Europa

Civis Mundi Digitaal #108

door Jan de Boer

Gaan onze rechtsstaten veranderen in politiestaten, te beginnen met Frankrijk?
Kankerbestrijding in Frankrijk
De Franse presidentsverkiezingen: een analyse
Navalny en zijn overtuigingen

Gaan onze rechtsstaten veranderen in politiestaten, te beginnen met Frankrijk?

 

De gespierde taal over de strijd tegen het terrorisme in Frankrijk heeft een vervolg gekregen met de discussies over een « nul-Covid ». Steeds met dezelfde obsessie wat betreft veiligheid, met dezelfde droom van een risicoloze wereld zonder misdaad en zonder ziekte. Wij zouden ons daarover kunnen verheugen als wij niet zouden weten hoe makkelijk de droom van een volmaakte wereld kan veranderen in een nachtmerrie van door angst bevangen samenlevingen.

Meer dan een eeuw geleden liet echter de befaamde Franse socioloog-filosoof Emile Durkheim al weten dat misdaad een « normaal sociologisch feit » is (Les Règles de la méthode sociologique, 1895). Vandaar zijn « provocerende » stelling: « De misdaad is noodzakelijk; deze is verbonden met de fundamentele voorwaarden van het totale sociale leven en daardoor nuttig, want de voorwaarden waarmee hij solidair is, zijn op zich onmisbaar voor de evolutie van de moraal en het recht ». In de tweede uitgave van zijn boek schreef hij dat hij hiermee geen lofrede op de misdaad bedoelde, maar een zich voorbereiden om beter de misdaad te bestrijden. Ik ben benieuwd wat Emile Durkheim vandaag de dag zou zeggen, waar de droom van de volmaakte wereld vergezeld gaat met een inflatie van normen, van waarden die iedere dag de in gang gebrachte veranderingen vrijwel onzichtbaar maken. Steeds vaker komen er nieuwe technologieën op de markt die aan de politiek bewakingsmiddelen verschaffen die in de tijd van Emile Durkheim ondenkbaar waren. De gezichtsherkenning ontwikkeld door Apple om zijn nieuwe telefoons te ontgrendelen gaat samen met de bewaking door camera’s of drones voor de lokalisering van internetgebruikers of voor algoritmes voor het herkennen van emoties. Dit hele arsenaal verandert onmerkbaar onze rechtsstaten in politiestaten, onze open samenlevingen in door angst bevangen samenlevingen waar verdachtmaking het gevoel van verbondenheid en gastvrijheid tot een strafbaar feit maakt. Waarom ons daarover beklagen? Wij geven daartoe zelf alle gegevens, verliefd als wij zijn op onszelf en de sociale netwerken die deze goed weten te exploiteren.

Met de strijd tegen de pandemie versnelt deze verandering. Er zijn maar weinig politici, opgetrommeld om onze gezondheid als gemeenschappelijk goed te beschermen, die de verleiding weerstaan om een permanente en algemene surveillance, een autoritair regime waardig, te installeren. De pedagogie van de ingewikkeldheid is niet meer aan de orde in deze kinderlijk geworden gedachtewereld met tegengestelde en onbegrijpelijke waarden. De geniale Franse politiek filosoof en politicoloog, Alexis de Tocqueville (1805-1859), beroemd geworden met zijn werk over Amerika en democratie, heeft het met zijn voorspellende geest, denkend over despotisme in de democratie, goed gezien. Hij voorzag een « zacht despotisme » dat de aarde zou bedekken met « een netwerk van ingewikkelde, minutieuze en uniforme kleine maatregelen waartegen de meest originele geesten en de meest krachtige zielen het gaan afleggen ».

Niet belangrijk dat de rechtsstaat met voeten wordt getreden en dat de waarborgen voor vrijheid illusoir blijven wanneer de tot « de eerste van alle rechten » gepromoveerde veiligheid de allerhoogste rechtvaardiging, een soort van wettige verdediging is geworden tegen de agressie van het virus. De oorlogszuchtige taal is niet slechts een metafoor als wij ons de veiligheidsommekeer post-11 september 2001 herinneren. De resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde naties (13 en 18 september 2001) hadden voor de eerste keer als gevolg dat terroristische aanslagen werden gekwalificeerd als agressie en dat represailles werden gezien als legitieme verdediging. De Amerikaanse Patriot Act gaf president George W. Bush alle macht in handen. Met als gevolg dat in 2003 luchtaanvallen werden gelanceerd tegen Irak in naam van een vergrote legitieme oftewel « preventieve » defensie: een werkelijke ontkenning van de rechtsstaat. Deze oorlogszuchtige visie werd vervolgens door de meeste westerse democratieën overgenomen.

