Illustratie

Civis Mundi Digitaal #20

augustus 2013

Inhoudsopgave

Wereldgebeuren sinds de jaren ’60. Van linkse dominantie naar liberale triomf een toelichting
Wim Couwenberg

Dit boek is voor abonnees van Civis Mundi nog steeds verkrijgbraar tegen een gereduceerde prijs (10 euro per exemplaar plus verzendkosten) Voor een toelichting op dit boek, lees verder.

 

 

Thema 1: Mens- en wereldbeelden

Zijn uitvoerige en grondige bespreking van het boek van de filosoof prof Koo van der Wal ‘Nieuwe Vensters op de Werkelijkheid’ in Civis Mundi, 21, 2013 rondt prof Harm Bart af met een aantal kritische vragen bij de ingrijpende herziening van het klassiek-moderne natuurbeeld in dat boek. Het gaat er bij die herziening om de omtrekken te schetsen van een heel ander natuurbeeld, zoals zich dat de laatste halve eeuw aftekent in de natuur- en levenswetenschappen. In lijn hiermee wordt bovendien afscheid genomen van het gemechaniseerde en reductionistische wereldbeeld, dat eeuwenlang in wetenschap en filosofie dominant is geweest en ook in de alledaagse denkwereld is doorgedrongen met de huidige milieucrisis als gevolg. Alle reden voor de auteur van dit boek om zowel in theoretisch als praktisch opzicht uit te zien naar een ander en meer adequaat natuurbeeld. De recensent toont veel waardering voor deze eerste verkenning in die richting, maar heeft daar zoals gezegd wel een aantal kritische vragen bij, waarbij vooral de vraag intrigeert hoe dat meer adequate en rijkere natuurbeeld en de daarbij behorende andere omgang met de natuur operationeel te maken. Zal het werken? Zal het aanslaan bij techneuten, technocraten, beleidsmakers en het grote publiek? Harm Bart gaat er vooralsnog vanuit dat het klassiek – moderne natuurbeeld met het daarmee samenhangende reductionische denken nog heel lang de overhand zal houden. Van der Wal gaat in zijn bijdrage onder dit thema in op al zijn kritische vragen en signaleert aan het slot dat in dat door hem gekritiseerde natuurbeeld aanzienlijke barsten opvallen, bijvoorbeeld in de medische wereld; alleszins reden om minder pessimistisch te zijn, vindt hij.

 

Traditionele essentialia van het mens-zijn als geest, ziel, bewustzijn, vrij wil en dergelijke zijn onder invloed van het wetenschappelijk materialisme en het neurobiologische determinisme als extreme uiting daarvan sterk omstreden geraakt. Onder dit thema vestigen wij met het oog hierop de aandacht op twee nieuwe boeken die hierop een heel ander licht werpen, in eerste plaats het boek van Gerrit Teule over de evolutie van geest, ziel en bewustzijn als natuurlijk proces. Geest en ziel concipieert hij als de binnenkant van het natuurlijk elektromagnetisme en dat laatste uiteraard als de buitenkant daarvan. Natuurkunde gaat over alles wat in de natuur bestaat. En daartoe behoort in zijn visie naast de materiële ook de geestelijke wereld. Natuurkunde en psychologie worden in dit boek geïntegreerd tot een universele ‘psychofysica’ en het begrip materie verandert in samenhang hiermee in ‘psychomaterie’. Geest en materie, ziel en lichaam, bewustzijn en hersenen komen in zijn visie over als twee zijden van één medaille.

Volgens Teule tendeert de logica van de natuurkunde en de informatica naar wat hij presenteert als een universele en diepe psychologie. De psycholoog Ruud van Wees wijdt in dit nummer aan dit bijzondere boek een grondige bespreking.

