Civis Mundi Digitaal #148
Bespreking van Ferdinand Debats, De verborgen verlosser. Aspekt, 2023.
In het Vooraf van het boek maakt Ferdinand Debats, voormalig huisarts en homeopathisch arts, duidelijk dat de coronapandemie bij hem meer vragen opriep dan antwoorden. Derhalve startte hij zijn zoektocht, die tot zijn boek leidde. Het is een kloek werk geworden, ruim 370 pagina’s, in vier delen en twaalf hoofdstukken.
Besmettingen
Deel 1 begint, zoals alle hoofdstukken, voorafgaand met Kernpunten. Hierin schudt de auteur ons alvast wakker. Ik citeer slechts de eerste: “er is geen deugdelijk wetenschappelijk bewijs en ook zijn er geen aanwijzingen in de praktijk dat de besmettingstheorie met de werkelijkheid overeenstemt.” Met deze uitspraak zet de auteur het gangbare geneeskundige model, stammend uit de tweede helft van de negentiende eeuw, bij het oud vuil. Dat is nogal wat. Voor een nieuw paradigma moet hij goede argumenten hebben. En dan nog heeft het weinig kans van slagen, zoals Thomas Kuhn al in de zestiger jaren duidelijk heeft gemaakt in zijn The Structure of Scientific Revolutions[1].
De auteur probeert vervolgens duidelijk te maken dat er geen bewijs bestaat dat er ziekten bestaan die veroorzaakt worden door bacteriën of virussen. Hij beroept zich daarbij op enkele (zeer) oude publicaties, die in de wetenschappelijke wereld als obsoleet worden beschouwd. Dat hij zich daarnaast beroept op het boek Virus Mania[2] maakt de argumentatie niet sterker.
Hij komt beter beslagen ten ijs, wanneer hij op de rol van exosomen wijst[3]. Dat deze een rol kunnen spelen bij virale infecties wordt in de literatuur ook onderkend. In Deel 2 komt hij er uitvoeriger op terug. Toch is ook daar zijn gebruik van een artikel over dit thema erg selectief. De conclusies van het artikel duiden weliswaar op de door hem aangeduide moeilijkheid exosomen en virussen te onderscheiden, maar onderschrijven niet dat virussen niet bestaan. Daar komen we op terug.
Vervolgens laat hij op basis van beperkt literatuuronderzoek – hij baseert zich voornamelijk op het boek The Invisible Rainbow. A History of Electricity and Life van Arthur Firstenberg[4] – zien dat er een relatie in de tijd zou kunnen bestaan tussen het optreden van epidemieën en externe gebeurtenissen, die elektromagnetische velden veranderen. Het gaat dan om kometen die in de buurt van de aarde komen, veranderingen in de zonneactiviteit, de introductie van elektriciteit, telegrafie, radiocommunicatie, radar, satelietverstoring van de ionosfeer, mobiele telefonie en recent 5G. Voor zover deze relatie bestaat, waarbij soms het startpunt van de gebeurtenis bepalend is, dan weer de periode of ook de kwantiteit – bijvoorbeeld de forse toename in het gebruik van stralingsbronnen, is er sprake van parallel lopen van gebeurtenissen. De causaliteit van deze relatie is met de beschikbare gegevens geenszins aangetoond. Ook ontbreekt een relevante verklaring. Een volgende bron van ziekten ziet hij, niet geheel ten onrechte, in het gebruik van gif, zoals glyfosaat. Ook nano-deeltjes hebben zijn interesse.
Deze mengeling van in zijn ogen afdoende verklaringen voor veel ziekten, waarbij de huidige wetenschap andere opvattingen huldigt, zonder dat er adequate argumentatie voor een groot deel van zijn beweringen in zijn boek voorkomt, maakt zijn boodschap er niet overtuigender op. Ook zijn mededeling betreffende het Kaposisarcoom[5], dat een samenhang zou vertonen met het gebruik van zogenaamde poppers[6] en intussen niet meer voor zou komen daar deze poppers in onbruik geraakt zijn, raakt kant nog wal. Een simpele zoektocht naar relevante literatuur had hem geleerd dat het Kaposisarcoom ook in de westerse wereld nog steeds voorkomt – in verschillende verschijningsvormen – en niet alleen bij seksueel actieve homoseksuele jonge mannen[7]. Dit alles leidt op z’n minst tot vraagtekens over de onderbouwing!
