Civis Mundi Digitaal #130
In deze serie zijn intussen de nodige romans de revue gepasseerd. Tijd om naar eenklassieker te kijken. De roman Brave New World, Het Somaparadijs of Heerlijke Nieuwe Wereld, van Aldous Huxley verscheen in het interbellum, in 1932 om precies te zijn [1]. Hetbaarde indertijd het nodige opzien. De schrijver stond weliswaar bekend om zijn gedichten, essays, pamfletten, journalistiek, korte verhalen en ander proza entoneelstukken, om zijn grote diversiteit in stijlen en genres, maar deze roman was totaalanders.
Huxley put de naam van zijn roman uit William Shakespeare’s The Tempest. Het is een van Huxley’s hoofdrolspelers die uitroept en daarmee Miranda in De Storm citeert: “Obrave new world that has such people in it.” De gehele tekst in de 5e akte van Mirandaluidt als volgt:
“O, wonder!
How many goodly creatures are there here!
How beauteous mankind is! O brave new world
That has such people in ‘t.”
We zullen zien dat bij Huxley wel wat valt af te dingen op deze inhoud, hetgeen dehoofdrolspeler door schade en schande ook te weten en te voelen komt.
Aldous Huxley / Brave New World 1932 First Edition UK
De wereldstaat
Huxley valt met de deur in huis als het eerste hoofdstuk begint met een klassiekdystopisch thema, voortplanting. Een thema dat bij hem samenhangt met eugenetica.We betreden direct de “Londense Kweek- en broedcentrale” van de Wereldstaat.Opmerkelijk is de drieslag van de Wereldstaat: “Gemeenschappelijkheid, Gelijkvormigheid, Gelijkmatigheid”, een bijzondere variatie op vrijheid, gelijkheid,broederschap – volgens sommigen beter broederlijkheid – stammend uit de tijd van deFranse revolutie en sinds het midden van de negentiende eeuw behorend bij de Franserepubliek. Deze drieslag is de grondslag voor de Franse samenleving. In Brave New World geldt het alternatief van Huxley.
In de Kweek- en broedcentrale worden embryo’s gekweekt. Eitjes worden hier bevruchten embryo’s opgekweekt. Door bijzondere technieken is het in de Wereldstaat geluktembryo’s in aanvang zo te splitsen dat er steeds een serie van maximaal 96 gelijkeembryo’s ontstaan. Tel hierbij op dat met een en dezelfde eierstok steeds met ieder eitje en steeds dezelfde spermadonor opnieuw tot 96 identieke embryo’s gekomen kanworden. De directeur van het Broed- Kweekwezen legt enthousiast uit dat zo tot welduizenden “identieke broedsels” kunnen worden geproduceerd. “En in buitengewonegevallen kunnen wij van één eierstok een opbrengst krijgen van ruim vijftienduizend volwassen individuen.” En een hierbij passende uitspraak van de man is “alle mensen zijnfysisch-chemisch gelijk.”
Klassenmaatschappij
In dit gehele proces zijn er embryo’s die niet dit proces geheel doorlopen, omdat zij in debestaande klassenmaatschappij andere opgaven zullen krijgen – Huxley spreekt hier van alfa’s, beta’s, gamma’s, delta’s en ypsilons in afnemende volgorde van intelligentie. Het is nu eenmaal voldoende voor geestdodende repeterende handelingen minder intelligentte zijn. En zo gaat het werk ook niet tegenstaan en blijft goedgemutst verricht worden.De directeur vervolgt zijn uitleg: “Wij predestineren en classificeren óók. Wij laten onzekinderen geboren worden als maatschappelijke wezens, als alfa’s of ypsilons, als toekomstige rioleringsarbeiders of toekomstige […] directeuren van het broedwezen.” Ditonderscheid wordt bereikt door meer of minder zuurstof toe te dienen. “Hoe lager dekaste, des te minder zuurstof.” De kasten vormen een bevolkingspiramide, onderaan ingroten getale de ypsilons, bovenaan in klein aantal de alfa’s. Dit is van belang, want zij zijn de meest intelligente. De Wereldstaat heeft hen nodig om de voortgang te bewakenen te bevorderen. Immers “zij zijn tenslotte de enigen die weten waar het om gaat: eenblinkend Nieuwe Wereld, barstensvol seks, spelletjes en slaappillen. […] Een wereld metvoldoening zonder verwachting. […] Een wereld zonder verdriet en zonder verzet, maar ook zonder vrijheid. […] Een wereld met een gevarieerde keuze tussen duizendmaalhetzelfde. […] Een stabiele wereld.” [2].
Vervolgens wordt er in het proces voor gezorgd dat het grootste deel van de vrouwelijkeembryo’s zodanig wordt behandeld dat ze “worden uitgebroed als neutralen– volkomen normaal gebouwd […] maar onvruchtbaar. Gegarandeerd onvruchtbaar.” [3] Andere maatregelen zorgen ervoor dat er mensen worden gekweekt die grote hitte ofblootstelling aan chemische stoffen verdragen. En zo is er veel meer om mensen aan tepassen. Deze mensenkwekerij zorgt ervoor dat wetende dat “het geheim van geluk endeugdzaamheid – houden van wat je moet doen [is]. […] dat de mensen van hun onafwendbaar maatschappelijk lot houden.” Het gevolg, deze mensen – ‘standaardmensen’ – doen wat hen wordt opgedragen, zonder morren. Sociale stabiliteitis op deze wijze door de genetisch ingenieurs tot stand gebracht. Bereikt is hiermee datde 3 G’s uit de drieslag tot hun recht komen, Gemeenschappelijkheid, Gelijkvormigheid,Gelijkmatigheid.
https://www.huxley.net/whoswho.htm
Opvoedingsmethoden
Huxley beschrijft verder nog andere methoden om tijdens de opvoeding ervoor te zorgendat het gedrag van de diverse klassen voorspelbaar is en geen verrassingen oplevert.Massaproductie van levende wezens naar analogie van massaproductie van producten.Niet voor niets zijn we in een wereld met een tijdrekening anno Ford beland. Huxley was geen aanhanger van Fords methoden in de automobielindustrie. “Hij vreesde dat hetmensen eerder tot machines zou reduceren door vrijheid en individualiteit tevernietigen,” aldus Jerome Meckier [4] , voormalig hoogleraar Engelse taal aan deuniversiteit van Kentucky en Huxleykenner.
Overal in Brave New World zijn kritische aanwijzingen omtrent Henry Ford te vinden, laat Meckier zien. Een cynische opmerking,haast een sneer te noemen, is dat Huxley “in plaats van God het universum vanuit dehemel te laten overzien, Onze Ford de heerlijke nieuwe wereldbewoners hun bezighedenlaat overzien vanuit zijn vliegende rammelbak.” Meckier merkt en passant op dat de
Engelse uitdrukking Our Lord allitereert met Our Ford.
Huxley schrijft satirisch en kan het niet nalaten parodieën ten tonele te voeren. Heelsterk komt dit naar voren in de beschrijving van een Forddagviering. Hier vindt eenviering in een kring van twaalf, zes vrouwen, zes mannen plaats. Na het maken van eenT-teken start de viering. Er zijn gewijde somatabletten en er wordt een “solidariteitspsalm” gezongen, bestaande uit twaalf coupletten, waarvan de eerste aldusluidt:
“Ford, wij zijn twaalf; o, maak ons één,
Als droppels in de grote zee;
O, voer ons al tezamen heen,
Zo snel als Uw glimmende slee.” [5]
Zo gaat de viering verder en eindigt in een extatische orgie. Het verbaast waarschijnlijkniet dat er indertijd ook protesten waren tegen de roman.