De bekende psychiater Herman M. van Praag heeft een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. Zo’n vijftig jaar geleden stond de biologische psychiatrie in zijn leven centraal als ambitie en verrichtte hij in zijn vak in Nederland pioniersarbeid. Maar biologie is voor hem niet langer alfa en omega om het menszijn te determineren. Zo komt hij in het onder dit thema besproken boek nadrukkelijk op voor traditionele essentialia van ons menszijn als geest, ziel, vrije wil en zingeving en gaat hij daarmee volop de intellectuele strijd aan met onverbiddelijke reductionisten in de nu toonaangevende hersenwetenschappen, in Nederland aangevoerd door Dick Swaab. Anders dan Teule in zijn boek erkent Van Praag wel dat we bij ontleding van begrippen als geest en ziel op iets mysterieus stuiten. We besluiten dit thema met een korte notitie over de vraag of de metafysica dood is.

Thema 2: Liberalisme als westerse beschavingstraditie

‘’Een aanzwellend koor van filosofen en opiniemakers verkondigt dat we behoefte hebben aan een nieuw groot verhaal na het verdwijnen van de twintigste-eeuwse ideologieën. Dit verhaal is precies wat de wetenschap vandaag in de aanbieding heeft,’’ stelt Peter Westbroek in zijn opmerkelijke boek ‘’De ontdekking van de aarde’ (p. 25). Niet alle ideologieën uit de vorige eeuw zijn echter verdwenen. Het liberalisme staat nog recht overeind. Het ligt als zegevierende westerse beschavingstraditie ten grondslag aan de politieke en maatschappelijke orde van westerse samenlevingen. Wel stuit erkenning daarvan op verzet. En dat is begrijpelijk, haaks als die erkenning immers staat op de anti-liberale doemscenario’s uit de vorige eeuw waarin met zoveel overtuiging de ondergang van het liberale concept van de moderniteit werd aangekondigd en verwacht. Die erkenning wordt bovendien ondermijnd doordat belangrijke liberale uitgangspunten als individualiteit en individuele autonomie, rationaliteit, objectiviteit en lineaire progressie nog steeds omstreden zijn.

In dit nummer enkele kanttekeningen bij de praktijk van een liberale samenleving en politiek.

Thema 4: Is de vraag naar de zin van ons bestaan en van de geschiedenis in het algemeen nog relevant?

Met het verval van de religieuze, i.c. christelijke levensoriëntatie van de premoderniteit groeit onderhuids het besef van een existentiële zinledigheid die sinds Nietzsche in de filosofische en literaire literatuur aan de oppervlakte treedt en voorlopig nog beperkt bleef tot een kleine intellectuele elite. Die existentiële leegte is aanvankelijk gevuld met het moderne vooruitgangsgeloof als zingevend motief van de moderniteit. Maar in de loop van de twintigste eeuw verliest dat geloof met zijn ideologische en utopische uitwerkingen geleidelijk aan zijn zingevende kracht en verbreidt het nihilistische wereldbeeld en levensbesef zich in steeds bredere kring totdat het in het postmoderne denken tenslotte het karakter krijgt van een normaal gegeven. De vraag naar een omvattende zin van het bestaan verliest sindsdien voor veel mensen zijn eeuwenoude cruciale betekenis. In vorige jaargangen van Civis Mundi als gedrukt tijdschrift is dit thema al enige malen inzet van reflectie en discussie geweest. In Civis Mundi Digitaal is dit thema opnieuw opgepakt.

In nummer 20 hebben we die vraag uitgebreid met de vraag of er enigerlei zin en richting in het geschiedverloop valt op te sporen. Met het oog hierop publiceren onder dit thema een uitvoerige bespreking van een recent boek over de geschiedenis van de vooruitgang. De moderne wereld, zo luidt een belangrijke conclusie van dit boek, worstelt met een zingevingsprobleem van kolossale proporties. Vandaar een pleidooi voor een hernieuwd vooruitgangsgeloof als bron van zingeving.

