Civis Mundi Digitaal #104
Barnhill op het eiland Jura, Scotland, waar Orwell zijn laatste jaren woonde
De Tweede Wereldoorlog
Aan het begin van de oorlog gaan George en Eileen weer in Londen wonen, waar hij zich meer kan inzetten voor zijn land als schrijver van artikelen en als lid van de Home Guard, een soort gewapende burgerwacht. Een grote domper, vooral voor Eileen, is dat haar broer sneuvelt. Zij had een diepe band met hem. Ze kon altijd op hem rekenen. Haar broer stond onvoorwaardelijk achter haar. Voor George daarentegen leek volgens vriendin Lydia Jackson “zijn werk belangrijker dan persoonlijke relaties en ik denk dat hij alleen in zijn hoedanigheid als schrijver voor zichzelf zorgde” (p 264). “Hij was een expert in het leven op basis van de eerste levensbehoeften” (p 266). Zijn soberheid was niet altijd gezond.
Orwell droeg twee essays bij aan een bundel van zijn uitgever Gollancz, The Betrayal of the Left: an examination and refutatation of Communist policy. Het gingover ‘the Social-Democratic Way’ en ‘Totalitarism’ over fascisme en sovjet communisme. Andere bijdragen waren o.a. van André Malraux en Arthur Koestler, die hij later geregeld zou ontmoeten. Het maakte duidelijk waar hij stond.
Hij voegde zich bij de Home Guard, en nam dit heel serieus. In november 1943 werd hij om medische redenen ontslagen. Hij schreef in 1941 ook The Lion and the Unicorn met een soortgelijke strekking en brak daarin een lans voor patriottisme, dat in linkse kringen niet gebruikelijk was, zonder zijn gematigd geweldloos revolutionair elan te verliezen.
Zijn socialisme hield meer in dan gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen. Dat vond hij een ontoereikende omschrijving. “Gecentraliseerd eigendom heeft heel weinig zin, tenzij de massa van de mensen leeft op een ongeveer gelijk niveau en enigerlei controle hebben over de regering” (p 275). Hij dacht langs sociaal-democratische lijnen. Hij voorzag een nieuwe klasse van geschoolde arbeiders, technische deskundigen, wetenschappers, architecten en journalisten” (p 277). Een soort Nieuw Links van niet alleen arbeiders. Hij dacht na over de toekomst en toekomstige hervormingen, maar zag ook ‘de schaduwen van morgen’, om met Huizinga te spreken: het dreigende fascisme, communisme en totalitarisme.
George staat achteraan naast de vrouw
BBCen ander werk
In de herfst van 1941 ging hij bij de BBC werken. Hij had een cultureel en intellectueel programma voor India, dat weinig werd beluisterd wegens povere ontvangst. Toen dat tot hem doordrong stopte hij ermee. Dat was twee jaar later. Hij las gedichten voor, besprak boeken, gaf lezingen en deed er inspiratie op voor het Ministerie van Waarheid in 1984. De BBC hield zich (voor)namelijk ook bezig met oorlogspropaganda. ‘Some are more equal than others’ heeft hij ontleend aan een collega, John Morris (Crick, p 285). Dat had hij er wel bij mogen zeggen. Hij hoorde er ‘s morgens vroeg ook schoonmaaksters zingen. Zij stonden model voor de zingende prole-vrouw in 1984. Naast zijn werk voor de BBC schreef hij artikelen voor o.m. The Observer ende Tribune, vooral na zijn ontslag bij de BBC.
Zijn vrouw Eileen werkte bij het Censorship Department van het Ministerie van Informatie, daarna bij het Ministerie van Voedselvoorziening. Beide hebben model gestaan voor de ministeries in 1984, dat (mede) geïnspireerd zou zijn op een gedicht van Eileen: End Of The Century, volgend eerder genoemde biografie van Topp. Eileen zorgde zo goed mogelijk voor George, maar minder goed voor zichzelf. Ze hielden er een oorlogshuishouden op na met oorlogsvoedsel. George was soms wat verstrooid. Op een dag at hij het eten op, dat ze had klaar gezet voor de kat en gaf het voor hem bestemde eten aan de kat! (Crick, p 295). Ze gingen af en toe naar hun landelijke huisje in Wallington, waar zij een groententuin hadden en geen tekort aan voedsel.