Het lustprincipe
Iedereen moet altijd gelukkig kunnen zijn, is een belangrijk thema in de roman. Geluk ishet hoogste goed. Daarom draait alles om directe behoefte- en lustbevrediging. Alleprikkels die hieraan kunnen bijdragen zijn voorhanden. Volkomen vrij seksueel gedraghoort hierbij. Het wordt als normaal gepropageerd en als het ware met de paplepel ingegoten. Emotionele bindingen worden niet aangegaan en zijn ongewenst; veelwisselende partners is normaal. Huxley grijpt hier terug op Freuds opvattingen,waarbij de mens als “machine wordt voortgedreven door een sterke seksuele drang, eengewillige najagen van het lustprincipe.” [6]
Iedereen leeft in het nu; geschiedenis is slechts van belang om te weten waarom dejaartelling met anno Ford wordt aangeduid. Boeken zijn verboden; lezen leidt af van hetdagelijkse monotone, want vrijwel dagelijks gelijkluidend en als spektakel vermomd,bestaan en zou onder intellectuele alfa’s andere gedachten kunnen oproepen. Om het geluk te vergroten en minder gelukkige momenten te vergeten slikt iedereen ‘soma’, eenmiddel dat je in gelukzalige toestand brengt. En dat laatste is belangrijk, want “iedereenis tegenwoordig gelukkig.” Een uitspraak die steeds weer wordt herhaald.
Wildenreservaat
In de Wereldstaat is nog een deel dat ongerept is, een wildenreservaat met nederzettingen, afgescheiden van de geciviliseerde wereld door een omheining waaropeen hoge elektrische spanning staat. Het is niet de bedoeling dat de wilden debeschaving intrekken. Omgekeerd kan men, mits met toestemming, naar dit reservaatMalpais in Nieuw Mexico en overnacht dan in een pleisterplaats om de volgende dagen uitstapjes naar de diverse pueblo’s te maken. Opmerkelijk is dat in Malpais - what’s in aname - de pueblo’s namen dragen van oorden in de genoemde Amerikaanse staat, zoalsook het centrum van een van de regio’s van de Wereldstaat in Londen ligt. Meckier legtuit dat Huxley pas na het schrijven van Brave New World New Mexico heeft bezocht. Dit is niet geheel zeker, daar niet uitgesloten is dat Huxley D.H. Lawrence bezocht in Taos,een pueblo in New Mexico waar de Lawrences van 1924-1926 woonden. De beide auteurszijn jarenlang, tot de dood van Lawrence, bevriend gebleven. Duidelijk wordt volgensMeckier hierdoor dat Huxley de persoon van de buiten de technologische beschaving leven Wilde als een ideaal van Lawrence heeft overgenomen. Meckier beschrijft John deWilde als ‘Lawrencian’.
Hoofdrolspelers in het verhaal
In de roman passeren vele mensen de revue. Belangrijk voor het verhaal zijn een paarhoofdrolspelers, die een soort heldenrol vervullen, zonder anderen tekort te doen. Zij zijn– althans gedeeltelijk – degenen die zich niet zonder meer schikken en tot enige matevan opstandigheid komen. Het gaat om Bernard Marx, een alfa-plus van het psychologisch bureau en klein van stuk, hetgeen hem een minderwaardigheidscomplexbezorgd heeft. Er zou iets misgegaan zijn bij zijn embryonale ontwikkeling. Verder omHelmholtz Watson, een hoogbegaafde alfa-plus, die werkzaam is als “lector aan dehogeschool voor emotionele techniek […] en actief emotie-ingenieur.” Hij komt veel minder uit de verf en slechts in de marge een hoofdrolspeler kan worden genoemd. Tussen hem en Bernard Marx bestaat zoiets als een vriendenband, waardoor hij toch steeds weerop het toneel verschijnt. Hun rol als held is beperkt, hoewel ze als zo onaangepast endissident gezien worden, dat de Wereldstaatbeheerder in Londen besluit hen uit degemeenschap te verwijderen en te verbannen naar een eiland met soortgelijke bewoners. Het wordt echter niet uitgevoerd. Marx is verliefd – een gevoel dat hij niet zou mogenhebben – op Lenina Crowne, een beta-plus. Opnieuw een teken dat zijn ‘uitbroeding’ nietop de juiste wijze is verlopen. En het hoort bij het risico dat alfa’s kunnen meebrengen.Lenina beantwoordt zijn gevoelens niet. Ze weet als beta-plus niet wat gevoelens zijn, wat verliefd zijn betekent. Haar ‘programma’ kent dit niet. “Ze is gewoon de platgetredenpaden van de pretparken te volgen, zoals het balletje zijn parcours volgt in eenflipperkast”, aldus journalist Miel Dekeyser (zie noot 2).
Met Lenina reist Marx naar het wildenreservaat. Hier worden ze ondergedompeld in een wereld die ze niet kennen, een wereld zonder kunstmatige dingen, een wereld vol natuur en inwoners met rituelen en totaal andere opvattingen over het leven. In deze wereld met zijn pueblo’s bezoeken ze er een en kijken hun ogen uit. Lenina vindt er niets aan, maar Bernard is geïnteresseerd. Ze ontmoeten hier John. Hij blijkt de zoon te zijn van Linda, bezwangerd door eneTomakin – al snel blijkt dit de directeur van de Kweek- en bloedcentrale te zijn – enachtergebleven in Malpais na een bezoek aldaar. Ze is van een helling gevallen en alsonvindbaar en niet te redden door haar begeleider verlaten. Hij is alleen teruggekeerd naar de beschaafde wereld, alwaar nog steeds een gerucht over deze situatie de rondedoet. John is in Malpais geboren, maar past door afkomst en gedrag van Linda niet in degemeenschap. Linda gedraagt zich zoals zij geleerd heeft, promiscue. Zij is uitgestotendoor de inwoners, mist soma en is ongelukkig. John spreekt goed Engels. Hij heeft de verzamelde werken van Shakespeare in bezit en citeert hier voortdurend uit, zoals uitThe Tempest (zie boven). Linda wil terug naar de beschaafde wereld; John neemt hetbesluit om ook die ‘heerlijke nieuwe wereld’ te willen zien. Hiermee wordt hij op den duureen belangrijke hoofdrolspeler en de echte dissident. Een dissident die nu eens niet uit de eigen maatschappij voortkomt, maar van buiten. Bernard Marx besluit Linda en John meeterug te nemen naar Londen. Na daartoe verkregen toestemming reizen ze af. In Londenaangekomen veroorzaken ze opschudding.