Thema 5: Het crisiskarakter van deze tijd

We leven in een crisistijd. Er is een milieu-, energie-, klimaat-, grondstoffen,- en voedselcrisis. Er is een financieel-economische crisis, ook wel vriendelijker voorgesteld als een heel complex aanpassingsproces. En er is voorts een identiteitscrisis gaande: een religieus-culturele, politiek- ideologische en nationale identiteitscrisis. Die stapeling van crises is een niet geringe belasting van deze tijd. Maar dat wordt ook geïnterpreteerd als een zegen, want een ideale voedingsbodem voor noodzakelijk geworden transitieprocessen.

Thema 5.1: Religieuze identiteitscrisis

Traditionele godsdiensten, ontstaan in een premodern geestesklimaat en met godsdienstige noties die daardoor gestempeld zijn en blijven, worden met het doorzetten van de uitgangspunten van de moderniteit als nieuw beschavingstype meer en meer als een Fremdkӧrper ervaren. Daardoor is onder veel oorspronkelijk traditionele gelovigen een religieuze identiteitscrisis ontstaan. Rond traditionele religieuze zekerheden groeien twijfel en onzekerheid. Die crisis culmineert in de vraag, of er genoegzame redenen zijn om nog te blijven geloven in het door die godsdiensten gepredikte beeld van God. In de predigitale editie van Civis Mundi is als reactie op die religieuze identiteitscrisis al herhaaldelijk in themanummers gezocht naar een adequaat antwoord daarop.

In nummer 20 van Civis Mundi is in het voetspoor van de Duitse filosoof Jürgen Habermas de vraag ter discussie gesteld of we op weg zijn naar een postseculier ontwikkelingsperspectief van de moderniteit. In nummer 21 reageerde Paul Cliteur hierop in een breed opgezet commentaar, waarin de hele problematiek, die verband houdt met de spanningsrelatie tussen moderniteit en religie langs komt. In dit nummer volgt een reactie van de theoloog en publicist Ralf Bodelier. Hij doet daarin verslag van zijn ontwikkelingsgang in levensbeschouwelijk opzicht van katholiek naar zelfverklaarde atheïst in 2001 en terug naar een, nu nieuw beleefd type katholicisme, dat meer open staat voor de wereld en haar noden en meer bescheiden is en dat hij belichaamd ziet in Paus Franciscus, in wiens optreden hij meer ziet dan een charme offensief om het negatieve imago van zijn kerk als gevolg van allerlei recente misstanden om te buigen in positieve richting.

Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt, dat bijna de helft van volwassen Nederlanders geen religie meer aanhangt. Van kerkelijke zijde probeert men die ontwikkeling te pareren door uiterlijke aanpassing aan de geseculariseerde mentaliteit van onkerkelijk en ongelovig Nederland. In lijn hiermee ligt ook recent de kerstviering van de EO als tv spektakel. Als antwoord op de religieuze identiteitscrisis breekt Hans Feddema in dit nummer een lans voor inhoudelijke boven uiterlijke vernieuwing van de kerk. En wijdt hij een korte notitie aan de herontdekking van de ziel, wat in dit verband ook relevant en intrigerend is.

Thema 5.2: Nationale identiteitscrisis

Onderdeel van het crisiskarakter van onze tijd is ook een nationale identiteitscrisis. In Nederland is de discussie over nationale identiteit op gang gekomen als reactie op een drietal ontwikkelingen: (1) de emotionele leegte die ontstond met het in verval raken van de oude levensbeschouwelijke en ideologische zuilen sinds de jaren ’60; (2) de etnische dimensie die aan de multiculturele traditie in dit land werd toegevoegd met de vestiging van etnische minderheden in ons midden; en (3) de globalisering van economische, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen hand in hand met de opmars van de Europese integratie die als aanval op de toekomst van de natiestaat geïnterpreteerd wordt. Aanvankelijk stuitte nationale identiteit als specifieke identificatiemogelijkheid op krachtig verzet en werd het ook hier geassocieerd met xenofobie en racisme door critici die zich tegelijk wel sterk maakten voor bescherming van de culturele identiteit van etnische minderheden. Vooral sinds de Fortuynrevolte van 2002 vindt er echter een omslag plaats. Een van de drijfveren van die revolte was namelijk af te rekenen met die gangbaar geworden dubbelhartigheid van de ‘linkse kerk’ zoals Fortuyn zijn critici van links benoemde. Tot voor kort had hij daar zelf overigens deel van uit gemaakt.