De inbreng van Eileen
Eileen heeft model gestaan voor de figuur van Ann in een roman die een collega schreef, waarin ook Orwell figureert. Het geeft een indruk van hun reilen en zeilen. “Alles was voor haar belangrijk, want haar levensgevoel was zo intens dat ze de volledige invloed onderging van alles wat zij tegenkwam en ze zag dit niet geïsoleerd maar in al zijn connecties... De meeste mensen werpen een blik op iets. Ze ondergaan alleen de invloed van bepaalde dingen die hen specifiek interesseren... Ann doet haar werk heel goed, maar ze blijft bijna altijd te lang om het af te maken. Ze gaat ’s avond naar huis zonder vlees en groenten die ze had willen kopen... In de flat kookt ze voor haar briljante echtgenoot met wankele gezondheid en hun vrienden... Ann trekt crises aan. Haar vrienden bellen haar constant op om te zeggen dat ze willen scheiden, of babies krijgen of zenuwinzinkingen... Zijn vrienden hebben ook crises. Ze zijn bankroet, uit hun huis gezet, niet in staat om te stoppen met drinken... zoeken werk... of zijn in de steek gelaten door hun vrouw. Ze hebben de standaard van comfort van soldaten op mars. Iets te eten en een plek om te slapen, en ze delen alles wat ze hebben met iedere mede-kampeerder. Ik denk vaak dat zij echt burgers zijn van de nieuwe wereld... Ik denk niet dat mijn geloof in de broederschap van de mensheid... sterk genoeg is om iedereen in mijn huis te nemen omdat ze het elders niet gemakkelijk hebben” (Crick, p 298, uit Lettice Cooper, Black Bethlehem, p 153-54, 177, 181-82. Het boek speelt zich af op het ministerie waar Eileen in de oorlog werkte).
De gezondheid van Eileen gaat volgens vrienden zichtbaar achteruit. George merkt het niet op of meende dat het door de oorlog kwam. Een bron van spanning en verdriet was dat ze geen kind kregen. George dacht dat het aan hem lag, maar het lag mogelijk eerder aan haar gestel. Hij wilde een kind adopteren. Zij wilde wachten tot na de oorlog. Ze wilde ook dat Orwell meer ging schrijven en maakte zich zorgen om hun inkomen, als haar inkomen zou wegvallen vanwege de zorg voor een kind, die op haar neer zou komen, omdat George altijd met zijn werk bezig was. Over Eileen is een biografie verschenen van Sylvia Topp, Eileen: The Making Of George Orwell.
De gezondheid van zijn moeder ging ook achteruit. Zij overleed in maart 1943. Ze was met zijn jongste zus in de buurt komen wonen, las zijn boeken en vernam iets van de erkenning die hij kreeg voor zij overleed met hem aan haar zijde.
De Tribune en Animal Farm
Na zijn baan bij de BBC werd Orwell in november 1943 literair redacteur bij het niet-communistische linkse tijdschrift Tribune en begon meteen aan Animal Farm, naast schrijfwerk voor andere tijdschriften. Het was een zeer creatieve periode met veel artikelen en boekbesprekingen.
