oktober 2015
Medewerkers aan dit nummer (met achter hun naam het thema waar hun bijdragen te vinden zijn): Hugo Verbrugh (thema’s 1 en 5.1); Wim Couwenberg (1, 2, 6.2, 10, 15, 28); Toon van Eijk (1, 5.3); Wim Rietdijk (10); Piet Ransijn (10, 14, 30, 31); Jan de Boer (19, 28); Michel van Hulten (26); Hans Groot (26); Alain Hoekstra (26); Lize Kooijman (26); Erik de Vlieger (26); Hans Feddema (19, 32).
Recent is een dissertatie verschenen, waarin een probleem onderzocht wordt dat nog niet op de kaart van de wetenschap staat, namelijk de vraag hoe religieus individualisme samen kan gaan met gemeenschapsleven en maatschappelijke betrokkenheid. Die dissertatie is verschenen onder de intrigerende titel De antroposofische orde, en wordt hier kort besproken en geprezen als grensverleggend en innovatief onderzoek. Het is mede gebaseerd op persoonlijke ervaringen, opgedaan met de antroposofie als bijzondere variant van het secularisatieproces.
We vragen voorts aandacht voor het beeld van de massamens, zoals dat in 1930 in krachtige lijnen geschetst is door de Spaanse filosoof Ortega y Gasset in een vermaard geworden boek, dat gerekend kan worden tot de westerse canon van grote boeken in de Europese literatuur. Er is nu een nieuwe Nederlandse vertaling van verschenen, met daarin nieuw materiaal en een korte reflectie op Ortega’s filosofie van de vitale rede.
Onder dit thema komen begrippen als geest, intellect en bewustzijn vaak ter sprake. Daar wordt vaak onzorgvuldig mee omgesprongen. Hier, in aansluiting op de analyse van de Amerikaanse filosoof Ken Wilber, een korte verheldering.
Bespreking van: Janine Verdonk, De antroposofische orde. Geestverwanten van Rudolf Steiner in Nederland. VU Uitgeverij / VU University Press, Amsterdam 2015.
Bespreking van: José Ortega y Gasset, De opstand van de massamens. Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 2015.
In het vorige nummer is aandacht gevraagd voor een recente publicatie van de Teldersstichting over onafhankelijk denkende liberale politici. Die stichting publiceerde in 2014 ook een heel nuttige studie over sociaal-liberalisme, die hier kort besproken wordt. In Nederland wordt D’66 opgevoerd als belangrijkste exponent van die sub-stroming van het liberalisme in Nederland. En terecht. Want D’66 laat via de Hans van Mierlostichting en haar tijdschrift Idee zien dat zij het sociaal-liberalisme als ideologische grondslag hoogst serieus neemt, en aan de hand van actuele thema’s gestalte geeft. Een discussie tussen de wetenschappelijke bureaus van beide partijen over liberalisme en hun verschillende interpretaties van dat liberalisme zou zeer welkom zijn, ter verdieping van het ideologisch zo magere politieke debat in dit land. Wat in het boek van de Teldersstichting gemist wordt, is enige aandacht voor de ontwikkeling van de sociaal-democratie, zoals die in dit land belichaamd is in de PvdA, in sociaal-liberale richting. Dat wordt om politieke redenen nog te veel verdonkeremaand.
In Kort Bestek een notitie over de beperkte invloed van de Teldersstichting als liberale denktank op de praktische politiek. Dat wordt in verband gebracht met de pragmatische aard van de Nederlandse liberale burgercultuur.
Bespreking van: Fleur de Beaufort en Patrick van Schie, Sociaal-liberalisme. Boom Uitgevers, Amsterdam, 2014.
Traditionele godsdiensten, ontstaan in een premodern geestesklimaat en met godsdienstige noties die daardoor gestempeld zijn, worden met het doorzetten van het secularisatieproces meer en meer als een Fremdkӧrper ervaren. Daardoor is onder veel oorspronkelijk traditionele gelovigen een religieuze identiteitscrisis ontstaan. Rond traditionele religieuze zekerheden groeien twijfel en onzekerheid, met als gevolg een spirituele zoektocht van velen, ter opvulling van de daardoor ontstane levensbeschouwelijke nood. Mindfulness is een nieuwe geestelijke stroming, die velen met het oog daarop aanspreekt. Hier een korte bespreking over verdieping van deze stroming met heartfulness. Mindfulness blijkt bij nadere reflectie niet meer te zijn dan een in westerse termen vertaalde en geseculariseerde variant van het boeddhisme, en overigens ook zeer oude mystiek-christelijke tradities te hebben.
