Illustratie

Civis Mundi Digitaal #23

24 maart/april 2014

Inhoudsopgave

Herplaatsing nummer 23 gecombineerd met nummer 24

Bij de publicatie van nummer 23 is om technische redenen zoveel misgegaan, dat we besloten hebben dit nummer opnieuw, maar nu integraal gecorrigeerd, te herplaatsen. Wij bieden hierbij onze excuses aan, ook aan de medewerkers aan dit nummer, wier bijdragen aanvankelijk niet of ongecorrigeerd op de website zijn verschenen. Na overleg en samenwerking met de webmaster zijn de technische problemen nu, naar we hopen, opgelost.

Wij nemen in dit nummer ook nieuwe bijdragen op en combineren het daarmee met nummer 24. Zo publiceren we onder thema 3 een reactie op het artikel over de biologische oorsprong van ethiek, moraal en recht; en voorts een artikel over de recente nieuwe rel rond PVV leider Geert Wilders naar aanleiding van een nieuwe morele en politieke provocatie van zijn kant. Onder thema 6.2 wordt gereageerd op de recente herdenking van de grondwet van 1814. Onder thema 8 publiceren we een nieuwe bijdrage waarin gereageerd wordt op een pas verschenen opmerkelijk boek over Israelvisies in beweging. Onder thema 13 is er een nieuwe bijdrage over de vraag of het Nederlands als wetenschapstaal nog toekomst heeft. Onder thema 20 wordt kort ingegaan op de herlevende discussie over integraal versus reductionistisch analytisch denken. Onder commentaar op actuele gebeurtenissen publiceren we alsnog twee artikelen die aanvankelijk om technische redenen niet zijn opgenomen; en onder de rubriek gedichten een geïllustreerde levensfilosofie, vertolkt in gedichten die aanvankelijk evenmin gepubliceerd is.

 

Wereldgebeuren sinds de jaren ’60. Van linkse dominantie naar liberale triomf een toelichting
Wim Couwenberg

Dit boek is voor abonnees van Civis Mundi nog steeds verkrijgbraar tegen een gereduceerde prijs (10 euro per exemplaar plus verzendkosten) Voor een toelichting op dit boek, lees verder.

 

 

Thema 1: Mens- en wereldbeelden

Zijn uitvoerige en grondige bespreking van het boek van de filosoof prof Koo van der Wal ‘Nieuwe Vensters op de Werkelijkheid’ in Civis Mundi, 21, 2013 rondt prof Harm Bart af met een aantal kritische vragen bij de ingrijpende herziening van het klassiek-moderne natuurbeeld in dat boek. Het gaat er bij die herziening om de omtrekken te schetsen van een heel ander natuurbeeld, zoals zich dat de laatste halve eeuw aftekent in de natuur- en levenswetenschappen. In lijn hiermee wordt bovendien afscheid genomen van het gemechaniseerde en reductionistische wereldbeeld, dat eeuwenlang in wetenschap en filosofie dominant is geweest en ook in de alledaagse denkwereld is doorgedrongen met de huidige milieucrisis als gevolg. Alle reden voor de auteur van dit boek om zowel in theoretisch als praktisch opzicht uit te zien naar een ander en meer adequaat natuurbeeld. De recensent toont veel waardering voor deze eerste verkenning in die richting, maar heeft daar zoals gezegd wel een aantal kritische vragen bij, waarbij vooral de vraag intrigeert hoe dat meer adequate en rijkere natuurbeeld en de daarbij behorende andere omgang met de natuur operationeel te maken. Zal het werken? Zal het aanslaan bij techneuten, technocraten, beleidsmakers en het grote publiek? Harm Bart gaat er vooralsnog vanuit dat het klassiek – moderne natuurbeeld met het daarmee samenhangende reductionische denken nog heel lang de overhand zal houden. Van der Wal gaat in zijn bijdrage onder dit thema in op al zijn kritische vragen en signaleert aan het slot dat in dat door hem gekritiseerde natuurbeeld aanzienlijke barsten opvallen, bijvoorbeeld in de medische wereld; alleszins reden om minder pessimistisch te zijn, vindt hij.