Hij had ook veel contacten met andere schrijvers, pacifisten en anarchisten. Hoewel hij geen anarchist was en staatsgezag nodig achtte, stond hij kritisch tegenover de staatsmacht. Zijn bekendheid groeide. Hij schreef ook voor de Horizon, het tijdschrijft van jeugdvriend Cyril Connolly en leerde diens knappe assistente Sonia Bronell kennen, die aan het eind van zijn leven zijn tweede vrouw zou worden en daarna zijn nalatenschap beheerde. Hij wilde naast zijn politieke essays ook een politieke èn artistieke roman schrijven met Animal Farm en 1984 als resultaat. Daarin stelde hij het verraad van de revolutie door de machtsbeluste elite aan de kaak, die zichzelf in het zadel wilde houden. “Hij besprak de feitelijke compositie van Animal Farm in detail met Eileen... en las zijn dagelijkse werk voor in bed. Nooit eerder had hij werk in uitvoering met iemand besproken” (Crick, p 310). Het was lastig een uitgever te vinden, vanwege de kritiek op het sovjet communisme en Stalin, die toen een geallieerde bondgenoot was. Pas in 1945 lukte het bij Secker & Warburg. Na Animal Farm schreef hij The British People en The Lion and the Unicorn.
De baby en de dood van Eileen
Eileen gaf haar baan in juni op en stemde in met het adopteren van een zoontje. De tip kwam van haar schoonzus, die arts was, evenals haar overleden broer. George was weg van de baby en genoot van het vaderschap. Hij was een voorbeeldige en handige vader, die het kind goed verzorgde. Eind juni werd hun flat gebombardeerd. Ze bleven ongedeerd en hun bezittingen en papieren werden gered. Ze kregen tijdelijk een andere flat. Na de oorlog wilde George weer op het land gaan wonen. Hij vernam van een collega dat er een boerderijtje huur was op het eiland Jura op de Hebriden ten westen van Schotland.
Aan het eind van de oorlog kreeg hij in maart een aanbieding om als oorlogscorrespondent voor The Observer verslag te doen van de bevrijding van Frankrijk en de bezetting van Duitsland. Een verleidelijk aanbod, dat hij aannam, ondanks Eileen en hun zoontje en zijn en haar gezondheid. In zijn hotel in Parijs ontmoette hij o.a. de schrijver Ernest Hemingway en de filosoof Alfred Ayer, met wie hij het goed kon vinden, hoewel hij zich totaal niet interessserde voor filosofie. Ayer had op Eton College dezelfde mentor gehad als Orwell. Binnen twee weken was hij weer ziek, last van zijn longen en stuurde een testament naar Eileen. In plaats van een antwoord van haar kreeg hij een bericht dat ze was overleden tijdens de narcose bij wat zij tegenover vrienden een ‘routine operatie’ had genoemd, namelijk het verwijderen van haar baarmoeder.Ze overleed volkomen onverwacht. Rillend, uitgeteerd en onder de pillen keerde Orwell uit het ziekenhuis in Keulen naar Engeland terug en las hij de onvoltooide brief die zij in het ziekenhuis had geschreven over haar aardige kamer en de chirurg met wie zij de operatie nog niet besproken had. Alleen in het begin deelde hij in tranen zijn bittere rouw met vrienden. In zijn vrij feitelijke brieven liet hij daar weinig van zien. Eileen bleek een gezwel te hebben aan haar baarmoeder. Het is niet duidelijk in hoeverre George daarvan op de hoogte was. Hij wist niet van de operatie. Ze had totaal niet verwacht dat het mis zou gaan. De doodsoorzaak was hartfalen tijdens de narcose. Volgens vriendinnen had ze al langer last van bloedingen, vermoeidheid en interne pijn. Ze had George in de week voor zij overleed een brief geschreven, die hij mogelijk niet heeft gelezen. Ze had hem willen spreken over het gezwel voor hij vertrok, maar wilde “dat hij vredig weg ging” (p 330). Ze vreesde dat het kanker was en moedigde hem aan nog een boek te schrijven, minder boekbesprekingen en op het land te gaan wonen, waar hij meer rust zou kunnen vinden om te schrijven. De ernst van haar kwaal had ze voor hem verborgen gehouden om hem niet te verontrusten. Het was mogelijk ook een reden voor haar aanvankelijke reserve bij de adoptie van een kind, hoewel zij graag zelf een kind wilde krijgen. Ze wilde niet dat hij zich schuldig zou voelen. Hij had te weinig oog gehad voor haar conditie.
