Reactie op de bespreking van Peter van Bergeijk, De volgende pandemie. Een deltaplan voor overleving

Civis Mundi Digitaal #117

door Piet Ransijn

Aan het eind van zijn bespreking van Peter van Bergeijk, De volgende pandemie. Een deltaplan voor overleving  in vorig nummer 116 verwijst Rutgers naar On Liberty van John Stuart Mill. Alvorens in te gaan op dit werk volgt eerst een reactie op de bespreking van Rutgers. De huidige situatie, waarvoor eerder herhaaldelijk is gewaarschuwd, laat zien dat het van belang is om niet alleen voorbereid te zijn op het vervolg van de pandemie en een volgende pandemie, maar ook op het herfst- en winterseizoen. Haast iedereen weet dat virussen dan erger om zich heen grijpen. Alle reden om ons terdege voor te bereiden met bijv. meer IC bedden. Het huidige aantal IC bedden schiet duidelijk tekort.

Rutgers eindigt met een paragraaf over ethische vraagstukken. Deze worden niet helemaal opgehelderd, daarvoor zijn ze te complex. Reden om een aantal artikelen te schrijven over ethiek en ethische filosofie. Van Bergeijk schrijft vooral vanuit een economische invalshoek over kosten en baten op macro- en mesoniveau. Maar deze staan niet los van waarden en ethische afwegingen.

Volgens Rutgers doet Van Bergeijks economische betoog geen recht aan de complexe vraagstukken in de (publieke) gezondheidszorg. “Hier lopen we tegen het dilemma aan... van publieke gezondheidszorg versus individuele gezondheidszorg.” Het is het aloude dilemma van individele en maatschappelijke belangen, minderheden en de meerderheid. Ook Sidgwick en diverse ethische, existentialistische en andere filosofen liepen daar tegenaan (zie CM 116 en dit nummer).

Als dit dilemma wordt opgelost door voorrang te geven aan de meerderheid of het algemeen maatschappelijk belang en individuele en minderheidbelangen daarvoor op te offeren, dan kan dit ertoe leiden dat mensenrechten en burgerlijke vrijheden worden ingeleverd of opgeheven. Reden om ons hier grondig op te bezinnen. Voor we het weten hebben we misschien rechten en vrijheden ingeleverd onder de druk van het collectief en de regering. Een belangrijke tekst over vrijheid is het bekende werk van John Stuart Mill (1806-1873), On Liberty (1859). Mill was een voorloper en inspiratiebron van Henry Sidgwick, wiens klassieke werk The Methods of Ethics in CM 116 is besproken, dat aansloot bij het werk van Mill. Nu eerst de aansluiting bij het boek van Van Bergeijk en het artikel van Rutgers. Het volgende artikel gaat in op On Liberty. 

https://esb.nu/esb/20059607/trilemma-van-afruilen-kenmerkt-afbouw-coronamaatregelen 

Vrijheid, gezondheid en economie, individueel en collectief belang

Het dilemma tussen individeel en maatschappelijk belang is bij Van Bergeijk verdisconteerd in een ‘trilemmamode’: een ‘pandemiedriehoek’ met op de hoekpunten vrijheid, gezondheid en economie. Vrijheid lijkt vooral een individueel belang en wordt door individuen beleefd, al of niet in groepen, die tesamen een colectief belanbg vertegenwoordigen.

Gezondheid is zowel een individueel als publiek belang, zoals Rutgers aangaf. Dat geldt ook voor de economie, hoewel de balans vaak doorslaat naar de economie als maatschappelijke zaak, waarbij iedereen economische belangen heeft. Economische maatregelen treffen zelden één individu, wel bepaalde maatschappelijke groeperingen, waarbij de ene groep meer wordt getroffen door de maatsregelen dan de andere groep. De horeca en de podiumkunstenaars worden bijv. ernstig getroffen.

In het trilemma worden keuzes gemaakt. Van Bergeijk: “Landen kunnen volgens het trilemma tijdens een pandemie niet tegelijkertijd individuele vrijheid, economische voorspoed en algemene toegankelijkheid van de zorg garanderen.”