 

Traditionele essentialia van het mens-zijn als geest, ziel, bewustzijn, vrij wil en dergelijke zijn onder invloed van het wetenschappelijk materialisme en het neurobiologische determinisme als extreme uiting daarvan sterk omstreden geraakt. Onder dit thema vestigen wij met het oog hierop de aandacht op twee nieuwe boeken die hierop een heel ander licht werpen, in eerste plaats het boek van Gerrit Teule over de evolutie van geest, ziel en bewustzijn als natuurlijk proces. Geest en ziel concipieert hij als de binnenkant van het natuurlijk elektromagnetisme en dat laatste uiteraard als de buitenkant daarvan. Natuurkunde gaat over alles wat in de natuur bestaat. En daartoe behoort in zijn visie naast de materiële ook de geestelijke wereld. Natuurkunde en psychologie worden in dit boek geïntegreerd tot een universele ‘psychofysica’ en het begrip materie verandert in samenhang hiermee in ‘psychomaterie’. Geest en materie, ziel en lichaam, bewustzijn en hersenen komen in zijn visie over als twee zijden van één medaille.

Volgens Teule tendeert de logica van de natuurkunde en de informatica naar wat hij presenteert als een universele en diepe psychologie. De psycholoog Ruud van Wees wijdt in dit nummer aan dit bijzondere boek een grondige bespreking.

De bekende psychiater Herman M. van Praag heeft een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. Zo’n vijftig jaar geleden stond de biologische psychiatrie in zijn leven centraal als ambitie en verrichtte hij in zijn vak in Nederland pioniersarbeid. Maar biologie is voor hem niet langer alfa en omega om het menszijn te determineren. Zo komt hij in het onder dit thema besproken boek nadrukkelijk op voor traditionele essentialia van ons menszijn als geest, ziel, vrije wil en zingeving en gaat hij daarmee volop de intellectuele strijd aan met onverbiddelijke reductionisten in de nu toonaangevende hersenwetenschappen, in Nederland aangevoerd door Dick Swaab. Anders dan Teule in zijn boek erkent Van Praag wel dat we bij ontleding van begrippen als geest en ziel op iets mysterieus stuiten. We besluiten dit thema met een korte notitie over de vraag of de metafysica dood is.

Geest en ziel als de binnenzijde van materie en lichaam
Ruud van Wees

Bespreking van: Gerrit Teule, Hebben we een ziel? Zo ja, waar dan? Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2013

Pleidooi voor wetenschappelijk omstreden traditionele essentialia van ons menszijn
Wim Couwenberg

Bespreking van: H.M. van Praag, Het verstand te boven. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2013.

Thema 3: Grondslagen van ethiek, moraal en recht

Het oorspronkelijke thema 3 dat het mensbeeld in de hersenwetenschappen ter discussie stelde, is verhuisd naar thema 1. In het nieuwe thema 3 wordt nu de fundering van ethiek, moraal en recht ter discussie gesteld. Die fundering was tot dusver voornamelijk een aangelegenheid van theologen, ethici, rechtsfilosofen en rechtstheoretici. De laatste tijd gaan ook beoefenaars van empirische wetenschappen als biologie, genetica en psychologie zich hiermee bemoeien. Dat doet in dit nummer heel nadrukkelijk Henk Verhoeven, werkzaam als docent Toegepaste Psychologie in een bijdrage waarin de biologische oorsprong van ethiek, moraal en recht centraal staat. Dat normen zonder meer uit feiten kunnen worden afgeleid, wordt in de gangbare moraal – en rechtsfilosofische opvattingen in de regel onomwonden afgewezen. Dat is niettemin het standpunt dat Henk Verhoeven in zijn bijdrage onder dit thema verdedigt, daarbij voortdenkend op de uitkomsten van de evolutionaire psychologie. Die uitkomsten kunnen niet langer genegeerd worden. In opleidingen recht en ethiek mogen vakken als biologie, psychologie en statistiek in het curriculum niet langer ontbreken. Dat dat nog steeds het geval is, acht Verhoeven dan ook zeer onwenselijk.