Orwell was ervan ondersteboven, maar ging weer terug naar Parijs en Duitsland tot eind juni. Het leidde hem af, het lijkt een vlucht. “Hij zorgde dat hij het erg druk had... Hij bleef volhardend en liefdevol aanhankelijk ten opzichte van Richard” (p 333). Het zorgprobleem loste hij op door een huishoudster. Hij gaf hem niet op. Hij deed ook huwelijksaanzoeken bij vrouwen die hij kende en zag Sonia Brownell ook vaker. “Ze waren beide sterke karakters met een sterke, verschillende maar complementair soort betrokkenheid” (idem). Ze accepteerde zijn aanzoek niet, maar zei dat ze hem heel graag mocht. Het volgende aanzoek betrof de schoonzus van Arthur Koestler, wiens boek Darkness at Noon van invloed is geweest op 1984. Ook zij kon het niet accepteren, maar wilde wel goed bevriend blijven. Hij maakte geen geheim van zijn zwakke gezondheid en vermeende onvruchtbaarheid. Zo waren er nog twee aanzoeken bij andere vrouwen. Thuis zorgde de huishoudster Susan Watson voor Richard, een gescheiden vrouw van 25 jaar met een dochter van zeven jaar, licht gehandicapt met een lamme arm. Hij betaalde haar goed. Hij werkte hard: tot drie uur ’s nachts, wist ze vertellen, naast andere wederwaardigheden.
Onderwijl groeide zijn bekendheid en ook zijn inkomen door het succes van Animal Farm. Hij was opeens beroemd en werd een publieke figuur, “bijna een legende voor de jongere generatie” (p 341). Roem bracht onvermijdelijk uitnodigingen met zich mee, maar zijn stem was zwak en monotoon door de kogel die hem in zijn hals getroffen had. Schrijven ging hem beter af en hij schreef weer voor diverse tijdschriften.
Hij werd vice-voorzitter van het Freedom Defense Committee met daarin o.m. filosoof Bertrand Russell, vriend Cyril Connolly, componist Benjamin Britten en een aantal schrijvers. Ze verdedigden het recht van spreken van anarchisten en pacifisten die werden opgepakt. Hij noemde Russell “de oude hertog” (p 349).
Richard, now a retired engineer, 72, offers a tender portrait of a warm, loving man, https://www.mirror.co.uk/news/uk-news/george-orwells-adopted-son-revealsHij groeide op bij de zus en schoonzus van Orwell
Zijn laatste jaren op het eiland Jura en in het ziekenhuis
In mei 1946 overleed zijn oudste zus Majorie, 48 jaar oud. Daarna ging hij naar het eiland Jura, een eiland aan de Schotse westkust met 250 inwoners, waar hij een oude boerderij, Barnhill geheten, ging huren ‘in the middle of nowhere’ aan een onbegaanbare weg. Hij wilde ver weg van Londen en de plichtplegingen die daar op hem af kwamen. Na de dood van haar moeder en oudste zus, besloot zijn jongste zus Avril bij haar broer in te trekken en te zorgen voor Richard. Na een maand vertrok de huishoudster Susan. Er kwamen geregeld bezoekers. Avril noemde Orwell gewoon Eric, zoals ze gewend was. Ze las zijn boeken pas na zijn dood en had weinig idee van wat hij schreef. Ze leek op haar broer wat betreft ongebruikelijke opvattingen en integriteit. Sonia Brownell, zijn latere tweede vrouw, kwam geregeld. Hij werkte er aan 1984, naast zijn werk in de tuin. In zijn essay The Prevention of Literature en ook in andere artikelen beschrijft hij reeds enkele basisideeën over propaganda in een totalitaire samenleving.