Nadruk op de publieke gezondheidszorg vraagt concessies van de kant van de economie of de individuele vrijheid. Het moet betaald worden en vrijheden worden ingeperkt om besmettingsgevaar tegen te gaan. De vraag is dan welke afwegingen worden er gemaakt? Wat weegt het zwaarste? Wat zijn de criteria of maatstaven? In het belang van individuele vrijheden valt het de regering moeilijk deze in te perken. Maar als de publieke gezondheid ermee gediend is, valt er meer voor te zeggen. Hoe ver kan en mag de regering gaan? Zover als de bevolking het tolereert en/of overtuigd kan worden? Of zijn er minder opportunistische of demagogische criteria?

Er gelden zowel economische als ethische criteria. Een ecomische criterium is het aantal IC-bedden, personeel en materiaal, zoals medicijnen, vaccins, beademingsapparaten of mond-neus-maskers en de uitbreiding daarvan. Hoeveel investeringen zijn mensenlevens waard? Hier gaan economische criteria over in ethische criteria.

Een ethisch criterium is dat ieder mens recht heeft op zorg, ook in een crisis. Bij rampen kan hierin niet worden voorzien. Dat blijkt al nu al bij Covid-19. Er moeten dan keuzes gemaakt worden. Van Bergeijk wijst hier op het utilitaristische werk van Jeremy Bentham (1776) met zijn maatstaf van het grootste geluk van het grootste aantal. Het belang van de meerderheid is dan groter dan dat van de minderheid.

Hiermee kunnen ook dilemma’s zoals de keuze tussen de zorg voor jongeren en voor ouderen worden opgelost. Jongeren hebben meer leven en meer geluk voor zich en vertegenwoordigen dus het grootste geluk. Het principe van het grootse aantal dient met enige nuance en zorgvuldigheid in acht te worden genomen. Anders komen individuen en minderheden in de verdrukking en ligt ‘tirannie van de meerderheid’ op de loer, zoals latere utilitaristen als Mill en Sidgwick beseften. Ook Benthams had in latere publicaties oog voor het gegeven dat restricties van minderheden tot nadeel van allen kunnen zijn. Er zijn ook ethici die erop wijzen, dat het utilitarisme kan leiden tot een doel-heiligt-middelen aanpak, bijv. Elisabeth Anscombe (zie CM 115).

Op “het glibberige pad van de medische ethiek” in termen van van Bergeijk, spelen utilitaristische overwegingen vermengd met medische overwegingen vaak een doorslaggevende rol voor zover na te gaan voor een leek. Het gaat bijv. bij de bezettingen van IC bedden om zoveel mogelijk levens en levenstijd te sparen. Daarom krijgen jongeren en mensen die volgens de prognose korter een IC bed bezetten een voorkeur. Het redden van twee mensen die kortere tijd een IC bed bezetten verdient dan de voorkeur boven het redden van één persoon die langere tijd een IC bed bezet. Het komt overeen met een klassiek utilitaristisch voorbeeld, waarbij iemand vier levens op het ene spoor kan redden door een wissel om te trekken naar een ander spoor, waarmee dan het leven van ‘slechts’ één persoon gemoeid is en er vier worden gespaard. Uiteraard is het veel beter dergelijke dillema’s te voorkomen voor zwaar belaste artsen en te zorgen voor meer IC bedden en verplegend personeel.

In de coronacrisis liggen op het ene spoor vooral zieken, kwetsbaren en bejaarden. Het andere spoor moet vrij blijven: lockdown, zodat de trein door de wissel kan worden omgeleid om de bejaarden en kwetsbaren te redden. Normaal treinverkeer is dan niet meer mogelijk. Veel bejaarden sterven later eenzaam, onbereikbaar voor bezoek. Ook veel zieken kunnen niet meer naar het ziekenhuis worden vervoerd. Een deel van de zorg stagneert door de omleiding.

Mogen individuele vrijheden worden opgeofferd aan een collectief belang?

Van Bergeijk neigt naar het doorslaggevend belang van het collectief en doet uitspraken die in een sociaal-darwinistische visie passen. “Ethiek en filosofie van het (medisch) beleid tijdens een pandemie... zal gebaseerd moeten zijn op de toetssteen van de overleving van de soort.” Rutgers noemt het “een stevige uitspraak... [want] als geen rekening wordt gehouden met de opvattingen van minderheden en er over hun hoofden besloten wordt wat zij belangrijk moeten vinden en hun rechten worden beperkt, gaan we in de richting van een totalitaire staat.” Eveneens een stevige uitspraak, waarbij hij verwijst naar de filosoof Peter Sloterdijk. (Der Staat zeigt seine eiserne Hand, in Der Staat streift seine Samthandschuhe ab, Suhrkamp, Berlin, 2021). 