Lang verhaal kort: Linda gaat ten onder aan grote doses soma en overlijdt tenslotte.John kan niet wennen aan de beschaafde wereld met zijn bijzondere gewoonten. Hijondervindt deze wereld als oppervlakkig, liefdeloos en leeg. Dit komt scherp tot uiting alshij gevoelens voor Lenina Crowne uit. Zij reageert zoals ze geconditioneerd is en biedt hem haar lichaam aan. Voor haar gaat het om seks. Hij is verbijsterd. Miel Dekeyserwordt in zijn commentaar luid en scherp, “het wordt hem duidelijk dat Lenina uiteindelijkniet veel meer is dan een aardig gemodelleerd uniform, gevuld met voorverpakt vlees.”Wereldbeheerder Zijn Fordschap Mustapha Mond in gesprek met de Wilde – John – en Helmholtz Watson en Bernard Marx merkt op: “U bent dus niet erg op de civilisatie gesteld, mijnheer de Wilde.” En in dit gesprek somt hij verder op: “de wereld is nustabiel. De mensen zijn gelukkig; ze krijgen wat ze begeren, en ze begeren nooit wat zeniet kunnen krijgen. […] En mocht er iets misgaan, dan is er soma. Die u in naam van de vrijheid uit het raam bent gaan gooien, mijnheer de Wilde. Vrijheid!”
Het gesprek gaat nog enige tijd door. “Zelfs de wetenschap moet soms als een mogelijke vijand worden behandeld.” Wetenschap bedreigt de stabiliteit van de samenleving; een samenleving die nu niet in onrust is en gelukkig blijft. Verandering wil men niet; verandering bedreigt de status quo. “De wetenschap is gevaarlijk; wij moeten haar zorgvuldig aan kettingen leggen en muilbanden.” Mond is duidelijk: “[…] al onze wetenschap is niet meer dan een kookboek met een leerstellige kooktheorie die niemand in twijfel mag trekken, en een receptenlijst die niet mag worden aangevuld.” John, de Wilde, kan het niet geloven, voelt zich niet op zijn gemak in deze wereld van oppervlakkigheid, genormeerde en voorgeprogrammeerde gelukzaligheid en vooral leegte en wil terug naar Malpais. Hij eisthet recht op ongelukkig te zijn. Mond weigert hem te laten vertrekken. Daarop trekt John zich terug op het land, buiten de stad. Hij leeft ascetisch om zich te bevrijden van de civilisatie. Helaas wordt hij door zijn gedrag, rituele zelfreiniging door flagellatie, een bezienswaardigheid. Het brengt hem ertoe zelfmoord te plegen.
Namen
Huxley kiest in de roman voor namen met een betekenis. Hieronder worden enkelenamen geduid zonder de pretentie volledig te zijn.Henry Ford is de naamgever van de tijdrekening in de Wereldstaat en de hoogste instantie, een soort Messias. De Wereldbeheerders worden aangesproken met Zijn Fordschap. Voor Huxley staat Ford voor mechanisering van de productie, voor de lopende band, voor uniformering, voor arbeidsdeling en daarmee voor een ongezonde ontwikkeling (zie ook later). Bijna aan het eind van de roman roepen enkele delta-minus inwoners luidkeels uit: “Fordie.” Meckier herinnert eraan dat Fordey, zoals de Engelse tekst luidt, met de uitgang dey refereert aan “gouverneur, heerser, pasja.” Zijn Fordschap Mustapha Mond is een van de tien Wereldbeheerders. De voornaamverwijst naar enkele Ottomaanse sultans met de voornaam Mustapha. Mustapha deEerste uit het begin van de zeventiende eeuw wordt ook wel Mustahpha de Gek genoemd. Een andere Mustapha waarnaar Huxley hier lijkt te verwijzen is MustaphaKemel Atatürck, de stichter van het moderne seculiere Turkije. De achternaam verwijstnaar Sir Alfred Mond, een Britse grootindustrieel, financier en politicus uit Huxley’s tijd.Voor Huxley was Mond een exponent van een “antihumanistische rationalisatie” van de ontwikkeling van de samenleving – “de reorganisatie van de maatschappij op een meerwetenschappelijke, meer efficiënte, meer technologische basis”, aldus Meckier. Zoalshierboven al vermeld vertrouwde Huxley deze ontwikkeling die ook Henry Ford voorstondgeheel en al niet.
Helmholtz Watson dankt zijn voornaam aan Hermann von Helmholtz, Duits arts ennatuurkundige, om veel zaken bekend, maar wellicht in dit verband genoemd vanwegezijn onderzoek op het terrein van de psychofysica. Zijn achternaam verwijst mogelijknaar de psycholoog J. B. Watson, bekend om zijn experiment met conditionering van jonge kinderen en het behaviorisme.
Popé, een van de wilden, is vernoemd naar Popé of Popay, een zeventiende-eeuwsereligieuze leider in New Mexico en initiator van de opstand tegen de Spanjaarden in1680. In de National Statuary Hall Collection in Washington is een standbeeld van hemopgenomen.
Ook de namen Henry Forster, Bernard Marx, Lenina Crowne, Darwin Bonaparte, Polly Trotsky, Thomas Grahambell, dokter Wells en nog meer doen vermoeden dat ze niet uitde lucht zijn komen vallen. Het doet onder meer vermoeden dat Huxley niet weg was van de communistische utopie – totalitarisme was hem een gruwel , maar wel enigszins respect had voor de kritische, rebellerende anti-kapitalistische filosofie van Marx.
Soma is overgenomen uit de Vedische rituelen. Het is een drank die zowel geofferd als gedronken wordt. Het zou een hallucinerende werking hebben (zie CM 122). Huxley was zeer geïnteresseerd in Oosterse filosofie en rituelen. Hij was in de laatste decennia van zijn leven zeer verbonden met de Vedantafilosofie, zoals blijkt uit zijn boek Perennial Philosophy, een vrije vertaling van sanatana dharma, de Indiase naam voor het hindoeïsme Tevens experimenteerde hij met LSD en mescaline en schreef over zijn ervaringen, onder meer in The Doors of Perception (De deuren der waarneming, 1954).
Bijzonderheden
Over Huxley en zijn werk is veel geschreven. Hier nu slechts enkele saillante gegevens.De eerdergenoemde Jerome Meckier schrijft (zie noot 6) dat Huxley in een voorwoordvan een boek van J.H. Burns in 1929 over opvoeding kritische kanttekeningen plaatst bijde in zijn tijd besproken mogelijkheden om met behulp van eugenetica en de juiste opvoeding een beter en vooral intelligenter soort mensen te maken. “Huxley verwachtvan de wetenschap geen productie van uitzonderlijke individuen, hetgeen vaak alsrechtvaardiging wordt gegeven om met genetische experimenten te beginnen.” Integendeel, hij verwacht productie van uniforme mensen – standaardmensen –onderscheid bestaat niet meer. Opvoeding wordt tot conditionering. En daarnaast “hetwelzijn van de soort, niet van het individu, zal het enige doel worden van alle politiekeactie, al het religieus idealisme, alle onderwijstheorie en -praktijk.”
Ieder individu hoort ondergeschikt te zijn aan de groep. Als je je al te zeer bewust wordt van je individualiteit pas je niet meer in het gemeenschapsleven. Dan moet je eruit gehaald worden en word je verbannen naar een eiland waar je soortgelijke mensen ontmoet, maar waar je niet meer weg kunt. “De doelen voor de toekomst” van de mensheid in dit verband – onderschikking aan de groep – “zijn middelmatigheid en eenheidsworst, niet perfectie enindividualisering.” Huxley geeft alle mogelijke elementen aan die later in Brave New World nader uitgewerkt worden weergegeven. Algemeen welzijn gaat boven individueelwelzijn. Iedereen in dezelfde mate gelukkig gaat boven het individueel beleefde geluk in jezelf. Alleen in gezamenlijkheid kun je gelukkig zijn.