Waar de veiligheid nooit honderd procent volledig is, of dat nu het terrorisme of de pandemie betreft, heeft ook de droom van het « nul-risico » onvermijdelijk overdreven reacties tot gevolg, een soort wettige hysterie die meer activisme dan doeltreffende actie laat zien. Nog gevaarlijker dan Bin Laden voor de democratie versnelt het coronavirus de teruggang van de rechtsstaat. En dat in naam van een gezondheidsurgentie die – in ieder geval in Frankrijk – zodanig geprolongeerd wordt, dat je je afvraagt of het deze keer geen duurzame mutatie van het politieke regime is, waar president Macron regeert via de geheime « Conseil de défense », en geen overleg voert met de volksvertegenwoordiging, die gedegradeerd is tot een achteraf-applausmachine.

De dreiging van het virus leidt tot een dubbele uitbreiding van de surveillance: enerzijds de anticipatie, een uitbreiding in de tijd (voorkomen in plaats van genezen), hetgeen wenselijk kan zijn zolang er grenzen aan gesteld worden, met de garantie dat de verdedigingsmaatregelen in verhouding staan tot de ernst van de dreiging; anderzijds de globalisering, een uitbreiding van de surveillance in de ruimte (van nationale naar mondiale ruimte, reëel of virtueel), hetgeen oproept tot het instellen van bijna onmogelijke controles op een dergelijke schaal. Heel misschien is er nog een sprankje hoop dat een meer democratische en transparante tegenaanval op de pandemie mogelijk is als de volksvertegenwoordigingen en de burgerlijke samenlevingen er samen in slagen behalve medische criteria ook criteria van sociale accepteerbaarheid van de verschillende risico’s te hanteren.

Maar in de wetenschap dat door de verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit, versterkt door de klimaatopwarming, wij volgens diverse wetenschappelijke onderzoeken met een zekere regelmaat nieuwe virussen tegemoet kunnen zien die heel wat funester kunnen zijn dan het huidige coronavirus, met daaraan verbonden waarschijnlijke economische en sociale crises, vrees ik dat met Frankrijk onze rechtsstaten hoe dan ook ongemerkt verder afglijden richting politiestaten. Autoritaire regimes als het China van Xi Jinping hebben al van de pandemie geprofiteerd door hun macht te versterken door nieuwe, zeer strikte controlemogelijkheden van hun onderdanen in te voeren.

 

Geschreven op 11 maart 2021

 

 

Kankerbestrijding in Frankrijk

 

Tijdens de presidentscampagne van 2017 beloofde de kandidaat Macron de omgevings-, de milieugezondheid, tot een « prioriteit van zijn mandaat » te maken. Vier jaar later is het een « vergeten prioriteit », heeft een dertigtal organisaties op 3 maart in een open brief aan de president van de Republiek verontwaardigd laten weten. Onder de ondertekenaars waren de organisaties van milieudefensie, van consumenten, van professionals in de gezondheidszorg, van slachtoffers. De organisaties verwijten met name « de afwezigheid van elke ambitie » om de oorzaken van de aantasting van het milieu in het nieuwe door de president op 4 februari gepresenteerde kankerbestrijdingsplan aan te pakken.

In Frankrijk sterven ieder jaar iets meer dan 157.000 personen aan kanker (meer dan aan Covid-19). De nationale tienjarenstrategie (2021 – 2030) van de strijd tegen kanker stelt zich ten doel het aantal zogeheten vermijdbare kankers per jaar met 60.000 gevallen te verminderen, door allereerst tabak en alcohol aan te pakken. « Een vrome wens » volgens de organisaties, een herhaling in het plan van een strategie die tot dusverre zijn « ondoeltreffendheid » heeft laten zien. Deze berust op « het oproepen van een schuldgevoel bij individuen en op individuele riskante gedragingen » en « minimaliseert de rol van passieve vervuiling en die van het milieu in het algemeen ».

