De Russische geschiedenis: doordrenkt met bloed en onderdrukking

Civis Mundi Digitaal #129

door Jan de Boer

De Russische agressie in Oekraïne brengt ons terug naar de Oktoberrevolutie en de Russische burgeroorlog van 1917. Die revolutie, en nog meer de burgeroorlog die tot 1921 plaatsvond en zes tot tien miljoen mensen het leven kostte, werd gemarkeerd door extreme gewelddadigheden door beide kampen. De meest indringende voorbeelden van ontaarde menselijkheid mogen wellicht bij de Wit-Russen te vinden zijn, de meedogenloze wreedheid van de Bolsjewieken is niet te overtreffen. Het is Lenin die de « goelag » uitvond, alsook de « Tchéka », de KGB, met hun martelingen, moorden en slachtpartijen. Verzet tegen de methodes van Lenin en die van Stalin is niet meer dan een fabel. Deze traditie van een totale minachting voor menselijk leven blijft voortduren gezien de agressie tegen Oekraïne, de twee oorlogen in Tsjetsjenië, de inval in Georgië, de Russische interventie in Syrië… Eén van de verklaringen is het dagelijkse geweld binnen de Russische strijdkrachten en de manier waarop, zoals in de tijd van de tsaren en de Sovjet-Unie, de officieren hun verslagen en vernederde manschappen behandelen. Deze laatsten wreken zich niet alleen op de jonge rekruten, maar tijdens militaire operaties vooral op burgers, met name vrouwen.

Geen enkel land kan ontsnappen aan de spookbeelden van zijn verleden, Rusland nog minder dan welk ander land ook. Het land wordt sinds eeuwen gemarkeerd door steeds terugkerende angsten: omcirkeling en de bedreiging van zijn grenzen. Ook leeft nog altijd de herinnering aan de Mongoolse invasies met hun bloedbaden en massale verkrachtingen, die sindsdien in de verbeelding van een flink deel van de Russische samenleving behoren tot de natuurlijke praktijken van oorlog voeren. De geschiedenis van Rusland is doordrenkt met bloed en onderdrukking. Natuurlijk zijn er enorme wreedheden begaan tijdens de godsdienstoorlogen in Europa, maar sinds de eeuw van de Verlichting en de latere nadruk op mensenrechten heeft het Westen zich van deze praktijken bevrijd (alhoewel, het westerse kolonialisme… ook het Westen handelt lang niet altijd naar de waarden die zij verkondigt), maar dat is beslist niet het geval in Rusland.

De nieuwe ideologie van geweld en dood die de twintigste eeuw en de zelfmoord van Europa heeft gemarkeerd vindt zijn oorsprong in de Russische Revolutie, meer nog dan in de Eerste Wereldoorlog. De Russische burgeroorlog, met zijn massale bloedbaden gericht op het volledig uitroeien van hele sociale groepen – in werkelijkheid een genocide van klassen – leidde tot een terreur die na de Tweede Wereldoorlog bleef voortduren. Het was niets meer of minder dan het begin van een meedogenloos conflict tussen de bourgeoisie en het volk, links en rechts, het communisme en het fascisme. De bourgeoisie was radeloos, bevangen door paniek door de wreedheid van de « roden » en de angst om uitgeroeid te worden. Wat de andere kant betreft was links doodsbang voor de contrarevolutionaire barbaarsheid. Het is deze cirkel van angst die wij aantreffen in de burgeroorlogen die Centraal- en Oost-Europa tot in het midden van de jaren 1920 hebben verwoest, alsook in het Italiaanse fascisme, de Spaanse burgeroorlog, de Tweede Wereldoorlog en zelfs de Koude Oorlog,

Wat nu in Oekraïne plaatsvindt, is iets anders: ik zou het de « Tweede Koude Oorlog » willen noemen, omdat het hier niet meer gaat om de tegenstelling links-rechts, om twee tegenover elkaar staande ideologieën, maar om liberale democratieën en autoritaire en imperialistische regimes die zich niet meer op het communisme beroepen. Er zijn evenwel in deze oorlog ook elementen van een culturele genocide met de expliciete ontkenning van de Oekraïense natie en de vastberaden wil van de Russische macht om al hun symbolen te vernietigen en Oekraïense kinderen te ontvoeren om ze tot Russen op te voeden (in totaal zijn er nu twee miljoen Oekraïners, met name vrouwen en kinderen, naar Rusland overgebracht), om deze bevolking volledig te integreren. Poetin is geobsedeerd door de demografische neergang van Rusland. In het begin van de invasie had hij het over de « Oekraïense broeders en zusters », voordat hij hen ervan beschuldigde nazi’s en volgelingen van Satan te zijn.

Poetin mag dan een oud-officier van de KGB zijn en zeggen dat hij de ineenstorting van de Sovjet-Unie betreurt, hij is geen « rode », maar een « witte ». Zijn intellectuele referenties komen voor een groot deel voort uit theorieën ontwikkeld door na de burgeroorlog in ballingschap levende « witten », die nu door de ultranationalistische « filosofen » die Poetin omringen overgenomen zijn. In zijn paleis aan de oever van de Zwarte Zee is de dubbelkoppige adelaar, het symbool van de tsaren, overal aanwezig.

De kleptocraat Poetin heeft heel handig een synthese gerealiseerd. Hij heeft de stoffelijke overschotten van twee aanvoerders van de witte legers, de generaals Anton Denikine en Vladimir Kappel, naar Rusland overgebracht, beroept zich voortdurend op de Orthodoxe kerk, heeft de retoriek van de heilige oorlog overgenomen om met het « satanisme » van Oekraïners af te rekenen en geniet de steun van de orthodoxe aartsbisschop Kirill: eveneens een machtsbeluste kleptocraat. Bovendien weet hij dat de revolutie en de burgeroorlog gevoelige herdenkingsobjecten zijn vanuit de vrees dat een dergelijke periode weer terug kan komen. De angst voor chaos is weer opgedoken met de ineenstorting van de Sovjet-Unie, en vervolgens onder het presidentschap van Boris Jeltsin. De verticale macht die Poetin vanaf zijn komst in het Kremlin belichaamt, bedoelt deze voor te stellen als een bolwerk tegen wanorde. Als er vandaag of morgen een desintegratie van het Russische leger in Oekraïne plaats zou vinden, zal dat de macht van de Russische president en de Russische federatie wel doen wankelen. Maar voordat een revolutie mogelijk is, moet de macht alle legitimiteit bij de bevolking verloren hebben, en dat is naar mijn mening nog niet het geval.

 

Geschreven in december 2022