Deel 1 eindigt met een kritische opmerking over het materialistische mensbeeld van de geneeskunde. Hier ontbreekt een literatuurverwijzing, hoewel die gemakkelijk te vinden zijn. Bijvoorbeeld: Wim van der Steen, bij leven hoogleraar biologie en filosofie, en Paul Thung, bij leven hoogleraar geneeskunde, leveren in hun boek[8] de nodige kritische kanttekeningen bij het vigerende mensbeeld. Een citaat: “zowel leken als professionals zijn vooringenomen en hebben uitsluitend op het lichaam gerichte opvattingen.” Ook Annemarie Mol, hoogleraar antropologie van het lichaam, wijst erop[9] dat het lichaam als een object van de techniek hier telt, het lichaam “als ding in het laboratorium.” In mijn artikel in CM 99 over Nieuwe wegen in de gezondheidszorg is hierover meer te vinden.
Mensbeeld?
In deel 2 eerst weer de Kernpunten. Een citaat: “een materialistisch mens- en wereldbeeld als verklaringsmodel […] is een naïeve simplificatie van de werkelijkheid.” Duidelijk is dat de auteur ingaat op het verklaringsmodel van onze werkelijkheid. We verlaten de geneeskunde als zodanig. Hij baseert zijn opvattingen grotendeels op Carl Gustav Jung. Uiteindelijk gaat het hem hier om Zelfverwezenlijking, als “het mogelijk maken van nog niet gemanifesteerde werkelijkheid.” Hij gebruikt grote woorden, zonder dat overal duidelijk is waarom en hoe dit geduid moet worden. Soms klinkt het als een roepen, zonder te weten waarom. Interessant is zijn opvatting over de onvoltooide kosmos – waarom deze onvoltooid is wordt niet duidelijk – die de mens nodig heeft als co-creator.
In de Kernpunten zegt hij verder: “de mens als deelnemer aan de kosmos realiseert – door zichzelf te verwezenlijken – niet alleen de voortgang van het eigen individuele bewustzijn, maar ook het voortschrijden van de mensheid.” Er volgt een uitstapje naar de opvattingen van Carl Gustav Jung en hoe de werkelijkheid te benaderen. Hier had hij goed gebruik kunnen maken van vele elementen uit de oosterse filosofie. In diverse artikelen in CM over Teilhard de Chardin, kosmisch bewustzijn, de Veda’s en de vedantafilosofie, enz., heeft Piet Ransijn hier steeds weer op gewezen.
Ook is er nog een opstapje naar een ander begrip van ziekte.
Het is bij Debats een weerstand, die overwonnen worden moet, een weerstand die een zinvolle functie vervult bij de zelfverwerkelijking. Het is jammer dat hij hier niet reflecteert over de opvattingen van anderen, die eveneens de definitie van het WHO als te eenzijdig zien. Bij bijvoorbeeld Machteld Huber[10] of Meikirch[11] zijn interessante andere voorstellingen van ziekte te vinden, waarbij zingeving een rol speelt. Ook het salutogenese-model van Antonovsky[12] biedt nieuwe inzichten.
Wetenschap
In Deel 3 komt de wetenschap aan de orde. Ook hier in de Kernpunten meteen duidelijkheid. “Virologie berust op een verzameling aannames en onbewezen stellingen en is derhalve geen wetenschap.”
Het is een lang deel en bestaat uit vijf hoofdstukken. Het voert hier te ver op alle onderdelen in te gaan. Hij probeert uiteen te zetten hoe er naar wetenschap gekeken kan worden in de hoofdstukken analytisch denken en synthetisch denken. Hier komen vele bekende gedachten voorbij. Anderzijds draaft de auteur ook hier weer door, wanneer het ineens, zonder enige logica, weer over epidemieën gaat en dus ook over COVID-19. Mogelijke relaties of synchrone gebeurtenissen worden verward met causaliteit.
Het hoofdstuk Klinisch denken bevat zowel boeiende overwegingen als ook ideeen waarvan je je kunt afvragen welke waarde deze hebben. Dan weer kritiekloze beschrijvingen van therapieën waar minstens vraagtekens op zijn plaats zouden.
In hoofdstuk 8, Scheppen in vrijheid, gaat de auteur onder meer in op ideeën van Henri Bergson. Debats komt tot de conclusie dat Bergson “een systeemdenker avant la lettre is.” Hij benut dit om verder duidelijk te maken dat “alles in de kosmos een zinvolle plek heeft.” Ziekten dus ook! “De ontwikkeling van de kosmos is kennelijk niet mogelijk zonder ziekte.” Nu komt hij terug op het ziektebegrip. Voor hem is mens-zijn een proces in de tijd. Hij neemt afstand van het ding-karakter van de huidige geneeskunde. Ziekten horen bij de ontwikkeling van de mens.