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zou rond de 15% van het totale Franse sterftecijfer verband houden met milieu-oorzaken in brede zin: vervuiling van lucht, water, of aan gevaarlijke chemische producten (pesticiden, phtalaten en andere endocrine verstoorders, overal aanwezig in objecten in ons dagelijks leven), etc. Het zou mij niet verbazen als zou blijken dat het in werkelijkheid een nog hoger percentage betreft. Het belangrijkste milieurisico voor de gezondheid is de luchtverontreiniging, die ieder jaar in Frankrijk aan bijna 100.000 vroegtijdige overlijdens ten grondslag ligt, wordt in een recente studie van de Harvard universiteit onthuld. En bovendien is volgens gegevens van de WHO 36% van de overlijdens door longkanker in de wereld gerelateerd aan de blootstelling aan stofdeeltjes. Bij de presentatie van zijn nieuw kankerplan zei Macron: « De kwaliteit van het leven is ook de lucht die wij inademen. Wanneer wij in de steden « zones à faible émission » (ZFE), zones met weinig uitstoot, instellen, is dat goed voor het klimaat, maar ook goed voor de gezondheid ». Aangespoord door de Europese Commissie (en ook de Franse Raad van State), die Frankrijk bedreigt met zware boetes voor het steeds weer overschrijden van de normen van luchtkwaliteit in een tiental agglomeraties, heeft de regering deze metropolen gevraagd zich voor het einde van dit jaar te voorzien van ZFE. En het zeer controversiële en door de regering volledig uitgeklede wetsvoorstel Klimaat voorziet dat dit uitgebreid wordt naar agglomeraties van meer dan 150.000 inwoners in 2024.

« De milieugezondheid, de omgevingsgezondheid, is de grote afwezige in dit wetsvoorstel Klimaat, » betreurt Sandrine Josso, rapportrice van de parlementaire onderzoekscommissie inzake de evaluatie van publiek beleid betreffende de milieugezondheid. « Er zijn in Frankrijk ongeveer 10 miljoen vetzuchtige mensen (obesitas), een erkend verband met het sterftecijfer van Covid-19, maar deze constatering is volledig afwezig in het hoofdstuk « zich voeden » van dit wetsvoorstel Klimaat. Het rapport werd in december 2019 unaniem aangenomen maar de regering heeft er niets mee gedaan. Zonder twijfel omdat het de regering hindert ».

In hun open brief aan Macron vragen de organisaties nadrukkelijk een van de voorstellen van dit rapport weer in ere te herstellen: de organisatie van een jaarlijkse nationale conferentie over milieugezondheid. Deze conferentie zou als missie moeten hebben het uitwerken van een « werkelijke strategie » voor de strijd tegen « de epidemie » van chronische ziekten met name kankers. Zij noemt uitdrukkelijk verschillende hoofdlijnen: sterke steun voor publiek onderzoek inzake milieugezondheid en dit te voorzien van consequente middelen door de creatie van een Frans onderzoeksinstituut inzake milieugezondheid, een ontwikkeling van een waakorgaan door de systematisering van de ziekteregisters, met name op regioschaal, en de creatie van een instituut voor milieubewaking: de uitwerking van een nieuw kader voor milieunormen waarin ook « cocktail-effecten » door veelvoudige blootstelling verdisconteerd zijn. De organisaties willen ook dat de professionals van de gezondheidszorg en het milieu beter voor deze doelen opgeleid worden.

Ik ben zeer benieuwd naar de reactie van Macron op deze open brief. Naar mijn overtuiging, gezien de ondertekenaars, kan hij het niet laten bij zijn gebruikelijke enthousiaste woorden zonder een daadwerkelijk vervolg. Ik weet niet hoe de milieugezondheid, met name voor kankers, in Nederland geregeld is. Het zou kunnen dat de zeer breed gedragen suggesties van de organisaties in de open brief aan Macron ook van waarde zouden kunnen zijn om de Nederlandse situatie eens onder de loep te nemen.

 

Geschreven op 23 maart 2021

 

 

De Franse presidentsverkiezingen: een analyse

 

