april 2015
Onder auspiciën van de Stichting Civis Mundi uitgegeven door de Deventer Universitaire Pers. Bij de presentatie van dit jaarboek half januari 2015 op de EUR werd de auteur door de rector magnificus van die universiteit onderscheiden met ‘De Desiderius’ vanwege zijn uitzonderlijke bijdrage aan het publieke debat en de opinievorming in Nederland in de afgelopen halve eeuw.
Dit nieuwe Civis Mundi jaarboek is voor abonnees verkrijgbaar tegen de gereduceerde prijs van €17,50 per email te bestellen bij de redactie van de Stichting Civis Mundi, of rechtstreeks via de internetboekwinkel van de uitgever (www.universitairepers.nl). Bestel direct »
Zie voor meer informatie de presentatie van dit jaarboek, 15 januari 2015.
De Deventer Universitaire Pers is de uitgeverstak van de Geert Grote Universiteit (GGU).
Ze stelt zich ten doel het publiceren van goed leesbare, wetenschappelijke werken van de hoogste kwaliteit, primair in de Nederlandse taal, en in een duurzame uitvoering. Zo wil zij een concrete bijdrage leveren aan het behoud en de versterking van het Nederlands als taal van cultuur en wetenschap. Zij onderscheidt zich door thema’s die verder reiken dan de waan van de dag, ook als deze zichzelf actualiteit noemt. De Deventer Universitaire Pers is steeds op zoek naar wat ook over tien, twintig of zelfs honderd jaar nog als relevant zal worden beschouwd.
In het vorige nummer is de katholieke identiteit als religieuze levensbeschouwing en daarmee samenhangend mens- en wereldbeeld aan de orde gesteld naar aanleiding van een publicatie waarin het verval ervan gesignaleerd en betreurd werd, en een ondubbelzinnig, door kerkelijke autoriteiten vastgesteld antwoord bepleit werd op de vraag wat daaronder te verstaan. Dat pleidooi werd echter ter discussie gesteld. In een moderne context is er ruimte voor verschillende antwoorden op die vraag. In dat nummer is het eerste deel verschenen van een bijdrage waarin die katholieke identiteit en daarmee samenhangend mens- en wereldbeeld in een evolutionair perspectief wordt gesitueerd. In dit nummer wordt in aansluiting hierop het tweede deel gepubliceerd, met daarin een gemoderniseerd liberaal concept van katholieke identiteit. In het volgende nummer zal prof. Bert Laeyendecker als godsdienstsocioloog zijn visie op die vraag uiteenzetten.
Een liberaal concept als gemoderniseerd alternatief
Hoe onvolmaakt democratieën in de praktijk ook functioneren, niettemin is een democratische vorm van regeren en besturen in principe de minst slechte, althans in landen die de opbouwfase van staatsvorming voorbij zijn. Wel vergt democratie periodiek onderhoud. En dat wordt door het politieke establishment graag op de lange baan geschoven. Politici van rechts en links die deel uitmaken van de gevestigde orde, zijn immers geneigd zolang mogelijk vast te houden aan vertrouwd geraakte structuren en procedures, hoe problematisch die ook geworden zijn en dus doof voor de roep om daarin verandering te brengen. De Nederlandse politiek is daarvan een treurig voorbeeld.
Sinds een aantal jaren is het politieke innovatiestreven sinds de jaren ’60 helemaal verdrongen geraakt door het streven naar sociaal-economische hervormingen. Maar sinds kort zijn er weer tekenen die duiden op een herlevende politieke innovatiebehoefte, ondanks de grandioze mislukking van het politieke innovatiestreven sinds de jaren ’60. Na een trieste terugblik op die mislukking wordt die herlevende politieke innovatiebehoefte gesignaleerd, maar tegelijk de vraag opgeworpen of het nog wel alle moeite waard is om daar opnieuw aan te beginnen. Eerst maar eens nadenken over de vraag waarom die staatkundige innovatie in dit land maar niet wil lukken. Die vraag wordt in dit nummer kort onder ogen gezien en beantwoord.
