Civis Mundi Digitaal #104
https://www.globalvillagespace.com/confusion-clouds-chinas-social-credit-system/
China is een autocratisch geleid land, maar ook een duizenden jaren oude respectabele civilisatie. Autocratie gaat vaak samen met onderdrukking van afwijkende visies. De onderdrukking van de Oeigoeren en de schending van de mensenrechten is uitgebreid in het nieuws gekomen. De directeur van Amnesty International Nederland Eduard Nazarski noemt China “een land van gouden kansen” maar ook van “grenzeloze staatsrepressie”. Andere landen mogen hun ogen daarvoor niet sluiten, gefocusd op de gouden kansen als ze zijn (‘Naast telefoons exporteert China ook gevaarlijke staatsrepressie’, Volkskrant Opinie&Debat 1 okt).
China probeert zijn juridische verplichtingen inzake mensenrechten vastgelegd in ondertekende verdragen te ontlopen met als argument dat het andere waarden zou hebben. Nazarski noemt deze begripsverwisseling een vorm van ‘Newspeak’, verwijzend naar Orwell. Daarmee bedreigt China de internationale rechtsorde, die toch al onder druk staat. Economische belangen behoren geen loopje te nemen met mensenrechten.
Verder doet China net als andere landen zich vaak mooier voor dan de feiten leren. De propaganda gaat bijv. zover dat bij een tentoonstelling over de grote Mongoolse veroveraar Djengis Khan diens naam uit de titel wordt verwijderd. Ook wilde men de focus verleggen naar de latere verovering van de Mongoolse hoofdstad door China. Ook landkaarten werden aangepast. De naam Mongolië werd geschrapt. Vormen “de steppen ten noorden van China” misschien een braakliggend gebied om op termijn door China te worden gecultiveerd en toegeëigend?
“Aan de universiteit van Praag werd met Chinees geld een vakgroep sinologie opgezet. Dat leidde tot zoveel excessen (zoals colleges over de voordelen van de nieuwe zijderoute) dat de vakgroep alweer is gesloten.” (Caroline de Gruyter, ‘Anderen bemoeien zich met onze geschiedenis’, NRC 7 nov.). Verder werden er een conferentie gefinancierd over Chinese arbeiders in Europa, waarvoor sprekers werden geleverd en het programma deels werd bepaald. “Als we niet uitkijken, ‘herschrijven ze onze geschiedenis nog’,” aldus de Franse historicus Pierre Grosser in het tijdschrift Le point. Dat wordt in hetgeen volgt over de groeiende macht van China ‘zachte macht’ genoemd. Iets om alert op te zijn.
https://www.whatsonweibo.com/nineteen-eighty-four-turns-70-orwellian-china-and-orwell-in-china/
China als civilisatiestaat
China is behalve een natie ook een civilisatie, schreef Hans Kuijper in zijn eerste artikel in Civis Mundi over Chinese filosofen. Dat schrijft ook Haroon Sheikh in de NRC (15 aug. ‘Na de natiestaat komt nu de onbegrensde civilisatiestaat; De nieuwe wereldorde volgt het spoor van China’). Wat is het spoor van China, een soort wereldcommunisme of confucianisme? Sheikh voegt aan het onderscheid tussen democratische en autoritaire staten en tussen ‘globalisten’ en ‘patriotten’ of nationalisten het onderscheid toe in natiestaat en civilisatiestaat. Het komt enigszins overeen met de klassieker Botsende beschavingen: Cultuur en conflict in de 21e eeuw van Samuel Huntington. Maar het doet ook denken aan het begrip civilisatie als ideologische dekmantel voor machtsstreven, waarvoor Marx ons de ogen reeds heeft geopend. Het civilisatieconcept impliceert dat er verschillende beschavingen zijn met hun eigen ideologieën, dus geen universele ideologie, zoals de pretentie was van het communisme. China is behalve een civilisatie echter ook een communistisch land en het communisme is/was een expansieve ideologie.
