Illustratie

Civis Mundi Digitaal #27

okt/nov 2014

Inhoudsopgave

Thema 1: Materialisme

Is er een samenhang tussen het heersende materialistische mens- en wereldbeeld in wetenschap en filosofie en de materialistische denk- en leefwijze zoals die tot uitdrukking komt in het heersende politiek-ideologische denken (neoliberalisme) en de heersende levensstijl? De bijdrage van Hugo Verbrugh aan deze artikelenserie is in het eerste nummer wel opgenomen, maar kon door een technische omissie niet geopend worden. Vandaar dat zijn artikel opnieuw geplaatst wordt.

Thema 6: Staatkundige innovatie en staatkundige problemen

Thema 6.1: Staatkundige innovatie/periodiek onderhoud democratie

Hoe onvolmaakt democratieën in de praktijk ook functioneren, niettemin is een democratische vorm van regeren en besturen in principe de minst slechte, althans in landen die de opbouwfase van staatsvorming voorbij zijn. Wel vergt democratie periodiek onderhoud. En dat wordt door het politieke establishment graag op de lange baan geschoven. Politici van rechts en links die deel uitmaken van de gevestigde orde, zijn immers geneigd zolang mogelijk vast te houden aan vertrouwd geraakte structuren en procedures, hoe problematisch die ook geworden zijn en dus doof voor de roep om daarin verandering te brengen. De Nederlandse politiek is daarvan een treurig voorbeeld.

Dat laatste wordt geïllustreerd in een korte bijdrage, waarin de discussie over staatkundige hervormingen in Nederland gekarakteriseerd wordt als een gezellig politiek gezelschapsspel. Dat spel wordt na de oorlog al gespeeld sinds 1947, met als inzet de reorganisatie van het binnenlands bestuur, en een hervorming van onze parlementaire democratie. Politici, bestuurders, partijprominenten, publicisten en staatsrechtbeoefenaars nemen daar gretig aan deel, met de beste bedoelingen, maar in de regel zonder enig resultaat. Zo werd de lokale politiek en het lokale bestel onlangs voor de zoveelste maal weer eens opgeschud, nu door een burgemeester, gevolgd door enige reacties in de media, waarna alles uiteraard bleef zoals het was.

Thema 6.2: Staatkundige en constitutionele problemen

Al is de rol van de natiestaat zeker nog niet uitgespeeld, toch verandert de natiestaat door de snel groeiende internationale interdependentie, ondanks tegenstrevende krachten, steeds meer in een interdependent en beperkt soeverein type staat. In de wereldmaatschappij in wording ontwikkelen zich grotere politieke verbanden als nieuwe pijlers ervan. Het streven naar een politiek verenigd Europa sinds de jaren ’50 is daarvan een markante illustratie. Die grotere politieke verbanden kunnen in staatkundig-constitutioneel opzicht het best vorm krijgen in een federaal verband. De EU is stap voor stap op weg naar zo’n federaal verband. En op termijn zal dat ook met Zuid-Amerika gebeuren. In dat staatkundige perspectief schetst de bestuurskundige Leo Klinkers een boeiende visie op de staatkundige toekomst van Suriname, waarmee hij zich opnieuw ontpopt als een visionaire politieke denker.

Thema 7: Filosofie van de geneeskunde en de maakbaarheid van de mens

Met de opkomst van ‘personalised medicine’ zien we ook in de geneeskunde de doorwerking van het narcistisch individualisme als opvallend kenmerk van onze neoliberaal georiënteerde tijd. Maar in die geneeskunde is er ook een tegenstroming, die daartegenover het publieke belang weer meer nadruk wil geven (‘we-medicine’). Onder dit thema wordt een belangrijk Amerikaans boek besproken, waarin die problematiek centraal staat. Daarbij komt de grote aantrekkingskracht van een strikt geïndividualiseerde geneeskunde (‘me-medicine’) aan de orde, met tegelijk ook een grondige reality-check van deze trend; evenals de vraag hoe de biotechnologie weer meer in dienst te stellen van het publieke belang (‘we-medicine’).

