Illustratie

Civis Mundi Digitaal #2

december 2010

Inhoudsopgave

Introductie Civis Mundi Digitaal
Wim Couwenberg

Hier volgt een deel van de introductie van Civis Mundi Digitaal, dat in het eerste nummer abusievelijk niet is meegenomen.

Thema 1: Materialisme

Is er een samenhang tussen het heersende materialistische mens- en wereldbeeld in wetenschap en filosofie en de materialistische denk- en leefwijze zoals die tot uitdrukking komt in het heersende politiek-ideologische denken (neoliberalisme) en de heersende levensstijl? De bijdrage van Hugo Verbrugh aan deze artikelenserie is in het eerste nummer wel opgenomen, maar kon door een technische omissie niet geopend worden. Vandaar dat zijn artikel opnieuw geplaatst wordt.

Thema 2: Neoliberalisme ter discussie

Evenals vorige toonaangevende elites zijn het de afgelopen jaren neoliberaal geïnspireerde economische elites van ondernemers en managers geweest die tekenen van zelfoverschatting en arrogantie van de macht toonden. Dit blijkt ook uit de vanzelfsprekendheid waarmee zij geneigd waren hun economische normen en waarden aan de hele samenleving op te dringen en de leefwereld van burgers aan hun prioriteiten te onderwerpen met toenemende ondermijning van de autonomie en beroepseer van professionals als gevolg van een totale economisering van de samenleving. Dat evenals de neoliberale privatiseringsagenda die ook de staat steeds meer onderwerpt aan de wetten van de marktwerking begon de laatste jaren de nodige irritatie te wekken en verzet tegen de uitwassen van dit nieuwe "superkapitalisme". In een artikelenserie wordt daarop nader ingegaan.

Thema 3: Neurosofie ter discussie

Neurowetenschappelijk onderzoek is volop in opmars. De effecten ervan dringen steeds meer door in andere academische disciplines. Zo is er al sprake van neuropsychologie, neurobiologie, neuroeconomie, neuroethiek, neurotheologie, enz. Neurowetenschappelijke verklaringen lijken grote levensvragen over God, de ziel, de vrije wil, de zin van ons bestaan e.d. overbodig te maken.

De vrije wil is een fictie. Het menselijk (zelf)bewustzijn stelt maar weinig voor en daarmee ook onze zelfkennis. We worden geleefd door een sterfelijke en genetisch-geprogrammeerde breinmachine. We zijn als mensen slechts toeschouwers bij ons eigen leven. Dit is wat dat hedendaagse hersenonderzoek ons leert. Hoe serieus moeten we die neurosofie nemen? Is dit niet weer een typisch voorbeeld van wetenschappelijke specialisten die de uitkomsten van hun specialistisch onderzoek zomaar een universele strekking toekennen? De neurochirurg Pierre Vinken merkt hierover het volgende op: "De emoties die wij onbewust aan het hart toekennen - liefde, betrokkenheid, bezieling, intimiteit - zijn nog dezelfde als die van eeuwen geleden. En mijn intuïtie zegt mij dat deze gevoelens van het hart van een hogere orde zijn dan de regels van het verstand.De ziel huist niet in het brein, maar in het hart. Het is dus niet verwonderlijk dat de neurobioloog Dick Swaab haar niet heeft kunnen vinden. Swaab is een ééndimensionale denker die meent de éne werkelijkheid vanuit één discipline te kunnen verklaren." In dit nummer opnieuw een bijdrage van de arts/filosoof Hugo Verbrugh waarin hij naar aanleiding van een recente publicatie nader in gaat op de psychologie van het beslissen.

Thema 4: Is de vraag naar de zin van ons bestaan nog relevant?