Als beschaving was China vanouds nogal op zichzelf staand en niet erg expansief. Het was al zo groot. Hoewel er ook intern een expansieve fase van het keizerrijk geweest, die met veroveringen gepaard ging, bijv. in de periode van de Strijdende Staten, lijkt China minder expansief te zijn geweest dan het Westen en de Islam. Het heeft echter in de vorige eeuw wel Tibet veroverd en grote delen van de Himalaya, waardoor het botste met India en het heeft een paar eilandjes in de Chinese Zee ingepalmd, afgezien van de aanspraken op Taiwan als afvallige provincie en de onderdrukking in Hong Kong, waarover al veel geschreven is dat hier niet herhaald hoeft te worden. Het communisme was zoals gezegd een expansieve en totalitaire ideologie, die geweld niet schuwt. De Chinese beschaving zou volgens Kuijper meestal betrekkelijk tolerant zijn geweest, gezien de vreedzame coëxistentie van het confucianisme, taoïsme en boeddhisme. Daar is nu het communisme bijgekomen dat niet zo tolerant was. Bovendien zijn er ook in China intolerante fasen geweest met boekverbrandingen en zuiveringen. En het beschavingsconcept impliceert niet dat beschaving vrij zou zijn van ‘barbarij’ als tegendeel van beschaving. Beschavingen gaan ook gepaard met met geweld en machtsstreven, zoals Huntington heeft laten zien. Het ziet ernaar uit dat het communisme de eerbiedwaardige Chinese beschaving enerzijds geweld heeft aangedaan. Maar anderzijds sluit het communisme aan bij de collectivistische instelling van de Chinese beschaving. Het blijkt een merkwaardige combinatie, die China geen windeieren heeft gelegd, maar meer expansief heeft gemaakt.
Sheikh ziet landen met dezelfde cultuur meer in regionale verbanden opereren. Dat is niets nieuws. Het ligt voor de hand omdat die landen ook geografisch dichter bij elkaar liggen. De nadruk op (verschillen in) beschaving impliceert een reserve tegen de westerse vorm van universalisme. In de wereldreligies waarop beschavingen zijn gebaseerd, komt echter ook een vorm van universalisme voor, die zich volgens Karen Armstrong kenmerkt door de Gulden Regel en ruimte laat voor culturele diversiteit. In het onderling verkeer van mensen en volken zijn echter gemeenschappelijke regels en afspraken nodig, bijv. over mensenrechten. Sheikh noemt de gelijkwaardigheid van beschavingen en de ruimte voor diversiteit een voordeel van het civilisatieconcept.
De verbreiding en het einde van het Chinese keizerrijk ging niet zonder geweld
Imperial Chinese soldiers being overcome by rebels during the toppling of the Qing Dynasty during the Xinhai Revolution of 1911. https://www.worldatlas.com/articles/a-brief-history-of-chinese-civilization.html
Een civilisatiestaat streeft ook naar macht
“Er kleven ook gevaren aan… Achter dit idee [van een civilisatiestaat] gaan vaak allerlei machtsclaims schuil.” Bijv. ten opzichte van ‘beschavingsgenoten’ zoals Chinezen of Turken in andere landen. “De civilisatiestaat is dus ook een gevaarlijk idee.” Zie ook Huntington of fanatieke islamistische groeperingen. “De civilisatiestaat gaat niet om cultuur, maar om macht,” luidt een reactie (NRC Opinie 18 aug.). “De keiharde realiteit is dat dit soort bewegingen [waarbij landen zich gaan zien als (onderdeel van) een beschaving] het symptoom zijn van een mondiale machtsstrijd over steeds schaarser wordende middelen… het verkrijgen van energie en grondstoffen… Uiteraard gebeurt dit in de overtuiging dat de eigen cultuur de voorkeur verdient, zoals natiestaten ook denken.”
Valt er ‘een wereldwijd Chinees totalitair systeem te vrezen? Zo’n vaart zal het niet lopen, gezien de op zichzelf gerichte tendens van de Chinese beschaving. De expansionistische tendens van het communisme lijkt ook minder geworden door aanpassing aan de Chinese cultuur, maar de expansie van de Chinese macht is er niet minder om geworden. China zal er alles aan doen zijn belangen veilig te stellen en na te streven met toenemende macht en zelfbewustzijn.