Hoe biotechnologie weer meer in dienst te stellen van het publieke belang tegenover de opkomst van een strikt geïndividualiseerde geneeskunde
Maartje Schermer

Bespreking van: Me medicine vs We medicine. Reclaiming biotechnology for the common good. Columbia University Press, New York, 2013.

Thema 11: Filosofie van de levenskunst

Filosofie van de levenskunst is bij de digitale voorzetting van Civis Mundi opgenomen als een van de discussiethema’s. We haakten daarmee in op het reveil van een vertrouwde en klassieke opvatting van filosofie, namelijk de praktisch gerichte filosofie van de levenskunst, het filosofisch doordenken van het alledaagse leven. Het is een filosofie die mogelijkheden aanreikt voor de vormgeving van het eigen leven en hulp biedt bij het nadenken over de grote levensvragen in een ontwikkelingsfase van de moderniteit waar daaraan opnieuw groeiende behoefte is. Met de postmoderne cultuurkritiek op de grondslagen van de moderniteit en de nihilistische effecten daarvan herleeft namelijk een existentiële behoefte aan meer geestelijke en sociale samenhang en hernieuwde bezinning op zingeving.

De filosofe Heidi Muijen, oprichter en directeur van de Stichting Filosofische Praktijk Thymia van Levenskunst en Creatieve Ontwikkeling, heeft in voorgaande nummers aan de filosofische reflectie hierop een substantiële bijdrage geleverd. In dit nummer zet zij die reflectie voort. Na een indringende analyse van de relatie tussen geluk en tragiek onderzoekt zij op originele wijze de complexe relatie tussen macht en levensgeluk. Zij doet dat vanuit een ludische benadering, door beide concepten relationeel en speels te verstaan, en zodoende een eenduidige interpretatie ervan te overstijgen. Nietzsches figuur van Zarathustra vertegenwoordigt in haar visie een paradoxaal midden tussen beide werelden. Aan het slot van dit vijfde deel geeft zij een korte samenvatting van de voorgaande vier delen en kondigt zij een zesde deel aan, waarin zij in dialoog gaat met de schets van een mediale levenskunst door de filosoof Giovanni Rizzuto, die in dit nummer ook aan het woord komt, in een bijdrage namelijk over filosofie en poëzie.

Thema 13: Lage landen problematiek

Tot de problematiek van de lage landen behoort ook de toekomst van België, in het licht van een sterke politieke stroming daar die aanstuurt op een splitsing van dit land, zoals nu belichaamd in de NVA. In dit nummer een korte notitie over de actuele politieke situatie in België, die die splitsing voorlopig niet mogelijk maakt. De NVA is nu wel de grootste partij in de nieuwe Belgische regering. Maar na de zesde staatshervorming, inmiddels verwerkt in de tweede editie van België, een handleiding, zijn de regeringspartners van de NVA van oordeel dat er voorlopig geen behoefte is aan een nieuwe communautaire hervorming. De functionering van de Belgische democratie blijft niettemin onverkort onder zware kritiek staan, getuige het scherpe j’accuse dat de prominente Belgische politicoloog Wilfried Dewachter daar tegen uitspreekt in zijn nieuwe boek De trukendoos van de Belgische particratie, die hij zelfs als een Europese schande aanmerkt.

Thema 15: Nostalgie naar ideologische profilering

Met de val van de Berlijnse Muur is niet alleen het einde van de Koude Oorlog ingeluid, maar ook het einde van de grote ideologische strijd over de grondslagen van de moderniteit. Dat impliceert tevens het einde van het ideologisch antagonisme tussen socialisme en liberalisme, dat op de politieke geschiedenis van Europa sinds de 19e eeuw zo’n sterk stempel gedrukt heeft. We leven nu in een liberale samenleving, waarin van het socialisme niet veel meer overgebleven is dan een sociaal-liberale variant van de liberale beschavingstraditie. Dat is in de jaren ’90 ook bevestigd door de introductie van de derde-weg-politiek in sociaaldemocratische partijen, en in Nederland door het afschudden van de ideologische veren onder PvdA-leider Wim Kok.