Van Bergeijk stelt voor om een nieuw sociaal contract te sluiten, waarin wij “bepaalde individuele vrijheden opgeven en overdragen aan de maatschappij.” Dat lijkt riskant wat betreft individuele grondrechten. Van dit sociaal contract “moet ook het medische domein onderdeel vormen”. Het pad van de ethiek, de medische ethiek in het bijzonder, wordt zo nog glibberiger. Dit doet enigszins denken aan dystopische romans waar Rutgers over schrijft, waarin individuele rechten en die van minderheden worden opgeofferd aan het collectief. Hierbij wordt uit het oog verloren dat vrijheden ook een collectief belang vormen. John Stuart Mill was zich hiervan bewust. 

Vrijheid dient slechts te worden begrensd wanneer het anderen schade berokkent. Op grond hiervan zou vrijheid kunnen worden beperkt als het tot besmettingen leidt, maar het relatieve individuele en collectieve gewicht van vrijheid en gezondheid vraagt een zorgvuldige ethische afweging naar alle kanten en een maatschappelijk debat. “Vrijheid is een grondrecht, waarop onze maatschappij gebaseerd is,” schrijft Rutgers in overeenstemming met Mill. Economische afwegingen schieten hier tekort, versmallen het debat en de mogelijke oplossingen. Ook alleen medische en andere wetenschappelijke afwegingen zijn te beperkt. Het gaat hier ook om ethische en levensbeschouwelijke kwesties, die een brede en integrale benadering vragen. Het werk van Mill biedt hierbij een belangrijk aanknopingspunt, waar mogelijk velen zich in kunnen vinden. 

 

Hoofdpunten van On Liberty

Eerst volgt hier een samenvatting van On Liberty van John Stuart Mill (1806-1873) in enkele hoofdpunten door George H Sabine & Thomas L Thorston, History of Political Theory (p641-43). Daarna worden enkele hoofdpunten uitvoeriger toegelicht. Bij de coronamaatregelen is het van belang ook onze vrijheid en grondrechten in acht te nemen om onderdrukking van individuen en minderheden te voorkomen.

“Voor Mill waren vrijheid van denken en onderzoek, vrijheid van discussie en de vrijheid van moreel oordelen en handelen met enige zelfbeheersing rechtmatige vrijheden krachtens zichzelf... Mill dacht natuurlijk ook dat intellectuele en politieke vrijheid in het algemeen voordelig zijn voor de samenleving die deze toestaat en het individu dat deze kan genieten... Toen hij zei dat de hele mensheid niet het recht heeft een afwijkende mening tot zwijgen te brengen, bevestigde hij de vrijheid van oordeel, het recht om overtuigd in plaats van onderdrukt te worden, als een inherent kwaliteit van een moreel volwassen persoon en een vrije samenleving... die er een positieve waarde aan toekent als essentieel voor ons welzijn en kenmerk van een ontwikkelde beschaving... ‘De vrije ontwikkeling van individualiteit is een van de essenties van welzijn... beschaving, onderwijs, educatie en cultuur’ (On Liberty, hfst 3)... On Liberty was een appèl... voor een publieke opinie die werkelijk tolerant is, die verschillen in gezichtspunten waardevol vindt,... die nieuwe ideeën verwelkomt als bronnen van ontdekkingen.”

“De bedreiging waar Mill duidelijk beducht voor was, was niet de regering, maar een meerderheid die intolerant was ten opzichte van het inconventionele, die met wantrouwen kijkt naar afwijkende minderheden, en bereid is het gewicht van aantallen te gebruiken om ze te onderdrukken en in het gareel te krijgen... Zijn argument zou alleen overtuigend zijn als er een stel natuurlijke rechten zouden zijn die intrinsiek eigen zijn aan individuen, die hen niet ontnomen kunnen worden” (George H Sabine & Thomas L Thorston, History of Political Theory, p641-43). Daarbij behoort het recht zeggenschap te hebben over het eigen lichaam.

Gemechaniseerde mensen

Een uitstapje naar Brave New World

In de dystopie Brave New World van Aldous Huxley was dat niet meer het geval. “Je moet het spel meespelen... Iedereen behoort aan iedereen... De hele kwekerij is daarop gericht: ervoor te zorgen dat de mensen van hun onafwendbaar maatschappelijk lot houden” (Uitg. Contact, p33,36,16). Een dissident zegt: “’Ik wil liever mezelf blijven... Mezelf en vervelend. Niet iemand anders, hoe vrolijk ook’” Waarop zijn vriendin zegt: “Hoe kunt je zeggen dat je geen deel van het maatschappelijk lichaam wilt zijn? Per slot van rekening werkt iedereen voor ieder ander.” Zijn reactie: “Iedereen is tegenwoordig gelukkig. Dat beginnen we de kinderen al op hun vijfde jaar in te prenten” (p70-71).