Wat houdt ons als Nederlanders nog bijeen? Wat maakt ons tot Nederlanders? Die vraag stelde zich oud-VVD-leider Hans Dijkstal in een terugblik op die revolte, waarvan hij zelf een van de politieke slachtoffers is geworden. Die vraag werd in 2003 in een publicatie van de toen nog progressief geheten Volkskrant als een kernthema van deze tijd opgewaardeerd.

In dit nummer wordt een nieuwe poging gedaan de Nederlandse identiteit op een geloofwaardige wijze in te kleuren. Het is een constructie. Maar wat is daar tegen?

Thema 6: Staatkundige innovatie en staatkundige problemen

Thema 6.2: Staatkundige en constitutionele problemen

De leer van de trias politica wordt in de politiek, in de media en in het onderwijs over ons staatsbestel als constitutionele norm nog steeds openlijk beleden, hoewel die leer in onze staatsrechtelijke literatuur al heel lang is afgezworen. We staan hier voor een opmerkelijke paradox, ook in de staatsrechtbeoefening zelf die te maken heeft met de theoretische zwakte van de staatsrechtbeoefening in Nederland. Dat laatste maakt op zijn beurt deel uit van de theoretische zwakte van de geestes- en maatschappijwetenschappen in dit land; een zwakte die in dit nummer opnieuw aan de orde komt onder de rubriek Discussieforum.

Een pijnlijk gevolg van die theoretische zwakte van de staatsrechtbeoefening in Nederland is nog steeds een weinig doorzichtig staatsrechtelijk systeem. Over de grondslagen en structuur ervan lopen de meningen dan ook tot in onze tijd sterk uiteen, zoals bijvoorbeeld over de legitieme basis, dus de bron, van het Nederlandse staatsgezag, en de vraag waar de hoogste macht gelegen is. Dat heeft ertoe geleid dat er geen eenduidige staatsrechtelijke interpretatie bestaat over het karakter van het Nederlandse staatsbestel. Men kan wat dit betreft nog steeds meerdere interpretaties en kwalificaties onderscheiden, die in dit nummer nader toegelicht worden.

Wat de leer van de trias politica betreft: die is inmiddels opgevolgd door een nieuwe visie op de politieke machtsstructuur waarin liefst zes machten onderscheiden worden, met als criterium de reële politieke invloed die direct of indirect wordt uitgeoefend op politieke besluitvorming. Tevens wordt in dit nummer gereageerd op de recente herdenking van de Nederlandse grondwet van 1814, de eerste grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden, maar niet van de Nederlandse staat.

Toekomst staat en staatsvorming
Wim Couwenberg

I Einde natiestaat
II Mondiale staatsvorming?
III Global Justice
IV Internationalisering civil society en burgerschap

Thema 7: Nieuw maakbaarheidsperspectief

Het maakbaarheidsideaal van de moderniteit is in eerste instantie toegepast op de inrichting en ontwikkeling van de samenleving. Langs die weg zijn de levensvoorwaarden van de mens aanzienlijk verbeterd. Er ontwikkelt zich nu een nieuw maakbaarheidsperspectief, namelijk de ontwikkelingsmogelijkheden en -problemen van de maakbare mens als nieuw speerpunt in het moderniseringsproces. Dat biedt nieuwe ontwikkelingsperspectieven, dankzij nieuwe technologieën als nano-, bio-, info- en cognotechnologieën en daarmee samenhangende vakgebieden.