Met een aantal gasten overleefde hij een ongeluk met zijn boot bij de meeste verraderlijke draaikolk aldaar. De trip was een roekeloze onderneming. George had weinig oog voor gevaar. Ze werden door vissers gered en van het onbewoonde eiland afgehaald waar ze strandden. In het najaar kreeg hij weer last van zijn longen. Het klimaat was daar zeer ongeschikt en hij besloot naar een ziekenhuis in Glasgow te gaan, waar hij werd doorverwezen naar een sanatorium. Daar kwam hij op kerstavond 1947 aan en bracht er zeven maanden door, terwijl hij zo goed en zo kwaad als het ging doorwerkte aan 1984.
Eind juli 1948 kwam hij terug op Jura. Zijn zus kwam met zijn zoontje, dat nu vier jaar was. Hij wilde niet gestoord worden door vrienden en bezoek om zijn boek af te maken. Eind november was het zover. Het draagt de sporen van zijn pijn en ontberingen. Mogelijk zijn de martelingen daaraan ontleend. Het boek verscheen in juni 1949 bij Secker&Warburg en bij Harcourt Brace in de VS en was een doorslaand succes: meer dan 400.000 boeken in een jaar tijd. Het misverstand dat het anti-socialistisch was werd door de uitgever rechtgezet met een persbericht en door Orwell in een memorandum.
“De dokters hadden geen hoop meer op nieuwe behandelingen” (p 387). Hij accepteerde de beperkingen van zijn zieke gestel. Hij kreeg een brief van zijn jeugdliefde Jacintha (zie eerder) en Sonia Brownell bezocht hem vrij vaak. Begin september betrok hij een kamer in het University Hospital in Londen. Sonia aanvaardde eindelijk zijn huwelijksaanzoek. Het huwelijk was op 13 oktober in het ziekenhuis. Hij was 46 jaar, zij 31. Sonia nam zijn correspondentie over, zoals ze gewend was voor Cyril Connolly bij het tijdschrift Horizon. Hij maakte zijn testament en was van plan naar een sanatorium in Zwitserland te gaan. Het is er niet meer van gekomen. Hij overleed vrij onverwachts op 21 januari ’s nachts 1950 aan een bloeding in zijn longen, alleen in zijn bed, voordat Sonia kon komen. Op de radio sloegen de klokken 13 uur, zoals aan het begin van 1984.
Sonia Orwell-Brownell (1918-1980)
Besluit
Crick eindigt zijn biografie met een passage aan het begin van de Collected Essays, geredigeerd door Sonia Orwell en Ian Angus. “Mijn uitgangspunt is altijd een gevoel van deelgenootschap en partijdigheid, een gevoel van onrechtvaardigheid... Ik schrijf omdat er een leugen is die ik naar voren wil brengen, een feit waarvoor ik de aandacht wil vragen... Ik zou dit werk niet kunnen doen... als het ook niet een esthetische ervaring zou zijn... Ik ben niet in staat, en wil dat ook niet, om volledig afstand te nemen van de wereldvisie die ik in mijn jeugd heb opgedaan” (p 406). Zijn visie heeft hij aan het begin van zijn loopbaan beschreven in termen van een ‘Tory-socialist’, een conservatief socialisme, doortrokken van traditionale waarden en algemeen fatsoen, die hij zowel in onder arbeiders als in de middenklasse aantrof, ondanks de hypocrisie en leugens die hij zichtbaar wilde maken.
Orwell was een integere, excentrieke en principiële Brit. Na het teleurstellende debuut van zijn loopbaan als politieagent in Birma, waarvoor hij zich later geneerde, zocht hij zijn toevlucht bij de onderdrukten, maar bleef een typische vertegenwoordiger van de ‘lower-upper-middle class’. Ook al was hij kritisch en zocht hij naar een alternatief, kenmerkte hij zich door typische middenklasse-waarden. De puriteinse protestantse ethiek en binnenwereldse ascese in de zin van Max Weber was hem op het lange magere lijf geschreven. Zijn levenswijze werd gekenmerkt door soberheid en hard werken voor een werelds en geestelijk ideaal, namelijk de verlossing en bevrijding van de onderdrukten en het proletariaat en een wereldwijde broederschap, waarin mensen hun verworvenheden delen.