Daarnaast beschrijft Meckier (zie noot 4) in een ander artikel welke wijzigingen Huxley inde eerste getypte versie aanbrengt, nog kort voor de werkelijke druk. Het is eenuitgebreide analyse en bespreking van de totstandkoming van de roman, waarbij er veelaandacht is voor alle verwijzingen – meestal negatief of als zodanig geduid – naar Henry Ford en zijn invloed op de ontwikkeling van de Amerikaanse kapitalistische enmaterialistische maatschappij. Een maatschappij die ook zonder Fords invloed steedsmeer in deze richting opschuift.
Uiterst boeiend is daarnaast in zijn beide stukken hoe Meckier laat zien hoe Huxley omgaat met zijn kennis van literatuur, filosofie en meer. Overal in Brave New World zijn verwijzingen, (bijna) letterlijke citaten, parafraseringen of karikaturale opmerkingen over andere auteurs – van eeuwenoude tot contemporaine – te vinden, die blijk geven van de grote eruditie waarover Huxley beschikt.
Plagiaat?
Kort na publicatie van Brave New World werd er driftig gespeculeerd in hoeverre Huxley bij het schrijven geput zou hebben uit werk van andere contemporaine auteurs. Hier wordt dan wel genoemd What Not: A Prophetic Comedy uit 1918, geschreven door RoseMacaulay (1881-1958), een indertijd bekende Engelse schrijfster, in wier kring ook Huxley verkeerde. In de roman komt een klassemaatschappij naar voren, waarineugenetica een rol speelt onder leiding van een Ministerie voor Knappe Koppen.Intelligentie bepaalt de klasse. Ook voortplanting is gereguleerd. Het is een vrijwel vergeten dystopische roman, die bij verschijnen een controverse veroorzaakte, daar de uitgever kort na publicatie geëist had dat enkele ‘aanstootgevende’ scenes geschrapt moesten worden. Al in 1919 verscheen een ‘tweede’ druk met de originele tekst.
Orwell meende dat Wij van Zamjatin (zie bespreking in CM 118) voor Brave New World model had gestaan, hetgeen overigens door Huxley nadrukkelijk werd ontkend. Hij zou Wij pas jaren later gelezen hebben. Ook meende de Poolse schrijver Mieczysław Smolarski (1888-1967) in List do Aldousa Huxleya (Open brief aan Aldous Huxley) uit 1948, dat Huxley gebruik gemaakt had van twee door hem geschreven romans, Miasto światłości (The City of Light, 1924) en Podróż poślubna pana Hamiltona (Mr Hamilton’s Honeymoon Trip, 1928). Huxley zou dan via een kennis die Pools beheerste van deinhoud hebben gehoord. Dit lijkt zeer onwaarschijnlijk, zo niet geheel onjuist. Misschien houdt de beschuldiging wel verband met de Koude Oorlog, aldus Grzegorz Moroz,hoogleraar taalwetenschap aan de Universiteit van Bialystok [7]. Hoewel van plagiaatgesproken werd, is er verder indertijd geen aandacht aan besteed. Huxley zou zich vandit alles niets aangetrokken hebben.
Emile Souvestre’s futuristische roman Le Monde tel qu’ íl sera
Het zou een heel artikel vergen uitgebreid in te gaan op een roman uit 1846, waarvanwel vermoed wordt dat Huxley er ideeën uit heeft opgedaan voor Brave New World. De auteur zelf heeft zich hier nooit over uitgelaten. Het lijkt uiterst onwaarschijnlijk daar de eerste Engelse vertaling pas in 2004 verscheen. In welke mate Huxley het Franse origineel kende is volstrekt onduidelijk. Hier slechts enkele opmerkingen aan de hand van de originele tekst en het inleidend commentaar bij de Engelse vertaling [8] . De in zijn tijd zeer bekende en graag gelezen Bretonse schrijver Emile Souvestre (1806- 1854) heeft talloze geschriften het licht doen zien. Vele hiervan zijn al in de negentiende eeuw in het Engels vertaald. In 1846 verscheen Le Monde Tel Qu’il Sera, in 2004 in het Engels vertaald als The World as It Shall Be. Het is een épopée de l’ avenir of ook wel roman de l’ avenir, behorend tot la litterature futuriste. Voordien had Harper’s Magazine zonder bronvermelding in 1856 een twaalftal pagina’s over de inhoud in het Engelsgepubliceerd [9].
De roman speelt in de toekomst, in het jaar 3000, zij het dat het begin in het toenmaligeheden ligt. Het jonge paar Maurice en Martha zoekt geluk voor de mensheid in een leefbare toekomst. Marthe roep de geest van de tijd op. Zo ontmoeten ze Mr John Progrès, debemiddelaar tussen hemel en aarde van hun tijd, die hen in een op de dood gelijkendeslaap doet verzinken. Hij vervoert hen dan in een door stoom aangedreven vliegendelocomotief naar de toekomst, in een soort tijdmachine.
Ze herrijzen weer uit de ‘dood’ in 3000 op Tahiti. Hier ontdekken ze de nieuwe wereld, één natie met Tahiti als hoofdstad. Het is een op het eerste gezicht vrolijke wereld, waarin je zeker gelukkig kan zijn. Stoom aangedreven machinerie is overal aanwezig, diverse soorten voertuigen, luchtballonnen, ondergrondse spoorwegen, onderzeeërs, etc. Daarnaast treffen ze telefoon aan, airconditioning, synthetische materialen etc. Er bestaat een duidelijke klassenindeling, waarbij iedere klasse zijn eigen werkzaamheden heeft. De toedeling geschiedt met eugenetische technieken, maar ook gelet op frenologische kenmerken; kinderen worden vanaf dag één door de staat opgevoed in speciale gebouwen. Hun ouders spelen hiergeen rol. Moedermelk wordt als niet gezond genoeg niet gebruikt. De baby’s krijgen een chemisch drankje met de juiste nutriënten.
Zo is er meer dat doet denken aan BraveNew World. Interessant is daarnaast dat de regering onder invloed staat van grote bedrijven, waardoor de laatste enorme winsten kunnen maken. De maatschappij is geheel doordrongen van consumentisme. Souvestre laat aan de geliefden uitleggen: “onze grondwet is gelukkig zo opgesteld dat de plichten van de burger zijn gereduceerd tot de verplichting om in alles zijn eigen voordeel te zoeken.” De spreker verklaart verder dat een dergelijke ontwikkeling een logisch vervolg is van de indertijd – in Souvestre’s tijd – niet openlijk uitgesproken ideeën hieromtrent, die nu – wij schrijven het jaar 3000 - tot bloei gekomen zijn en wettelijk vastgelegd. “Zo voldoet het politieke systeem van de Staat der Verenigde Belangen vandaag aan alle behoeften van de werkelijk beschaafde mens.”
Het is een wereld vol overvloed voor de gegoede burger, voor de elite, met velekenmerken van een moderne samenleving, maar ook van schaarste als het gaat om deomgang met minder bedeelden. Het paar komt er lopende het verhaal achter dat allevoordelen van de industriële vooruitgang, van toegenomen mechanisatie, van de wetenschappelijke ontwikkelingen, niet tot een algeheel geluksgevoel geleid hebben.Integendeel de gewone man zwoegt en lijdt meer dan ooit. Voor de anderen is het eenlege samenleving, gericht op uiterlijkheden.