Over dit nieuwe maakbaarheidsperspectief en de rol van de geneeskunde daarbij loopt inmiddels een felle internationale filosofische discussie met uitgesproken voor- en tegenstanders, die zich daarbij beroepen op fundamenteel verschillende mensbeelden en opvattingen omtrent het goede leven en daarmee samenhangende politiek-filosofische posities. Het is een problematiek die een essentieel onderdeel vormt van de Civis Mundi leerstoel ‘Filosofie van de geneeskunde en maakbaarheid van de mens’. En in de intreerede van prof. Maartje Schermer als eerste hoogleraar op deze leerstoel is dat scherp in beeld gebracht.

In dit nummer publiceren we een bespreking van die intreerede door de filosoof Koo van der Wal. Mensverbetering als nieuw maakbaarheidsperspectief, zo stelt hij, zet vragen naar doel en grenzen van de geneeskunde op scherp. De revolutionering van de geneeskunde door nieuwe technologieën stelt de medische professie voor precedentloze vragen. Na die recensie wordt de rede gepubliceerd die Maartje Schermer in februari van dit jaar hield voor het NCHA congress, getiteld: Adding healthy years to the human lifespan. Daarin stelt zij twee cruciale ethische kwesties aan de orde over gezond ouder worden: de kwestie wat we daarmee beogen; en de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is. In welke mate zijn mensen daar zelf verantwoordelijk voor, met name voor het al of niet volgen van een gezonde levensstijl; in welke mate kunnen zij daarop worden aangesproken? En hoever kan en moet de staat gaan om zo’n gezonde levensstijl in en door gericht beleid af te dwingen? Onder haar redactie verschijnt in het najaar een publicatie over filosofie en geneeskunde onder de titel: Komt een filosoof bij de dokter.

Mensverbetering zet vragen naar doel en grenzen van de geneeskunde op scherp
Koo van der Wal

Bespreking van: Prof. dr. Maartje H.N. Schermer, Van genezen tot verbeteren? Oratie EUR 2012.

Thema 9: Ontwikkelingsproblematiek derde levensfase

Dat onze samenleving door een samenspel van factoren steeds meer vergrijst is een feit dat nog overwegend in negatieve zin wordt ervaren en gewaardeerd. De nadruk ligt daarbij vooral op de financiële consequenties ervan. Die negatieve waardering uit zich ook in de maatschappelijke bejegening van het ouder worden. Als reactie op die negatieve waardering van ouderen is er een richting in het denken over vergrijzing die die tendens in meer optimistische zin interpreteert en liever spreekt van een verzilvering dan van een vergrijzing van onze samenleving. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de gezonde levensduur in komende jaren nog aanzienlijk verlengd kan worden dankzij het voorkomen of herstellen van allerlei aandoeningen die tot nu toe tot ouderdomskwalen gerekend worden. In dit nummer een korte bespreking van een boek over de zich ontwikkelende anti-aging geneeskunde die steeds belangrijker wordt in onze snel vergrijzende samenleving.

De strijd tegen veroudering als eigentijdse opgave
Wim Couwenberg

Bespreking van: Robert Jan Blom, Ouder worden, toch jong blijven. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2013

Thema 13: Lage landen problematiek

Onder dit thema publiceren we bijdragen over de politieke problematiek en toekomst van België, de relaties tussen Nederland en Vlaanderen en de Benelux problematiek. In dit nummer een korte reflectie over de toekomst van België naar aanleiding van een recent boekje hierover. Voorst een korte notitie over de vraag of het Nederlands als wetenschapstaal nog toekomst heeft.