Veeleer dan een streven naar wereldoverheersing lijkt er in de moderne wereld sprake van botsingen van culturen met hun eigen waardesystemen, zoals Huntington heeft laten zien. Maar het gaat daarbij ook om verschillende economische systemen die te maken hebben met deze waardesystemen. Heel globaal komt het neer op het verschil tussen individualisme en collectivisme, dat verband houdt met het confucianisme en respect toont voor autoriteit.
Huntington (p 115) citeert de leider van Singapore Lee Kuan Yew die volgende waarden noemt als “deugden van de Aziatische, vooral de confucianistische cultuur: orde, discipline, verantwoordelijkheid voor het gezin, hard werken, collectivisme, soberheid tegenover de genotzucht, het individualisme, de criminaliteit, het slechte onderwijs, het geringe respect voor autoriteit en de ‘geestelijke afstomping’ die ten grondslag lagen aan het verval van het Westen… In dit opzicht zou het Westen iets kunnen leren van de Oost-Aziatische samenlevingen… Aziaten geloven dat hun economische succes in belangrijke mate voortkomt uit een Aziatische cultuur die superieur is aan de culturele en sociale decadentie van het Westen.”
Behalve eerder genoemde waarden gaat het hierbij om ‘het arbeidsethos… dat wordt gevormd door discipline, loyaliteit en ijver,” aldus de premier van Maleisië. “Dit arbeidsethos komt voort uit de levensfilosofie dat de groep en het land belangrijker zijn dan het individu.”
In Azië en met name in China denkt men het Westen economisch te gaan overtreffen, waardoor ook de politieke macht zal toenemen. Huntington zag geen wereldoverheersing van China in het verschiet, wel een hegemonie van China in Zuid-Oost Azië. Maar dat betekent niet direct dat het Chinese politieke systeem geëxporteerd zal worden, wel dat Chinese belangen worden behartigd.
Handelsovereenkomst en culturele betrekkingen
De recente handelsovereenkomst RCEP Regional Comprehensive Economic Partnership van China met Zuid en Oost Aziatische landen en Australië en Nieuw Zeeland onderstreept de dominante positie van China In Zuid-Oost Azië en versterkt zijn mondiale positie. In totaal veertien landen met een derde van de wereldbevolking. “Voor China is het verdrag ook een kans om als dominante partij de principes en de normen te bepalen waarop handel en investeringen ind e regio plaatsvinden, ook waar het bijv. arbeidsomstandigheden en milieunormen betreft” (NRC 16 en 17 nov ‘Handelsverdrag China en buurlanden’, ‘In Azië draait het niet om de VS’).
Behalve economische betrekkingen breidt China ook culturele en educatieve betrekkingen uit met bijv. “Confuciusinstituten”, te vergelijken met de Duitse Goethe Instituten. Bij financiering behoort ook invloed op de programma’s. Mensenrechtenkritiek is niet welkom. Dit staat haaks op academische vrijheid. “Dit soort ontwikkelingen brachten Australië ertoe het eigen Strategic Policy Institute een onderzoek te laten doen naar de manier waarop duizenden organisaties worden ingezet om wereldwijd steun voor China te promoten, meer kennis naar China te halen via kennistransfer en economische spionage en gevluchte Chinese dissidenten de mond te snoeren.” Dat geldt in het bijzonder voor Oeigoeren volgens Amnesty International. (NRC Opinie 16 nov. ‘Tijd voor een enquete naar de lange arm van Beijing’).