Souvestre: “Maurice keek naar al deze wonderen van beschaving met een mengeling van verbazing en teleurstelling. Te midden van al deze materiële vooruitgang zocht hij naar de mens en vond hem arm, achtergesteld en misdeeld! Tevergeefs keek hij naar al die gezichten die voorbijkwamen om te zien of het leven draaglijker was geworden; maar de gezichten waren nog steeds getekend door lijden en angstige onzekerheid. […] Hij vroeg zich af wat deze industriële vooruitgang voor nut had als het niet resulteerde in meer geluk voor iedereen; hij zocht wat er was geworden van gelijkheid en broederschap voor de mensheid te midden van deze spectaculaire ontwerpen.”
En even verderop wordt van het paar gezegd: “Ze huilden allebei vanwege deze wereld waar de mens een slaaf was geworden van de machine, waar eigenbelang de plaats ingenomen heeft van liefde.” En geluk werd in hun ogen zeker niet op deze wijze gevonden. De overeenkomsten met Brave New World zijn ondanks ook de verschillen niet te missen.
Een interessante roman met natuurlijk de uitweiding en bedaagdheid van de literairewereld uit het midden van de negentiende eeuw, maar wel met verrassend modernklinkende elementen.
Zoals I.F. Clarke in de inleiding schrijft: “Souvestre riep op tot een radicale heroverweging van doelen en middelen, rekening houdend met de toen opkomende massamaatschappij – de onophoudelijke uitbreiding van de grote steden, de gestage groei van de bevolking en de voortdurende explosie van krachtige technologieën.” Souvestre is intussen vergeten, ook in eigen land, maar verdient wellicht meer dan dat voor deze toekomstvisie, een dystopie avant la lettre.
Dystopische elementen
Wanneer we de roman beschouwen aan de hand van dystopische elementen wordt duidelijk dat Huxley bijna alle elementen verwerkt heeft. Al direct zien we hoe voortplanting gereguleerd is. Dit gaat zover dat de reageerbuisbaby’s gekloond verdeeld kunnen worden in diverse klassen, die de bijpassende ‘opvoeding’ verkrijgen. Hierbij worden diverse technieken gebruikt. Huxley laat hiermee zien dat de totale controle door de staat ook op andere dan gewelddadige wijze gestalte kan krijgen. Hij maakt inventief gebruik van al bestaande technieken of lopende ontwikkelingen en ideeën. Toch heeft ook hij een elite nodig die aan de touwtjes trekt, de Wereldstaatbeheerders. We komen een ervan tegen, Mustapha Mond. Op indrukwekkende wijze toont Huxley hoe deze goed op de hoogte is van historische feiten, religieuze en filosofische geschriften naast andere literatuur en er voor kiest de inwoners – eigenlijk alleen de alfa-plus, de rest is te weinig intelligent en te strak geprogrammmeerd – hiervan onwetend te houden.
De verering voor de leiders komt ook tot uitdrukking in de wijze waarop over hen gesproken wordt, Zijn Fordschap. Angst en onderdrukking spelen nauwelijks een rol in deze wereld waarin iedereen gelukkig wordt gehouden door de kweekmethode, de conditionering, de vrije seksuele omgangsvormen, de voorziening met ‘brood en spelen’ en niet onbelangrijk de vrije toegang tot soma. Vrijheid is geen streven. Dissidentie komt hierdoor niet voor,hoewel blijkt dat er toch zo nu en dan iemand een (heel) klein beetje rebelleert. Hieropvolgt verbanning naar IJsland of de Falklandeilanden, waar men in isolatie met gelijkenleeft. De leefwereld in de Wereldstaat is prettig, zonder onaangename zaken. Oorlog is iets uit een ver verleden, waarna de Wereldstaat tot stand werd gebracht.
Kortom, er is sprake van een wereld waarin het voor de gekloonden en geconditioneerden goed en aangenaam leven is, maar wel in grote oppervlakkigheid. Het algemeen welzijn ishiermee geregeld en staat boven het individu dat zich slechts als deel van het geheel voelt. De inwoners van de Wereldstaat zijn, aldus Randall [10], “gevangen in het paradijs”,waar geluk gewoon is, het Somaparadijs [11]. Toch is er ook een grens waarachter eenandere wereld bestaat, het reservaat Malpais. De werkelijke dissident – John, de Wilde -komt van daar, waar hij al een vreemde eend in de bijt was. En niet verwonderlijk gaat hij ten onder. Er kan dus geen twijfel over bestaan dat de roman tot de dystopische literatuur gerekend moet worden.
Gedachten over de toekomst
In het essay Science, Liberty and Peace [12] uit 1946 ontwikkelt Huxley gedachten over de samenleving in al zijn aspecten. In Brave New World vinden voorlopers hiervan. Hoewelhet volgende citaat natuurlijk ook rekening houdt met de indertijd net beëindigde TweedeWereldoorlog geeft het goed weer waar Huxley de pijnpunten waarneemt, die anders verwoord al in de roman aan de orde werden gesteld.
“Mensen, zo wordt min of meerstilzwijgend aangenomen, zijn niets anders dan lichamen, dieren en zelfs machines; de enige echte elementen van de werkelijkheid zijn materie en energie in hun meetbare aspecten; waarden zijn niets anders dan illusies die zich op de een of andere manier hebben vermengd met onze ervaring van de wereld... De politieke gevolgen van deze ‘niets-dan’-filosofie zijn duidelijk zichtbaar in die wijdverspreide onverschilligheid voor de waarden van de menselijke persoonlijkheid en het menselijk leven die zo kenmerkend zijn voor het huidige tijdperk. In de afgelopen dertig jaar heeft deze onverschilligheid zich op een aantal gevaarlijke en verontrustende manieren geuit. Allereerst zijn we getuige geweest van de grootschalige heropleving van de slavernij in haar ergste en meest onmenselijke vormen.” Tot zover het essay.
De roman opnieuw bekeken door de auteur
Huxley blikt in de veertiger en vijftiger jaren terug op zijn intussen beroemde roman.Eerst geschiedde dit in de vorm van een voorwoord in de roman in 1946. Hierin gaatHuxley in op het verhaal en hoe hij zelf erop terugkijkt. Berouw is niet goed en peinzenover euveldaden doet een mens ook al geen goed laat hij in het begin weten. “Zich in het slijk wentelen is niet de beste manier om schoon te worden.”
Belangrijker is de vraag die hij zich stelt, zou ik nu opnieuw deze roman in dezelfde vorm schrijven? Hoewel hij meent dat verbeteringen mogelijk zijn, geeft hij “er de voorkeur aan om zowel het goede als het slechte met rust te laten en over iets anders te denken.” Waar hij dan de nodige aandacht aan besteedt is dat de twee alternatieven die de Wilde heeft, “een waanzinnig leven in Utopia, of het leven van een primitief mens in een Indisch dorp, een leven dat in sommige opzichten menselijker is, maar in andere opzichten nauwelijks minder vreemd en abnormaal’, een derde alternatief buiten beschouwing laat. Dit zou de mogelijkheid van normaliteit moeten zijn. Hij wijdt dan enigszins uit over hoe die mogelijkheid gestalte zou moeten krijgen in een soort filosofische volmaaktheid.