De Franse presidentsverkiezingen worden in het voorjaar van 2022 gehouden. De alleenheerser president Macron loopt zich al geruime tijd warm voor zijn herverkiezing. Hij gokt erop dat hij met het huidige kiessysteem opnieuw in de tweede ronde geconfronteerd wordt met Marine Le Pen, die de laatste jaren de Rassemblement National (het vroegere Front National) « salonfähig » heeft gemaakt en daarmee haar basis toch wat verbreed heeft. Hij gokt erop dat de andere partijen in dat geval hun leden adviseren in de tweede ronde op hem te stemmen, gezien het feit dat zij voor geen geld Marine Le Pen als presidente van de Franse monarchale republiek willen zien. Met andere woorden: hij gokt op een herhaling van zijn presidentsverkiezing van 2017, waarbij hij met slechts 25% van de kiezers in de eerste ronde toch in de tweede ronde tot president gekozen werd en – natuurlijk volkomen ten onrechte – luidkeels verkondigde dat het Franse volk hem op basis van zijn programma verkozen had. Of zich dat in 2022 op die manier herhaalt, is verre van zeker, en hangt onder meer sterk af van de opkomst en (onderdelen van) het electoraat. In de peilingen is op dit moment een verkiezing van Marine Le Pen niet uitgesloten, en het is de vraag of de kiezers van andere partijen net als in 2017 massaal voor Macron gaan stemmen. Is er een mogelijkheid dat Macron niet in de tweede ronde geconfronteerd wordt met Marine Le Pen? De Franse politiek verrechtst in de laatste jaren net als die in veel andere West-Europese landen, dus zie ik een politiek linkse tegenstander, mede gezien de eeuwige verdeeldheid van politiek links (inclusief een deel van de ecologisten), in de tweede ronde niet als een reële mogelijkheid. De enige mogelijkheid is een politiek rechtse kandidaat, maar politiek rechts heeft op dit moment in feite geen echt programma, en zeker geen programma dat ver afwijkt van dat van Macron. Er zijn een paar goede kandidaten, zoals Michel Barnier, die namens Europa de onderhandelingen voerde met Engeland over de Brexit, maar hen mankeert het aan elk charisma. Blijven over in de peilingen de centrum-rechtse Xavier Bertrand met ook ministeriële ervaring, en Valérie Pécresse. In het geval dat politiek rechts erin zou slagen Xavier Bertrand als enige presidentskandidaat naar voren te schuiven, geef ik hem een kans om ten koste van Marine Le Pen de tweede ronde van de presidentsverkiezingen te halen. Als dat het geval zou zijn, dan zie ik Macron nog niet herkozen te worden.

Daarbij kan ook nog iets anders een grote rol spelen. Macron heeft destijds een acceptabele regering weten te vormen dankzij de steun van zijn kompaan François Bayrou, de leider van de centrumpartij Modem. In ruil voor die steun heeft Macron in zijn regeringsprogramma een wijziging in het Franse systeem van parlementaire verkiezingen opgenomen: de invoering van een gedeeltelijke evenredige vertegenwoordiging van partijen in de Assemblée. Bayrou is daarvan een terecht vurig voorstander, want het huidige kiessysteem verhindert kleinere partijen de toegang tot het parlement, en ook een redelijke vertegenwoordiging van grotere partijen zoals het uiterst linkse « France Insoumise » van Jean-Luc Mélenchon – toch altijd goed voor ruim 10 % van het electoraat – en de Rassemblement National van Marine Le Pen, die daardoor ver beneden hun electoraal gewicht in de Assemblée vertegenwoordigd zijn en daardoor geen enkele werkelijke inbreng in de daar genomen politieke beslissingen hebben. Een doorn in het oog van Bayrou, die dit tekort aan democratische vertegenwoordiging terecht ziet als één van de hoofdoorzaken van de toenemende afstand van kiezers ten opzichte van de politiek, omdat zij zich zo niet kunnen laten horen. Tot dusverre heeft Macron nog geen stap richting deze gedeeltelijke hervorming van het systeem van algemene verkiezingen gezet: daarvoor was het naar zijn mening eerst te vroeg, daarna waren er andere zaken die voorrang hadden en nu daarvoor (waarschijnlijk) te laat. Macron heeft nog niet publiekelijk zijn standpunt bekend gemaakt, maar duidelijk is dat hij er niets voorvoelt om zich aan deze verkiezingsbelofte te houden. Reden: bij invoering van een gedeeltelijke evenredige vertegenwoordiging in het kiessysteem verliest hij in ieder geval de meerderheid in het parlement en moet hij om te regeren met een of meerdere partijen een coalitie sluiten. Met andere woorden: hij is dan zijn absolute macht in het parlement kwijt en dat staat haaks op zijn « jupiter-karakter » van alleenheerser.