De Nieuwe Zijderoute
Met de Nieuwe Zijderoute (Belt and Road Initiative) breidt China zijn invloed naar het westen uit in heel Eurazië inclusief een Maritieme Zijderoute van scheepvaartverbindingen. “Deze ontwikkelingsstrategie sluit aan China’s strategie om zijn positie als Hegemonie te versterken, een handelsnetwerk te scheppen waarbij zij de centrale positie inneemt en is een uitoefening van het lands "Soft power". De realisatie van de Nieuwe Zijderoute leidt mogelijk tot geopolitieke verschuivingen, doordat China hiermee zijn invloedssfeer uitbreidt.... Er zijn 68 landen betrokken bij het project, die in 2017 samen ongeveer 65% van de wereldbevolking en 40% van het mondiale bruto binnenlands product omvatten... Een van de grootste infrastructurele projecten in de geschiedenis.” (Wikipedia). Het megaproject omvat zes routes of corridors naar Europa, Siberië, Afrika, Zuid-Azie en Indonesië over land en over zee en is in eerste instantie bedoeld om de afzetmarkt juit te breiden, maar omvat ook de bouw van elektriciteitscentrales. Het gaat samen met een uitbreiding van de algehele hegemonie van China.
In de ‘eeuw van Azië’ voert het Westen minder de boventoon en kan het met Aziatische culturele waarden ook zijn voordeel doen. Hoewel het collectivistische, hiërarchische accent niet strookt met het individualistische westerse ethos, is er ook in het Westen behoefte aan consensus en verbondenheid (zie o.m. nr 103 over herstel van economie en samenleving).
Het confuciaanse ethos zou zich volgens Huntington o.m. kenmerken door de waarde van autoriteit, hiërarchie en de ondergeschikte positie van individuele rechten en belangen, het belang van consensus, het vermijden van confrontatie en gezichtsverlies en de suprematie van de samenleving over het individu (p 244). Dit komt overeen met waarden uit de premoderne westerse samenleving en staat er dus niet zo ver af. Het neoliberalisme en individualisme lijken in een aantal opzichten te zijn doorgeschoten en dienen volgens velen weer door een sterkere overheidsinvloed te worden bijgesteld. Zelfs de VVD biedt daarvoor openingen in het nieuwe verkiezingsprogramma.
Convergentie en confrontatie
De socioloog Sorokin heeft lang geleden al gewezen op de mogelijkheid van convergentie tussen het Oosten, toen nog Rusland, en het Westen, zonder dat daarbij de culturele identiteit en diversiteit hoeft te worden opgegeven. Ook Huntington ziet dit laatste als onhaalbaar. Culturen hebben een grote duurzaamheid en culturele verschillen blijken ook de modernisering en globalisering te overleven. Maar botsingen tussen culturen kunnen hopelijk wel zoveel mogelijk worden afgewend. “De geschiedenis, cultuur en de realiteiten van de macht leveren sterke aanwijzingen op voor de veronderstelling dat Azië zal kiezen voor vrede en hegemonie… China neemt zijn plaats weer in als de regionale hegemonist en Azië krijgt wat het toekomt.” (Huntington, p 260). De regionale hegemonie zal ook zijn stempel drukken op de positie van Azië, in het bijzonder China, in de hele wereld.
Wat China betreft, blijft een zekere ondoorgrondelijkheid ons parten spelen, want veel mensen weten eigenlijk vrij weinig van de Chinese cultuur, economie en politiek. De marge tussen kennis en vooroordelen is dan smal. Bedenkelijke tendensen zoals het expansionistische communisme zijn indirect van westers origine. We krijgen daarmee een koekje van eigen deeg terug met Russische en Chinese ingrediënten.
De Chinese beschaving berust op respect en daarmee samenhangende waarden, zie de serie van Hans Kuijper. Het is een hoogstaande cultuur. Als dit culturele erfgoed in China na de eenzijdige oriëntatie op het communisme meer naar voren komt, lijkt dat een gunstige ontwikkeling in de richting van meer beschaving, fatsoen, zelfbeheersing en andere menselijke waarden, waarvan minder valt te vrezen dan van het expansieve communisme en het verval van waarden in het Westen.