Ideologische politiek is sindsdien vervangen door technocratische politiek in een liberale context. Dat laatste is voor linkse mensen van de oude stempel politiek ongetwijfeld moeilijk te verteren. Vandaar nog steeds een zekere nostalgie naar het roemrijke sociaaldemocratische verleden, toen de sociaaldemocratie nog een duidelijk eigen ideologisch gezicht had. Marcel van Dam geeft daar als oude sociaaldemocraat nog steeds een stem aan. Ook in een recent intern rapport over de toekomst van de PvdA klinkt die stem door. Naar aanleiding van dat rapport stelt Bert Wagendorp – columnist van de eens links ogende Volkskrant – de vraag: kan Nederland niet heel goed zonder de PvdA? Als de bestaansreden van een partij ervan afhangt of zij een duidelijk eigen ideologisch gezicht heeft, is dat een vraag die aan alle partijen te stellen valt. Zij zijn alle immers ideologische bleekgezichten, die met elkaar een pragmatische en technocratische oriëntatie gemeen hebben.

Onder dit thema hebben we eerder de nostalgie naar een ideologische profilering ter discussie gesteld. Alleen van VVD- en D’66-zijde heeft men daarop gereageerd. Andere partijen waren niet geïnteresseerd. De nostalgie in de PvdA naar een aantrekkelijk nieuwe rode kleur op het politieke gezicht is een begrijpelijk politiek sentiment, dat de SP als naaste politieke concurrent dankzij haar oppositierol nog enigszins in stand probeert te houden. Het herinnert niettemin pijnlijk aan een voorbije tijd. Hier een korte notitie over het einde van die tijd.

Thema 16: Positie CDA vergeleken met de Duitse CDU

Terwijl het CDA de laatste jaren in het politieke krachtenveld van een centrale politieke machtsfactor afgezakt is tot de vijfde partij qua aantal Kamerzetels, heeft de Duitse CDU zich als toonaangevende politieke stroming nog steeds prima weten te handhaven, en ook de dominante positie van de christendemocratie in het Europees Parlement in stand weten te houden. Hoe valt dit verschil in machtspositie te verklaren? In dit nummer wordt daartoe een poging gedaan.

Thema 17: Europese integratie versus eurocentrische tegenbeweging

Wat zijn de zwaartepunten van het beleid op de EU-agenda van de komende jaren, nu de leidinggevende posities van de EU zijn ingevuld, en een nieuwe beleidsperiode is aangebroken? De historicus en Europarlementariër Jean Penders geeft daarvan in dit nummer een helder overzicht met economie, buitenlands en veiligheidsbeleid als zwaartepunten; en daarop aansluitend komt de toekomstige koers van de EU aan de orde.

De bestuurskundige Leo Klinkers, co-auteur van de in Civis Mundi eerder besproken European Federalist Papers, levert hierna een prikkelend commentaar op de benoeming van Frans Timmermans als eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, en op diens opdracht tot terugdringing van de almaar voortwoekerende EU-regelgeving. Ingesloten is daarbij de opdracht tot concentratie van de EU op hoofdzaken en al het andere consequent overlaten aan de lidstaten, dus tot een beleid in de geest van het subsidiariteitsbeginsel, dat in het verdrag van Maastricht expliciet is opgenomen als richtsnoer bij de afbakening van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de EU en de lidstaten. De EU mag slechts optreden indien en voor zover de haar toegewezen doelstellingen op Europees niveau beter kunnen worden verwezenlijkt dan op dat van de lidstaten. Tot die doelstellingen worden sinds dat verdrag steeds meer ook niet-economische zaken gerekend zoals justitie en binnenlandse zaken (misdaadbestrijding, antiterrorismepolitiek, asiel en migratiebeleid), milieu, volksgezondheid, onderzoek en technologische ontwikkeling, onderwijs, ontwikkelingssamenwerking, cultuur en sport, klimaat, energie en ruimtevaart.