Tweemaal Brussel
Rik Gysels

Bespreking van: L. Degadt, M. De Metsenaere, M. De Vlieger, R. Janssens, A. Maress en C. Van Wynsberghe (Red.) De Internationalisering van de Vlaamse Rand rond Brussel Academic and Scientific Publishers ASP, Brussel, 267 pp. 2012

En bespreking van: Eric Corijn ( Red.) Waarheen met Brussel ? Visies voor de Belgische en Europese hoofdstad. Stadsschriften VUB Press, ASP, Brussel 222 pp. 2013

Een Vlaams psychodrama
Paul van Velthoven

Bespreking van: Robert Lemm en Mohamed El-Fers,  De woede van Vlaanderen - Kroniek van een goedgeefse knapenschenner. Uitgeverij Aspekt, Soestenberg.

Thema 21: Mensenrechten en volkenrecht

Onder dit thema wordt eerst de vraag aan de orde gesteld of het huidige volkenrecht in staat is paal en perk te stellen aan de bevoegdheid van de Veiligheidsraad om sancties te treffen tegen personen met voorbijgaan aan de rechtsbescherming zoals vastgelegd in internationaal erkende mensenrechten. Staat het volkenrecht met dat internationale mensenrecht als integraal onderdeel daarvan een effectieve bestrijding van terrorisme in de weg? Het is een vraag waarmee de oude spanning tussen volkenrecht en politiek nieuw leven wordt ingeblazen en doet ook onder juristen de oude strijd herleven over de vraag of volkenrecht wel echt recht is.

De mens is een machine, stelt de bekende Amerikaanse filosoof Daniel Dennett. Dat is een bekende stellingname. Dat de mens praktisch samenvalt met zijn brein, is tegenwoordig ook een breed gedragen opvatting. Maar tegelijk wordt in het moderne denken het idee van de eerbiedwaardigheid van iedere mens als cruciale verworvenheid verkondigd en als fundament van universeel geldende mensenrechten gekoesterd. We stuiten hier op een opmerkelijke contradictie in het moderne denken: twee moderne mensbeelden die haaks op elkaar staan. Het is een contradictie die zelden ter discussie gesteld wordt. Toch is dit een netelig en tegelijk intrigerend probleem. In dit nummer een korte notitie over die contradictie, en over de vraag of de mens als machine zich kan beroepen op de rechten van de mens.

Thema 25: Reflectie op historische achtergrond van de actualiteit

Wat deze tijd meer dan voorheen kenmerkt, is een sterk op het heden geconcentreerde tijdsbeleving (present-focussed) als kenmerk van een postmoderne tijdsbeleving waarin mensen continu met de actualiteit bezig zijn via het laatste nieuws, de mailbox, voicemail, teletekst, sms, twitter, beurskoersen en dergelijke. Dat hodiecentrisme stempelt ook de hedendaagse politiek. De historische dimensie ervan is sterk verbleekt. Vandaar een heel kort politiek geheugen. Vandaar ook dit discussiethema waarin aandacht gevraagd wordt voor die historische dimensie.

Onder dit thema wordt een boek besproken over het historiografische debat over de Franse Revolutie en de terroristische ontaarding daarvan. In dit boek wordt dat debat herleid tot een viertal interpretatiemodellen: het liberale (1815-1870), het republikeinse (1870-1917), het marxistische (1917-1968) en het revisionistische model (1968-1989), die daarin nader worden uitwerkt.

In een epiloog komt de cruciale vraag aan de orde of de ideologische en politieke werking van de Franse revolutie ten einde is, of dat de eerste decennia van de 21e eeuw tot een hernieuwde overdenking daarvan nopen. De Franse historicus François Furet, de voorman van de revisionistische interpretatie, verklaarde die revolutie tijdens de bicentenaire in 1989 als beëindigd, en daarmee ook het historiografische debat daarover. De bijdrage van die revolutie aan de geschiedenis is zijns inziens voltooid, waarbij hij – ironie van de geschiedenis – de Vijfde Republiek, zoals die door Charles de Gaulle als icoon van rechts Frankrijk is ingesteld, tot de daadwerkelijke erfenis van die revolutie verklaart.