https://m.visitourchina.com/guide/culture/chinese-history.html
Civilisatie en fatsoen
Civilisatie en beschaving heeft te maken met fatsoen, wellevendheid, zelfbeheersing en burgerplicht. Was het maar waar dat een civilisatiestaat een hoog geciviliseerde beschaafde staat zou aanduiden in plaats van een machtsbeluste staat, die zich hult in het gewaad van een eerbiedwaardige beschaving, zoals het Westen heeft gedaan met het christendom. Bij Confucius neemt volgens Kuijper en anderen fatsoen, wellevendheid, zelfbeheersing, sociale verplichtingen en respect voor gezag een prominente plaats in. Ook in de politiek zijn dit belangrijke deugden. Orwell heeft het belang van burgerfatsoen herhaaldelijk benadrukt, ondanks de polemische strekking van zijn werk. Het belang daarvan blijkt nu bijv. bij de presidentsverkiezingen in de VS, waar fatsoen soms ver te zoeken is en hersteld dient te worden.
Redacteur Sander van Walsum breekt in de geest van Orwell en in het voetspoor van aankomend president Joe Biden een lans voor fatsoen in het maatschappelijk en politiek verkeer. Hij verwijst naar Het civilisatieproces van Norbert Elias. Volgens Elias gaat de sociaal-culturele ontwikkeling op lange termijn in de richting van toenemende verfijning, beschaving en zelfbeheersing. Deze trend wordt afgewisseld met trendbreuken van ‘decivilisatie’ en gebrek aan beschaving, zoals we met name in de oorlog zagen. Het is te hopen dat ook het trumpisme een tijdelijke onderbreking is van een proces van toenemende beschaving. “Binnenkort zou het fatsoen dus gewoon zijn zegetocht moeten hervatten,” volgens de theorie van Elias. (Sander van Walsum, ‘Fatsoen is een deugd van lange adem. En van het politieke midden’, Volkskrant 7 nov.)
De Chinese beschaving biedt een hoopvoller perspectief dan het Chinese staatskapitalisme, dat deels een westerse uitwas is. Dat geldt ook voor andere grote beschavingen, die onderling niet strijdig zijn. De botsingen waar Huntington op wijst, zijn vaak een botsing van belangen, die meestal politieke en economisch zijn. De waarden van grote, langdurende beschavingen komen meestal meer met elkaar overeen dan dat zij strijdig zijn. Dat zien we bijv. bij de Gulden Regel, waarvan verschillende beschavingen hun eigen varianten hebben.
Onze wereld kan zijn voordeel doen met de leer van Confucius, Lao Tse, Boeddha en andere wijzen, die overeenkomt met die van andere westerse en oosterse leraren. ‘Saints do not fight’, zie Maharishi Mahesh Yogi ooit in antwoord op een vraag over verschillende leraren en hun leer. Wijzen en heiligen gaan geen competitie met elkaar aan, maar ondersteunen elkaar veeleer. Bij volgelingen ligt dat echter vaak anders. Die spreken vaak vanuit een ander bewustzijnsniveau. Het gaat erom het bewustzijnsniveau van de grondleggers van een beschaving weer te benaderen en niet in dogmatiek en leerstellig fanatisme te verzanden. Die fase lijkt voorbij, zowel in het Westen als in China en het Oosten in het algemeen, hoewel dat nog niet bij iedereen het geval lijkt te zijn. In tijden van onzekerheid zijn velen geneigd een houvast te zoeken bij oude waarden en tradities, die zelden weer in volle glorie hersteld kunnen worden. Ook Orwell had deze conservatieve, nostalgische neiging tot op zekere hoogte. Dat belette hem niet in het heden te leven en naar de toekomst te kijken, waarin hij de potentiële gevaren die hij signaleerde, wilde vermijden. Tussen Orwell en Confucius zijn grote verschillen, maar ze vinden elkaar in het belang dat zij toekennen aan respect en fatsoen, sociale betrokkenheid en inzet voor anderen.
https://nl.dreamstime.com/stock-foto-chinese-draak-symbool-van-macht-image16793790
De Chinese macht verspreidt zich naar vele kanten
De toenemende Chinese macht
“De laatste jaren is de westerse houding jegens China omgeslagen van naïeve omhelzing in kritische alertheid,” aldus de NRC in een artikel over de macht van China (12 sept.,‘Hoe groot is de Chinese macht precies?’). Die macht is zo groot, zou de Oeigierse minderheid zeggen, “dat China ongestraft een miljoen mensen op basis van hun religie en cultuur in detentiekampen kan opbergen, ze kan brainwashen en van hun kinderen kan scheiden… Economie, diplomatie, militaire slagkracht, digitale spionage: China laat geen machtsinstrument onbenut.”