In een dezer dagen op de tv gehouden interview heeft François Bayrou laten weten, dat hij het daarbij niet laat zitten. Voor hem is deze gedeeltelijke hervorming van het kiessysteem essentieel en hij zei daarbij dat hij – en ik kan dat niet ontkennen – de enige politicus is die zich altijd aan zijn beloften heeft gehouden. Daarbij komt dat er ook op een paar andere punten wrijvingen tussen hem en Macron zijn ontstaan. Het woord is nu aan Macron… Als deze inderdaad – en dat is hoogstwaarschijnlijk – zegt dat het te laat is om deze hervorming nog in te voeren, is dat de definitieve breuk van Macron met Bayrou, inclusief Modem. Ik voorspel dat Bayrou zich vervolgens zal wenden tot Xavier Bertrand, waardoor de kansen van deze laatste om in plaats van Marine Le Pen in de tweede ronde tegenover Macron te staan sterk toenemen (op voorwaarde dat ook Valérie Pécresse uiteindelijk met zijn kandidatuur instemt).

In mijn artikeltje « Pandemieën wakkeren de sociale woede aan » liet ik weten dat onderzoek aantoont dat rond een jaar na het beëindigen van een pandemie en de steunmaatregelen de tijd aanbreekt van sociale onrust, woelingen en opstanden. In dat verband is de door Bayrou gewenste gedeeltelijke hervorming van het kiessysteem essentieel om een politieke band tussen regeerders en geregeerden zoveel en zo ver mogelijk in stand te houden. De burgers moeten zich goed vertegenwoordigd weten en politieke partijen moeten mede verantwoordelijk zijn voor het treffen van democratische oplossingen voor de komende gigantische problemen. Bayrou heeft dat goed begrepen.

 

Geschreven op 17 maart 2021

 

 

Navalny en zijn overtuigingen

 

De kwestie van het extreme nationalisme van Alexeï Navalny, die maar één idee in zijn hoofd heeft: hoe dan ook president van Rusland worden, kan men niet zomaar even afdoen. Hier worden ook in Rusland vraagtekens bij gezet. In 2013 ondervroeg schrijver Boris Akounine, een van de belangrijke figuren van de democratische oppositie, Navalny over zijn smaak « voor nationalistische retoriek ». Hij sprak daarbij zijn twijfel uit over de capaciteiten van Navalny om ooit Rusland te leiden. En al spreken zij vandaag de dag lovend over zijn moed, een aantal opposanten van het Kremlin wantrouwen hem nog altijd.

Het (extreme) nationalisme heeft in de politieke loopbaan van Navalny een belangrijke plaats, zeker van het einde van de jaren 2000 tot aan het begin van de jaren 2010. In 2007 stichtte hij met de nationaal-bolsjewistische schrijver Zakhar Prilepine de beweging « het Volk » (Narod). In deze periode had het nationalisme in Rusland alle wind in de zeilen. De agressie van de skinheads nam met name tegen de Kaukasiërs grote vormen aan. De reactie van de autoriteiten inzake de racistische aanvallen was dubbelzinnig en soms zelfs instemmend. Maar ook veel nationalisten waren felle tegenstanders van Vladimir Poetin. Het was de tijd waarin de volgelingen van de schrijver Edouard Limonov, stichter van de Nationaal-Bolsjewistische Partij, vaak meer anarchistisch dan fascistisch, zij aan zij manifesteerden met de liberale oppositie. Zij werden zonder enig medelijden met grof geweld onderdrukt.

Op hetzelfde moment wilde Alexeï Navalny koste wat kost de liberale oppositie ontzuilen en openen voor andere milieus dan de gecultiveerde klasse van de grote steden. Hij besloot zich tot de opstandige jeugd te wenden. Om deze te verleiden, maakte hij de strijd tegen de illegale immigratie een van zijn speerpunten. Hij maakte een videoclip waarin hij de Tsjetsjeense strijders vergeleek met steekmuggen en kakkerlakken en opriep het gebruik van wapens te legaliseren om zich tegen hen te verdedigen.

Vanaf 2007 nam hij deel aan de « Russische marsen » die ieder jaar verschillende nationalistische groepen, tot en met die van het meest radicale extreemrechts, bijeenbrachten. Hij pretendeerde een normaal, niet radicaal democratisch nationalisme te verdedigen. Dit politieke offensief viel slecht in zijn eigen kamp: hij werd uit de liberale partij Iabloko gezet, waarbinnen hij actief was.