Bij biologische feiten waarop hij zijn bijdrage toespitst, valt in het bijzonder te denken aan evolutionaire instincten, emoties en intuïties, die in het politieke debat tot de zogenaamde onderbuikgevoelens gerekend plegen te worden. Wegens zijn stellingname over de Islamproblematiek, migratie, Europese integratie, nationale identiteit en internationale solidariteit werd Fortuyn tijdens zijn revolte in 2002 fel bestreden, omdat hij daarmee zou appelleren op de onderbuikgevoelens van het grote publiek en zodoende als politicus populistisch en vulgair bezig zou zijn. Verhoeven betoogt daartegenover dat in politieke kwesties als juist genoemd ook onderbuikgevoelens serieus genomen moeten worden. Omdat de auteur discussie over zijn stellingname op prijs stelt, hebben we een juridische medewerker van Civis Mundi gevraagd hierop als jurist en rechtswetenschapper te reageren. Dat heeft hij onmiddellijk gedaan. Vandaar dat wij zijn reactie  op deze uitdagende stellingname hier ook publiceren. Reacties op deze discussies zijn uiteraard welkom.

De traditioneel - christelijk moraal diende eeuwenlang tot grondslag van morele opvattingen in Europa. Sinds de culturele revolte van de jaren 60 en daarop aansluitende seksuele revolutie is een nieuwe seculiere moraal op de voorgrond getreden met het non-discriminatie beginsel en seksuele vrijheden als nieuwe prominente waarden. Het is een moraal die steeds meer met dezelfde rigiditeit bewaakt wordt als voorheen de traditioneel – christelijk moraal en zodoende op zijn beurt nog al eens doorslaat in nieuwe fatsoensrakkerij. In dit nummer een notitie over de recente rel rond de PVV leider Wilders over een nieuwe moreel-politieke provocatie van zijn kant en nieuwe morele verontwaardiging daarover als reactie, waarbij opnieuw de reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting in het geding is.

 

Thema 4: Is de vraag naar de zin van ons bestaan en van de geschiedenis in het algemeen nog relevant?

Met het verval van de religieuze, i.c. christelijke levensoriëntatie van de premoderniteit groeit onderhuids het besef van een existentiële zinledigheid die sinds Nietzsche in de filosofische en literaire literatuur aan de oppervlakte treedt en voorlopig nog beperkt bleef tot een kleine intellectuele elite. Die existentiële leegte is aanvankelijk gevuld met het moderne vooruitgangsgeloof als zingevend motief van de moderniteit. Maar in de loop van de twintigste eeuw verliest dat geloof met zijn ideologische en utopische uitwerkingen geleidelijk aan zijn zingevende kracht en verbreidt het nihilistische wereldbeeld en levensbesef zich in steeds bredere kring totdat het in het postmoderne denken tenslotte het karakter krijgt van een normaal gegeven. De vraag naar een omvattende zin van het bestaan verliest sindsdien voor veel mensen zijn eeuwenoude cruciale betekenis. In vorige jaargangen van Civis Mundi als gedrukt tijdschrift is dit thema al enige malen inzet van reflectie en discussie geweest. In Civis Mundi Digitaal is dit thema opnieuw opgepakt.

In nummer 20 hebben we die vraag uitgebreid met de vraag of er enigerlei zin en richting in het geschiedverloop valt op te sporen. Met het oog hierop publiceren onder dit thema een uitvoerige bespreking van een recent boek over de geschiedenis van de vooruitgang. De moderne wereld, zo luidt een belangrijke conclusie van dit boek, worstelt met een zingevingsprobleem van kolossale proporties. Vandaar een pleidooi voor een hernieuwd vooruitgangsgeloof als bron van zingeving.

Schreeuwend zingevingprobleem: Naar een hernieuwd vooruitgangsgeloof als bron van zingeving voor de moderniteit
Wim Couwenberg

Bespreking van: Rutger Bregman, De geschiedenis van de vooruitgang. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2013.

Thema 6: Staatkundige innovatie en staatkundige problemen

Thema 6.1: Staatkundige innovatie/periodiek onderhoud democratie

Hoe onvolmaakt democratieën in de praktijk ook functioneren, niettemin is een democratische vorm van regeren en besturen in principe de minst slechte, althans in landen die de opbouwfase van staatsvorming voorbij zijn. Wel vergt democratie periodiek onderhoud. En dat wordt door het politieke establishment graag op de lange baan geschoven. Politici van rechts en links die deel uitmaken van de gevestigde orde, zijn immers geneigd zolang mogelijk vast te houden aan vertrouwd geraakte structuren en procedures, hoe problematisch die ook geworden zijn en dus doof voor de roep om daarin verandering te brengen. De Nederlandse politiek is daarvan een treurig voorbeeld. Er blijkt nu echter ineens een herlevende politieke interesse voor staatkundige innovatie. Het CDA, dat daar jarenlang wars van was, heeft zich nu bekeerd en breekt onder meer een lans voor een gekozen burgemeester. De vraag is alleen hoe dat staatsrechtelijk vorm te geven. In dit nummer een bijdrage waarin de verschillende modaliteiten van een gekozen burgemeester toegelicht worden. Daarbij wordt tevens in het licht gesteld dat een rechtstreeks gekozen burgemeester op een eigen verkiezingsprogramma de beste manier is om de lokale verkiezingen te denationaliseren.

Thema 6.2: Staatkundige en constitutionele problemen

De leer van de trias politica wordt in de politiek, in de media en in het onderwijs over ons staatsbestel als constitutionele norm nog steeds openlijk beleden, hoewel die leer in onze staatsrechtelijke literatuur al heel lang is afgezworen. We staan hier voor een opmerkelijke paradox, ook in de staatsrechtbeoefening zelf die te maken heeft met de theoretische zwakte van de staatsrechtbeoefening in Nederland. Dat laatste maakt op zijn beurt deel uit van de theoretische zwakte van de geestes- en maatschappijwetenschappen in dit land; een zwakte die in dit nummer opnieuw aan de orde komt onder de rubriek Discussieforum.

Een pijnlijk gevolg van die theoretische zwakte van de staatsrechtbeoefening in Nederland is nog steeds een weinig doorzichtig staatsrechtelijk systeem. Over de grondslagen en structuur ervan lopen de meningen dan ook tot in onze tijd sterk uiteen, zoals bijvoorbeeld over de legitieme basis, dus de bron, van het Nederlandse staatsgezag, en de vraag waar de hoogste macht gelegen is. Dat heeft ertoe geleid dat er geen eenduidige staatsrechtelijke interpretatie bestaat over het karakter van het Nederlandse staatsbestel. Men kan wat dit betreft nog steeds meerdere interpretaties en kwalificaties onderscheiden, die in dit nummer nader toegelicht worden.

Wat de leer van de trias politica betreft: die is inmiddels opgevolgd door een nieuwe visie op de politieke machtsstructuur waarin liefst zes machten onderscheiden worden, met als criterium de reële politieke invloed die direct of indirect wordt uitgeoefend op politieke besluitvorming. Tevens wordt in dit nummer gereageerd op de recente herdenking van de Nederlandse grondwet van 1814, de eerste grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden, maar niet van de Nederlandse staat.

Thema 7: Filosofie van de geneeskunde en maakbaarheid van de mens

Dit thema was tot nu toe toegespitst op de filosofie van de maakbaarheid van de mens als nieuw maakbaarheidsperspectief en de rol van de geneeskunde daarbij. Dit is een onderdeel van de bijzondere leerstoel Filosofie van de geneeskunde en maakbaarheid van de mens, vanwege de Stichting Civis Mundi. We verruimen dit thema in dit nummer tot de hele leeropdracht van deze bijzondere leerstoel, en betrekken dus daarbij ook de filosofie van de geneeskunde. In dit nummer een bijdrage van prof. Maartje Schermer, de eerste hoogleraar op deze leerstoel, over de vraag of ouderdom een ongeneeslijke ziekte is, zoals sinds de Romeinse filosoof Seneca beweerd wordt. Sommige hedendaagse wetenschappers geven hem daarin nog steeds gelijk, althans dat het een ziekte is. Of die ziekte ongeneeslijk is, moet nog blijken. Op zijn minst, zo denken biomedische gerontologen, kan het verouderingsproces worden vertraagd, zo niet stopgezet. De zoektocht naar dat laatste vindt tegenwoordig plaats in de laboratoria van biomedici, in de spreekkamer van de cosmetische chirurg en het preventieconsult bij de huisarts. Veroudering heeft hiermee een duidelijke plaats gekregen in het medische domein. Hoe terecht is dat? In haar artikel gaat Maartje Schermer daar in dit nummer nader op in.