Zijn conclusie is dan ook dat “medische interventies niet symptomen moeten bestrijden, maar dat genezen bestaat uit het faciliteren van ziekteprocessen.” Vervolgens postuleert hij opnieuw ziekte als weerstand, die overwonnen moet worden. Ook hier zou een reflectie op bovengenoemde andere ziektebegrippen op zijn plaats zijn geweest en beter passend in de moderne denkwijze over ziekte en gezondheid, eveneens rekening houdend met een begrip als integratieve gezondheidszorg. In dit hoofdstuk zijn vervolgens uitspraken te vinden die op zich ook in de moderne geneeskunde hun plek hebben. Debats gebruikt ze echter om kritiek te hebben. Enkele voorbeelden, zonder al te letterlijk te citeren:
Geneeskunde heeft het karakter van het toepassen van kennis. Therapeutisch handelen vindt plaats in de context van een intermenselijke relatie. Het is een door mededogen gekenmerkte, helpende relatie die creatief van aard is. De vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft een sacraal karakter. Tot de context van medisch handelen behoren het wereldbeeld en de mensopvatting van behandelaar en hulpvrager. Tot zover. Het is jammer dat hij hier voorbijgaat aan auteurs als Illich, Kuiper, Desmet, Baart en Vosman – op de eerste na allen Nederlandstalige auteurs – die op dezelfde elementen wijzen. Echter uitvoeriger en beter geargumenteerd dan door Debats.
Virologie
Vervolgens komt er een hoofdstuk over Virologie en wetenschap. De auteur voert ons door vele gedachten, experimenten en opvattingen om duidelijk te maken dat er geen bewijs is dat virussen bestaan. Ze kunnen dan ook geen ziekten veroorzaken. Hij keert hiermee terug op zijn stellingname in Deel 1. De door Debats gebruikte argumentatie deugt echter niet. In de eerste plaats gaat hij ruim in op de onderzoekingen en opvattingen van Stefan Lanka, een controversiële Duitse bioloog, die ontkent dat er virussen bestaan. Dit deel van de tekst sluit met de mededeling dat Lanka een fors geldbedrag had uitgeloofd aan de persoon die zou kunnen aantonen dat virussen wel bestaan en dat dit niemand tot nu toe is gelukt. Het geldbedrag is – ook na rechtszaken – nooit uitgekeerd. Debats gebruikt het als bewijs voor de juistheid van Lanka’s opvattingen. Bij nader onderzoek – internet is geduldig – blijkt de situatie anders te zijn[13].
Een tweede bewijsvoering aan de hand van een artikel van Nobelprijswinnaar John Franklin Enders en zijn collega Thomas Peebles[14] zou aantonen dat de gebruikte onderzoeksprocedure de beschreven veranderingen veroorzaakt en niet het virusmateriaal. Merkwaardig is dat Debats citaten uit het artikel opneemt die zijn gelijk zouden moeten bewijzen, terwijl hij de voorzichtige conclusie van de auteurs, een conclusie die anders luidt, negeert.
Een derde voorbeeld is het noemen van tijdschrifttitels die zouden suggereren dat virussen wellicht niet bestaan. Daarbij verwijst Debats onder meer naar het artikel met de titel Extracellular vesicles and viruses: Are they close relatives? Bij lezing blijkt dat de auteurs haarfijn uitleggen hoe deze titel bedoeld is. Het artikel concludeert ook zeker niet dat virussen niet bestaan[15]. Integendeel.
Een laatste voorbeeld – in het boek zijn er meer te vinden. Debats citeert uit een artikel in Viruses uit 2020[16], hetgeen hierboven ook al kort aan de orde was. Uit het citaat leidt hij af dat virussen niet van exosomen onderscheiden kunnen worden. Derhalve vraagt hij zich of hoe je dan kunt weten dat je virussen ziet onder de elektronenmicroscoop. In het artikel is het vraagstuk van het onderscheid slechts een korte opmerking, die verder geheel en al niet geproblematiseerd wordt. De auteurs wijzen op literatuur waar geargumenteerd wordt dat virussen en exosomen op elkaar lijken en in bepaalde opzichten wellicht aan elkaar verwant zouden kunnen zijn. In hun conclusie is dit slechts één zin, terwijl het verder over volledig andere zaken gaat. Wel achten zij nader onderzoek gewenst.