In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog is het staatsrechtelijke en volkenrechtelijke concept van staatssoevereiniteit in staatsrechtelijke en volkenrechtelijke literatuur heel kritisch bejegend. Veel volkenrechtsgeleerden bestempelden het als een verouderd uitgangspunt van het volkenrecht, dat daarom het best uit de volkenrechtelijke en politieke theorie gebannen kon worden. In de staatsrechtelijke literatuur waren er op hun beurt bekende auteurs die het soevereine karakter van de staatsmacht volledig teloor zagen gaan. In de Nederlandse staatsrechtelijke literatuur was het met name de toenmalige staatsrechtgeleerde van de UvA, Luuk Prakke, die dat op geprononceerde wijze vertolkte. Maar vooral onder invloed van de Europese integratie is het soeveriniteitsbegrip weer helemaal terug, en wordt het met klem gecultiveerd en verdedigd, in het bijzonder door Eurosceptici. Eurosceptische verdedigers ervan gaan een openlijk debat met soevereiniteitssceptici echter opvallend uit de weg. In dit nummer wordt nog eens grondig nagedacht over de ontwikkeling en de betekenis van dit omstreden geraakte staatsrechtelijke en volkenrechtelijke concept, en over de vraag waarom het zo omstreden is geraakt.
Dat onze samenleving door een samenspel van factoren steeds meer vergrijst is een feit dat nog overwegend in negatieve zin wordt ervaren en gewaardeerd. De nadruk ligt daarbij vooral op de financiële consequenties ervan. Die negatieve waardering uit zich ook in de maatschappelijke bejegening van het ouder worden. Als reactie op die negatieve waardering van ouderen is er een richting in het denken over vergrijzing die die tendens in meer optimistische zin interpreteert. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de gezonde levensduur in komende jaren nog aanzienlijk verlengd kan worden dankzij het voorkomen of herstellen van allerlei aandoeningen die tot nu toe tot ouderdomskwalen gerekend worden.
In eerdere nummers is vooral aandacht geschonken aan de ontwikkelingsmogelijkheden van de derde levensfase, en aan de vraag of er een recht is op vrijwillige levensbeëindiging, als die mogelijkheden uitgeput zijn. In dit nummer wordt nagedacht over de vraag hoe ouder worden en doodgaan ervaren en geïnterpreteerd worden.
Daarna een korte notitie over sarcopenie, een nog nagenoeg onbekend begrip van een moderne ouderdomskwaal, die zich nu meer aandient, nu steeds meer mensen oud worden. Ten slotte de resultaten van een onderzoek naar de vraag of ouders verwachten dat hun kinderen straks zullen helpen als dat nodig is.
De nationale democratie binnen de Eurozone is zo’n beetje afgeschaft. Verkiezingen doen er niet meer toe, treurt Volkskrantcolumnist René Cuperus in die krant. Als reactie daarop werd de Volkskrant een artikel aangeboden met de stelling dat democratie in de EU alleen nog functioneel te maken is in een federaal georganiseerd Europa. Dat werd echter door de opinieredactie van die krant met de bekende clichés anoniem afgewezen. Opnieuw blijkt dat pleidooien voor zo’n federaal Europa in dit land taboe zijn. Een publieke discussie hierover gaat men als bange hazen continu uit de weg. Ook de publicatie van European Federalist Papers van Leo Klinkers en Herbert Tombeur werd in onze zogenaamd democratisch gezinde media volstrekt doodgezwegen. We hebben dit in Civis Mundi al eerder gesignaleerd, en leggen er ons niet bij neer. In Civis Mundi is er gelukkig nog een podium waarop de vrijheid van meningsuiting integraal gerespecteerd wordt.
Door de loop der geschiedenis lijken we ondanks alle Eurosceptische tegenwerking op weg naar een federaal georganiseerd Europa, met natiestaten die niet verdwijnen, maar als deelstaat in een groter Europees federaal verband een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Zo’n verband is ongetwijfeld beter opgewassen tegen de uitdagingen van een nieuwe, krachtige globaliseringsgolf, die we in onze tijd beleven. Het is overigens een politiek proces dat zeker niet rechtlijnig verloopt, maar met veel ups en downs.
