juli 2014
Dit boek is voor abonnees van Civis Mundi nog steeds verkrijgbraar tegen een gereduceerde prijs (10 euro per exemplaar plus verzendkosten) Voor een toelichting op dit boek, lees verder.
Onder de titel De bouwstenen van de schepping publiceerde de Nobelprijswinnaar Gerard t Hooft onlangs een nieuw boek, dat in dit nummer besproken wordt door de wis- en natuurkundige C.W. Rietdijk, en waarop de auteur kort reageert. De recensent voorziet die reactie van een kort naschrift.
Bespreking van: Gerard ’t Hooft, De bouwstenen van de schepping, 7e druk, Prometheus Bert Bakker, 2014.
Met naschrift van C.W. Rietdijk.
In het vorige nummer publiceerden we onder dit thema een artikel van de psycholoog Henk Verhoeven over de biologische oorsprong van ethiek, moraal en recht. In dit nummer gaat hij nader in op de vraag, of er, uitgaande van die biologische oorsprong, nog wel ruimte is voor de vrije wil. De jurist-filosoof Arie-Jan Kwak reageert daar op zijn beurt op, maar reflecteert tevens op de vraag wat juristen kunnen leren van psychologie, en wat niet. De hoofdredacteur vestigt bij de vraag naar de vrije wil nog eens de aandacht op een opvallende contradictie in het moderne denken.
Met het verval van de religieuze, i.c. christelijke levensoriëntatie van de premoderniteit groeit onderhuids het besef van een existentiële zinledigheid die sinds Nietzsche in de filosofische en literaire literatuur aan de oppervlakte treedt en voorlopig nog beperkt bleef tot een kleine intellectuele elite. Die existentiële leegte is aanvankelijk gevuld met het moderne vooruitgangsgeloof als zingevend motief van de moderniteit. Maar in de loop van de twintigste eeuw verliest dat geloof met zijn ideologische en utopische uitwerkingen geleidelijk aan zijn zingevende kracht en verbreidt het nihilistische wereldbeeld en levensbesef zich in steeds bredere kring totdat het in het postmoderne denken tenslotte het karakter krijgt van een normaal gegeven. De vraag naar een omvattende zin van het bestaan verliest sindsdien voor veel mensen zijn eeuwenoude cruciale betekenis. In vorige jaargangen van Civis Mundi als gedrukt tijdschrift is dit thema al enige malen inzet van reflectie en discussie geweest. In Civis Mundi Digitaal is dit thema opnieuw opgepakt.
In nummer 20 hebben we die vraag uitgebreid met de vraag of er enigerlei zin en richting in het geschiedverloop valt op te sporen. In het nieuwe jaarboek van Civis Mundi, dat in voorbereiding is, wordt nader ingegaan op die vraag. Onder dit thema publiceren we in dit nummer drie mooie geïllustreerde gedichten van Piet Ransijn hierover: eerst een gedicht over de zin van het bestaan; en daarop aansluitend Waar gaat de geschiedenis heen; en Toen de grote zin verloren ging.
Van het moderne mensbeeld maakt de idee van de menselijke autonomie een integrerend deel uit. Het emancipatiemotief van de moderniteit is erop gericht de marge van menselijke zelfbepaling zoveel mogelijk te verruimen. Maar we stuiten daarbij wel op bepaalde grenzen. Ook de vrijheidsruimte bij de inrichting van de samenleving is begrensd en zodoende ook de constitutionele ontwikkelingsmogelijkheden en alternatieven. Die begrenzing vloeit voort uit de polair-dialectische aard van de menselijke samenleving. Globaal genomen kunnen we een viertal modellen van constitutionele ontwikkeling onderscheiden, die in dit nummer nader worden uitgewerkt. Een opvallend kenmerk dat deze onderscheiden modellen van constitutionele ontwikkeling bij alle verschillen met elkaar gemeen hebben, is de pretentie het definitieve ontwikkelingsmodel te belichamen. Als we na meer dan twee eeuwen sinds de Franse revolutie de balans opmaken van de ideologische strijd in de zich ontwikkelende moderniteit over de ‘ware’ samenlevingsorde, lijkt de conclusie gewettigd dat zij even vruchteloos is als de religieus-culturele strijd over de vraag wat het ware, alleenzaligmakende geloof is. Geen enkel type samenleving kan zonder meer los van tijd en plaats, dus in abstracto, als het enig-juiste beschouwd worden.
De combinatie filosofie en geneeskunde werd vroeger wel vergeleken met een mix van knoflook en chocola. En dat was niet complimenteus bedoeld. Maar de tijden zowel als de smaken veranderen. Zo is er nu vanwege de stichting Civis Mundi een bijzondere leerstoel Filosofie van de Geneeskunde en de Maakbare Mens gevestigd bij de medische faculteit van de EUR. Er is onlangs een grote bundel verschenen over de filosofie van de geneeskunde, die hier kort besproken wordt. We besluiten dit thema met een groot gedicht van Piet Ransijn over de medische industrie.
Bespreking van: Maartje Schermer e.a. (red.), Komt een filosoof bij de dokter. Denken over filosofie en zorg in de 21e eeuw.
Op verzoek van de Eerste Kamer heeft de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) op 21 maart 2013 een advies uitgebracht waarin perspectieven op een duurzame vrede in het Midden-Oosten geschetst worden. Dit advies heeft enig opzien gebaard. Zo werd daarin onder meer bepleit de betrekkingen met Israël niet te intensiveren, zolang Israël doorgaat met zijn nederzettingenbeleid in bezette gebieden, ja die betrekkingen zelfs te bevriezen of te beperken. Oud-ambassadeur Jan Wijenberg reageerde daarop in Civis Mundi, 19 (juli 2013) met een grondige analyse, waarin nader ingegaan wordt op de centrale thema’s ervan met bijzondere aandacht voor het in deze kwestie relevante internationale recht.
In dit nummer stelt Jan Wijenberg na de zoveelste mislukking van het vredesoverleg tussen Israël en Palestina een geheel nieuw Nederlands Israëlbeleid voor. In het vorige nummer is bijzondere aandacht gewijd aan het geruchtmakende boek van Steven Paas, Israëlvisies in beweging. In dit nummer publiceren we een tweede interessante bespreking van dit bijzondere boek, waarin een ontluisterend beeld van de staat Israël als het idool van het Israëlisme geschetst wordt.
Bespreking van: Steven Paas, Israëlvisies in beweging. Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, Uitgeverij Brevier, 2014.
Onder dit thema publiceren we bijdragen over de politieke problematiek en toekomst van België, de relaties tussen Nederland en Vlaanderen en de Benelux-problematiek. In dit nummer een korte notitie over de kern van de Belgische problematiek en een projectoproep van het Vlaams-Nederlandse Huis deBuren (Brussel) en DutchCulture (Amsterdam).
Nederland was eens niet alleen een van de zes initiatiefnemers van het streven naar Europese eenwording, maar tot in de jaren ’90 ook het land dat zich met Duitsland en België het meest sterk maakte voor versterking van het integratiegehalte van de Europese Unie (voorheen Europese Gemeenschap). Sindsdien is daar de klad in gekomen en is ons land steeds meer geneigd de intergouvernementele component van de Europese Unie te benadrukken, ten koste van de federale component. En sinds het referendum over het voorstel voor een Europese grondwet in 2005 raakt Nederland in toenemende mate in de greep van een Eurosceptische tegenbeweging. Hier tegenover klinken er wel tegengeluiden, zoals bijvoorbeeld het in 2010 gepubliceerde WRR-rapport Aan het buitenland gehecht, met daarin een pleidooi voor een strategische keuze voor een op Europa gericht overheidsbeleid als beste optie voor Nederland in het licht van de huidige wereldconstellatie.