Thema 27: Digitale revolutie

Dat de digitale revolutie op het gezicht van deze tijd en van de daarin opgroeiende nieuwe generatie -de zogenaamde digital natives- een eigen stempel drukt, valt op tal van punten te illustreren. Met de toenemende ontsluiting van het potentieel van dit nieuwe medium worden steeds meer uiteenlopende effecten zichtbaar, zoals de digitalisering van informatieverwerking, sociale ontplooiing, vrijetijdsbesteding, collectie musea, gokindustrie, criminaliteit, spionage, terrorisme, oorlogvoering, enz. Het internet is zelfs de kraamkamer van de hedendaagse jihad (cyber jihad), meldt de AIVD in haar laatste jaarverslag. Die ontwikkeling is voor ons reden geweest waarom we de digitale revolutie als een nieuw thema geïntroduceerd hebben.

In dit nummer een korte bijdrage waarin nader ingegaan wordt op de digitale revolutie als nieuw platform voor burgerlijke ongehoorzaamheid met klokkenluiders die zich op internet manifesteren als een nieuwe democratische tegenmacht en als zodanig democratische overheden aansporen tot grotere openheid en verantwoording van beleid.

Discussieforum

In nummer 19 is de vraag ter discussie gesteld, waarom Nederland zo’n zwakke theoretische traditie heeft, met name in de sociale, politieke en rechtswetenschappen, evenals de verklaring die voor die zwakte gegeven wordt. In nummer 21 reageerde daarop de jurist Arie-Jan Kwak, die nader ingaat op die verklaring, en die aanvult met een eigen visie. Dat doet in dit nummer ook de econoom Jos Klink, die die zwakte uitbreidt tot alle geesteswetenschappen.

Commentaar op actuele ontwikkelingen en gebeurtenissen

In kort bestek

Nieuwe boeken

Op zoek naar de essentie van populisme
Bert snel

Bespreking van: Paul Lucardie en Gerrit Voerman, Populisten in de polder. Uitgever: Boom, Amsterdam 2012

Voorgezette kruistocht tegen moderne mythologie van het verlichtingsdenken
Wim Couwenberg

Bespreking van: John Gray, De stilte van dieren. Over de vooruitgang en andere moderne mythen. Uitgeverij Ambo, Amsterdam 2013.

Terugkeer tot het christendom zonder schaamte
Wim Couwenberg

Bespreking van: Francis Spufford, Dit is geen verdediging! Waarom het christendom ondanks alles verrassend veel emotionele diepgang heeft. Uitgeverij Ten Have, Kampen, 2012

Kort geboekt

Een foto als obsessie

Bespreking van: Salo Muller, De foto, Uitgeverij Verbum, Laren, 2013

Geopolitieke reflecties

Bespreking van: Peter Logghe, Amerika. Het einde van het evidente rijk? Uitgeverij Egmont, Brussel.

Mededelingen

NewScientist

I Een ruimtetijd die uit drie lagen bestaat
II Wat als cyberterroristen de aanval openen op Nederland?
III Bèta’s kweek je op crèche

Colofon (oud)

Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg       
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl

Bestuur Stichting Civis Mundi.

Prof. dr. S. Wim Couwenberg, voorzitter
Prof. dr. Paul Cliteur, vice-voorzitter
Mr. drs. Eva Eijkelenboom, secretaris
Mr. Herman-Jan Couwenberg, penningmeester

Leden
Mr. drs. Kai van der Kolk
Dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens
Dr. Hugo Verbrugh
Sander Wieman, BSc.

ADVERTENTIE

De stichting Civis Mundi zoekt versterking van de redactie. Wij zoeken in het bijzonder naar een persoon die het tijdschrift digitaal verder kan ontwikkelen en het tijdschrift kan voortzetten bij vertrek van de hoofdredacteur. Financiële middelen zijn daarvoor beschikbaar. Interesse kan kenbaar gemaakt worden via email (couwenberg@ese.eur.nl); nadere informatie in te winnen via telefoonnummer 010-4182580.