Met het verval van de religieuze, i.c. christelijke levensoriëntatie van de premoderniteit groeit onderhuids het besef van een existentiële zinledigheid die sinds Nietzsche in de filosofische en literaire literatuur aan de oppervlakte treedt en voorlopig nog beperkt blijft tot een kleine intellectuele elite. Die existentiële leegte is aanvankelijk gevuld met het moderne vooruitgangsgeloof als zingevend motief van de moderniteit. Maar in de loop van de twintigste eeuw verliest dat geloof met zijn ideologische en utopische uitwerkingen geleidelijk aan zijn ultieme zingevende kracht en verbreidt het nihilistische wereldbeeld en levensbesef zich in steeds bredere kring totdat het in het postmoderne denken tenslotte het karakter krijgt van een normaal gegeven. De vraag naar een omvattende zin van het bestaan verliest sindsdien voor veel mensen zijn eeuwenoude cruciale betekenis. In vorige jaargangen van Civis Mundi is dit thema al enige malen inzet van reflectie en discussie geweest. In Civis Mundi Digitaal wordt dit thema opnieuw opgepakt.

Thema 5: Identiteitscrisis als onderdeel van de huidige crisistijd

We leven in een crisistijd. Er is een milieu-, energie-, klimaat-, en voedselcrisis. Er is een financieel-economische crisis. Cultuurfilosofen spreken van een beschavingscrisis en er is ook een identiteitscrisis gaande: een religieus-culturele, politieke, maatschappelijke en nationale identiteitscrisis. In deze artikelenserie wordt die meervoudige identiteitscrisis ter discussie gesteld:

Thema 5.1: Religieuze identiteitscrisis

Nieuwe religiositeit
Wim Couwenberg

Thema 5.2: Politieke identiteitscrisis

Thema 5.2: Milieu- en klimaatcrisis

In de bekende rapporten van de Club van Rome (1972-1974) is een eerste poging gedaan de negatieve milieueffecten van de economische groeicultus wetenschappelijk te onderbouwen met de oproep tot begrenzing van economische groei als conclusie. Dat trok even sterk de aandacht, maar heeft in eerste instantie niet het gewenste effect gehad. Door de economische crisis die spoedig daarop volgde, werd niet zozeer die economische groei, maar het gebrek eraan het grote probleem, zoals nu opnieuw sinds de financiële crisis van 2008. Ook de functionering van de verzorgingsstaat kwam in de jaren ’70 daardoor in de knel. De ecologische problematiek zoals door de Club van Rome aan de orde gesteld, raakte zodoende op het tweede plan. Met het rapport "Our Common Future" van de Brundland Commissie van 1987 als antwoord en vervolg op Meadows’ rapport Limits to Growth treedt zij echter weer meer op de voorgrond in de maatschappelijke discussie en het overheidsbeleid. Het gaat sindsdien niet alleen om aantasting van het leefmilieu en uitputting van natuurlijke hulpbronnen, maar tevens om de klimaatproblematiek.

Noopt massale armoede en werkloosheid in grote delen van de wereld tot voortgaande economische groei, tegelijk vormt dat een cruciaal onderdeel van de duurzaamheidsproblematiek zoals geformuleerd door juist genoemde Brundland-commissie. Dat heeft ertoe geleid dat aan het streven naar voortgaande economische groei een nieuwe dimensie is toegevoegd, de noodzaak tot duurzame ontwikkeling. Dat houdt kort gezegd in dat het ecologische draagvlak van de aarde daardoor niet mag worden aangetast; of in de terminologie van juistgenoemde commissie: een ontwikkeling die voorziet in de behoeften zowel van de huidige als van toekomstige generaties. In dit nummer een pleidooi voor duurzaamheidsbeleid als topprioriteit.

Thema 5.4: Maatschappelijke identiteitsproblematiek

Thema 6: Politieke en bestuurlijke vernieuwing

De politieke onzekerheid en instabiliteit van deze tijd is de prijs die kleeft aan de politieke onmacht van traditionele partijen om dat bestel tijdig aan te passen aan een aanzienlijk veranderde politieke context. Als reactie op de val van het vierde kabinet Balkenende in 2010 herleeft opnieuw het besef dat er in structureel opzicht eindelijk iets moet veranderen in de richting van meer directe vormen van participatie van door ontzuiling politiek verweesd geraakte burgers. Vandaar het belang van een hernieuwde reflectie hierop, met het referendum als startpunt. In een artikelenserie wordt de discussie daarover heropend.