Deze voorbeelden laten zien dat Debats slechts één conclusie – virussen bestaan niet – wil blijven trekken.
Hij eindigt dit hoofdstuk via een omweg met commentaar op het transhumanisme.
Ideologie
In deel 4 gaat het vooral over ideologie. Drie citaten uit de Kernpunten: “vaccineren is een obsolete techniek.” Verder: “Ideologieën zijn ideeënstelsels die het verband met de werkelijkheid zijn kwijtgeraakt.” De derde:” het geheim van de dictator is […] het creëren van het verlangen naar de verlosser.”
Niet verbazingwekkend begint het hoofdstuk 10 hier met vaccineren. Het heet een “historisch misverstand”. De auteur begint met uitleg over epidemiologie en citeert Jan Vandenbroucke, voormalig hoogleraar epidemiologie uit Leiden. Ook hier weer een citaat dat geen recht doet aan de teneur van het artikel, waarmee Debats niet alleen Jan Vandebroucke tekortdoet, maar ook het vakgebied epidemiologie. Vervolgens komt er een exposé over de humoraalpathologie en kritiek op het gebruik van statistische methoden. Het leidt tot te badinerende en cynische opmerkingen, zoals: “het advies om vette vis te eten omdat het goed zou zijn voor hart- en bloedvaten gaat voorbij aan het gegeven dat vis niet goed is voor mensen die geen vis lusten.”
Debats slaat volledig de plank mis wanneer hij over mazelenvaccinatie schrijft. Hij gebruikt daarvoor ondeugdelijke literatuur, waarin de afname van sterfte aan mazelen in de Verenigde Staten voordat vaccins beschikbaar waren, gebruikt wordt als criterium voor het niet nodig zijn van vaccinaties dan wel het ongeschikt zijn van vaccinaties. Helaas voor hem is de situatie niet zo eenduidig. De sterfte aan mazelen hangt van vele factoren af, zoals de gezondheidstoestand voor het uitbreken van de ziekte, de behandelmogelijkheden, hygiëne etc. In de door hem geciteerde literatuur wordt hieraan voorbijgegaan.
De daling in sterfte vindt plaats in een periode waarin de levensomstandigheden van vele mensen verbeterden, maar ook doordat behandelmogelijkheden ontstonden. Van groter belang dan de sterftecijfers voor het bepalen van de effecten van de vaccinatie zijn de incidentiecijfers. Het aantal met mazelen besmette personen daalde pas na de introductie van de vaccinaties. En zo zijn er meer kanttekeningen te plaatsen bij het door hem geciteerde boek. Ook bij andere voorbeelden gaat hij geheel en al voorbij aan de incidentie van infectieziekten als maat voor het effect van vaccinaties. Het doel van vaccineren is de ziekte voorkomen, voor zover mogelijk, maar op z’n minst ervoor te zorgen dat deze minder ernstig verloopt en geen (ernstige) naweeën kent. Dit blijft het doel, ook al was de sterfte voordien al tot vrijwel nul gedaald.
Vervolgens besluit hij het hoofdstuk met een lang verhaal waarom zijns inziens vaccinaties meer schade berokkenen dan goed doen, waarbij hij wel op de overweldigende hoeveelheid al dan niet beschreven opvattingen wijst die zijn gelijk zou bevestigen, maar geen enkele relevante verwijzing naar wetenschappelijke literatuur. Tevens haalt hij literatuur aan die niet in verband staat met de claim dat vaccinaties schade veroorzaken.
In hoofdstuk 11 gaat het uiteindelijk over ideologie. Debats houdt een ellenlang verhaal, met diverse uitstapjes in andere richtingen, om te eindigen met “geneeskunde als ideologie” en “virologie als ideologie”. Hierin vermengt hij erkende opvattingen over ideologie met marketing, propaganda en totalitarisme. Opmerkelijk is dat hij aangeeft zich te generen te zeggen dat hij arts is (feitelijk was) vanwege de ideologie en het bankroet van de geneeskunde zoals die op dit moment bestaat.
Het boek sluit met een verwarrend hoofdstuk Geen woord voor ‘God’, waarin aan het einde de strijd tussen goed en kwaad aan de orde komt.
De laatste zin, een vraag die Debats, zoals hij zelf zegt stelt, behorend tot de dwazen uit het bekende gezegde over dwazen en wijzen[17], in het ultrakorte Nawoord luidt: “Hoe komt het toch dat de mensen het leven willen doorgronden in plaats van het in dankbaarheid te aanvaarden?”
