk te staan door thuiswerk en en op elkaar aangewezen zijn? (Zie nr 88 Waarom het moderne gezin onder druk staat. Aanvullende beschouwingen bij het interview met Wim Couwenberg: deel 3). Dit kan meer spanningen en conflicten in de huiselijke sfeer geven. Huiselijk geweld zou zijn toegenomen. Dit is een punt van zorg en aandacht.

Een coronabestendige samenleving vraagt meer solidariteit, samenwerking en rekening houden met elkaar, meer beschaving in de zin van op elkaar afgestemd gedrag. Om rampen en crises het hoofd te bieden hebben mensen elkaar nodig. Tijdens crises wordt gewag gemaakt van toenemende solidariteit, samenwerking, nationaal en lokaal gemeenschapsgevoel. Dat lijkt nu weer weggeëbt. Maar voor een crisisbestendige samenleving zijn dergelijke kwaliteiten belangrijk om problemen op te lossen, die een grootscheepse gezamenlijk aanpak vragen.

Het kan zijn dat de samenleving uiteindelijk hechter uit de crisis komt als we de uitdaging samen aangaan en de nodige aanpassingen en hervormingen invoeren. Tot zover een schets in grote lijnen, die ontwijfeld verder uitgewerkt gaat worden als meer mensen hun licht erover laten schijnen.

 

Ingrijpen van de overheid in de persoonlijke levenssfeer

Een probleem is dat de overheid met het gebod om anderhalve meter afstand te houden ingrijpt in de persoonlijke domein, die in de grondwet (art 10 en 11) is vastgelegd als eerbiediging van de persoonlijke levensfeer, vrijheid van vergadering en onaantastbaarheid van het lichaam. Afstand houden wordt door velen ervaren als onnatuurlijk. De mens zou een ‘gezelschapsdier’ of zelfs een ‘knuffeldier’ zijn met een sterke behoefte aan intiem contact (‘Het recht om te knuffelen pakt niemand ons af’, Essay NRC 20 sept).

Dat kan wel zo zijn, maar voor de meeste mensen geldt dit voor intimi, niet voor iedereen die langs loopt. Het voorschrift om afstand te houden geldt niet of minder voor huisgenoten, maar vooral buiten de persoonlijke levenssfeer. Uitzonderingen vormen schrijnende toestanden van ouderen en ouders in verpleeghuizen van wie afstand gehouden moest worden achter glazen wanden. Behalve met intimi is knuffelen in openbare ruimten niet gebruikelijk en maakt het weinig inbreuk op de persoonlijke levenssfeer enige afstand te houden. De regering en deskundigen proberen persoonlijke en maatschappelijke belangen onderling af te wegen. Met ziek zijn is niemand gebaat, hoewel er altijd mensen zijn de ellende van anderen in hun voordeel proberen om te buigen. Is dit niet een belangrijk aspect van de ziekte-industrie?

Controle  achter de voordeur is geschrapt in de concept covid-noodwet. Wat betreft lichamelijke integriteit en bescherming van de persoonlijke levenssfeer geldt ook de noodzaak van bescherming tegen corona door maatregelen in acht te nemen. Daar dienen deze voor, niet om in te grijpen in het persoonlijke. Discipline en verantwoordelijkheid passen niet bij goed bij het primair nastreven van eigenbelang in ‘de cultuur van narcisme’ (zie het gelijknamige boek van Christopher Lasch). Het virus wijst ons op onze wederzijdse afhankelijkheid (interdependentie) die wederzijdse verantwoordelijkheid met zich meebrengt.

Mensen hebben ook niet het recht een ander te besmetten. We leven zo dicht op elkaar dat rekening houden met elkaar onvermijdelijk is en persoonlijke belangen afgestemd dienen te worden op sociale belangen. Corona noopt ons voortdurend een afweging te maken tussen persoonlijk voordeel en maatschappelijk belang. De overheid kan wel sturend en bevoogdend willen optreden, maar uiteindelijk blijft het een persoonlijke keuze, die de overheid niet kan afdwingen of verhinderen. Het is dan ook de vraag of mensen grondwettelijk gezien beboet mogen worden als zij samenkomen. Het (b)lijkt alleen te kunnen op grond van noodverordeningen. De covid-noodwet is bedoeld als substituutwet die de grondwet tijdelijk buiten werking wil stellen. Of dat lukt valt nog te bezien. Daarmee zou een meer totalitaire maatschappij dichterbij komen, waarbij de overheid dwingend ingrijpt in het persoonlijke leven. Het alternatief is dat de burger zijn of haar verantwoordelijkheid neemt om dit te voorkomen met mondig en verantwoordelijk gedrag, waarbij de overheid en deskundigen een adviserende rol hebben. Volgens Ilja Leonard Pfeiffer (HP-De Tijd 24 sept.) en hij is niet de enige, gedragen te veel Nederlanders zich als onvolwassen, verwende en onverantwoordelijke kinderen. Als mensen hun verantwoordelijkheid niet nemen, lijken meer ingrijpende maatregelen richting lockdown onvermijdelijk. Het virus kan alleen worden beheerst door een combinatie van overheidsmaatregelen en actieve medewerking van de bevolking blijkt in China, Italië en elders. Coöperatie werkt effectiever dan dwang.  (‘IJzeren discipline maakt van Italië een succesnummer’, Volkskrant 23 sept.; https://www.hpdetijd.nl/columns/een-nieuwe-lockdown-is-onvermijdelijk/?share_code=PrhO9hgULqxE&utm_source=ActiveCampaign&utm_medium=Mail&utm_campaign=mail_240920%3Fomhide%3Dtrue&vgo_ee=rOozdWbWFeRAlUdNqs1eBovy7T5YEJ8ohjC9vauJg30%3D.

Wat betreft totalitaire tendensen in de huidige maatschappij hebben Aldous Huxley en George Orwell de meest bekende en indringende waarschuwingen gegeven in Brave New World en 1984. Dat sloeg niet alleen op de communistische maatschappij. Dit komt aan de orde bij de bespreking van deze auteurs in komende artikelen, die terugkomen op het thema overheid en persoonlijke levenssfeer.

 

De covid-noodwet                          2020 09 21

De noodwet zal het niet gaan halen

De prijs die wij gezamenlijk betalen

wordt onaanvaardbaar hoog geacht

De overheid krijgt dictatoriale macht

 

De grondwet dreigt te worden overtreden

zoals alleen in oorlogstijd in het verleden

Een degelijke wet is onaanvaardbaar

De onderbouwing is juridisch laakbaar

 

Flagrant in strijd met mensenrechten

die voor ons het pleit beslechten

Bij de Eerste Kamer en het Parlement

zijn hartgrondige bezwaren welbekend

 

De kansen dat de covidwet het haalt

zijn nog niet verkeken maar vrij minimaal

Een volk dat voor dergelijke wetten zwicht

zal meer dan geld en goed verliezen

Dan dooft het licht*                                 *Vrij naar H M van Randwijk, verzetsman en oud plaatsgenoot 

 


 [MR1]Dit is dubbelop. Verder is zoom een merk. Er zijn vele andere merken.