Bespreking van: Frits Koster en Erik van den Brink, Compassie in je leven – Mindfulness verdiepen met heartfulness, Boom uitgevers, Amsterdam, 2015, €24,95.
In het vorige nummer is uitvoerig aandacht geschonken aan de vraag waarom we, gezien de ecologische crisis, niet eenvoudiger leven, naar aanleiding van het boek van Marius de Geus, Filosofie van de eenvoud. In dit nummer wordt hierop uitvoerig gereageerd door de tropisch landbouwkundige en consultant Toon van Eijk.
Onder thema 2 is een zekere theoretische zwakte van de Nederlandse staatsrechtbeoefening in verband gebracht met de pragmatische aard van onze liberale burgercultuur. Onder dit thema wordt dat nader toegelicht in het kader van een kritische terugblik op de wijze waarop Nederlandse staatsrechtgeleerden hun vak tot ontwikkeling hebben gebracht in aansluiting op de ontwikkeling van onze liberaal-democratische rechtsstaat. Wat daarbij opvalt, is de sterk pragmatische benadering van constitutionele problemen.
In het crematorium in Dieren is er bij de ingang een toepasselijke spreuk geplaatst: Sterfelijk is de mens, onsterfelijk zijn zijn vragen. In dit nummer gaan we nogmaals nader in op de vraag naar de zin van leven en dood. Is de dood het definitieve einde van het leven, of is er enigerlei postmortaal toekomstperspectief? De breed gedragen stelling dat de laatste vraag een onmogelijke gedachte impliceert, wordt opnieuw ter discussie gesteld. In meerdere artikelen wordt hierop in dit en het volgende nummer gereageerd.
In dit nummer actuele en relevante informatie over het reilen en zeilen in België, een van de Lage Landen waar staatshervormingen in snel tempo op elkaar volgen. Dit land is nu al bezig met de uitvoering van de zesde staatshervorming, en een zevende is aangekondigd. Die zal dat land moeten omvormen tot een confederatie. Wat is de toekomst van dit land? De Vlaamse publicist Jaak Peeters geeft daar de nodige informatie over in een artikel, waarin hij zijn land met een sceptische blik onder de loep neemt.
Op 21 september jl. was het 200 jaar geleden dat het Verenigde Koninkrijk van Nederland en België ingeluid werd met een plechtige proclamatie van Koning Willem I in het stadhuis van Brussel. Op die dag kwam 200 jaar geleden ook het parlement van dat koninkrijk voor het eerst in Brussel bijeen. Onder dit thema moet daar zeker aan herinnerd worden. Er is nu een tentoonstelling 24 uur met Willem, koning van Nederland en België in het Nationaal Archief, die duurt tot 7 juli 2016. Bij de uitvoering van zijn werk als eerste en helaas laatste koning van dat koninkrijk moest hij oproeien tegen het particularistische sentiment in het noordelijke deel, dat weinig fiducie had in deze staatkundige fusie, en nog meer tegen het verzet van de katholieke geestelijkheid en de liberalen in het zuidelijke deel. Maar door zijn geweldige inzet en besluitvaardigheid – zijn bijnaam was niet voor niets de besluitenkoning – slaagde hij er na tien jaar in zijn koninkrijk redelijk in de steigers te zetten. Maar spoedig is het daarmee toch misgegaan.
De oprichting van de Benelux is een vage herinnering aan die vereniging. Het Comité Nieuwe Benelux is tien jaar geleden opgericht om die herinnering meer politieke inhoud te geven, door de Benelux om te vormen tot een politieke unie binnen de Europese Unie. Maar dat initiatief krijgt niet de verhoopte steun. Verenigd in zo’n Unie krijgen Beneluxlanden, gezien hun grote economische en politieke potentieel, een politiek gewicht en invloed, vergelijkbaar met dat van een grote lidstaat. Maar als gevolg van een drietalfactoren lukt dat helaas niet. Weer een gemiste kans.