Bespreking
De achterkant van De verborgen verlosser begint met de mededeling dat de auteur op de relatie tussen geneeskunde en politieke besluitvorming reflecteert. Bij lezing van het boek gaat het over veel meer. De bovenstaande kritische kanttekeningen laten onverlet dat Debats duidelijk maakt hoe begaan hij is met zijn patiënten en hun problemen. Zijn kritische noten bij de ontwikkeling van de vigerende medisch-technische geneeskunde zijn op punten terecht en niet te weerspreken. Helaas worden ze afgewisseld met uit hun context gehaalde citaten en veel aandacht voor eenzijdige kritische commentaren – zonder goede onderbouwing – op deze geneeskunde. Zijn kritiek valt op deze manier in het water. Ook doen zijn niet beargumenteerde uitspraken het boek geen goed. Daarnaast zijn er de verwarrende kronkelwegen en uitwaaieringen, die een helder betoog verhinderen.
Wat hij bedoelde te bereiken met zijn boek en wat hij ook uitdraagt in enkele interviews staat in enkele zinnen op de achterkant van zijn boek. “We zijn toe aan een niet-materialistische visie op menselijk leven en ziekte.” Hierin staat hij niet alleen in zoverre dat er ook anderen[18] zijn die wijzen op de beperkingen van het vigerende mens- en wereldbeeld[19]. Hij gaat verder, “in dit boek wordt een aanschouwelijk model hiertoe ontwikkeld en tevens wordt de vraag gesteld: ”Hoe kunnen wij ons in de omwenteling naar een hernieuwde wereldorde staande houden tegenover totalitaristische en eugenetische ideologieën van losgeslagen geld-en-macht-bezitters?”
Enerzijds wijst hij op de rol die de mens in zijn ogen heeft in de evolutie en anderzijds komen Bill Gates en anderen, alsmede ook het World Economic Forum (WEF) en Big Pharma voorbij. Debats’ kritische bemerkingen bij deze laatsten passen in de opvattingen die veel gehuldigd werden door tegenstanders van de maatregelen in de coronapandemie. Debats hoorde daar ook toe. Helaas blijft hij hier ongenuanceerd, terwijl er zeker kritische opmerkingen te plaatsen zijn bij de opvattingen en het gedrag van Bill Gates en anderen, als mede ook bij WEF en Big Pharma.
De achterpagina sluit af met: “Laten we onze vrijheid claimen en als co-creator bijdragen aan de vervolmaking van de schepping.” Een thema dat ook in het boek op verschillende plekken aan de orde wordt gesteld. Hier is niets op tegen, maar deze opvatting had een betere onderbouwing verdiend. Het gaat nu te veel uit van de gedachte dat het nu eenmaal zo is en niet anders. Het is Debats’ waarheid.
Tot slot
Al met al een boek dat met een aantal terechte vragen begint, maar dan verdrinkt in alle mogelijke verklaringen, waartussen geprobeerd wordt een samenhang aan te brengen. Dit lukt nauwelijks. Met de daarbij boven aangetoonde onvolkomenheden, eenzijdigheden en al te gemakkelijke conclusies zonder adequate argumentatie en de uitwaaierende en meanderende tekst blijft de indruk van een onvolkomen en weinig consistent boek hangen.
Noten
[1] Kuhn Th: The Structure of Scientific Revolutions. (3edruk). University of Chicago Press, Chicago, 1996.
[2] Virus Wahn verscheen voor het eerst in 2006. Tijdens de coronapandemie werd een bijgewerkte, engelstalige versie populair. Engelbrecht Th., Köhnlein C: Virus Mania: Corona/COVID-19, Measles, Swine Flu, Cervical Cancer, Avian Flu, SARS, BSE, Hepatitis C, AIDS, Polio. How the Medical Industry Continually Invents Epidemics, Making Billion-Dollar Profits At Our Expense. BoD, Norderstedt, 2020
[3] Exosomen zijn extracellulaire blaasjes die vrijkomen uit bepaalde lichaamscellen, in ieder geval uit cellen van het immuunsysteem. Ze worden onder niet geheel duidelijke omstandigheden intracellulair gevormd en dan vrijgelaten. Hun functie is niet geheel opgehelderd, maar voor een deel is duidelijk dat ze een rol spelen in vormen van informatie-overdracht. Er moet nog veel onderzoek naar gedaan worden. De belangstelling hiervoor groeit sinds ongeveer 25 jaar, hoewel de exosomen zo’n zestig jaar geleden al ontdekt zijn. Zie bv: Edgar, J.R. Q&A: What are exosomes, exactly? BMC Biol 14, 46, 2016 (https://doi.org/10.1186/s12915-016-0268-z)
[4] Firstenberg A.R: The Invisible Rainbow. A History of Electricity and Life. Chelsea Green Publ., New York, 2020
[5] Het Kaposisarcoom is een zeldzame vorm van kanker, die uitgaat van de cellen die de binnenbekleding van de bloedvaten vormen. Er bestaat een duidelijke samenhang met HIV-infecties, maar ook met verminderde immuun afweer door behandelingen die de afweer onderdrukken.