Thema 8: Israelisch-Palestijns conflict, een poging tot verheldering

Onder dit thema vestigen wij de aandacht op een boeiende bespreking van een bijzonder boek over Israelvisies in beweging. De adoratie van de staat Israel en van de Joods meerderheid in die staat, zoals gecultiveerd door “Christenen voor Israel”, een formidabele politieke macht, waartoe in Amerika zo’n 43 miljoen kiezers gerekend worden, wordt in dit boek in een doorwrochte theologische analyse scherp aan de kaak gesteld.

Israëlvisies in beweging. Flinke knuppel in het orthodox-christelijk hoenderhok
Jan Wijenberg

Bespreking van: Steven Paas, Israëlvisies in beweging, Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, Brevier Uitgeverij Kampen, 2014

Thema 13: Lage landen problematiek

Onder dit thema publiceren we bijdragen over de politieke problematiek en toekomst van België, de relaties tussen Nederland en Vlaanderen en de Benelux problematiek. In dit nummer een korte reflectie over de toekomst van België naar aanleiding van een recent boekje hierover. Voorst een korte notitie over de vraag of het Nederlands als wetenschapstaal nog toekomst heeft.

Een toekomstperspectief voor België
Paul van Velthoven

Bespreking van: Walter Zinzen, Mens erger je – pamflet. Uitgeverij Pelckmans, Kalmpthout

Prijs 13, 50 euro

Thema 17: Europese integratie versus Eurosceptische tegenbeweging

Nederland was eens niet alleen een van de zes initiatiefnemers van het streven naar Europese eenwording, maar tot in de jaren ’90 ook het land dat zich met Duitsland en België het meest sterk maakte voor versterking van het integratiegehalte van de Europese Unie (voorheen Europese Gemeenschap). Sindsdien is daar de klad in gekomen en is ons land steeds meer geneigd de intergouvernementele component van de Europese Unie te benadrukken, ten koste van de federale component. En sinds het referendum over het voorstel voor een Europese grondwet in 2005 raakt Nederland in toenemende mate in de greep van een Eurosceptische tegenbeweging. Hier tegenover klinken er wel tegengeluiden, zoals bijvoorbeeld het in 2010 gepubliceerde WRR-rapport Aan het buitenland gehecht, met daarin een pleidooi voor een strategische keuze voor een op Europa gericht overheidsbeleid als beste optie voor Nederland in het licht van de huidige wereldconstellatie; en sinds kort de publicatie van European Federalist Papers door een kleine initiatief groep van deskundigen waaraan in vorige nummers al de nodige aandacht geschonken is. Dit bijzondere particuliere initiatief, waarin de oorspronkelijke geest van het Europese federalisme op authentieke wijze herleefde, culmineerde in de opstelling van een ontwerp voor een Europese federale grondwet, dat in Civis Mundi eveneens gepubliceerd is (nummer 19).

Kennisneming van wat de laatste tijd over de EU en de toekomst van de Europese integratie gezegd en geschreven wordt, stemt niet vrolijk. De heersende stemming is somber. Bij de komende Europese verkiezingen zullen federalisten wel eens onder de voet gelopen kunnen worden door nationalistisch-populistische tegenkrachten. Opmerkelijk is wel hoe wisselend de waardering van nationalisme is. Toen De Gaulle als Franse president de politiek-strategische vraag aan de orde stelde naar het doel van de Europese integratie en zelf nadrukkelijk koos voor een confederaal Europa, werd dat in Nederland onmiddellijk verketterd als reactionair staatsnationalisme, omdat hij daarmee vasthield aan het primaat van de natiestaat en zijn belangen. Wat toen politiek fout denken was, vindt nu brede weerklank.

Sceptici bepalen nu de discussie over de toekomst van de Europese samenwerking, stelt de journalist Paul van Velthoven in dit nummer. Dat heeft zijns inziens alles te maken met de problemen rond de euro. In het licht hiervan brengt hij een scenario van een Luxemburgs-Franse politicoloog ter sprake, waarin Duitsland en Frankrijk het voortouw zouden moeten nemen om een gecoördineerde terugkeer naar de oude Europese munten mogelijk te maken. Maar is dit voorstel wel realistisch, vraagt Van Velthoven zich af. Heeft die scepsis over de toekomst van de Europese integratie niet veel te maken met een zekere beschavingsmoeheid van het oude Europa met een snel vergrijzende en krimpende bevolking, die daardoor de nodige veerkracht en wilskracht mist om een nieuw perspectief te openen op een Europa dat niet alleen functioneert als een interessant economisch arrangement, maar ook als een nieuwe politieke machtsfactor met de potentie een serieuze buitenlandse politiek te voeren, die er toe doet in de multipolaire machtverhoudingen van onze tijd.