Tot de linkse thematiek van onze moderne samenleving behoort van stonde af aan het thema van gelijkheid en ongelijkheid. De eerste liberaal gekleurde ontwikkelingsfase van die samenleving gedurende de lange 19e eeuw (1789-1914) werd gekenmerkt door een groeiende maatschappelijke tweedeling, belichaamd in de toenmalige klassentegenstelling tussen de bezittende (bourgeois) klasse en de bezitloze arbeidersklasse, met de opkomst van het socialisme als ideologische reactie daarop. Dankzij socialistische strijd en inspiratie is die maatschappelijke tweedeling in de korte 20e eeuw (1914-1989) bezworen door een egalitaire revolutie. Die eeuw eindigde met het einde van de Koude Oorlog en de daarmee gepaard gaande liberale triomf, waarna een nieuwe liberale ontwikkelingsfase aanbreekt, en ook een nieuwe maatschappelijke tweedeling groeit, met toenemende ongelijkheid in de inkomens- en vermogenssfeer. In zijn bespreking van twee opmerkelijke publicaties van de Russisch-Amerikaanse ecoloog, bioloog en historicus Peter Turchin en de theorie van collectieve actie van Mancur Olson gaat de socioloog Piet Ransijn nader in op de achtergronden van dat proces van toe- en afname van ongelijkheid.
Bespreking van het artikel van Peter Turchin, ‘Return of the Oppressed’, Aeon Magazine*;
zijn boek War and Peace and War: The Rise and Fall of Empires, New York, Plume Books, 2006
en de theorie van collectieve actie van Mancur Olson
Een saillante figuur uit het ideologische tijdperk was ongetwijfeld Stalin. Over hem is dit jaar een nieuwe biografie verschenen, die in dit nummer uitvoerig besproken wordt. Het leven en streven van Stalin was helemaal vervuld van het socialisme en de realisering ervan. Hij werd daarbij tevens steeds meer bezeten van de begeerte naar meer macht, en was daarbij continu waakzaam om die groeiende macht veilig te stellen. Dat ontaardde in een terroristisch bewind dat gepaard ging met de nodige wreedheid om zijn politieke wil door te kunnen zetten. Hij ontpopte zich al doende tot een succesvolle beroepsrevolutionair, en stond na de Tweede Wereldoorlog ook aan de basis van de Koude Oorlog. Als geslaagde beroepsrevolutionair werd hij in het westen steeds meer gevreesd om zijn socialistische expansiedrang. In deze biografie wordt zijn leven voor en na de Oktoberrevolutie van 1917 heel globaal uitstekend in beeld gebracht. Het boek begint met een interessante korte inleiding over de geschiedenis en problematiek van de Stalinbiografie.
Bespreking van: Oleg Chlevnjoek, Stalin. De biografie, Amsterdam Uitgevers, 2015.
Tien jaar geleden verwierp een krappe meerderheid in Frankrijk via een referendum het voorgestelde verdrag voor een Europese grondwet. Die verwerping markeerde ook een eerste grote breuk in de Franse politieke geschiedenis tussen de politieke en economische elites en het volk. Die politieke tegenstelling heeft zich de afgelopen tien jaar alleen maar versterkt. Hier een korte notitie over die ontwikkeling.
De oorlog tegen het terrorisme spitst zich de laatste jaren vooral toe op de strijd tegen de Islamitische Staat in Irak en Syrië. Vanuit het naïeve verwachtingspatroon over de export van westerse democratie, die het uitgangspunt was van de westerse houding ten opzichte van de Arabische Lente, is ook de Syrische burgeroorlog benaderd. En dat verklaart de spontane steun aan de rebellen in die oorlog. Maar het is spoedig duidelijk geworden dat grote delen van die Syrische rebellen er helemaal niet op uit zijn een westerse democratie in Syrië te stichten, maar veeleer een islamitische staat. De Islamitische Staat onder die rebellen is inmiddels uitgegroeid tot de sterkste rebellenbrigade.
Daar Assad zich als autoritaire leider nog steeds weet te handhaven, rijst de vraag of deze Machiavellistische potentaat van westerse zijde niet te vroeg is afgeschreven. Hij is een politieke schurk. Maar hij moet nog wel even blijven, zo luidt een realistisch getoonzet oordeel hierover.
In 2012 heeft de Russische politieke leider Poetin een plan gelanceerd voor een betere aanpak van de Syriëproblematiek. Die valt in zijn ogen alleen op te lossen via samenwerking met Assad en zijn regime in de strijd tegen Islamistische Staat, als zijnde de grootste prioriteit. Van westerse zijde is dat echter onmiddellijk afgewezen. Hieronder een kort artikel, waarin die nieuwe westerse miskleun betreurd wordt, en waarvan we nu de treurige gevolgen (snel groeiende vluchtelingenstroom uit Syrië) ondervinden. De impasse over Syrië duurt voort, nu dat plan van Poetin door de Amerikaanse president opnieuw is afgewezen.