[6] Poppers zijn verslavende middelen, die een kleine roes veroorzaken. Ze werden vooral in homoseksuele kringen gebruikt. Ze zijn sinds 2003 in Nederland verboden. Zie: Marcucci A: Poppers, wat is het en wat zijn de risico’s? Afkickkliniekinfo, 15 januari 2024 (https://www.afkickkliniekinfo.nl/drugsverslaving/poppers/)
[7] Grabar S., Costagliola D: Epidemiology of Kaposi’s Sarcoma. Cancers (Basel). 13 (22):5692, 2021 (doi: 10.3390/cancers13225692)
[8] Steen W.J. van der, Thung P.J: Faces of Medicine. A Philosophical Study. Kluwer, Dordrecht, 1988
[9] Mol A: De burger en het lichaam. Socrateslezing 2002, Humanistiek 16, 2003
[10] Zie: https://www.iph.nl/positieve-gezondheid/wat-is-het/
[11] Zie: https://meikirch-modell.ch/en/model/
[12] Zie o.a: Vaandrager, L. Een salutogene visie op gezondheid. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen 91 (3): 136, 2013. 10.1007/s12508-013-0048-x.
[13] Wat blijkt? Nadat er zich iemand had gemeld met enkele artikelen, stelde Lanka vast dat het bewijs ten enenmale ontbrak. De nadien hierover gevoerde rechtszaak verloor Lanka in eerste instantie. In hoger beroep werd hij op een juridisch spitsvondige wijze in het gelijk gesteld. Kort door de bocht, het zeer uitvoerig gedocumenteerde en beargumenteerde vonnis, wijst erop dat de uitloving van het bedrag spreekt over een artikel, terwijl er door de respondent meerdere artikelen waren ingezonden om gemeenschappelijk als bewijs gebruiken. Op z’n minst spitsvondig te noemen is nu de interpretatie van het lidwoord. De rechtbank las een als één en dus waren meerdere artikelen in gezamenlijkheid niet toegelaten. Lanka hoefde dus niet te betalen, hoewel in een expert-opinie genoegzaam was verklaard dat alle artikelen tezamen bewezen wat Lanka ontkende, nl. virussen bestaan. Op de website van het OberlandesGericht (OLG) Stuttgart is de uitspraak te vinden: Urteil vom 16.02.2016 (https://openjur.de/u/892340.html). Het is welhaast onvermijdelijk dat Lanka nu stelt dat hij gelijk heeft gekregen van de rechtbank en dat virussen dus niet bestaan.
[14] Enders JF, Peebles TC. Propagation in Tissue Cultures of Cytopathogenic Agents from Patients with Measles. Proceedings of the Society for Experimental Biology and Medicine. 86 (2):277-286, 1954 (doi:10.3181/00379727-86-21073)
[15] Nolte-’t Hoen E. et al: Extracellular vesicles and viruses: Are they close relatives? Proc Natl Acad Sci U S A. 113 (33): 9155-61, 2016 (doi: 10.1073/pnas.1605146113)
[16] Giannessi F. et al: The Role of Extracellular Vesicles as Allies of HIV, HCV and SARS Viruses. Viruses. 12 (5): 571-593, 2020 (doi: 10.3390/v12050571)
[17] Debats verwijst hier naar het gezegde “één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden”.
[18] In mijn Nieuwe wegen in de gezondheidszorg kwamen enkele auteurs voorbij (CM 98, 99, 105, 114)
[19] Een interessant betoog in dit verband is te vinden in het boek van voormalig hoogleraar filosofie te Rotterdam, Koo van der Wal, Nieuwe vensters op de werkelijkheid (Uitgeverij Klement, Zoetermeer, 2011)