Met dat beginsel van subsidiariteit is het echter niet gelukt de Eurosceptische tegenstroming als remmende factor te apaiseren. Het biedt onvoldoende objectief houvast en het is ook meer een politiek dan een rechtsbeginsel. Het heeft als zodanig dan ook niet het gewenste houvast en effect gehad. Door die verruiming van doelstellingen is de EU-regelgeving alleen maar verder gegroeid. Bestrijding van die groei, dus deregulering, is onbegonnen werk, bestrijding van symptomen, luidt het commentaar van Klinkers. Timmermans kan zich beter inzetten voor een Europese systeemwissel, de omzetting van de huidige confederale samenwerking in Europese samenwerking in federaal verband. Hij verwijst in dit verband naar de Amerikanen, die dat in 1787 eerder gedaan hebben en met groot succes. Alleen langs die weg kunnen we tot een Europese samenwerking komen die zich beperkt tot hoofdzaken, en tot minder regelgeving.

In 2001 heeft de toenmalige Duitse regering dat overigens al voorgesteld: een klassieke federatie, dat wil zeggen een nevenschikking en dus een gelijkwaardige positie van het centrale gezag (de bond) en de deelstaten die ieder in hun respectievelijke bevoegdheidssferen soeverein zijn (‘competitive federalism’). In plaats van een superstaat ontstaat zodoende een federatie van natiestaten, die gebaseerd is op gedeelde soevereiniteit en een heldere ‘Kompetentz-Katalog’: een duidelijke bepaling van exclusief-Europese, nationale en gedeelde bevoegdheden. Pas in een zo’n federaal verband kan het democratisch tekort van de EU ook effectief opgeheven worden.

Thema 20: Integraal versus reductionistisch-analytisch denken

Onder dit thema heeft de cultuursocioloog Piet Ransijn een artikelenserie gestart over de complementariteit van kennisgebieden. In nummer 24 begon hij met een bijdrage over ons incomplete weten, daarmee voortbouwend op wetenschapsfilosofie en kennissociologie. In het tweede deel van deze serie, in nummer 26, ging het in het bijzonder over de kwantumfysica en de complementariteit van wetenschap, filosofie en religie in dit verband. In dit nummer rondt hij die serie af met een bijdrage over een verenigende veldtheorie van de natuur en het bewustzijn.

Thema 25: Reflectie op historische achtergrond van de actualiteit

Wat deze tijd meer dan voorheen kenmerkt, is een sterk op het heden geconcentreerde tijdsbeleving (present-focussed) als kenmerk van een postmoderne tijdsbeleving waarin mensen continu met de actualiteit bezig zijn via het laatste nieuws, de mailbox, voicemail, teletekst, sms, Twitter, beurskoersen en dergelijke. Dat hodiecentrisme stempelt ook de hedendaagse politiek. De historische dimensie ervan is sterk verbleekt. Vandaar een heel kort politiek geheugen. Vandaar ook dit discussiethema waarin aandacht gevraagd wordt voor die historische dimensie als achtergrond van de actualiteit.

Mede in het licht van de actuele situatie en problematiek van de sociaaldemocratie in Nederland bespreken we hier een prachtige politieke biografie over Frank van der Goes als pionier van het socialisme in Nederland. Na zijn politieke leven en streven gestart te zijn als sociaal-liberaal, ontwikkelde hij zich daarna tot een prominente exponent van het marxistische socialisme in Nederland, en werd hij als zodanig de geestelijke vader van de SDAP. Als we die door hem geïnspireerde SDAP als Nederlandse exponent van de sociaaldemocratie vergelijken met de PvdA in onze tijd, valt op dat er, vergeleken met deze pionier, sprake is van een omgekeerde ontwikkeling, namelijk van een authentiek, marxistisch socialisme, naar een politieke stroming met een sociaal-liberale oriëntatie, zoals eerder onder thema 15 toegelicht is.

Een prachtige politieke biografie over een pionier van het socialisme in Nederland
Wim Couwenberg

Bespreking van: Ron Blom, Frank van der Goes 1859-1939. Journalist, literator en pionier van het socialisme. Uitgeverij Eburon, Delft, 2012.

Commentaar op actuele ontwikkelingen en gebeurtenissen

In periodes van grote beroering en onheil is er een sterke morele behoefte aan het denken in eenvoudige zwart-wit patronen, dus in simplistische ideeën van wat goed en fout is. In zo’n tijd leven we ook nu, met het onheil dat zich in landen als Irak en Syrië voltrekt, en de conflictsituatie in Oekraïne. Het is een tijd, waarin we de effecten van politieke propaganda ook in onze vrije wereld prachtig kunnen bestuderen. Dat gebeurt in onderstaand commentaar van Karel van Wolferen, em. universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij richt zich daarbij in het bijzonder op de propaganda die zich afspeelt rond de Oekraïneproblematiek.

In een tweede artikel onderwerpt hij de Aziëpolitiek van Amerika aan een kritische analyse, met de problematiek en politiek van Japan als zwaartepunt daarvan. Japan is in zijn visie geen soevereine en dus onafhankelijke staat, gezien de Amerikaans-Japanse betrekkingen, met substantiële invloed van de VS op de politiek van Japan. Dat bleek bijvoorbeeld zonneklaar, toen er in september 2009 een einde kwam aan de éénpartij-democratie van de liberaal-democratische partij (LDP), waarna de democratische partij van Japan (DPJ) aan de macht kwam, en een nieuwe politieke koers inzette, ook in de betrekkingen met China, die de VS helemaal niet beviel. Daar kwam dan ook spoedig een einde aan. Men kan Japan daarom het best als een vazal- of cliëntstaat van Amerika karakteriseren, aldus de auteur, die een groot kenner is van Japan, en daarover een reeks van boeken publiceerde.

Van meerdere kanten is er wel gewezen op het ontbreken in de VS van een imperiale traditie om de Amerikaanse hegemonie als wereldrijk voor onbepaalde tijd te consolideren. De sterke neoconservatieve stroming in de Amerikaanse politiek koestert die ambitie echter wel degelijk. Suprematie is een voorrecht dat geen imitatie duldt, was de harde kern van de neoconservatieve Bush-doctrine. In die geest interpreteert Van Wolferen ook de Amerikaanse buitenlandse politiek. Dat verklaart die politiek in zijn ogen nog steeds afdoende.

Hierna presenteert Hans Feddema, prominent exponent van de pacifistische stroming in Groen-Links, een aantal overwegingen die in zijn ogen, en die van een geestverwant, ervoor pleiten niet langer mee te doen met de door de VS geïnitieerde aanvalsoorlog tegen IS, die zij even onrechtmatig vinden als de Amerikaans-Britse aanval in 2003 tegen Irak onder Saddam Hoessein. Zij beoordelen wat IS doet in Irak en Syrië ook anders dan de heersende opinie. Zijn weerzinwekkende methoden achten zij geen legitimerende reden voor een aanvalsoorlog ter vernietiging van IS, dat zij interpreteren als een radicale bevrijdingsoorlog in het kader van de Arabische Lente. Zij wijzen er daarbij op dat een Arabische bondgenoot in de anti-IS-coalitie als Saoedi-Arabië zich aan meer onthoofdingen schuldig maakt dan IS. Dit land heeft bovendien eerder de geestverwante soennitische IS sterk gesteund. De interventie van Obama kritiseren zij als een kwalijke voortzetting van de geopolitieke machts- en beheersingslijn van de Amerikaanse politiek, en een terugkomen van Obama op diens terughoudende buitenlandse politiek.

Nieuwe boeken

Afgezien van de boekbesprekingen die onder bepaalde thema’s zijn opgenomen, publiceren we hier nog drie besprekingen van boeken die alleszins ook aandacht verdienen: eerst de bespreking van een prachtig kunstboek, dat het leven en het werk van een veelzijdige kunstenares tot onderwerp heeft. Die bespreking is breed opgezet, met een biografische, filosofische, en kunstzinnige invalshoek. En zij wordt afgerond met een cultuursociologische beschouwing, waarin nader ingegaan wordt op de visie van deze kunstenares op kunst- en cultuurgeschiedenis, terwijl die visie, evenals haar leven, tevens vergeleken wordt met het leven en het werk van de grote Amerikaanse socioloog van Russische afkomst P.A. Sorokin, wiens loopbaan even gevarieerd was als zijn wetenschappelijke werk.

Deze kunstenares is na de oorlog een aantal jaren onrechtmatig gevangen gehouden in een psychiatrische inrichting, die bekend stond als het ‘vuilnisvaatje’ van de regering. Een heel duistere geschiedenis, waaraan de recensent terecht ook aandacht schenkt.

Voor het eerst lukt het wetenschappers om in het geheim van de levende hersenen door te dringen. Men spreekt al van baanbrekende ontwikkelingen van de hersenwetenschappen. Maar tegelijk groeit de neiging om het menselijk gedrag volledig vanuit de biologie van het brein te verklaren, alsof vrije wil, persoonlijke verantwoordelijkheid en identiteit er amper nog toe doen. Over die neiging, die verleiding, is een prikkelend boek verschenen, dat hier met instemming besproken wordt door Hugo Verbrugh.

We vragen hier ook aandacht voor de bespreking van een opmerkelijk boek over probleemgestuurd onderwijs als moderne vorm van onderwijs, en tevens een nieuwe visie daarop, die tegelijk in historisch perspectief gesitueerd wordt.

Ten slotte een korte bespreking van een nieuw boek van een bekende Nederlandse schrijver, die getroffen wordt door een agressieve vorm van prostaatkanker, en daarover betrekkelijk opgewekt verslag doet in de periode 2008-2014.

Liefde voor het mooie in medemensen en de natuur
Piet Ransijn

Bespreking van: Christina Dorjee, Nora Stroink. Beeld van een Nederlands kunstenares.

Per email te bestellen: dorjee.studio@planet.nl.

De gangbare neurowetenschap ontmaskerd als een ideologische verleiding
Hugo Verbrugh

Bespreking van: Sally Satel & Scott O. Lilienfeld, Gehersenspoeld – Over de verleiding alles met neurowetenschap te verklaren. Uitgeverij Scriptum Psychologie, 2014.

ProbleemGestuurd Onderwijs – nieuwe stijl in historisch perspectief
Hans van de Braak

Bespreking van: Hugo Verbrugh. De naam van het probleem: Pierre Abélard en het geheim van ProbleemGestuurd Onderwijs. Uitgeverij Ad. Donker. Rotterdam, 2014. ISBN 9789061006879. 96 pp.

Kort geboekt

Ich liebe das Leben

Bespreking van: Ivan Wolffers, Als de tijd voor altijd stil zou staan. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014

Filosofie en poëzie

Wij publiceren onder dit bijzondere thema een diepzinnig essay van de filosoof Giovanni Rizzuto over een filosofe die in de Spaanstalige landen grote bekendheid geniet, maar daarbuiten nauwelijks bekend is. Hij beperkt zich daarbij tot twee van haar belangrijkste werken, waarin zij een bijzonder licht werpt op de relatie tussen filosofie en poëzie. In aansluiting hierop publiceren we een nieuwe serie gedichten van de cultuursocioloog Piet Ransijn. Opvallend in zijn gedichten, ook nu weer, is de filosofische toonzetting die daarin doorklinkt.

Mededelingen

Opening van het nieuwe seizoen van het Filosofisch Café Leiden

Aan het openingswoord van Hans Feddema ontlenen we hier een interessante passage over de relatie tussen Descartes en het Boeddhisme, en over de lezing van Hans Gerding, bijzonder hoogleraar metafysica aan de Universiteit van Leiden, waarin ook grensoverschrijdende waarnemingen ter sprake komen.

Colofon (oud)

Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg       
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl

Advertentie

De stichting Civis Mundi zoekt versterking van de redactie door een adjunct-hoofdredacteur. Wij zoeken in het bijzonder naar een persoon die tevens het tijdschrift digitaal verder kan ontwikkelen en het kan voortzetten bij vertrek van de hoofdredacteur. Interesse kan kenbaar gemaakt worden via email: couwenberg@ese.eur.nl. Nadere informatie in te winnen via telefoonnummer 010-4182580.