Alles moest wijken voor zijn schrijverschap, behalve zijn zoontje, daarbij onvoorwaardelijk ondersteund door zijn vrouw, die hij plotseling verloor. Op zijn manier was hij een voorbeeldige vader en gezinsman en ook een loyale vriend. Hij leefde en werkte meestal teruggetrokken, maar was erg sociaal betrokken, en hield van een goed gesprek, bij voorkeur tijdens en na het eten. Hij was geen outsider en geïsoleerd persoon, al leek dat soms wel het geval door zijn excentrieke en ingetogen neigingen. Hij hield sterke familiebanden met zijn ouders, zussen en schoonzus en zwager intact en had vele vrienden die een beroep op hem konden doen en hij op hen. Hij was ook een natuurliefhebber en zou in deze tijd een milieuactivist geweest kunnen zijn, die zich keerde tegen de exploitatie van de aarde, zoals hij ook de erbarmelijke situatie van het proletariaat aan de orde stelde en waarschuwde voor de gevaren van een totalitaire samenleving.
“Hij had een hekel aan machtswellust, toonde intelligentie en onafhankelijkheid, zocht naar broederschap en bracht het in praktijk, en geloofde in de menselijkheid, het fatsoen en de verdraagzaamheid van de gewone man... Hij belichaamde dit alles zelf in al zijn tegenstrijdigheid en met alle diversiteit in zijn vriendenkring,” zo besluit Crick zijn biografie.
Psychologische en sociologische typering van Orwell
In zijn sociologische proefschrift George Orwell in zijn tijd wijst Hooning erop dat veel conclusies van Orwell overeenkomen met sociologisch onderzoek naar arbeiders, de middenklasse, intellectuelen en ideologieën. In al zijn betrokkenheid blijft hij ook enige kritische distantie houden. Zijn werken gaan over kernthema’s van de sociologie. Volgens Robert Nisbet (The Sociological Tradition) zijn de hoofdthema’s bij de grondleggers van de sociologie: gemeenschap, gezag, religie en secularisatie (levensbeschouwing en ideologie), stand en klasse, vervreemding en vooruitgang. Al deze thema’s zijn bij Orwell prominent aanwezig en beschreven vanuit de levensvisie die zich bij hem gevormd heeft. Van sommige burgerlijke middenklasse-waarden, zoals de obsessie met geld, gewin, bezit en status, heeft hij afstand genomen ten gunste van sociale waarden als gerechtigheid, gelijkheid en solidariteit. De vervlakking en teloorgang van traditionele waarden en het daarmee verbonden levensgevoel, de verbondenheid met de natuur en de mensen onderling heeft hij nostalgisch beschreven. De gevaren van de massamedia en massamensen die door totalitaire propaganda worden gehersenspoeld heeft hij indringend naar voren gebracht. Zo zijn er meer bevindingen.
De volgende kenmerken vindt Hooning typerend voor Orwell:
Sociale factoren
Naast deze meer persoonlijk factoren noemt Hooning een aantal sociale factoren zoals zijn perifere positie als een soort outsider. Toen hij er later wel degelijk bij hoorde als bekende schrijver, trok hij zich terug op een eiland. Dit kenmerk hangt samen met zijn ambivalentie en tegenstrijdigheid en met zijn afkomst waarvan hij zich ten dele wilde distantiëren vanwege zijn koloniale ervaringen met onderdrukking. Maatschappelijk gezien was hij na zijn afgebroken loopbaan een mislukkeling, die zich verbonden voelde met de verdrukten.