Thema 20: Integraal denken versus reductionistisch – analytisch denkwijze

Onder dit thema is aanvankelijk uitvoerig gepubliceerd over dit onderwerp. Nu de discussie over integraal versus reductionistisch – analytisch denken de laatste tijd weer is opgelaaid, ook op internet, komen we hierop in een korte notitie terug waarin we pleiten voor een vruchtbare wisselwerking tussen beide in plaats van een confrontatie

Thema 21: Mensenrechten en volkenrecht

Onder dit thema wordt eerst de vraag aan de orde gesteld of het huidige volkenrecht in staat is paal en perk te stellen aan de bevoegdheid van de Veiligheidsraad om sancties te treffen tegen personen met voorbijgaan aan de rechtsbescherming zoals vastgelegd in internationaal erkende mensenrechten. Staat het volkenrecht met dat internationale mensenrecht als integraal onderdeel daarvan een effectieve bestrijding van terrorisme in de weg? Het is een vraag waarmee de oude spanning tussen volkenrecht en politiek nieuw leven wordt ingeblazen en doet ook onder juristen de oude strijd herleven over de vraag of volkenrecht wel echt recht is.

De mens is een machine, stelt de bekende Amerikaanse filosoof Daniel Dennett. Dat is een bekende stellingname. Dat de mens praktisch samenvalt met zijn brein, is tegenwoordig ook een breed gedragen opvatting. Maar tegelijk wordt in het moderne denken het idee van de eerbiedwaardigheid van iedere mens als cruciale verworvenheid verkondigd en als fundament van universeel geldende mensenrechten gekoesterd. We stuiten hier op een opmerkelijke contradictie in het moderne denken: twee moderne mensbeelden die haaks op elkaar staan. Het is een contradictie die zelden ter discussie gesteld wordt. Toch is dit een netelig en tegelijk intrigerend probleem. In dit nummer een korte notitie over die contradictie, en over de vraag of de mens als machine zich kan beroepen op de rechten van de mens.

Thema 25: Reflectie op historische achtergrond van de actualiteit

Wat deze tijd meer dan voorheen kenmerkt, is een sterk op het heden geconcentreerde tijdsbeleving (present-focussed) als kenmerk van een postmoderne tijdsbeleving waarin mensen continu met de actualiteit bezig zijn via het laatste nieuws, de mailbox, voicemail, teletekst, sms, twitter, beurskoersen en dergelijke. Dat hodiecentrisme stempelt ook de hedendaagse politiek. De historische dimensie ervan is sterk verbleekt. Vandaar een heel kort politiek geheugen. Vandaar ook dit discussiethema waarin aandacht gevraagd wordt voor die historische dimensie.

Onder dit thema wordt een boek besproken over het historiografische debat over de Franse Revolutie en de terroristische ontaarding daarvan. In dit boek wordt dat debat herleid tot een viertal interpretatiemodellen: het liberale (1815-1870), het republikeinse (1870-1917), het marxistische (1917-1968) en het revisionistische model (1968-1989), die daarin nader worden uitwerkt.

In een epiloog komt de cruciale vraag aan de orde of de ideologische en politieke werking van de Franse revolutie ten einde is, of dat de eerste decennia van de 21e eeuw tot een hernieuwde overdenking daarvan nopen. De Franse historicus François Furet, de voorman van de revisionistische interpretatie, verklaarde die revolutie tijdens de bicentenaire in 1989 als beëindigd, en daarmee ook het historiografische debat daarover. De bijdrage van die revolutie aan de geschiedenis is zijns inziens voltooid, waarbij hij – ironie van de geschiedenis – de Vijfde Republiek, zoals die door Charles de Gaulle als icoon van rechts Frankrijk is ingesteld, tot de daadwerkelijke erfenis van die revolutie verklaart.

Knappe analyse en evaluatie van het historiografische debat over de Franse revolutie en de terroristische ontaarding ervan.
Wim Couwenberg

Bespreking van: Bart Verheijen, Geschiedenis onder de guillotine. Twee eeuwen geschiedschrijving van de Franse revolutie. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen 2013.