Voorts is er sinds kort de publicatie van European Federalist Papers, opgesteld door een kleine initiatief-groep van deskundigen waaraan in vorige nummers de nodige aandacht geschonken is. Dit bijzondere particuliere initiatief, waarin de oorspronkelijke geest van het Europese federalisme op authentieke wijze herleefde, culmineerde in de opstelling van een ontwerp voor een Europese federale grondwet, dat in Civis Mundi integraal gepubliceerd is (nummer 19). Daarin wordt glashelder in het licht gesteld dat een federaal Europa volstrekt niet identiek is met een Europese superstaat. Toch blijft men dat uitentreuren herhalen, en daarmee blijk geven van treurige staatsrechtelijke onkunde over de aard van een federaal Europees staatsverband. Diep treurig is ook dat in onze media geen enkele aandacht is gewijd aan de publicatie van European Federalist Papers en het ontwerp van een Europese federale grondwet, maar wel ruimschoots aan allerlei Europsceptische stellingnames. Een schandelijke eenzijdigheid, die wij hier nogmaals nadrukkelijk signaleren, ook al neemt men dat voor kennisgeving aan. Na een nuttige pragmatische aanpak is de Europese integratie nu echt toe aan een politiek-strategische keuze om een einde te maken aan het democratische tekort van de EU. Dat dient een keuze te zijn voor een federaal Europa in de Eurozone, met de Zwitserse federatie als constitutioneel model, zo wordt in dit nummer betoogd.
Onder dit thema is aanvankelijk uitvoerig gepubliceerd over dit onderwerp. Nu de discussie over integraal versus reductionistisch-analytisch denken de laatste tijd weer is opgelaaid, ook op internet, was dat voor ons aanleiding geweest in het vorige nummer hierop in een korte notitie terug te komen. Daarin werd een lans gebroken voor een vruchtbare wisselwerking tussen beide in plaats van een confrontatie. In dit nummer publiceren we een groot en mooi geïllustreerd artikel van de socioloog Piet Ransijn, die daarin wijst op de inherente beperkingen van de wetenschap volgens wetenschapsfilosofen en kennissociologen. Voor een meer integrale visie is een aanvulling van filosofie en religie nodig, met name ook de nodige kennis van het bewustzijn. In een vervolgartikel gaat hij vanuit de kwantumfysica nader in op de complementariteit van wetenschap, filosofie en religie.
Wat deze tijd meer dan voorheen kenmerkt, is een sterk op het heden geconcentreerde tijdsbeleving (present-focussed) als kenmerk van een postmoderne tijdsbeleving waarin mensen continu met de actualiteit bezig zijn via het laatste nieuws, de mailbox, voicemail, teletekst, sms, twitter, beurskoersen en dergelijke. Dat hodiecentrisme stempelt ook de hedendaagse politiek. De historische dimensie ervan is sterk verbleekt. Vandaar een heel kort politiek geheugen. Vandaar ook dit discussiethema waarin aandacht gevraagd wordt voor die historische dimensie. In dit nummer publiceren we een bijdrage waarin teruggeblikt wordt op de opkomst, de wisselvallige ontwikkeling, en het uiteindelijke succes van D’66 als nieuwe spil en spelmaker van de Nederlandse politiek.
Het corruptieonderzoek dat we op voorstel van Michel van Hulten in nummer 13 van Civis Mundi Digitaal als nieuw thema hebben opgenomen, wordt in dit nummer voortgezet met een bijdrage van de hoogleraar bedrijfsethiek Muel Kaptein over anti-corruptie binnen het bedrijfsleven.
Bespreking van: Mark Kinet (2013), Psychopathologie van het hedendaags leven, vier verhandelingen. Uitgeverij Garant, Antwerpen/Apeldoorn. ISBN 978-90-441-3081-2, 134 pagina’s.
Bespreking van: Haslam, S. A., S. D. Reicher, S. D. & M. J. Platow, The New Psychology of Leadership, Identity, Influence and Power, Psychology Press Hove and New York, 2011.
Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl
Prof. dr. S. Wim Couwenberg, voorzitter
Prof. dr. Paul Cliteur, vice-voorzitter
Mr. drs. Eva Eijkelenboom, secretaris
Mr. Herman-Jan Couwenberg, penningmeester
Leden
Mr. drs. Kai van der Kolk
Dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens
Dr. Hugo Verbrugh
Sander Wieman, BSc.
De stichting Civis Mundi zoekt versterking van de redactie door een adjunct-hoofdredacteur. Wij zoeken in het bijzonder naar een persoon die tevens het tijdschrift digitaal verder kan ontwikkelen en het kan voortzetten bij vertrek van de hoofdredacteur. Interesse kan kenbaar gemaakt worden via email: couwenberg@ese.eur.nl. Nadere informatie in te winnen via telefoonnummer 010-4182580.