Thema 7: Nieuw maakbaarheidsperspectief

Het maakbaarheidsideaal van de moderniteit is in eerste instantie toegepast op de inrichting en ontwikkeling van de samenleving. Langs die weg zijn de levensvoorwaarden van de mens aanzienlijk verbeterd. Er ontwikkelt zich nu een nieuw maakbaarheidsperspectief, namelijk de ontwikkelingsmogelijkheden en -problemen van de maakbare mens als nieuw speerpunt in het moderniseringsproces. Dat biedt nieuwe ontwikkelingsperspectieven, dankzij nieuwe technologieën als nano-, bio-, info- en cognotechnologieën en daarmee samenhangende vakgebieden.

Over dit nieuwe maakbaarheidsperspectief en de rol van de geneeskunde daarbij loopt inmiddels een felle internationale filosofische discussie met uitgesproken voor- en tegenstanders, die zich daarbij beroepen op fundamenteel verschillende mensbeelden en opvattingen omtrent het goede leven en daarmee samenhangende politiek-filosofische posities. Het is een problematiek die een essentieel onderdeel vormt van de Civis Mundi leerstoel ‘Filosofie van de geneeskunde en maakbaarheid van de mens’. En in de intreerede van prof. Maartje Schermer als eerste hoogleraar op deze leerstoel is dat scherp in beeld gebracht.

In dit nummer publiceren we een bespreking van die intreerede door de filosoof Koo van der Wal. Mensverbetering als nieuw maakbaarheidsperspectief, zo stelt hij, zet vragen naar doel en grenzen van de geneeskunde op scherp. De revolutionering van de geneeskunde door nieuwe technologieën stelt de medische professie voor precedentloze vragen. Na die recensie wordt de rede gepubliceerd die Maartje Schermer in februari van dit jaar hield voor het NCHA congress, getiteld: Adding healthy years to the human lifespan. Daarin stelt zij twee cruciale ethische kwesties aan de orde over gezond ouder worden: de kwestie wat we daarmee beogen; en de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is. In welke mate zijn mensen daar zelf verantwoordelijk voor, met name voor het al of niet volgen van een gezonde levensstijl; in welke mate kunnen zij daarop worden aangesproken? En hoever kan en moet de staat gaan om zo’n gezonde levensstijl in en door gericht beleid af te dwingen? Onder haar redactie verschijnt in het najaar een publicatie over filosofie en geneeskunde onder de titel: Komt een filosoof bij de dokter.

Thema 8: Israëlisch-Palestijns conflict, een poging tot verheldering

Zoals Nederland geworsteld heeft met het prijsgeven van zijn oude koloniale banden met het vooroorlogse Nederlands-Indië en zich daarna bekeerd heeft tot een principieel antikolonialisme ten opzichte van de apartheid in Zuid-Afrika als restant van Europees kolonialisme, zo worstelt het ondanks zijn nu principieel antikoloniale oriëntatie opnieuw met zijn houding in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat in zekere zin vergelijkbaar is met de conflictsituatie in Zuid-Afrika tijdens de apartheid. Dit conflict is het sluitstuk van het Europese dekolonisatiedrama dat op een enkele uitzondering na (Groot-Brittannië) een treurig voorbeeld is van geschiedenis als optocht van menselijke domheid en dwaasheid zoals de Amerikaanse historica Barbera Tuchman dat met veel voorbeelden uit de wereldgeschiedenis toegelicht heeft.

Thema 9: Ontwikkelingsproblematiek derde levensfase

Dat onze samenleving door een samenspel van factoren steeds meer vergrijst is een feit dat nog overwegend in negatieve zin wordt ervaren en gewaardeerd. De nadruk ligt daarbij vooral op de financiële consequenties ervan. Die negatieve waardering uit zich ook in de maatschappelijke bejegening van het ouder worden. Als reactie op die negatieve waardering van ouderen is er een richting in het denken over vergrijzing die die tendens in meer optimistische zin interpreteert en liever spreekt van een verzilvering dan van een vergrijzing van onze samenleving. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de gezonde levensduur in komende jaren nog aanzienlijk verlengd kan worden dankzij het voorkomen of herstellen van allerlei aandoeningen die tot nu toe tot ouderdomskwalen gerekend worden.