Thema 26: Corruptie en integriteit

Het corruptieonderzoek dat we op voorstel van Michel van Hulten in nummer 13 van Civis Mundi Digitaal als nieuw thema hebben opgenomen, wordt in dit nummer voortgezet met een bijdrage van Stef Schenkelaars, afgestudeerd in de Organisatie Wetenschappen naar de rol van de Rekenkamer bij het goed functioneren van het Nationale Integriteitssysteem zoals gedefinieerd door de anticorruptie organisatie Transparency International. Dat is namelijk essentieel voor het voorkomen en bestrijden van corruptie. Schenkelaars vergelijkt in zijn artikel de Rekenkamers van 27-EU landen op aspecten als rolopvatting wijze van besturen en beschikbare capaciteit. Zijn artikel laat eens temeer zien dat het van groot belang is om bij grote maatschappelijke vraagstukken zoals corruptiebestrijding en intergriteitsbevordering, een holistische of integrale benadering te kiezen waarbij gekeken wordt in hoeverre instituties hun eigen rol effectief vervullen. De praktijktoets is hierbij van groot belang. Zijn bijdrage wordt ingeleid door Willeke Slingerland, onderzoeker integriteit en docent internationaal recht bij SAXION, Academie Bestuur, Recht&Ruimte, Deventer/Enschede.

Discussieforum

In nummer 19 is de vraag ter discussie gesteld, waarom Nederland zo’n zwakke theoretische traditie heeft, met name in de sociale, politieke en rechtswetenschappen, evenals de verklaring die voor die zwakte gegeven wordt. In nummer 21 reageerde daarop de jurist Arie-Jan Kwak, die nader ingaat op die verklaring, en die aanvult met een eigen visie. Dat doet in dit nummer ook de econoom Jos Klink, die die zwakte uitbreidt tot alle geesteswetenschappen.

Commentaar op actuele ontwikkelingen en gebeurtenissen

In kort bestek

Nieuwe boeken

De levens - en denkweg van een Nederlandse filosoof. Een boeiende kennismaking
Wim Couwenberg

Bespreking van: Ger Groot, Dankbaar en aandachtig. In gesprek met Samuel IJsseling Uitgeverij Klement/Pelckmans, Zoetermeer, 2013.

Nieuwe linkse aanval op gevestigde machtsstructuren op sociaal - economische en sexueel terrein
Wim Couwenberg

Bespreking van: Bart van der Steen ea. (red,)  Butler, Negri en Žižek. Een inleiding op de hedendaagse linkse filosofie. Uitgeverij Damon, Budel, 2013.

Kort geboekt

De vergeten factor
Wim Couwenberg

Bespreking van: M. Steemers – Winkoop, Spirualititeit en Gezondheid. Uigeverij Damon, Budel 2014.

Niet te koop in de boekhandel

Bespreking van: Niet te koop in de boekhandel, Uitgeverij Egmont, Brussel, 2013.

Gedichten

Levensfilosofie, in gedichten vertolkt

‘Poëzie leeft. Poëzie is harder nodig dan ooit’, constateert de directeur van Poetry International Bart Kwakman. Dat kwam opnieuw tot uiting op de landelijke Gedichtendag eind januari. In lijn hiermee publiceren wij hier een fraai gecomponeerd verhaal van Piet Ransijn, die als dichter zijn levensfilosofie ontvouwt in een samenhangende reeks van gedichten over de natuur, de liefde, kinderen, over licht en stilte en leven en dood, afgewisseld met spirituele ervaringen, en dat alles tevens verlucht met toepasselijke illustraties.

Cartoons

Cartoon 1
Djanko

Cartoon 2
Djanko

Mededelingen

Colofon (oud)

Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg       
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl

Bestuur Stichting Civis Mundi.

Prof. dr. S. Wim Couwenberg, voorzitter
Prof. dr. Paul Cliteur, vice-voorzitter
Mr. drs. Eva Eijkelenboom, secretaris
Mr. Herman-Jan Couwenberg, penningmeester

Leden
Mr. drs. Kai van der Kolk
Dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens
Dr. Hugo Verbrugh
Sander Wieman, BSc.