Vervolgens vraagt hij zich af of de toekomst van Brave New World intussen dichterbijgekomen is. Het antwoord is ja! Maar, hij ziet nog oplossingsrichtingen, maar danbehoeft dat de keuze om vrijheid bovenal te stellen.
Brave New world Revisited | Aldous Huxley | First British edition lwcurrey.com
Brave New World Revisited
Meer dan tien jaar later wijdde hij er een nieuw essay aan, waarin hij ook OrwellsNineteen Eighty-Four kort meeneemt. Beide romans behoorden in die tijd tot de absolute top van dystopische romans. Ze vertonen overeenkomsten, maar ook grote verschillen. Piet Ransijn besteedde in CM 103 aandacht aan de roman van Orwell. Aan het einde van Huxley’s carrière - 1972 - verscheen nog de tegenhanger van Brave New World, de utopische roman, Island [13] , Eiland, met een onrustbarend einde. Brave New World Revisited verscheen in 1958 [14] . Huxley schrijft geen nieuwe roman, maar een essay over de inhoudelijke elementen van de roman. Hij biedt ons uitvoerig en gedetailleerd inzicht in zijn achterliggende gedachten, overpeinzingen en bedenkingen. Ook laat hij zien hoever hij thuis is in alle mogelijke ontwikkelingen in de maatschappij, de sociologie, de filosofie, maar ook de technologie en de wetenschap van zijn era. In zijn overpeinzingen komt naar voor voren dat hij Orwells toekomst met disciplineren en straffen minder succesvol vindt dan zijn eigen oplossing met verleiden, in slaap sussen e.d. Hij verwacht dan ook dat in de toekomst meer gebruikt gemaakt zal worden van de aanpak die Brave New World kenmerkt.
Wanneer we in de huidige tijd naar de diverse manieren waarop samenlevingen zijn ingericht kijken, zien we op diverse plaatsen inderdaad veeleer Huxley’s toekomstbeeld bewaarheid worden. Huxley: “beheersing door het opdwingen van gewenst gedrag door middel van beloningen. […] door vele soorten bijna ongewelddadige manipulaties, fysisch zowel als psychisch” is veel doelmatiger.” Een mooi voorbeeld hiervan is in onze tijd het Coronapaspoort; zonder pas geen toegang tot het restaurant, tot een festival, maar ook niet de landsgrens over etc. Ook zonder pandemie is er het fenomeen van nudging, een subtiele manier om gewenst gedrag te stimuleren. (Zie bijvoorbeeld Soshana Zuboff, The Age of Surveillance Capitalism, besproken in CM 127).
Zorgen om de toekomst: overbevolking en eugenetica
Voor Huxley was het thema overbevolking van groot gewicht. Hij maakte zich ernstigzorgen over de bevolkingsgroei en de beperkte mogelijkheden om deze ontwikkeling ingoede banen te leiden. Hij voorzag ernstige problemen met voedseltekorten, met socialevoorzieningen, scholing en werk, maar vooral ook tussenmenselijke problemen, conflicten en nog meer. Voor hem een voedingsbodem voor het ontstaan “van deformulering van autoritaire wijsgerige stelsels, de opkomst van totalitaireregeringsvormen.”
Daarnaast ziet hij in de steeds geavanceerdere gezondheidszorg het ‘gevaar’ dat een belangrijk deel van de bevolking met vele kwalen of geboorteafwijkingen behept zal zijn en in leven blijft. Deze dysgenetica is in zijn ogen een onwenselijke situatie. Al dit is voor hem aanleiding de oplossing te zien in geboorteregulering, een onderwerp dat hij met de nieuwste technieken verbindt in Brave New World. Eugenetica is voor hem in 1958 nog steeds de methode om tot een betere en in zijn ogen evenwichtigere bevolkingsopbouw te komen ondanks het voorbeeld van de ontwikkelingen in de dertiger jaren en daarna in Duitsland.
Hij realiseert zich overigens goed dat hij hier een precair thema aansnijdt: “Intussen worden wij geplaatst tegenover een hoogst onrustbarend moreel probleem. Wij weten dat het goede doel slechte middelen niet heiligt. Maar wat moeten wij zeggen van die situaties, – die nu zo vaak voorkomen, – waarin goede middelen eindresultaten hebben, die op iets slechts uitdraaien?” Hij worstelt zeer met dit probleem en heeft nog niet het antwoord gevondenin weerwil van de uitwerking die we in zijn roman tegenkomen: “de kortste en breedsteweg naar de nachtmerrie van de Heerlijke Nieuwe Wereld voert door het verschrikkingsoerwoud van overbevolking en de voortdurend versnelde groei van hetaantal mensen.” Hij schrijft dan ook: “Wij zijn als zeelieden in het noodweer van een ethisch dilemma en wij zullen al onze intelligentie en goede wil nodig hebben om eenuitweg en een middenweg te vinden.”
Technologische vooruitgang
Een ander probleem dat hij probeerde duidelijk te maken met zijn roman is dattechnologische vooruitgang een prijskaartje heeft. Natuurlijk kost deze ontwikkeling hetnodige geld, maar daarom gaat het Huxley niet. Hij wijst op iets anders. Detechnologische ontwikkelingen zullen de democratie aantasten. Hij formuleert in het gehele essay wijdlopiger dan wij nu gewend zijn, maar is daarentegen wel duidelijk. Jekunt in zijn ogen nu eenmaal niet verwachten “dat de democratie zal bloeien involksgemeenschappen, waarin de politieke en economische macht steeds meer geconcentreerd en gecentraliseerd wordt. Maar het is een feit, dat de technologischevooruitgang juist heeft geleid en zal blijven leiden tot een dergelijke concentratie encentralisatie van de macht.”
Hij noemt hier als voorbeeld de kapitalistische democratie waarin Big Man, Big Business, Big Government en de Power Elite – de benaming door C.Wright Mills (zie ook Piet Ransijn in CM 102 [15] ) de dienst uitmaken. De laatsten oefenen een “economische censuur” uit doordat zij de massacommunicatiemiddelen beheersen. Er bestaat nu “een enorme massa-publiciteitsindustrie, die zich in hoofdzaak helemaal niet bekommert om waarheid of leugen, maar uitsluitend om het onwerkelijke, om wat neerkomt op het volslagen bijkomstige.” Dit heeft volgens Huxley te maken met s’mensen bijna onbegrensd verlangen naar afleiding, naar recreat[ie.” Het effect van deze ontwikkelingen is een maatschappij waarin macht en controle een groot goed worden.
Hij kijkt nogmaals naar 1984 van Orwell en zijn eigen roman: “In 1984 wordt de machtswellust bevredigd door het doen ondergaan van pijn, in de Heerlijke Nieuwe Wereld door het doen ondergaan van genoegens, die nauwelijks minder vernederendzijn.” Hij verwijst naar het oude “keizerlijke Rome, waar het volk in een goed humeur werd gehouden door vaak herhaalde, gratis doses vermakelijkheden. Maar zelfs in Romebestond niets als de non-stop vermakelijkheden, die nu worden geleverd door kranten entijdschriften, door radio, televisie en bioskoop.” Wij zouden nu kunnen toevoegeninternet, games, apps etc. Het lijkt langzamerhand op zijn roman, waarin “non-stop vermakelijkheden van de verleidelijkste soort […] voorbedachtelijk gebruikt werden alspolitieke hefbomen met het doel de mensen te beletten te veel aandacht te besteden aande realiteiten van de sociale en politieke toestand.”