De economische machtvan China springt het meest in het oog. Bij de coronacrisis werd de wereld de ogen geopend voor de afhankelijkheid van Chinese producten en Chinese investeringen. Economische, politieke en militaire belangen hangen samen, bijv. bij het megaproject van de Nieuwe Zijderoute.
Het devies is: “economische diplomatie waar het kan, militaire kracht bewaren voor als het moet. Volgens Beijing is het een kwestie van tijd voordat China de VS van de troon stoot als grootste economie ter wereld... De waarde van Chinese investeringen in het buitenland is de afgelopen vijftien jaar gegroeid tot tot boven de 2.000 miljard dollar… Nokia en Ericson legden het af… tegen Huawei.”
Daarnaast worden diplomatieke Soft Power, opiniërende Sharp Power en militaire Hard Power onderscheiden. “China investeert stelselmatig in de VN… De gaten die de VS onder Trump in de VN laten vallen, vult China dolgraag op. Als gevolg spreken Amerikaanse diplomaten van de ‘Peoples Republic of United Nations’… Een Amerikaanse lobby wist in het voorjaar te voorkomen dat er een Chinees aan het hoofd kwam van de organisatie voor intellectueel eigendom… China doet ook zijn best om zoveel mogelijk VN documenten naar zijn smaak aan te passen… Verwijzingen naar het belang van mensenrechten - in China en elders - stuiten vaak op verzet.” De VS en andere landen doen echter ook wat in hun belang is. ‘De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.’
Naast Soft Power is er Sharp Power. “Via een waaier van organisaties probeert China in het Westen de publieke opinie naar zijn hand te zetten.” Bijv. studentenorganisaties, lobbyisten, wetenschappelijke uitwisseling en samenwerkingsprojecten… China is zeer bedreven in bedrijfsspionage.”
Wat de militaire Hard Powerbetreft: China is de tweede defensiemacht ter wereld en opent bases waar het kan, net zoals de VS heeft gedaan op veel meer plaatsen dan China. Volgens eigen zeggen streeft China niet naar hegemonie, expansie of invloedssferen. Wel naar het veilig stellen van Chinese belangen. In de vorige eeuw is China herhaaldelijk onaangenaam verrast door westerse en Japanse militaire overmacht. Wat de invloedssfeer van China betreft, zag Huntington dat anders, zoals boven vermeld.
China zou streven naar regionale hegemonie en zou dat ruim kunnen interpreteren, zoals ook de VS doet. Tekenend is een uitspraak van Shen Yi (沈逸), Associate Professor of the School of International Relations and Public Affairs at Fudan University, die zegt de de Amerikaanse hegemonie allen beantwoord kan worden in de taal die zij verstaan enb de relatie tussen beide supermachten ziet in termen van machtspolitiek (https://www.whatsonweibo.com/the-biden-era-is-approaching-discussions-of-u-s-china-relations-under-the-sleepy-king/).
Dan is er nog Tech Power, een sector waarin China ook veel investeert. Surveillance- en gezichtsherkenningtechnologie zijn bedenkelijke sectoren. China biedt deze technologie ook aan andere landen. China heeft ook een satellietnavigatienetwerk Beidou ontwikkeld. “Er zijn al minder vriendelijke toepassingen: in Xinjiang, waar de Oeigoerse minderheid woont, moet elke auto verbonden zijn aan Beidou, om gevolgd te kunnen worden.” Verder heeft China zich zoveel mogelijk verzekerd van grondstoffen die nodig zijn voor geavanceerde technologie.
Het Westen beziet de relatie met China vaak in termen van competitie en strijd om de macht. Daar heeft het zijn redenen voor. Het is echter ook mogelijk de relatie te bekijken met open ogen voor de waarden en verworvenheden van China, waar het Westen iets van kan leren om eenzijdigheden te compenseren. Ten opzichte van de Chinese één-partij-staat past alertheid. Ten opzichte van de Chinese beschaving is openheid en bereidheid tot leren en onderzoek meer op zijn plaats.
Te denken geeft dat de macht van China geconcentreerd is in één partij, die weer geleid wordt door één man: Xi Jinping. Begint hij al Big Brother allures te krijgen? Van open internet moet Xi niets hebben. Een onafhankelijke pers en constitutionele democratie zijn ook ongewenst. Mensenrechten zouden door het Westen worden gepropageerd om de Partij ten val te brengen. “Xi wil dergelijke invloeden weren en in plaats daarvan andere waarden verspreiden: trouw aan één alles beheersende partij, een dirigistisch bestuur dat censureert en corrigeert waar nodig, en de pers als verspreider van de boodschap van de machthebbers” (NRC 14 sept. ‘Waar wil Xi Jinping heen met China?’). Gaat het in de richting van Orwell’s 1984?
Naar buiten toe zou China agressiever zijn sinds Xi. “De inzet is om de vijand te verslaan zonder echt te vechten,” aldus Cheng Xiaohe, hoogleraar internationale studies aan de Renmin-universiteit. Hij meent dat China wel degelijk uit is op wereldheerschappij. In het verleden was dit een droom van vele autocraten en ook van sommige democraten, “to make the world safe for democracy”. Xi is geen uitzondering op genoemde tendens. De aanpak van de coronacrisis naast de economische vooruitgang bewijst de kracht van China. De ibn bet artikel geraadpleegde deskundigen vinden China geen voorbeeld voor de wereld. Eigenbelang en het recht van de sterkste zouden voor internationale rechtsprincipes gaan. Het huidige China zou als wereldmacht geen normen en waarden aanbieden, anders dan de filosofen van het oude China, bij wie het weer te rade dient te gaan in plaats van lippendienst aan hen te bewijzen. Naast de hang naar macht en eigenbelang zou er ook een angst zijn voor de dreiging van machtsverlies, die niet denkbeeldig is, gezien de geschiedenis van het communisme in de Sovjet Unie.
In kranten staat meer over de groeiende macht van China dan over de Cinese beschaving. De serie van Hans Kuijper over Chinese filosofen probeert deze onevenwichtigheid enigszins te herstellen, die soms neigt naar een wat eenzijdig beeld van China als machtsbeluste totalitaire staat. ‘Als we een situatie als werkelijk definiëren, zal deze werkelijk zijn in zijn consequenties,’ luidt het theorema van de socioloog W.I. Thomas. Laten we daarom China ook beschouwen als een land dat naast autocraten grote wijzen heeft voortgebracht, opdat de zachte krachten zullen winnen op het eind.
De supermachten kunnen een voorbeeld nemen aan Chinese filosofen, die het niet met elkaar eens waren en met elkaar in discussie gingen, terwijl ze elkaar in hun waarde lieten. Soms waren ze zelf vrienden zoals Zhuang Zi en Huizi (zie nr 95 Het open bewustzijn: de Chinese filosofie van het taoïsme Deel 5: Het continuüm van leven en dood). De Chinese filosofie leert de harmonie van tegendelen Yang en Yin, die elkaar niet uitsluiten maar complementeren. Zo kunnen het Oosten en het Westen van elkaar leren en elkaar complementeren. Individualisme en collectivisme, liberalisme en socialisme en andere denksystemen en levenhoudingen complementeren elkaar. Machtspolitiek is echter iets anders dan een filosofische of politieke discussie, waarvoor in een totalitaire staat niet altijd benodigde ruimte is.
De toekomst van China, Oost-Azië en de hele wereld is in nevelen gehuld