In dit nummer publiceren we na een korte inleiding van Michel van Hulten relevante informatie over vier heel verschillende onderwerpen, te weten:
- Het FIFA-schandaal: een analyse over corruptie in de wereldvoetbalbond FIFA, gemaakt door het Department of Justice te Washington. Een nieuwe reeks arrestaties in deze FIFA-zaak is aangekondigd; de voorzitter, Sepp Blatter, is door de Zwitserse justitie inmiddels aangeklaagd;
- De noodzaak tot oprichting van een Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers, onder de titel Integriteit in het gedrang, op persoonlijke titel geschreven door Hans Groot en Alain Hoekstra;
- Bewerking van een scriptie van de Leidse masterstudente Lize Kooijman, waarin de meldingen van integriteitsschendingen, afkomstig van vier ministeries (Financiën, Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en Milieu en Veiligheid en Justitie) nader worden geanalyseerd;
- En ten slotte twee video’s van gesprekken van Erik de Vlieger over lobbycratie met Syp Winia, die onderzoek deed naar het lobbyen door (ex-)politici, en met Michel van Hulten, die al vele jaren onderzoek doet naar corruptie, lobbyisme en de grenzen daartussen.
Migratie- en vluchtelingencrisis
Wat niet weet, wat niet deert. Dat blijkt weer eens uit de wijze waarop gereageerd is op de huidige vluchtelingencrisis. Eerst was er nog veel kritiek en gereserveerde reacties op de gevolgen van de huidige vluchtelingencrisis, te weten de snel groeiende toestroom van vluchtelingen naar Europa. Maar dat veranderde ineens na de publicatie van de foto van de verdronken Syrische kleuter, aangespoeld op het strand in Turkije. Die crisis kreeg daardoor een onontkoombaar gezicht, vergelijkbaar met het effect van de iconische foto van dat napalmmeisje in 1972 tijdens de Vietnamoorlog. Met de snel groeiende toestroom van vluchtelingen groeit wel de bezorgdheid hierover, en het verzet vanuit de bevolking hiertegen.
Hieronder een pleidooi voor een wereld met open grenzen; en in aansluiting hierop twee verklaringen voor die nieuwe golf van migranten en vluchtelingen, naast oorlogsgeweld, repressie, nooddruft e.d., te weten de demografische tweedeling tussen Noord en Zuid, en de klimaatverandering die ook als achtergrond gezien wordt.
Bespreking van Helena Bloem en Hans Komen, Gevangen door het ego. Uitgeverij Quist, Leidschendam, 2015.
Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2015.
Bij het artikel Religie en zingeving voor en na de dood
Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl
Prof. dr. S. Wim Couwenberg, voorzitter
Prof. dr. Paul Cliteur, vice-voorzitter
Mr. drs. Eva Eijkelenboom, secretaris
Mr. Herman-Jan Couwenberg, penningmeester
Leden
Mr. drs. Kai van der Kolk
Dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens
Dr. Hugo Verbrugh
Sander Wieman, BSc.
Onder auspiciën van de Stichting Civis Mundi uitgegeven door de Deventer Universitaire Pers. Bij de presentatie van dit jaarboek half januari 2015 op de EUR werd de auteur door de rector magnificus van die universiteit onderscheiden met ‘De Desiderius’ vanwege zijn uitzonderlijke bijdrage aan het publieke debat en de opinievorming in Nederland in de afgelopen halve eeuw.
Dit nieuwe Civis Mundi jaarboek is voor abonnees verkrijgbaar tegen de gereduceerde prijs van €17,50 per email te bestellen bij de redactie van de Stichting Civis Mundi, of rechtstreeks via de internetboekwinkel van de uitgever (www.universitairepers.nl). Bestel direct »
Zie voor meer informatie de presentatie van dit jaarboek, 15 januari 2015.
De Deventer Universitaire Pers is de uitgeverstak van de Geert Grote Universiteit (GGU).
Ze stelt zich ten doel het publiceren van goed leesbare, wetenschappelijke werken van de hoogste kwaliteit, primair in de Nederlandse taal, en in een duurzame uitvoering. Zo wil zij een concrete bijdrage leveren aan het behoud en de versterking van het Nederlands als taal van cultuur en wetenschap. Zij onderscheidt zich door thema’s die verder reiken dan de waan van de dag, ook als deze zichzelf actualiteit noemt. De Deventer Universitaire Pers is steeds op zoek naar wat ook over tien, twintig of zelfs honderd jaar nog als relevant zal worden beschouwd.