Dit boek van Huxley is evenals dat van Mill een pleidooi om “op je eigen manier gelukkig te zijn”, (zonder anderen daarmee te schaden). Ook al staat dit “op voet van oorlog met de normale orde” (p77). Of dit een recept is voor een betere samenleving kan ter discussie worden gesteld. Maar dat vrijheid een groot goed is en een grondrecht lijkt buiten kijf en kan en mag vooralsnog niet door een nieuw en vergaand sociaal contract teniet worden gedaan. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

https://www.vraagislam.nl/waarom-zijn-er-natuurrampen/

 

Oorsprong en vervolg van de pandemie              2021 12 21

Nav Peter van Bergeijk, De volgende pandemie. Een deltaplan voor overleving

 

Vroeger stond men vaak versteld

van het autonoom natuurgeweld

zoals nu misschien voor covid geldt

Niemand heeft corona in de hand

 

Het gaat boven ons verstand

in een semi-autonoom verband

Je kan niemand er de schuld van geven

De natuur kent ook een eigen leven

 

De natuur heeft echter onbewust

ons ook met vermogens toegerust

om een ramp te kunnen overleven

en naar harmonie met de natuur te streven

 

Maar de technologische cultuur

verbrak de harmonie met de natuur

Een onnatuurlijk samenleven

heeft een aanleiding gegeven

tot vergroting van natuurgeweld

zoals als wellicht ook bij covid geldt

 

We moeten terug naar een cultuur

die in vrede leeft met de natuur

Men kan de natuur bezweren en vereren*                              *In pre-industriële samenlevingen

of haar steeds maar blijven exploiteren*                                *In industriële samenlevingen

of zich met haar krachten integreren*                                    *In toekomstige samenlevingen?

 

We kunnen met de stroming meegaan

in een meer milieubewust bestaan

of met een milieuonvriendelijk streven

tegen de almachtige natuur in leven

 

We ontnemen de natuur haar gratie

door de technische manipulatie

De techniek is uit de hand gelopen

Heeft een autonoom beloop genomen

dat niemand lijkt te kunnen leiden

zoals natuurgeweld in vroeger tijden

 

De manipulatie van het leven

zal ons nog meer rampen geven

De overeenkomsten zijn klein

maar covid lijkt op Frankenstein

 

Een karig antwoord op de pandemie

biedt nu de medische technocratie

Een onnatuurlijk samenleven

blijft gehandhaafd als gegeven

 

Behalve nog meer technologie

behoeven wij meer harmonie

In een natuurbewuste levensstijl

ligt wellicht meer duurzaam heil

 

               ************

 

De wereldwijde vaccinatie

is een ambitieuze operatie

maar is geen garantie voor stagnatie

van de pandemie in vele landen

Telkens komen er van alle kanten

nieuwe varianten en mutanten

 

Het massale vaccineren

blijkt de uitbraak niet te keren

Wel de snelheid te stagneren

De meesten kunnen covid aan

en symptomen wel weerstaan

 

Het probleem ligt bij de zwakke mensen

en degenen die geen vaccinatie wensen

Het virus bijkt niet te verdwijnen

zal waarschijnlijk wel endemisch blijven

en de zwakkeren tot wanhoop drijven

 

De kracht van hun immuunsysteem

slaat de meeste mensen er doorheen

Groepsimmuniteit zal het versterken

De schade blijft binnen de perken

 

Als we de misère minder overdrijven

zal ons volk behulpzaam blijven

en tot samenwerking zijn geneigd

zodat niet nog erger dreigt

 

Samen zal ons volk zich weren

en de covid-ramp zal keren

De algehele volksgezondheid

wordt een speerpunt van beleid

 

Niet alleen maar massavaccinatie

die beperkt succesvol blijkt als operatie

 

Als men zich kan schikken in zijn burgerplicht

zonder een volstrekt onnodige polarisatie

daagt er aan het einde van de tunnel licht

 

https://pixers.nl/posters/licht-aan-einde-van-de-tunnel-71192467