Huxley’s inschatting is dat de ontwikkeling nog tot meer en scherpere controle zal leidenin de toekomst. Enerzijds door technologische verworvenheden – “Big Brother kan bijnazo alomtegenwoordig zijn als God” – anderzijds door sociale manipulatie door wat hijnoemt, “sociale ingenieurs”. In de woorden van Huxley: “de onderdanen van de toekomstige dictator zullen als rekruten pijnloos worden afgericht door een korpsvoortreffelijk geschoolde sociale ingenieurs.” Hij waarschuwt ons voor de 21 e eeuw, die naar hij veronderstelt, “het tijdperk zal worden van de Wereldbeheerders, het wetenschappelijke kastestelsel van de Heerlijke Nieuwe Wereld. Op de vraag quis custodiet custodes? – wie zal onze bewakers bewaken, wie zal de ingenieur zijn van onze ingenieurs? – krijgt men het beminnelijke antwoord, dat zij geen toezicht nodig hebben.”
Huxley weidt stevig uit over vele elementen in de recente geschiedenis en achtergrondenbij de gebeurtenissen die in zijn roman slechts beperkt aan de orde komen. Veel meerdan hier nu mogelijk is om te bespreken.
Nog meer zorgen om de toekomst: mechanisatie en centralisatie
Huxley heeft aangegeven dat Brave New World tot stand gekomen is als reactie op werk van de veel publicerende Britse auteur H.G. Wells, bij ons vooral bekend van The Timemachine (De tijdmachine, 1895), The Invisible Man (De onzichtbare man, 1897) en The War of the Worlds (Oorlog der werelden, 1898).Huxley reageerde hiermee op A modern Utopia (1905), The Sleper Awakes (1899) en Men like Gods (1923). Vooral de laatste prikkelde Huxley tot het schrijven van Brave New World. Meckier beschrijft dit ontstaan behoorlijk uitgebreid in zijn artikel uit 2002 (zie noot 4). Wells ten slotte diende Huxley in 1933 van repliek met The Shape of Things to Come. Met deze voorgeschiedenis is het niet verwonderlijk dat de roman vele satirische momenten kent, evenals parodieën op andere literatuur. Daarenboven zou My Life and Work, de autobiografie van Henry Ford, verschenen in 1922, Huxley ook al geruime tijd zwaar op de maag gelegen hebben en een inspiratiebron worden, maar dan in negatief opzicht.
De wereld in de roman is een door en door gemechaniseerde samenleving. Niet alleenspeelt mechanisatie op alle mogelijke plekken een rol in de maatschappij, maar desamenleving als sociaal gebeuren is doordrongen van mechanische principes. De mensenin de Wereldstaat “zijn tot onderdelen van een perfect functionerend samenlevingsapparaat geconditioneerd om zich uiteindelijk als industrieslaven door hetleven te slaan.” [16] In Huxley’s Science, Liberty and Peace vinden veel van zijn gedachten omtrent de ontwikkeling van de samenleving, waarbij hij kritiek op de ontwikkelingen niet schuwt en zijn waarschuwende vinger opheft. “Mijn eigen opvatting, […] is dat, zolang de resultaten van zuivere wetenschap worden toegepast voor massaproductie en massadistributie van een duurder wordende en meer gespecialiseerde industrie, het tot niets anders kan leiden dan een nog grotere centralisatie van de macht in nog minder handen. En het gevolg van deze centralisatie van economische en politieke macht is het geleidelijke verlies door de massa’s van hun burgerlijke vrijheden, hun persoonlijke onafhankelijkheid en hun mogelijkheden tot zelfbestuur.” Om ook nog duidelijk te maken hoe hij denkt: “Als men de keuze zou hebben tussen vrijheid en veiligheid, zouden de meeste mensen zonder aarzelen voor veiligheid kiezen.”
Dit lezende kan men in BraveNew World een eerste ontwerp zien van een wereld waarin weliswaar op satirische wijze, maar ten diepste zeer cynisch, de uitwerking van zijn gedachten literair vertaald is.Huxley had een groot interessegebied. Dit komt ook tot uitdrukking in zijn werk. Het varieert van prachtige gedichten in een voor die tijd nieuwe stijl tot scherpzinnige essays over filosofische onderwerpen. In de loop van zijn leven experimenteerde hij met psychedelische middelen; hij dook diep in Oosterse wereldbeschouwingen; hij was een fervent bestrijder van onrecht. Hij maakte zich al vroeg zorgen over ecologische ontwikkelingen. Hij vroeg zich bijvoorbeeld af waarom zo weinig – notabene wij spreken over 1946 – ingezet werd op zelfvoorzienendheid, op andere vormen van energieopwekking, op windenergie bijvoorbeeld. Huxley was een man die van vele markten thuis was en dat ook uitdroeg in zijn werk. In Brave New World komen vele elementen hiervan samen. Huxley las als het ware zijn tijd, kende de nieuwste wetenschappelijke inzichten en ontwikkelingen, bemoeide zich met sociale stromingen, stond vooraan bij de discussie erover, was goed op de hoogte van alle mogelijke filosofische stromingen en gaf met dit alles vorm aan Brave New World, maar ook aan volgende geschriften. Deze wereld, dewereld van de roman, was zijn wereld, maar dan logisch-lineair voortgezet. Geenfuturologische bespiegeling, geen sciencefiction, maar een doortrekken van wat er al was. Dat maakt de roman des te indringender. Zelf laat hij in zijn terugblik zien waar hetheen gegaan is. Vandaag de dag kunnen we vaststellen dat niet alles is zoals in de tijd van Ford, in de Wereldstaat. Maar veel hebben we gewoon al geaccepteerd. Ik doel hierzeker niet alleen op de reageerbuisbaby’s – nog steeds niet gekloond, niet collectiefgeconditioneerd, maar opgevoed in familieverband. Neen, wij zijn al wel ingesponnen in de wereld van het spektakel en “lekker ingepakt in de cocon van de consumptie”, om met Miel Dekeyser te spreken. “Een consument, die bewogen wordt door een verbruik onder velerlei vormen, variërend van vrouwen en vrienden, tot voertuigen, videobanden [17] en vakanties.”
Aldous Huxley zelf geeft in een interview [18] aan, “dat de boodschap van Brave New Worldis dat mensen tevreden kunnen worden gesteld met knechtschap. Het is gerealiseerd inhet verleden, maar het zou nu zelfs doelmatiger gedaan kunnen worden omdat jemensen kunt voorzien van brood en spelen, en ze ook kunt voorzien van elke hoeveelheid aan afleiding en propaganda.”
In zijn essay geeft Huxley bij dit thema daarnaast aan dat veel mensen “volkomen tevreden zouden zijn, als zij konden blijven leven in de stijl, waaraan de hoogconjunctuur hen heeft gewend, van bovenaf geleid door een oligarchie van diverse experts.” Meer vrijheid dan geëntertained worden is niet nodig. Hij windt zich hier behoorlijk over op. Hij is niet tevreden met de erbij behorende leuze “geef mij televisie en hamburgers en zanik me niet aan m’n hoofd met de verantwoordelijkheden van de vrijheid” en hoopt – wellicht tegen beter weten in – dat het anders wordt.