Als schrijver nam hij afstand van de gevestigde maatschappelijke orde, die hij onrechtvaardig vond, naast andere tekortkomingen, zoals hebzucht, machtsdrang, ongelijkheid en gericht op geld en status. Tegelijk is er een neiging tot verzoenen van tegenstrijdigheden en verbeteren van tekortkomingen door hervorming. Daardoor was hij ook geneigd zijn opvattingen te nuanceren en ze niet tezeer op de spits te drijven. Dit kenmerkt zijn maatschappijkritische houding die tegelijk kritisch en empatisch was en bereid om inzichten zo nodig bij te stellen.
Orwell was zich bewust van uiteenlopende en overlappende belangen van diverse sociale klassen en streefde naar een visie die daar bovenuit ging in het belang van allen in een universele broederschap, waarvan de implementatie vaag blijft en vol gevaren. Zijn positie is vergelijkbaar met de ‘Freischwebende Intelligenz’, de onafhankelijke intellectuelen in de sociologie van Karl Mannheim. Dit is een positie die Marx zichzelf ook toedacht, toen hij als bourgeois intellectueel de belangen van het proletariaat wilde behartigen, gedreven door een drang naar rechtvaardigheid en historische noodzaak.
Orwell schreef zoveel mogelijk onafhankelijk van institutionele bindingen, hoewel hij wel verbonden was met tijdschriften met socialistische sympatheën, die hijzelf ook had. Maar hij had tegelijk ook conservatieve sympathieën en tendensen en verenigde deze in zijn werk met andere tendensen, zoals kritisch rationalisme en nostalgische romantiek.
Hooning typeert hem als een ‘inner-directed’ type in de zin van de socioloog Riesman in The Lonely Crowd. Hij was op zijn manier maar minder duidelijk echter ook tradition-directed men other-directed, hij was namelijk cultuurgevoelig en maatschappelijk betrokken op anderen. Hij gaat daarbij uit van principes die in de loop van zijn leven zijn uitgekristalliseerd en niet vanuit heersende meningen. Hij heeft veeleer de neiging deze kritisch te beschouwen vanuit meer universele principes als rechtvaardigheid, gelijkheid en solidariteit, principes die door de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in het gedrang komen, het gedrang van de gemanipuleerde massa.
Het werk van Orwell is ook doortrokken van oorlogsdreiging en dreigende ondergang en de neiging tot hervorming. Hjij wenste een nieuwe, meer egalitaire en rechtvaardige maatschappij, waarin broederschap heerst. Zoals gezegd blijft dit laatste bij een nobel ideaal dat weinig handen en voeten krijgt. Daarvoor waren Orwell en zijn geestverwanten tezeer bezig met overleven en met het afwenden van levensbedreigende totalitaire ideologieën, die gewelddadig om zich heen grepen. Gevoelens van ondergang doortrekken het werk van vele schrijvers uit de eerste helft van de vorige eeuw en rond de eeuwwisseling. Bijv. bij Nietzsche, Oswald Spengler, en Max Weber.
Pas na de zestiger jaren krijgt een nieuw elan de overhand bij de opstandige hervormingsgeneratie, dat eigenlijk vrij weinig zoden aan de dijk heeft gezet. Maar dit is een ander onderwerp. Latere generaties, waaronder de huidige, staan voor de taak het stokje van de estafette over te nemen in de race naar een betere maatschappij. Er valt nog veel te verbeteren. De dreigingen die Orwell aan de kaak stelde zijn veranderd maar niet verdwenen. Hij heeft ons nog steeds veel te zeggen. Wat hij schreef is op een andere manier actueel geworden en altijd actueel gebleven.
Al met al een boeiende schrijver, die meer gecompliceerd blijkt dan op het eerste gezicht lijkt in zijn betrekkelijk eenvoudige fabel Animal Farm, het eerste boek waar menigeen op school mee kennismaakt. In vele opzichten kan hij een voorbeeldige figuur worden genoemd, die streefde naar oprechtheid, authenticiteit, waarheid, vrijheid, gerechtigheid, solidariteit en andere waarden die er toe doen en ook in onze tijd cruciaal zijn.