Thema 10: Vragen van leven en dood

De secularisering van onze moderne cultuur heeft niet alleen geleid tot vervaging en verdwijning van het traditioneel-christelijke hiernamaalsperspectief, maar ook tot verdringing van de dood als levensmysterie. De laatste tijd verandert dit laatste. Zo is er hernieuwde aandacht voor vragen rond de dood en de omgang daarmee, i.h.b. voor rituelen met betrekking tot dood en afscheid nemen. In vorige nummers hebben we onder dit thema de mogelijkheid open gehouden, dat de dood toch niet het laatste woord is, al is daarop geen hoop als we de wereld uitsluitend door een positief wetenschappelijke bril bekijken, zoals ook de verpleeghuisarts Bert Keizer doet in zijn vorig jaar verschenen boek over vragen van leven en dood. In dit nummer wordt daaraan een uitvoerige bespreking gewijd. Het wordt geïnterpreteerd als een pleidooi voor illusieloos leven en sterven als levens-en stervenskunst. Daarna een korte notitie over een boek van een kinderarts met een pleidooi voor een versoepeling van de euthanasiewet voor kinderen.

Thema 11: Filosofie van de levenskunst

De laatste jaren zien we een reveil van een vertrouwde en klassieke opvatting van filosofie, namelijk de praktisch gerichte filosofie van de levenskunst, het filosofisch doordenken van het alledaagse leven. Het is een filosofie die mogelijkheden aanreikt voor de vormgeving van het eigen leven en hulp biedt bij het nadenken over levensvragen in een cultuurtype, dat mensen met groeiende keuzemogelijkheden confronteert, waaruit zij een adequate selectie moeten maken bij de bepaling van de eigen levensweg. Een van de meest opvallende auteurs over dit thema is de laatste jaren Joep Dohmen. Hierop wordt in eerste instantie ingegaan.

Thema 27: Digitale revolutie

Dat de digitale revolutie op het gezicht van deze tijd en van de daarin opgroeiende nieuwe generatie -de zogenaamde digital natives- een eigen stempel drukt, valt op tal van punten te illustreren. Met de toenemende ontsluiting van het potentieel van dit nieuwe medium worden steeds meer uiteenlopende effecten zichtbaar, zoals de digitalisering van informatieverwerking, sociale ontplooiing, vrijetijdsbesteding, collectie musea, gokindustrie, criminaliteit, spionage, terrorisme, oorlogvoering, enz. Het internet is zelfs de kraamkamer van de hedendaagse jihad (cyber jihad), meldt de AIVD in haar laatste jaarverslag. Die ontwikkeling is voor ons reden geweest waarom we de digitale revolutie als een nieuw thema geïntroduceerd hebben.

In dit nummer een korte bijdrage waarin nader ingegaan wordt op de digitale revolutie als nieuw platform voor burgerlijke ongehoorzaamheid met klokkenluiders die zich op internet manifesteren als een nieuwe democratische tegenmacht en als zodanig democratische overheden aansporen tot grotere openheid en verantwoording van beleid.

Thema 13: Lage landen problematiek

Onder dit thema publiceren we bijdragen over de politieke problematiek en toekomst van België, de relaties tussen Nederland en Vlaanderen en de Benelux problematiek. In dit nummer een korte reflectie over de toekomst van België naar aanleiding van een recent boekje hierover. Voorst een korte notitie over de vraag of het Nederlands als wetenschapstaal nog toekomst heeft.