Tot slot
In de onderhavige serie mag Brave New World niet ontbreken. Margaret Atwood laat onsweten waarom [19]. Huxley houdt ons een spiegel voor, en wel een bijzondere: “Het wasHuxley’s genie om ons onszelf te presenteren in al onze dubbelzinnigheid.” Enerzijdswensen wij ons een wereld waarin geluk [20] en genot stante pede gerealiseerd worden, anderzijds koesteren we de opvatting dat het leven een doel moet hebben. “En dathet nooit goed genoeg is; […] we lijden aan de toekomstige perfecte tijd,” aldus Atwood. Eentijd waarin de wereld er in onze ogen beter uitziet; wij mensen kunnen ons die wereldvoorstellen.
Ze gaat verder: “Mensen kunnen zich dergelijke verbeterde toestanden voorstellen, maar ze kunnen ook hun eigen grandioze constructies in twijfel trekken. Het zijn deze tweezijdige verbeeldingsvermogens die meesterwerken van speculatie voortbrengen zoals Brave New World.” Ze sluit af met: “Om The Tempest te citeren, de bron van Huxley’s titel: ‘Wij zijn zulke dingen / Waar dromen van gemaakt zijn.’ Hij had er ook aan kunnen toevoegen: ‘en nachtmerries’.”
Voor vele lezers was Brave New World samen met Nineteen Eighty-Four de kennismakingmet het genre. De voorspellende waarde van Huxley’s roman, zij het dat we bij Juli Zehgezien hebben dat dit maar beperkt, zo niet afwezig is in dit soort romans, is – voorzover aanwezig – wellicht groter dan van Orwells roman. Voor een vorm van consumptieparadijs en spektakelmaatschappij hebben we in elk geval gekozen.Daarnaast ‘overkomt’ ons de surveillancemaatschappij die het ons ook mogelijk maakt;wij lijken er geen probleem in te zien.
De slotwoorden van Huxley’ s voorwoord uit 1946 passen ons nog steeds: “kies eierenvoor uw geld.” Evenals die uit Brave New World Revisited: “Intussen is er in de wereldtoch nog vrijheid overgebleven. Zeker, veel jonge mensen schijnen de vrijheid niet opprijs te stellen. Maar nog altijd geloven sommigen van ons, dat menselijke wezens zonder de vrijheid niet volkomen menselijk kunnen worden en dat dus de vrijheid van deallerhoogste waarde is. Misschien zijn de krachten, die nu de vrijheid bedreigen, te sterkom nog heel lang te kunnen worden weerstaan. Desondanks is het onze plicht alles in hetwerk te stellen om ze te weerstaan.”
Noten
1 Huxley A: Brave New World, Doubleday, Doran & Co, New York, 1932 (Ned. vertaling oorspronkelijk door J. Kooy: Het Soma-Paradijs (1934), Uitgeversmij Contact, Amsterdam, 1934; later opnieuw vertaald door M. Mok: Heerlijke nieuwe wereld, Contact, Amsterdam,1956; nadien nog vertaald door P. Moody en uitgegeven bij Meulenhoff, Amsterdam, en ook bij Rainbow, Amsterdam)
2 Dekeyser M: 1984. Krijgen Orwell en Huxley gelijk? Lannoo, Tielt/Weesp, 1984
3 In de oorspronkelijk Engelse versie wordt gesproken van freemartins. Het begrip wordt sinds 1651 gebruikt om vrouwelijke koeien aan te geven met meer of minder uitgesprokenmannelijke kenmerken, die onvruchtbaar zijn. In Nederland wordt hiervoor meestal het begrip kwee(n) gebruikt.
4 Meckier J: ‘Aldous Huxley’s Americanization of the Brave New World; Typescript’. Twentieth Century Literature 48 (4): 427-460, 2002 (https://doi.org/10.2307/3176042)
5 In de oorspronkelijke Engelse versie:
“Ford, we are twelve; oh, make us one,
Like drops within the Social River,
Oh, make us now together run
As swiftly as thy shining Flivver.”
In de Nederlandse vertaling van Mok is hier vanwege het rijm gekozen voor ‘slee’, hoewel debetekenis van Flivver anders is. Het is een goedkope, slecht onderhouden auto. Inderdaad een rammelbak zoals op andere plaatsen in de vertaling te vinden is.
6 Meckier J: A Neglected Huxley “Preface”: His Earliest Synopsis of Brave New World. Twentieth Century Literature 25 (1): 1-20, 1979 (https://doi.org/10.2307/441397)
7 “Smolarski’s letter, I think, may be read in the context of the ideological cold war that was being waged in post-war, communist Poland.” In: Moroz G: ‘Brave New World, Intertextuality and Mieczysław Smolarski. CrossRoads, A Journal of English Studies, 18: 8-17, 2017 (doi:10.15290/cr.2017.18.3.01)
8 Souvestre É: Le Monde Tel Qu’il Sera. W. Cocquebert, Parijs 1846 (Enkele malen herdrukt. Recent bij L’Échappée, Parijs, 2014). (Engelse vertaling Margaret Clarke: The World as It Shall Be. Weslyan University Press, Middletown, USA, 2004)
9 Clarke I.F: Introduction. In bovengenoemde Engelse vertaling (noot 8).
10 https://dystopischeliteratur.wordpress.com/2011/07/26/aldous-huxley-brave-new-word/
11 De titel van de eerste Nederlandse vertaling.
12 Huxley A: Science, Liberty and Peace. Harper & Brothers, New York, 1946 (Ned. vertaling C. Jongens: Wetenschap, Vrijheid en Vrede, Servire, Den Haag, 1947)
13 Huxley A: Island, Harper & Row, New York, 1962 (Ned. vertaling J. Vandenbergh: Eiland, Atlas Contact, Amsterdam, 1972
14 Huxley A: Brave New World Revisited, Harper & Brothers, New York, 1958 (Ned. vertaling C. de Dood: Weerzien met mijn nieuwe wereld. A. J. G. Strengholt’s Uitgeversmaatschappij n.v., Amsterdam, 1958)
15 Ransijn P: Elitetheorie. Deel 2B, Charles Wright Mills: The Power Elite. Civis Mundi 102, https://www.civismundi.nl/?p=artikel&aid=6082
16 Brunner Th: Systemmacht und wissenschaftlicher Reduktionismus. Der Philosoph Aldous Huxley und die Gegenwart. Die Drei 92 (1): 41-50, 2022
17 Hieruit blijkt dat het boek van Dekeyser al wat ouder is. Vandaag zijn het de streamingdiensten en dergelijke.
18 https://www.huxley.net/ah/brave-new-world.mp4
19 Atwood M: ‘Everybody is happy now’. The Guardian, 17 november 2007
(https://www.theguardian.com/books/2007/nov/17/classics.margaretatwood)
20 In veel dystopische romans speelt geluk een (belangrijke) rol. En niet alleen daar. Het is een onderzoeksthema aan diverse universiteiten. Een fraai historisch overzicht van ons streven naar, ons najagen van geluk is te vinden bij Darrin McMahon in zijn The PURSUIT of HAPPINESS: A History from the Greeks to the Present (Allen Lane, Londen, 2006)