Maar hij begreep al gauw dat de strijd tegen de corruptie een heel wat doeltreffender invalshoek voor zijn strijd om de macht was dan het nationalisme. Zijn aanklacht tegen de verrijking van de leden van de partij Verenigd Rusland of tegen de kring van mensen van het Kremlin, kreeg meer aandacht bij de bevolking, zelfs bij de minst politiek geïnteresseerden, dan de strijd tegen de illegalen. Na de grote protestbeweging van 2011-2012 gaf hem dat nationale bekendheid. Hij stopte met zijn deelname aan de « Russische marsen ».

Heeft hij sindsdien het nationalisme vaarwel gezegd? In 2015 verscheen er een boek met dialogen tussen Navalny en de dissident Adam Michnik. Deze joodse oprichter van het dagblad « Gazeta Wyborcza », vijand van elke vorm van nationalisme, maar wel met een grote liefde voor de Russische cultuur, vroeg Navalny zijn positie op dit punt te verduidelijken. Navalny bevestigde dat het immigratie-thema in kringen van de oppositie geen taboe zou moeten blijven.

Navalny rechtvaardigde zo zijn keus om nationalistische kiezers te blijven aanspreken. Hij verklaarde dat slechts een minderheid van hen een « duidelijke ideologie » had, dat zij vooral verontwaardigd waren inzake het in Rusland heersende onrecht. Navalny: « Als antwoord daarop vallen zij mensen met een andere huidskleur of met spleetogen aan. Ik ben van mening dat het erg belangrijk is hun uit te leggen dat de oplossing van het probleem van illegale immigratie niet ligt in agressie, maar dat het met democratische middelen opgelost moet worden ».

Maar met welke middelen? Met de organisatie van eerlijke verkiezingen die « de partij van oplichters en dieven », de partij Verenigd Rusland, die volgens hem profiteert van de vruchten van de illegale immigratie, kan verjagen. Navalny heeft zijn retoriek dus fors verzacht en probeert zijn nieuwe invalshoek om aan de macht te komen, de corruptie van de politieke elites, te verkopen.

Maar de reden waarom Navalny zijn verleden relativeert, is ook omdat Vladimir Poetin zich meester heeft gemaakt van het agressieve nationalisme. In 2014 zorgde de Russische president voor een golf van nationalistisch enthousiasme door de Krim te annexeren. Met deze ontkenning van het internationale recht heeft Poetin de zwakheid van het Westen en de superioriteit van de Russische mens, die volgens hem bereid is zijn leven te riskeren voor zijn idealen, terwijl de enige waarde van de westerse mens zijn comfort is, aan willen tonen. Poetin heeft daarmee het tsaristische en sovjet-imperialisme weer nieuw leven ingeblazen.

Navalny heeft deze manoeuvre van Poetin goed begrepen: « Het Russische nationalisme zou op een gegeven moment kunnen evolueren in de richting van een soort Europees conservatisme, maar Poetin heeft ervoor gezorgd dat de hoofdstroming in het Russische nationalisme weer een imperialistisch nationalisme is ». Waar Navalny heldere regels eist voor de immigratie, heeft Poetin de bevolking opgehitst tegen het decadente Westen.

Is Navalny een nationalist? Eind jaren 2000 heeft hij in ieder geval uit politieke berekening geflirt met een extreem nationalistisch Russisch milieu, voordat hij in de strijd om de macht het veel doeltreffender middel van de bestrijding van de corruptie ontdekte. Het « poetinisme » heeft hem toen doen vervagen met het exploiteren van nationalistische gevoelens: de Russische wraak op het Westen.

Maar de vergiftigingspoging en de terugkomst in Rusland van de opposant hebben een nieuwe periode van strijd tussen beide mannen ingeluid. Poetin zegt dat Navalny een geheim agent van de Verenigde Staten is. Navalny probeert de harten van de Russente veroveren met zijn moed. Ik ben van mening dat Navalny geen gevaarlijke fascist is, maar een uiterst vastberaden politieke figuur die erop rekent gesteund te worden door de politieke gevoelens van zijn medeburgers: verontwaardiging, ontmoediging, bewondering… met als doel er wellicht toch een keer in te slagen president van Rusland te worden.

Maar zoals ik al zei: iemand die koste wat kost president van Rusland wil worden en om dat te bereiken geen enkel opportunistisch middel schuwt, wekt bij mij het nodige wantrouwen op. Macht en machtswellust corrumperen, absolute macht en machtswellust corrumperen absoluut. Dat zie je bij de kleptocraat Poetin. Zou Navalny werkelijk een uitzondering op deze regel zijn?

 

Geschreven op 2 maart 2021