Thema 14: Progressiviteit als identiteitbepalende factor

In deze tijd is er op tal van terreinen sprake van een crisis rond woord en beeld. Representeren ze nog iets? Hebben ze ons nog iets te zeggen of is het gebakken lucht? Die representatiecrisis zien we niet alleen op het terrein van de religie, de kunst en de media, maar ook op dat van de (partij)politiek. Gaat het daar nog over iets reëels of wordt met allerlei ongrijpbaar geworden clichés uit het voorbije ideologische tijdperk een politiek schimmenspel opgevoerd ter instandhouding van de status-quo? Geldt dit ook voor een begrip als progressief dat nog altijd heel courant is? In de regel wordt progressief als antipode van conservatief gesteld, al wordt dat van conservatieve zijde wel tegengesproken. In deze zin is progressief tot driemaal toe inzet geweest van politieke discussie en strijd in de Nederlandse politiek. In deze serie een kritische reflectie op de betekenis van progressiviteit als identiteitsbepalende factor.

Thema 15: Nostalgie naar ideologische profilering

Evenals na de Tweede Kamer verkiezingen van 2006 horen we na de Tweede Kamer verkiezingen van 2010 opnieuw de roep om ideologische profilering klinken. Er is opnieuw behoefte aan ideologische herbronning. Vanwaar die nostalgie naar profilering in ideologisch opzicht? Heeft dat te maken met de nawerking van ons verzuilde verleden waarin politieke partijen zich primair in ideologisch opzicht van elkaar onderscheidden? Is ideologische profilering in onze tijd niet een gepasseerd station?

Thema 16: Het CDA, wat is dat voor een partij?

Sinds lang rijst periodiek de vraag hoe het CDA te positioneren in het politieke krachtenveld. Bij de recente kabinetsformatie kwam die vraag opnieuw aan de orde. Vandaar dat we een artikelenserie openen over de vraag wat voor partij het CDA eigenlijk is.

Thema 17: Europese integratie versus Eurosceptische tegenbeweging

Nederland was eens niet alleen een van de zes initiatiefnemers van het streven naar Europese eenwording, maar tot in de jaren ’90 ook het land dat zich met Duitsland en België het meest sterk maakte voor versterking van het integratiegehalte van de Europese Unie (voorheen Europese Gemeenschap). Sindsdien is daar de klad in gekomen en is ons land steeds meer geneigd de intergouvernementele component van de Europese Unie te benadrukken, ten koste van de federale component. En sinds het referendum over het voorstel voor een Europese grondwet in 2005 raakt Nederland in toenemende mate in de greep van een Eurosceptische tegenbeweging. Hier tegenover klinken er wel tegengeluiden, zoals bijvoorbeeld het in 2010 gepubliceerde WRR-rapport Aan het buitenland gehecht, met daarin een pleidooi voor een strategische keuze voor een op Europa gericht overheidsbeleid als beste optie voor Nederland in het licht van de huidige wereldconstellatie; en sinds kort de publicatie van European Federalist Papers door een kleine initiatief groep van deskundigen waaraan in vorige nummers al de nodige aandacht geschonken is. Dit bijzondere particuliere initiatief, waarin de oorspronkelijke geest van het Europese federalisme op authentieke wijze herleefde, culmineerde in de opstelling van een ontwerp voor een Europese federale grondwet, dat in Civis Mundi eveneens gepubliceerd is (nummer 19).

Kennisneming van wat de laatste tijd over de EU en de toekomst van de Europese integratie gezegd en geschreven wordt, stemt niet vrolijk. De heersende stemming is somber. Bij de komende Europese verkiezingen zullen federalisten wel eens onder de voet gelopen kunnen worden door nationalistisch-populistische tegenkrachten. Opmerkelijk is wel hoe wisselend de waardering van nationalisme is. Toen De Gaulle als Franse president de politiek-strategische vraag aan de orde stelde naar het doel van de Europese integratie en zelf nadrukkelijk koos voor een confederaal Europa, werd dat in Nederland onmiddellijk verketterd als reactionair staatsnationalisme, omdat hij daarmee vasthield aan het primaat van de natiestaat en zijn belangen. Wat toen politiek fout denken was, vindt nu brede weerklank.

Sceptici bepalen nu de discussie over de toekomst van de Europese samenwerking, stelt de journalist Paul van Velthoven in dit nummer. Dat heeft zijns inziens alles te maken met de problemen rond de euro. In het licht hiervan brengt hij een scenario van een Luxemburgs-Franse politicoloog ter sprake, waarin Duitsland en Frankrijk het voortouw zouden moeten nemen om een gecoördineerde terugkeer naar de oude Europese munten mogelijk te maken. Maar is dit voorstel wel realistisch, vraagt Van Velthoven zich af. Heeft die scepsis over de toekomst van de Europese integratie niet veel te maken met een zekere beschavingsmoeheid van het oude Europa met een snel vergrijzende en krimpende bevolking, die daardoor de nodige veerkracht en wilskracht mist om een nieuw perspectief te openen op een Europa dat niet alleen functioneert als een interessant economisch arrangement, maar ook als een nieuwe politieke machtsfactor met de potentie een serieuze buitenlandse politiek te voeren, die er toe doet in de multipolaire machtverhoudingen van onze tijd.

Thema 18: Is de ondergang van het Avondland nabij?

Direct na de Eerste Wereldoorlog vond het bekende werk van de Duitse geschiedfilosoof Oswald Spengler Untergang des Abendlandes grote weerklank onder tijdgenoten vanwege het cultuurpessimisme dat hij daarin onomwonden vertolkte. Die ondergang verwachtte hij zo rond het jaar 2000. Is die ondergang inderdaad nabij?

Thema 19: Oorlog tegen terrorisme: evaluatie na 10 jaar

Hoe kijken we 10 jaar later terug op de oorlog tegen het terrorisme, zoals die in 2001 van Amerikaanse zijde onder leiding van president George W. Bush geïntroduceerd is en op de wijze waarop Amerika die oorlog tot nu toe gevoerd heeft?

Thema 20: Integraal mens- en wereldbeeld en duurzame ontwikkeling

In zijn onlangs verschenen boek Een vorm van beschaving legt prof. Klaas van Egmond een nauw verband tussen duurzame ontwikkeling als opdracht van en voor deze tijd en de ontwikkeling van een integraal mens- en wereldbeeld. In dat boek geeft hij daaraan een fundamentele aanzet. Die aanzet verdient het om tot inzet gemaakt te worden van verdere reflectie hierop. We zullen proberen die reflectie in Civis Mundi te stimuleren in een artikelenserie.

Thema 21: Mensenrechten als kern van de liberale beschavingstraditie

De laatste tijd is er een discussie ontbrand over de relatie tussen de wetgevende en de rechtsprekende macht in relatie tot het internationale recht, in het bijzonder de internationale bescherming van mensenrechten. In dit nummer een verhelderende bijdrage over deze kwestie van de volkenrechtsgeleerde Paul de Waart.

 

Commentaar op actuele ontwikkelingen en gebeurtenissen

Nieuwe boeken

Een weg naar duurzaamheid: het integrale mens- en wereldbeeld
Hans Vincent

Bespreking van: Klaas van Egmond, Een vorm van beschaving.

Geestkunde
Ruud van Wees

Bespreking van: Freek van Leeuwen, Geestkunde, Een brug tussen de stoffelijke en geestelijke helft van de schepping, tussen godsdienst en wetenschap.

International Law and the Origins of the Arab–Israeli Conflict
Paul de Waart

Bespreking van: Victor Kattan, From Coexistence to Conquest - International Law and the Origins of the Arab-Israeli Conflict, 1891-1949.

Eerder verschenen in Leiden Journal of International Law.

Kort geboekt

Continent op drift?
Hans Verboven

Aankondiging van: Hans Verboven (red.), Continent op drift?. Europese waarden in de schaduwen van morgen.

Cartoons
Djanko

Discussieforum

In nummer 19 is de vraag ter discussie gesteld, waarom Nederland zo’n zwakke theoretische traditie heeft, met name in de sociale, politieke en rechtswetenschappen, evenals de verklaring die voor die zwakte gegeven wordt. In nummer 21 reageerde daarop de jurist Arie-Jan Kwak, die nader ingaat op die verklaring, en die aanvult met een eigen visie. Dat doet in dit nummer ook de econoom Jos Klink, die die zwakte uitbreidt tot alle geesteswetenschappen.

Mededelingen

Tijdsein. Peiling en perspectief van deze tijd. Civis Mundi Jaarboek 2011, Aspekt, Soesterberg

Eigentijdse geschiedenis

Tijdsein. Peiling en perspectief van deze tijd. Civis Mundi Jaarboek 2011, Aspekt, Soesterberg

Na de Koude Oorlog bevinden we ons in een nieuwe ontwikkelingsfase van de moderniteit. De vraag waarin deze tijd zich onderscheidt van de voorafgaande tijdsperiode is in dit jaarboek tot onderwerp van een nieuwe tijdsdiagnose gemaakt. Kenmerkend voor deze tijd is in de eerste plaats na twee eeuwen ideologische strijd over de grondslagen van de moderniteit de triomf van de moderniteit in liberale zin op alle ideologische tegenkrachten, althans in de westerse wereld en hand in hand hiermee de positie van Amerika als dominerende wereldmacht, want niet langer in haar kapitalistische expansiedrang gehinderd door de mondiale pretenties en expansiedrang van het wereldcommunisme; en voorts de versterkte ambitie het liberaaldemocratische geestesgoed wereldwijd te verbreiden. Sinds 9/11 - een eigentijdse breuklijn met belangrijke effecten op de politieke ontwikkeling in internationaal en nationaal verband - botst dat wel op nieuwe antiliberale tegenkrachten: met name op nieuwe uitingen van het moderne autoritarisme dat na de ineenstorting van het fascisme en nationaal socialisme in en door de Tweede Wereldoorlog voorgoed overwonnen leek. In de eerste plaats is dat het moslimfundamentalisme als religieus geïnspireerd autoritarisme; en voorts de Chinese Volksrepubliek als socialistisch gedreven autoritarisme dat zich in deze tijd ontpopt als nieuwe economische en ideologische rivaal van het westers-liberale beschavingstype.

 Dat wordt sindsdien tevens geconfronteerd met nieuwe internationale machtsverschuivingen, die de dominerende machtspositie ervan dreigen aan te tasten, zeker als dat er niet in slaagt effectief het hoofd te bieden aan de nieuwe economische crisisverschijnselen, waarmee het sinds 2008 worstelt en die het alleen te boven kan komen als het de uitwassen van het neoliberale marktkapitalisme weet uit te bannen door de markteconomie aan de nodige regels te binden en zodoende de crisisgevoeligheid ervan beter onder controle te krijgen. Tenslotte vindt in deze tijd een nieuwe technologische, i.c. digitale revolutie plaats met ingrijpende maatschappelijke, politieke, culturele en militaire effecten.

Met de digitalisering van economische, politieke en culturele (in het bijzonder wetenschappelijke) ontwikkelingsprocessen voltrekt zich in deze tijd bovendien een nieuwe aanzienlijke versnelling van de geschiedenis van de moderniteit en hand in hand hiermee een reeks van nieuwe grote veranderingsprocessen in internationaal en nationaal verband. In dit jaarboek wordt dat alles heel globaal en in onderlinge samenhang in kaart gebracht evenals de meest relevante ontwikkelingsproblematiek van deze tijd.

We leven in verwarrende tijden, is de ervaring van veel tijdgenoten. Vandaar het belang van een dergelijke tijdsanalyse. Het boek beoogt daarmee een eigentijdse geschiedschrijving, gesitueerd in de geschiedenis van de moderniteit en in het licht daarvan ook geïnterpreteerd.

Colofon (oud)

Directeur/hoofdredacteur: Prof. Dr. S.W. Couwenberg       
Redactie: Sander Wieman, Piet Ransijn, Patricia van Bosse
Redactieadres: Akkerwindestraat 23, 3051LA Rotterdam
Telefoon: 010-4182580
Emailadres: couwenberg@ese.eur.nl