Het proces van Europese staatvorming, dat een sterke impuls gekregen heeft met de invoering van een monetaire unie in het verdrag van Maastricht, en van de Euro als Europees betaalmiddel, is nog altijd een eliteproject, zoals alle staatsvormingsprocessen dat in eerste instantie waren. Maar de roep om democratisering van dit project wordt sterker. Dit noopt er ook toe dat we elkaar als mede-Europeanen beter leren kennen. We gaan bijvoorbeeld massaal op vakantie in Frankrijk, maar leren we daarmee dat land en zijn bevolking serieus kennen, en haar doen en laten begrijpen? Nee, natuurlijk. Daarvoor moet je er een tijdje wonen. We hebben daarom een Nederlander die er al vele jaren woont na er lang op vakantie te zijn geweest, uitgenodigd zijn indrukken te vertellen over dat land en zijn bevolking, in vergelijking ook met Nederland, waar hij tot zijn pensioen woonde en werkte.
Meer democratie in de EU alleen nog functioneel te maken in een federaal georganiseerd Europa
Door allerlei verwikkelingen is de relatie tussen Griekenland en de Europese instanties veelvuldig in het nieuws. Willen we het proces en de problemen van Europese eenwording beter begrijpen, dan is meer kennis van elkaar, voldoende kennis ook van verschillende culturele achtergronden, bijzonder welkom. Wat weten we wat dat betreft van de moeizaam functionerende Griekse samenleving en democratie? Belangrijk is te weten dat dat land tot 1830 vier eeuwen lang deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. Ingrijpende ontwikkelingen in Europa als de Renaissance, de Reformatie, de Verlichting en de Franse Revolutie heeft het derhalve niet meegemaakt en verwerkt in zijn ontwikkeling. Toen Griekenland in 1830 onafhankelijk werd, moest het ineens de sprong maken van een premodern functionerende feodale samenleving, met een dominerende en zeer conservatieve Grieks-orthodoxe kerk, naar de moderniteit, zoals die in West-Europa al in volle ontwikkeling was. Die achterstand in beschavingsniveau is de achtergrond van zijn minderwaardigheidscomplex, dat echter hand in hand gaat met een reële nationale trots op een groots klassiek verleden. De geschiedenis van Griekenland is bovendien nauw verweven geraakt met die van Turkije, met alle daarmee samenhangende complicaties. In dit nummer wordt het gedeelde verleden en heden van beide landen in grote trekken helder in beeld gebracht.
Onder dit thema wordt na de kleine corruptie de grote corruptie aan de orde gesteld, en de rol van politieke partijen in dit verband. Daarbij komt ook een opvallend rapport aan de orde van Transparency International UK onder de titel ‘Corruption on your Doorstep. How corrupt capital is used to buy property in the UK’. Voor geïnteresseerden is een link naar dit rapport onderaan het artikel opgenomen. Wordt beschikbaar crimineel geld alleen in Londen witgewassen door aankopen van onroerend goed, of is iets dergelijks ook aan de hand in onze Randstad? Welke rol spelen daarbij onze bankiers, makelaars en notarissen? Het OM wordt opgeroepen uit te zoeken, wie momenteel huizen koopt in de Randstad, en uit welke bron dat gefinancierd wordt.
‘Show how UK property launders the wealth of the global corrupt’
In het vorige nummer is onze publieke omroep opnieuw ter discussie gesteld, nu door Koos Kalkman, lid van de werkgroep Naar een Andere Publieke Omroep (APO). In dit nummer wordt de discussie voortgezet door Erik Jurgens, oud-Tweede en Eerste Kamerlid, en van 1975 tot 1985 voorzitter van de NOS, met een pleidooi voor een BBC-model voor onze, zo moeizaam ontzuild rakende publieke omroep. Wie dit wil ondersteunen, of juist niet, positieve of negatieve reacties zijn welkom.
In het vorige nummer publiceerden we in deze rubriek een uitvoerige bespreking van het boek van Trudy Dehue over de belangenverstrengeling van medische wetenschap, overheid en farmaceutische industrie. Daarin kondigde de recensent, Piet Ransijn, aan het slot alternatieve oplossingen aan. In dit nummer worden die oplossingen nader toegelicht.
Nadere reactie op: Trudy Dehue, Betere Mensen. Gezondheid als keuze en koopwaar. Uitgeverij Atlas Contact, 2014.
Bespreking van: Hugo van de Voorde, Naar één wereld. De drie stappen van de globalisering, 16de-21ste eeuw. Uitgeverij Pelckmans/Walburgpers, 2014.
Logisch uitvloeisel tweede feministische golf
Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl