Informatiemacht versus democratie

Civis Mundi Digitaal #130

door Herman Hümmels

Bespreking van Byung-Chul Han, Infocratie, Digitalisering en de crisis van de democratie. Uitg. Ten Have, oktober 2022.

 

Byung-Chul Han is een Koreaans-Duitse filosoof. Hij is hoogleraar aan de universiteit voor de Kunsten in Berlijn. Het boekje is tot stand gekomen in samenwerking met het digitale platform De Nieuwe Wereld.

Informatieregime
‘Informatieregime’ is een heerschappijvorm waarin informatie en de verwerking ervan overheerst. Er wordt gebruik gemaakt van algoritmen en kunstmatige intelligentie, communicatie en netwerkvorming. Op verstrekkende wijze is het bepalend voor de sociale, economische en politieke processen.
In zo’n regime worden geen lichamen (arbeid) en energiebronnen uitgebuit, maar informatiestromen en data. Beslissend voor het verkrijgen van macht is niet het eigendom van productiemiddelen, maar het bezitten van (de toegang tot) informatie. Deze toegang wordt ingezet voor psychopolitieke surveillance, voor sturing en voorspelling van gedrag, en is gekoppeld aan het industriële kapitalisme. Iemand die onderworpen is aan het informatieregime hoeft niet gehoorzaam te zijn zoals het geval is als het om het verrichten van lichamelijke arbeid gaat. Hij voelt zich eerder vrij, authentiek en creatief. Het maakt biopolitieke disciplinering (lichamelijk, dwang, dressuur, isolering, hiërarchisering) verouderd. Digitalisering maakt zich, door middel van psychopolitiek, vrij van de disciplineringsmacht, die het africhten voor de arbeidsmachine tot doel had. Het informatieregime maakt zich meester van de psyche.

Disciplineringsregime
Binnen het klassieke disciplineringsregime is het schouwspel essentieel. “De macht presenteert zich met theatrale glans. Sterker nog, het is de glans die haar legitimeert. Ceremonies en symbolen van de macht stabiliseren de heerschappij.[…] De lichamelijke foltering wordt publiekelijk te kijk gezet […] Het publieke domein is de bühne.” (p10) In tegenstelling tot het klassieke regime is het moderne disciplineringsregime geen maatschappij van het schouwspel, het is een surveillance maatschappij, waarbij de overheid het recht heeft om alle middelen en technieken voor toezicht en bewaking in te zetten. Mensen zijn gevangen in een panoptische machine. “De disciplineringsmacht maakt zichzelf onzichtbaar, terwijl ze de onderdanen een permanente zichtbaarheid opdringt.” (p11) Het neoliberale informatiekapitalisme heeft zich deze machtstechnieken toegeëigend.
“Discipline, toezicht en straf, die kenmerkend zijn voor Foucaults disciplineringsregime, maken plaats voor motiveren en optimaliseren. In het neoliberale informatieregime doet de heerschappij zich voor als vrijheid, communicatie en community.” (p16)

Gedragsprofielen
Het informatieregime maakt zich meester van de mensen door gedragsprofielen van hen op te stellen via ‘big data’, algoritmen en kunstmatige intelligentie. Doel: ons gedrag veranderen door beïnvloeding van onze psychische laag die zich onder de drempel van het bewustzijn bevindt. De macht van de heersende klasse ontstaat door het bezit van informatie.

Telecratie
We leven in een democratie, wordt ons voorgehouden, maar is dit ook zo? Han stelt, dat door de opkomst van de nieuwe media ons gedrag steeds meer beïnvloed wordt door techniek en door de tactieken die daarop gebaseerd zijn.
Tijdens de opkomst van de democratie was ‘het boek’ een doorslaggevend medium. Zonder boeken was de Verlichting ondenkbaar. Het boek versnelde de verspreiding van kennis en meningen en maakte het bereik groter. De volgende stap was de opkomst van de televisie: er vond een omslag plaats van leescultuur naar beeldcultuur.
“De elektronische massamedia richten het door de boekcultuur bepaalde rationele discours te gronde. Zij creëren een mediacratie. […] Op grond van hun amfitheatrale architectuur zijn de ontvangers tot passiviteit veroordeeld.” (p24) Televisiepubliek loopt het gevaar tot onmondigheid te vervallen. Ook de politiek wordt erdoor beheerst. Infotainment leidt tot verval van het menselijk oordeelsvermogen. Democratie werd vervangen door telecratie en theatrocratie; het ging niet meer om argumenten maar om performance.

Infocratie

Sinds een aantal jaren zien we de opkomst van de infocratie: het world wide web verandert het informatieregime. Door de smartphone verdwijnen we steeds meer in gesloten informatiebubbels en echokamers: afgesloten netwerkjes met hun eigen waarheid; het contact met een wijdere gemeenschap verdwijnt. “De digitale real-time-democratie is een presentie-democratie. Zij maakt van de smartphone een mobiel parlement, dat overal en vierentwintig uur per dag debatteert.” (p41/2)
Disciplinering maakt plaats voor ongebonden vrijheid. “Informatie heeft een buitengewoon korte actualiteitsspanne. Zij mist tijdsstabiliteit.” (p30) De tijd die rationaliteit nodig heeft, komt in de verdrukking. We hebben domweg geen tijd meer om rationeel te handelen. We geven computers steeds meer het heft in handen. Het internet maakt razendsnelle netwerkvorming mogelijk waarin eigen waarheden hoogtij vieren. Mensen staan constitutief (steeds weer opnieuw vaststellend) in het leven (vroeger discursief - redenerend, lineair denkend)).

Microtargeting
“Microtargeting is een vorm van adverteren waarbij op basis van data een zeer specifieke doelgroep wordt geselecteerd. Dit kan betekenen dat een advertentie alleen aan een bepaalde groep vertoond wordt, maar ook dat de ene gebruiker een net wat andere versie van dezelfde advertentie krijgt dan de andere. Het gebruik ervan voor politieke campagnes is controversieel.” (Wikipedia) “Uitgaande van psychogrammen van kiezers worden gepersonaliseerde reclameboodschappen aan de sociale media toegespeeld.” (p 33/4) Microtargeting wordt gebruikt om het consumentengedrag, zowel als het kiezersgedrag bij politieke verkiezingen, te beïnvloeden.

Fakenews
De razendsnelle mogelijkheid tot netwerkvorming maakt dat nepnieuws een eigen leven kan gaan leiden, wat in een telecratie nog niet het geval was. “De televisie moge dan het rijk van schijn zijn, daarom is het nog geen fabriek van fakenieuws. […] Pas de digitale netwerkvorming creëert de structurele voorwaarde voor een infocratische verwerping van de democratie. […] Het gaat er Trump niet om een goede performance te leveren. Hij voert eerder een onverbiddelijke informatieoorlog.” (p35/6) De wereld draait steeds meer om memen (beelden, ideeën) die zich in razendsnel voortplanten, zoals zich dit evolutionair en veel langzamer afspeelt volgens het model van de genen.

Communicatie
“De toenemende atomisering en narcistische individualisering van de maatschappij maakt ons doof voor de stem van de ander.” (p48) Het niet luisteren naar de ander veroorzaakt een crisis in de democratie. Door de globalisering vervallen culturele contexten en verbanden die ons verankeren in een gemeenschappelijke leefwereld. We maken onze eigen wereld. “De als ondeelbaar waargenomen horizon is aan een radicaal fragmenteringsproces onderworpen. […] Complottheorieën zijn bijzonder geschikt voor de vorming van tribalistische biotopen op het internet.” (p49/50)
Naarmate de dimensie van de ander verdwijnt is de communicatie minder discursief (we luisteren niet meer naar de ander) en maakt plaats voor identiteitsoorlogen. Informatie valt uiteen in data. Dataïsten vinden dat het communicatieve handelen uit de tijd is. De informatie is zo omvangrijk dat mensen het niet kunnen overzien, computers zijn daar beter in. “Uit dataïstisch oogpunt zal de partijdemocratie in de nabije toekomst niet meer bestaan. Zij maakt plaats voor infocratie als digitale postdemocratie.” (p60)

Waarheid
“De digitale orde schaft over de hele linie de stabiliteit van het factische (de stabiliteit van het zijn) af, doordat ze de maakbaarheid totaliseert. […] Digitaliteit staat diametraal tegenover facticiteit. Digitalisering zwakt het bewustzijn van het gegevene, van de feiten, het realiteitsbesef zelf, af.” (p78)
“De crisis van de waarheid is altijd een crisis van de maatschappij. […] Alle menselijke waarden worden tegenwoordig geëconomiseerd en gecommercialiseerd. […] De waar vervangt het ware. Informatie of data alleen werpen geen licht op de wereld. Hun wezen is transparantie. Licht en duister zijn geen eigenschappen van informatie. […] Het einde van de grote verhalen, dat de postmoderniteit inluidt, bereikt zijn hoogtepunt in de informatiemaatschappij. Verhalen vallen uiteen tot informatie overblijft.” (p81/2) 

Conclusie
Byung-Chul Han maakt een diepgaande analyse van de transitie naar een maatschappij waarin computers steeds meer aangestuurd worden door algoritmen en kunstmatige intelligentie. Computergestuurde dataverwerking en surveillance technieken hebben een ogenschijnlijk onontkoombare invloed op ons menselijk gedrag en onze onderlinge communicatie. Daarbij komen onder andere filosofen als Rousseau, Foucault, Arendt en Habermas in Han’s verhaal voor, ter ondersteuning (of ter legitimatie?). Han zet op een mooie manier de communicatieve communicatie tegenover de behavioristische dataïsten (de dataïsten verheugen zich op het einde van de mens als mens). De toekomst is aan ons.